Zowel kunstenaars als theoretici van geesteswetenschappen hebben zich begeven op het (bio)medische terrein. Deze interesse komt voort uit de gepercipieerde behoefte aan transparantie van de medische wereld, en aan het belichten van de bestaande machtsrelaties en van de huidige begripsvorming omtrent lichaam en gezondheid. Mijn werk weerspiegelt mijn belangstelling voor deze stroming. In deze bijdrage geef ik een toelichting op mijn uitgangspunten en op de ethische vragen die voortkomen uit mijn artistieke activiteiten.

Integratie van artistieke en academische vorming

Mijn interesse in het menselijk lichaam vanuit de medische invalshoek gaat ver terug. Ik kom uit een zeer gemedicaliseerde Finse cultuur waarin een arts vaak als een autoritaire expert van het menselijk lichaam wordt gezien. Voor mij was het een ‘eyeopener’ toen een Nederlandse huisarts vroeg wat mijn verwachtingen waren: niet ik maar zij moest dat toch weten! Ik raakte geïnteresseerd in de elementen van het ritueel dat zich in de speekkamer afspeelt. Tegelijkertijd heb ik het esthetische aspect van de medische instrumenten en omgevingen altijd fascinerend gevonden. Uit artistiek oogpunt zie ik ze als composities, ritmes, ontwerpen en optredens, die ik vervolgens de- en reconstrueer in de context van een kunstwerk.

In mijn ruimtelijke werk, video’s en foto’s combineer ik een wetenschappelijke en documentaire stijl met poëtische en persoonlijke verbeeldingen. De artistieke expressie van mijn werk is verstrengeld met mijn theoretische achtergrond. Mijn artistieke en academische vorming lopen parallel; ik probeer het verbeeldende en emotionele met het analytische en theoretische te verbinden, eventueel te integreren in hybride presentaties waarin wetenschap en artisticiteit samenkomen. Ik geloof dat de verbeeldende, associatieve en persoonlijke aspecten van kunst een verdiepende bijdrage kunnen leveren aan een theoretische analyse van een gekozen medisch fenomeen, en dat de hybride presentaties, waarin kunst en theorie samenkomen, op meerdere niveaus tegelijkertijd kennis kunnen genereren en communiceren.

Het is geen toeval dat de camera en mijn lichaam mijn belangrijkste ‘onderzoeksinstrumenten’ zijn: gezien mijn opleiding zijn ze voor mij de logische instrumenten om de wereld om me heen te verkennen. Bovendien staan het lichaam en camera ook centraal in de medische wereld. De echtheid van video fascineert me, in combinatie met de mooie ‘leugens’ die de camera kan creëren binnen een totaal subjectief kader. Bovendien past de intimiteit van de video bij mijn fysieke interventies waarmee ik ‘op iemands huid ga zitten’. Omdat ik veel uit de hand film of opneem, is de camera eigenlijk een verlengstuk, of prothese, van mijn lichaam geworden. Soms kijk ik liever naar iets door het oog van de camera. Bijvoorbeeld bij het aanschouwen van nare medische situaties, biedt mijn ‘derde oog’ mij de nodige afstand om het materiaal te kunnen bekijken.

Afbeelding 1.
figure 1

Second opinion (2008).

Ethische issues

In mijn huidige project onderzoek ik de relatie tussen het lichaam en zijn verbeelding in de medische context. Ik laat zien hoe de kennis in beelden opgeslagen wordt en weer terug in de context van een driedimensionaal lichaam wordt vertaald, en hoe de relatie van real-time beeld(scherm) met het lichaam is, bijvoorbeeld met de telemedische toepassingen. Het afbeelden van het lichaam in het medische domein, of het nu door een medisch expert of mediadeskundige of een kunstenaar gedaan wordt, roept altijd fundamentele ethische dilemma’s op. Hoe kan een lichaam verbeeld worden zonder het te reduceren tot een diagnose, of tot een postmoderne ‘freak show’? Hoe kan een oppervlakkig oordeel over het medisch domein voorkomen worden? Als kunstenaar verwerk ik ook ethische vragen in mijn zoektocht naar de relatie met fictie en werkelijkheid. Er bestaat bijvoorbeeld een groot verschil tussen het werken met professionele acteurs en het werken met echte artsen en patiënten.

De samenwerking met het medische domein geeft steeds aanleiding tot een nieuwe reeks van ethische vragen die gerelateerd zijn aan mijn werk. Zo zijn ziekenhuizen bezorgd over hun reputatie, ze willen niet geassocieerd worden met iets provocatiefs, zelfs niet met thema’s als de dood. Als een kunstenaar-onderzoeker balanceer ik tussen mijn artistieke autonomie en de mogelijkheid met de medische experts te werken, en bijvoorbeeld in het ziekenhuis te mogen filmen. Uiteindelijk is de meest kwetsbare relatie in mijn werk de interactie met de patiënten. Ook al werk ik alleen met volwassen patiënten, met hun toestemming, dan is altijd de kans aanwezig dat hun beelden/verhalen in een kunstwerk anders overkomen dan ze zelf hebben bedacht.

Ondanks deze complexe ethische vragen, of misschien wel dankzij, ben ik overtuigd van de urgentie de discussie over de (bio)medische thema’s te stimuleren. Hieraan kunnen kunstenaars een belangrijke bijdrage leveren: als bruggenbouwers kunnen ze op verschillende manieren tussen de wetenschap en het publiek opereren, en zo de klinische en persoonlijke ‘landschappen’ ineen laten strengelen.

Afbeelding 2.
figure 2

Beeld uit serie ‘Hybrids’ (2008).

Afbeelding 3.
figure 3

Para-site (2009).

De auteur:

Kaisu Koski is kunstenaar en onderzoeker, en woont en werkt in Utrecht. Zij heeft aan de faculteit ‘Art and Design’ van de Universiteit van Lapland gestudeerd, waar ze in 2007 gepromoveerd is. Daarnaast heeft ze ook de Masteropleiding ‘Theaterprogramma DasArts’ aan de Hogeschool voor de Kunsten in Amsterdam voltooid. Haar kunstpraktijk is verbonden met wetenschappelijk onderzoek, waarin de focus ligt op de methodologie van het artistieke onderzoek en op de dialoog tussen kunst en (bio)medische wetenschappen. In 2010 ontving ze een postdoc-onderzoeksbeurs van ‘The Academy of Finland’. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met ‘The Arts and Genomics Centre’ van de Universiteit van Leiden. Tot 28 augustus 2011 exposeert ze met de expositie Pharmakon in het Nationaal Farmaceutisch Museum te Gouda.

Correspondentieadres:

livingorganism@gmail.com

www.kaisukoski.com

Belangenconflict: geen gemeld

Financiële ondersteuning: geen gemeld