Virus eradication from some Pelargonium zonale cultivars by meristem-tip culture

Abstract

On the older leaves ofPelargonium zonale chlorotic rings and flecks are common, especially during spring and fall. From such plants an isometric virus can be isolated that causes local lesions on the leaves ofChenopodium quinoa. An attempt was made to produce symptomless plants, reacting negatively onC. quinoa. Meristem tips on a basal medium supplemented with α-naphthalene acetic acid and coconut milk produced abundant callus, but no plantlets. However, on media containing low concentrations of indole acetic acid and kinetin or benzyl adenine, some plants were produced that fulfilled the above requirements. Those selected on horticultural properties, are considered as valuable mother plants. Of twenty-one cultivars such plants were obtained. They may prove an important contribution to the improvement of theP. zonale industry in the Netherlands.

Samenvatting

InP. zonale komt veelvuldig een ziektebeeld voor, gekenmerkt door chlorotische vlekken en kringen in de oudere bladeren, vooral waarneembaar in het voor-en najaar. Uit dergelijke planten kan een isometrisch virus worden geïsoleerd, dat lokale lesies veroorzaakt opC. quinoa. In dit onderzoek werd getracht door middel van meristeem-cultuur plantmateriaal te produceren, dat zowel symptoomloos is gedurende het gehele jaar, alsook negatief reageert in de toets opC. quinoa. Explantaten op voedingsbodems met NAA en cocosnootmelk produceerden veel callus, maar leverden geen plantjes op. Meer succes werd bereikt met lage concentraties van IAA en kinetine (Tabel 2). Onderzoek over de optimale samenstelling van de voedingsbodem met betrekking tot stikstof, ijzer, calcium, magnesium en fosfaat werd uitgevoerd (Tabel 1). Ook met benzyladenine werden planten verkregen, die symptoomloos bleken en bovendien negatief reageerden opC. quinoa (Tabel 4). Alvorens in aanmerking te komen voor vermeerdering werden de verkregen planten grondig op tuinbouwkundige eigenschappen geselecteerd. Na deze selectie bleek het aan de praktijk beschikbaar gestelde materiaal rijker te bloeien met behoud van een compacte groeiwijze. Er trad minder uitval door wortelrot op bij het stekken in de wintermaanden en ook was de stekproduktie van de moederplanten soms hoger. Ofschoon de vector van het virus nog niet bekend is en bescherming van het gezonde materiaal tegen herinfectie dus niet gericht kan plaatsvinden, bleef de herbesmetting toch aanvaardbaar laag (2,5% in 1978). We concluderen dat algemeen gebruik van het op boven beschreven wijze verkregen plantmateriaal een belangrijke bijdrage kan betekenen tot het verhogen van het kwaliteitsniveau in de NederlandseP. zonale teelt.