Hybrid breeding in early spring cabbage

Abstract

• 1. From 1958 to 1962 research was carried out on the breeding of hybrid varieties of pointed-headed cabbage.

• 2. The F₁ of intervarietal crosses showed heterosis for vigour and earliness. Increased vigour was coupled with increased head weight. Increased earliness resulted from a more rapid head formation.

• 3. Propagation of the F₁ leads to a decrease in productivity and uniformity, both in inter- and intravarietal crosses. By selection in the F₁ the uniformity of the F₂ is increased but vigour decreases further.

• 4. Selfing decreased head weight in 3 generations by about 20%. After crossing the inbred lines vigour was completely restored.

• 5. A new selection method is described which can supply the same information as the method of diallel crosses.

Samenvatting

• 1. Van 1958 tot 1962 is onderzoek uitgevoerd over het kweken van hybriderassen bij spitskool.

• 2. In de F₁'s van kruisingen tussen planten uit verschillende rassen trad heterosis op voor de groeikracht en de vroegheid. De grotere groeikracht ging gepaard met een hoger koolgewicht. De grotere vroegheid was het gevolg van een snellere koolvorming.

• 3. Bij vermeerdering van de F₁'s namen de productiviteit en de uniformiteit af. Door selectie in de F₁ nam de uniformiteit van de F₂ toe, maar de groeikracht nam hierdoor verder af.

• 4. Door zelf bestuiving verminderde het koolgewicht in 3 generaties met ongeveer 20%. Na kruising van de inteeltlijnen trad weer volledig herstel van groeikracht op.

• 5. Een nieuwe selectiemethode wordt beschreven die dezelfde informaties kan opleveren als de methode van de diallele kruisingen.