Inleiding

De afgelopen decennia is het alcoholgebruik onder ouderen toegenomen in verschillende westerse landen, waaronder Nederland [1,2,3,4]. Een van de redenen hiervoor is dat ouderen veel vrije tijd hebben en sociale bijeenkomsten bijwonen, waarbij vaak alcohol wordt gedronken [5, 6]. Een andere reden hiervoor is dat sommige mensen alcohol drinken om te kunnen omgaan met een slechtere gezondheid als gevolg van veroudering [7,8,9], met eenzaamheid en sociale isolatie [10], en met werkloosheid en financiële achteruitgang [11].

Alcoholgebruik kan bij ouderen meer schade aanrichten dan bij jongere volwassenen. Alcohol kan ook het ontstaan van ouderdomsaandoeningen versnellen en verergeren (bijvoorbeeld valincidenten [12], cognitieve stoornissen [13] en slaapstoornissen [14,15,16]), waarvoor ouderen vaak medicatie krijgen. Het gebruik van alcohol naast medicatie, zoals benzodiazepinen voor slapeloosheid [17], leidt tot negatieve gevolgen, vooral omdat ouderen alcohol langzamer afbreken en uitscheiden [18, 19]. De combinatie van alcohol en medicatie kan leiden tot een verhoogd alcoholgehalte in het bloed, waardoor de werkzaamheid van de medicatie afneemt en bijwerkingen verergeren [7, 20].

De ontwikkeling van effectieve interventies om alcoholgebruik bij ouderen te voorkomen of te verminderen is van cruciaal belang. Ten eerste vanwege de problemen die alcoholgebruik voor ouderen veroorzaakt. Ten tweede vanwege de toename van het aantal ouderen. Naar verwachting is in 2050 namelijk wereldwijd een op de zes mensen 65 jaar of ouder [21]. Ten derde vanwege de toename van het aantal ouderen met alcoholproblematiek. In het begin van deze eeuw zagen we in Nederland in de verslavingszorg een forse stijging van het aantal ouderen met alcoholproblematiek [22].

Twee recente reviews over alcoholgebruik bij ouderen toonden aan dat inzichten in interventies om de negatieve effecten van alcoholgebruik bij ouderen te voorkomen of te verminderen beperkt zijn. Armstrong-Moore et al. vonden zeven interventies, waarvan er vijf alcoholgebruik verminderden [23]. Kelly et al. vonden dertien interventies, waarvan er zes alcoholgebruik verminderden [24]. De meeste effectieve interventies bevatten elementen van (korte) motiverende interventies, (korte) adviezen of gepersonaliseerde informatieverstrekking over risico’s en problemen. Bovendien is alleen bekend of de interventies effectief zijn en niet welke elementen van de interventie tot dit resultaat leiden of in welke context en door welke mechanismen dit gebeurt. Met deze informatie zouden meer gerichtere interventies voor alcoholgebruik bij ouderen kunnen worden ontwikkeld.

Doel

Tot op heden is er geen overzicht beschikbaar waaruit blijkt wat de werking is van interventies om alcoholgebruik bij ouderen te voorkomen of te verminderen en welke specifiek voor ouderen succesvol zijn. Het doel van deze review is om te begrijpen hoe (welke elementen van de interventies), in welke context en waarom interventies (via welke mechanismen) succesvol zijn in het voorkomen of verminderen van (problematisch) alcoholgebruik bij ouderen. Deze review is een vertaalde en aangepaste versie van een eerder gepubliceerd artikel [25].

Methode

Realistische evaluatiebenadering

Dit literatuuronderzoek is gebaseerd op de realistische evaluatiebenadering. Bij een dergelijke evaluatie worden niet alleen de interventie en de uitkomst (O) ervan beschreven, maar ook de context (C) en het onderliggende mechanisme (M) [26, 27]. In dit onderzoek zijn de interventies de programma’s die ouderen helpen om (problematisch) alcoholgebruik te voorkomen of verminderen, wordt de context geoperationaliseerd als de manier waarop de interventie wordt aangeboden (bijvoorbeeld digitaal, telefonisch, persoonlijk, individueel of in groepsverband), zijn de mechanismen de redenen waarom elementen van de interventies effect hebben en is de uitkomst het voorkomen of verminderen van (problematisch) alcoholgebruik.

Zoekstrategie

Een literatuuronderzoek van peer-reviewed artikelen, gepubliceerd tussen 2000 en 2022, werd uitgevoerd in april 2020 en bijgewerkt in februari 2022 met behulp van PsycINFO, Web of Science, PubMed en CINAHL (zie tab. 1). Deze periode werd gekozen omdat de aandacht voor ouderen en alcoholproblematiek teruggaat tot het begin van deze eeuw [28]. Een combinatie van vijf groepen trefwoorden werd gebruikt om de databases te doorzoeken. Deze groepen van trefwoorden bestonden uit zoektermen uit alle vier de databases: PsycINFO (thesaurus), Web of Science (geen speciale termen), PubMed (MeSH-termen) en CINAHL (CINAHL Headings). Daarnaast werden synoniemen en vrije tekstwoorden gebruikt. Vier zoekreeksen werden gevormd op basis van de doelstellingen van deze review.

Tabel 1 Databases

Vanwege de schaarste aan onderzoeken specifiek over ouderen zijn er twee leeftijdscategorieën opgenomen in het onderzoek: een brede leeftijdscategorie, die volwassenen (18+) en dus ook ouderen (55+) omvat, en een specifieke leeftijdscategorie, die alleen ouderen (55+) bevat. Tabel 2 geeft een overzicht van de gebruikte groepen en trefwoorden. Tabel 3 geeft een samenvatting van de zoekvragen. De review is gerapporteerd volgens PRISMA [29]. Oorspronkelijk waren de zoektermen Engels, maar deze zijn in de tabellen vertaald naar het Nederlands.

Tabel 2 Groepen van trefwoorden
Tabel 3 Zoekvragen

Inclusiecriteria

De onderzoeken werden geselecteerd aan de hand van de volgende inclusiecriteria: 1) onderzoeken richten zich op interventies voor ambulante patiënten om (problematisch) alcoholgebruik te voorkomen of te verminderen en vermelden werkzame elementen; 2) de doelgroep bestaat uit mensen van 18 jaar of ouder; 3) peer-reviewed, empirische onderzoeken gepubliceerd in het Engels na 2000 en beschikbaar in volledige tekstvorm; en 4) uitgevoerd in westerse hoge-inkomenslanden (bijvoorbeeld Europa, Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland).

Onderzoeken werden geëxcludeerd wanneer ze zich: 1) richten op klinische patiënten; en 2) een specifieke doelgroep (bijvoorbeeld zwangere vrouwen, veteranen, studenten, mensen met een IQ lager dan 85 of de forensische doelgroep).

Selectie van onderzoeken

Op basis van de in- en exclusiecriteria werden titels, samenvattingen en artikelen gecontroleerd door de eerste auteur (JB). De laatste auteur (AR) controleerde 20% van alle artikelen op titels, samenvattingen en artikelen. Verschillen tussen beide auteurs waren minder dan 10%. AR werd geraadpleegd wanneer JB twijfels had over andere artikelen dan deze 20%. Zie figuur 1 voor het selectieproces.

Figuur 1
figure 1

Stroomschema van het selectieproces

Data-extractie en -analyse

Er werd gebruikgemaakt van een data-extractieformulier, waarop de volgende informatie werd vermeld: auteur(s), titel, publicatiejaar, methodologie, setting, deelnemers en onderzoeksdoel (voorkomen of verminderen), werkzame elementen van de interventie, context, mechanismen en uitkomst (CMO). De data werden door JB en AR onafhankelijk van elkaar verzameld en vervolgens besproken totdat consensus was bereikt.

De realistische evaluatiebenadering werd toegepast om CMO-configuraties in onderzoeken te identificeren. Deze beschreven hoe contextuele factoren en mechanismen voor de gewenste uitkomsten zorgen. Voor ieder onderzoek werden een of meer elementen van de interventies en/of een of meer CMO-configuraties opgesteld. De analyses werden uitgevoerd door JB en AR, waarbij de nadruk lag op de patronen tussen de elementen van interventies en de CMO-configuraties.

De kwaliteit van de geselecteerde onderzoeken werd beoordeeld met behulp van de Mixed Methods Appraisal Tool (MMAT Tool) [30]. Deze tool omvat twee controlevragen en negentien items voor het beoordelen van de methodologische kwaliteit van vijf categorieën onderzoeken: kwalitatieve onderzoeken, RCT’s, niet-gerandomiseerde onderzoeken, kwantitatieve beschrijvende onderzoeken en mixed-methods-onderzoeken. Elke onderzoekscategorie bestond uit vijf items. Elk item werd beoordeeld op een categorische schaal (‘ja’, ‘nee’ en ‘kan ik niet zeggen’). Het aantal met ‘ja’ beoordeelde items wordt opgeteld om tot een totaalscore te komen (0 is laag; 5 is hoog).

De beoordeling van alle opgenomen artikelen werd weer onafhankelijk van elkaar uitgevoerd door JB en AR, totdat er consensus was bereikt na het vergelijken van resultaten en bespreken ervan. Onderzoeken met een lage MMAT-score (2 of lager) werden alleen gebruikt ter ondersteuning van de resultaten die werden gevonden in onderzoeken met een MMAT-score van 3 of hoger.

Resultaten

Selectie van onderzoeken en kenmerken

We namen 61 artikelen op in onze review. De kenmerken hiervan zijn weergegeven in tabel S1 (zie de digitaal aanvullende content). Van deze onderzoeken waren er 33 kwantitatief en gerandomiseerd, negentien kwantitatief en niet-gerandomiseerd, waren er vijf kwalitatieve interviewonderzoeken, drie kwantitatief beschrijvende onderzoeken en was er één mixed-methods-onderzoek. Van deze 61 onderzoeken beschreven drie kwantitatief gerandomiseerde onderzoeken, interventies specifiek voor ouderen [31,32,33].

De onderzoeken werden uitgevoerd in de volgende landen: de Verenigde Staten (25), het Verenigd Koninkrijk (7), Duitsland (4), Australië (5), Denemarken (4), Canada (4), Nederland (4), Spanje (2), Frankrijk (2), Ierland (1), Italië (1), Estland (1) en Nieuw-Zeeland (1).

De onderzoeken die zich op ouderen richtten, focusten op interventies met gepersonaliseerde feedback en informatieverstrekking. De onderzoeken die zich op de algemene volwassen populatie richtten, omvatten therapiesessies, vaak met motiverende gespreksvoering/versterking met ander educatief materiaal. Sommige interventies boden een stapsgewijs zorgproces met gepersonaliseerde feedback over alcohol. De interventies varieerden sterk in de manier waarop ze werden aangeboden. Persoonlijke behandeling en het internet waren de meest genoemde manieren.

De resultaten van de kwaliteitsbeoordeling (MMAT-score) zijn weergegeven in tabel S1 (zie de digitaal aanvullende content). De kwaliteit van onderzoeken was over het algemeen hoog (4 of 5) of matig (3). Slechts drie onderzoeken werden beoordeeld als laag (2) [34, 35] of slecht (1) [36].

Thema’s

In dit onderzoek is gekeken naar hoe (welke elementen), in welke context en waarom interventies (welke mechanismen) het (problematisch) alcoholgebruik bij ouderen voorkomen of verminderen. De resultaten zijn eerst gecategoriseerd volgens de context, waarbij zes verschillende categorieën naar voren kwamen: A) behandelaar – in persoon – individueel; B) behandelaar – niet in persoon – individueel; C) behandelaar – in persoon – familieleden; D) behandelaar – in persoon – in een groep; E) geen behandelaar – niet in persoon – individueel; en F) geen behandelaar – niet in persoon – in een groep. Vervolgens worden voor elke context een of meer bevindingen gegeven over hoe (welke elementen van interventies) en, indien gevonden, waarom (via welk mechanisme) deze elementen bijdragen aan het voorkomen en verminderen van (problematisch) alcoholgebruik bij (oudere) volwassenen.

Tabel S1 (zie de digitaal aanvullende content) geeft een overzicht van de kenmerken van de onderzoeken. Tabel 4 geeft een samenvattend overzicht van de resultaten.

Tabel 4 Samenvatting van de resultaten

A. Behandelaar – in persoon – individueel

Aandacht voor drinkgedrag

De volgende werkzame elementen werden gevonden: 1) motiverende oefeningen [37,38,39], 2) wijzen op de nadelen van drinkgedrag voor de gezondheid [40,41,42], 3) helpen bij het ontwikkelen van netwerken [39, 43,44,45], of een combinatie van deze benaderingen [46]. Interventies zorgen ervoor dat mensen anders gaan nadenken en handelen wat betreft alcoholgebruik [44] en hulp zoeken bij familie en vrienden [44, 45]. In meerdere onderzoeken verandert ook het drinkgedrag van de controlegroep, hoewel ze een veel kleinere of geen interventie ontvangen [37, 47,48,49,50].

Relatie tussen de patiënt en de behandelaar

De relatie tussen de patiënt en de behandelaar is van groot belang voor een succesvolle uitkomst bij de behandeling [34, 51,52,53,54]. Meer behandelingen kunnen de relatie tussen de patiënt en de behandelaar verbeteren [54]. Deze relatie verbetert ook als de behandelaar bepaald gedrag laat zien [34, 51, 53], zoals reflectief luisteren. Er zijn ook aanwijzingen [51, 53] dat de relatie verbetert en het alcoholgebruik vermindert als de patiënt en de behandelaar samenwerken bij het vaststellen van extra sessies die het best worden geacht om aan de klinische behoeften van de patiënt te voldoen.

B. Behandelaar – niet in persoon – individueel

Persoonlijk contact en feedback

Het alcoholgebruik bij ouderen mindert wanneer een begeleidingssessie telefonisch door een behandelaar wordt uitgevoerd en 1) naderhand een werkboek over vermindering van alcoholgebruik wordt meegegeven [31, 55], of wanneer 2) gepersonaliseerde feedback voor en na iedere sessie wordt gegeven [31, 56, 57], of 3) wanneer een sessie in persoon wordt vervolgd met een telefonisch gesprek [48].

Online communicatie en feedback

Voor online behandelingen zijn 1) opdrachten of modules over het drinkgedrag uitgevoerd door de patiënt, gevolgd door een chatsessie met de behandelaar over de opdrachten [58] of 2) een vervolg met feedback van de behandelaar om alcoholgebruik te verminderen [59]. Hierbij werden geen mechanismen gevonden.

C. Behandelaar – in persoon – familieleden

Status van de relatie

De status van de relatie met de partner of familieleden beïnvloedt de uitkomst van de interventie [55, 60,61,62, 64, 65]. Wanneer deze status wordt beïnvloed, kan de behandeling voor een succesvolle uitkomst zorgen [63, 64].

Partner leren omgaan met het alcoholgebruik

De partner kan geleerd worden om te gaan met het alcoholgebruik van de partner via therapie [55, 61, 63, 65] of (video)informatie [60]. Dat kan zorgen voor vermindering van alcoholgebruik van de partner. Als de niet-drinkende partner wordt geleerd om te gaan met het gedrag van de drinkende partner, kan er meer begrip en support ontstaan van de niet-drinkende partner voor de drinkende partner [63]. De drinkende partner wordt dan geadviseerd om niet of minder alcohol te drinken.

D. Behandelaar – in persoon – in een groep

Motiveren van de leefstijlverandering

Het alcoholgebruik nam af na korte groepsinterventies die focusten op 1) het motiveren van deelnemers om hun leefstijl te veranderen rond persoonlijke relaties, voeding en lichaamsbeweging [42] en 2) omgaan met het verlangen naar alcohol [48, 66].

Motiveren van leefstijlverandering in een werksetting

Het alcoholgebruik vermindert wanneer een interventie uitgevoerd werd in een werksetting, waarbij 1) alcoholgebruik en de gevolgen hiervan worden besproken [67,68,69] en/of 2) een trainingselement wordt aangeboden gericht op gedragsverandering [67,68,69] en/of 3) persoonlijk advies wordt gegeven over alcoholgebruik [67]. Voor geen van deze elementen werden mechanismen genoemd.

E. Geen behandelaar – niet in persoon – individueel

Online interventies

Bij online interventies zorgde 1) persoonlijke feedback [35, 57, 70,71,72,73,74,75,76] voor vermindering van alcoholgebruik. Ook zorgde 2) het vergelijken van uitkomsten van mensen in dezelfde fase [35, 70] of met dezelfde leeftijd, hetzelfde gender of land van herkomst [71, 73, 75] of met eerdere gegevens van de deelnemer [70] voor vermindering van alcoholgebruik. Online interventies gebaseerd op cognitieve gedragstherapie die 3) vaardigheden aanleren gericht op het weigeren van alcohol en omgaan met trek naar alcohol, zorgden voor minder alcoholgebruik [37]. Online interventies voor ouderen zorgen ook voor minder alcoholgebruik wanneer ze de volgende elementen betroffen: 4) gepersonaliseerde feedback met aanvullende informatie over persoonsgebonden risico’s van alcoholgebruik en informatie over de effecten van alcohol op de gezondheid, het medicijngebruik en de functionele status [32, 33].

Telefonische interventies

Een interventie via (mobiele) telefoon bestaande uit 1) een zelfgestuurd programma, modules of stappen waarin copingstrategieën en controlefuncties worden aangeleerd voor alcoholgerelateerde problemen [73, 77,78,79,80] kan zorgen voor minder alcoholgebruik en minder bingedrinken. Telefonische interventies geven inzicht in hoeveel iemand drinkt, wat tot bewustwording van het eigen drinkgedrag leidt [79, 80]. Het aanbieden van 2) zelfhulpmateriaal over de gevolgen van alcoholgebruik en motiverende gedragsverandering [81] zorgt voor minder alcoholgebruik.

F. Geen behandelaar – niet in persoon – in een groep

Het alcoholgebruik nam af bij deze behandelingen: 1) abstinentie, dus gedurende een bepaalde periode niet of minder drinken [36, 82, 83]; en 2) het delen van de ervaring met gelijken [36, 82], waardoor mensen zich bewust worden van hun alcoholgebruik.

Beschouwing

In deze review werd informatie gevonden over de werkzaamheid van alcoholinterventies bij de algemene volwassen populatie, waar ouderen ook onder vallen. Drie werkzame elementen van alcoholinterventies werden geïdentificeerd in verschillende soorten contexten.

Het eerste element dat in bijna alle contexten werd genoemd, was het verstrekken van informatie over verschillende alcoholgerelateerde problemen. Dit betreft informatie over de nadelige gevolgen van drinkgedrag voor de gezondheid [32, 33, 40,41,42], copingstrategieën en controlemaatregelen voor vele alcoholgerelateerde problemen [31, 58, 67,68,69, 73, 77,78,79,80,81] en het veranderen van de leefstijl van patiënten wat betreft persoonlijke relaties, voeding en lichaamsbeweging [84].

Patiënten gepersonaliseerde feedback geven over hun drinkgedrag is het tweede veel gevonden werkzame element in alle contexten. Dit element leidt tot resultaten bij interventies die aangeboden worden door een behandelaar in persoon [67, 85] of door een behandelaar via de telefoon [31, 48, 58], en ook wanneer de feedback gegeven wordt via computergegenereerde communicatie [32, 33, 35, 57, 70,71,72,73, 75, 76]. Het effect van gepersonaliseerde feedback op alcoholgebruik werd als belangrijk omschreven in een eerdere review van online alcoholinterventies [86]. Het onderzoek van Riper et al. toonde aan dat eenmalige, individueel gepersonaliseerde feedback zonder begeleiding van een professional effectief kan zijn in het verminderen van risicovol alcoholgebruik bij jonge en volwassen problematische drinkers [87].

Het derde werkzame element was het in contact komen met anderen en met hen communiceren over (alcohol)problemen. Soms helpen behandelaars patiënten om (nieuwe) sociale netwerken te ontwikkelen [39, 44,45,46]. Ook worden de familieleden of partners aangeleerd om inzicht te krijgen in de drinkgewoonten van hun naasten en op welke manier ze hen kunnen steunen om te minderen of te stoppen met drinken [61, 65]. Patiënten moeten hun ervaring met abstinentie gedurende een bepaalde periode delen met lotgenoten [36, 88] of met collega’s in een werksetting discussiëren over het gebruik van alcohol en de gevolgen hiervan [67,68,69]. Het belang van de rol van het contact met anderen of van sociale netwerken op het alcoholgebruik werd al eerder erkend [89, 90]. Het onderzoek van Robinson et al. liet sterke negatieve verbanden zien tussen empathische verwerking (de gedachten of gevoelens van anderen begrijpen en daarop reageren), sociale steun en zowel de gevolgen van het drinken als het percentage van dagen waarop wordt gedronken [91].

Het element van het verstrekken van informatie over verschillende alcoholgerelateerde problemen werd ook gevonden bij een van de drie interventies die speciaal voor ouderen waren ontwikkeld [31]. Daarnaast werd het element van het geven van gepersonaliseerde feedback gevonden in twee van de drie interventies voor ouderen [32, 33]. Het element van contact met anderen werd niet toegepast in de drie interventies die speciaal voor ouderen zijn ontwikkeld. Dit is opmerkelijk, omdat contact met anderen juist voor ouderen van groot belang is en eenzaamheid voor die leeftijdsgroep een probleem is [92], en er een relatie is tussen het gebruik van alcohol en eenzaamheid [10, 93, 94].

Er werden slechts drie onderzoeken gevonden over het voorkomen of verminderen van alcoholgebruik die specifiek gericht waren op ouderen. Het feit dat de veroudering van de bevolking pas de laatste jaren aan het licht is gekomen in combinatie met toenemend problematisch alcoholgebruik bij deze doelgroep, zou dit geringe aantal onderzoeken kunnen verklaren.

In totaal vonden we vier Nederlandse onderzoeken bij volwassenen tot de leeftijd van 65 jaar. Het element gepersonaliseerde feedback werd gevonden in twee Nederlandse onderzoeken en het element in contact komen met anderen en met hen communiceren over (alcohol)problemen werd gevonden in een Nederlands onderzoek. Op basis van deze vier artikelen lijkt het erop dat de elementen in Nederlandse onderzoeken niet afwijken van die in onderzoeken uit andere landen.

Beperkingen

We hebben geen grijze literatuur opgenomen in onze review, omdat ons doel was om een overzicht te geven van literatuur over interventies voor ouderen om (problematisch) alcoholgebruik te verminderen of te voorkomen. Als er wel grijze literatuur was opgenomen, hadden we misschien meer interventies gevonden die specifiek voor ouderen ontworpen waren. Hoewel we veel RCT’s includeerden, konden we geen meta-analyse uitvoeren vanwege de heterogeniteit van de interventies, de onderzoekspopulaties en de resultaten. Bij zes RCT’s veranderde het alcoholgebruik ook in de controlegroep [37, 47,48,49,50, 75]. We vermoeden dat een mildere mate van aandacht voor alcoholthematiek ook voor verandering zou kunnen zorgen doordat bewustwording optreedt wanneer mensen aandacht voor hun eigen gebruik hebben.

We kozen ervoor om de operationalisering van de context te beperken tot de wijze waarop interventies worden aangeboden om de contexten van de verschillende onderzoeken gemakkelijker te kunnen vergelijken. Voor vele onderzoeken was andere informatie over de context schaars of onvolledig.

We includeerden alleen westerse hoge-inkomenslanden, omdat problematisch alcoholgebruik het hoogst is in deze landen. Niet-westerse landen werden uitgesloten omdat de drinkcultuur daar en daarmee ook de interventies voor ouderen verschillen van die in westerse landen. Dit beperkt de generaliseerbaarheid van dit onderzoek naar andere landen. Uitkomsten zijn generaliseerbaar voor de (oudere) volwassenen, maar niet voor specifieke doelgroepen. Toekomstig onderzoek kan andere kwetsbare doelgroepen onderzoeken. Een andere beperking is dat niet bij alle artikelen het ‘waarommechanisme’ aan de orde kwam. Er is onderzoek nodig naar wat interventies effectief maakt, en specifiek waardoor deze effectief zijn voor ouderen.

Implicaties voor de praktijk

Aanbeveling voor de praktijk is om bij het ontwikkelen van nieuwe interventies of bij het uitvoeren van bestaande interventies aandacht te besteden aan de drie geïdentificeerde elementen. Twee van drie geïdentificeerde elementen, informatie verstrekken en gepersonaliseerde feedback, hebben te maken met het creëren van bewustwording. Dit is ook een mogelijke verklaring voor de werkzaamheid van een interventie. Mensen werden zich bewust van hun alcoholgebruik en wat dat met hun lichaam doet. Voor ontwikkelaars van nieuwe interventies en beleidsmakers die alcoholgebruik van (oudere) volwassenen willen voorkomen, kan dit een begin zijn om te kijken naar wat bewustwording van alcoholgebruik bij die specifieke doelgroep creëert.

Contact met anderen en communiceren over (alcohol)problematiek vormen ook een belangrijk element voor ontwikkelaars van interventies en beleidsmakers. Mensen geven aan dat het hen helpt om hun ervaringen met (minderen van) alcoholgebruik te delen. Daarbij is het belangrijk dat vrienden en familie de keuze van de persoon om te minderen of te stoppen met alcoholgebruik steunen en empathisch op deze keuze reageren. Dit kan moeilijk zijn voor sommige vrienden of familieleden, omdat drinkers de neiging hebben om andere drinkers op te zoeken en vervolgens elkaars gebruik te beïnvloeden, in plaats van vrienden en familie op te zoeken [89]. Ontwikkelaars van interventies en beleidsmakers kunnen daarom het proces faciliteren om (oudere) volwassenen te helpen met het leggen van contacten met mensen die hun keuze steunen om hun alcoholgebruik te verminderen of te voorkomen.

Wetenschappelijke aanbevelingen

Om adequate interventies aan te kunnen bieden die het alcoholgebruik bij ouderen kunnen verminderen of voorkomen, is meer onderzoek nodig naar de bewustwording rond alcoholgebruik voor deze doelgroep. Bovendien dient er onderzoek gedaan te worden naar de manier waarop ouderen geholpen worden om contact te maken met mensen die hun keuze om alcoholgebruik te verminderen kunnen ondersteunen.

Conclusie

De bevindingen van het huidige onderzoek belichten drie belangrijke werkzame elementen van interventies: 1) het geven van informatie over de gevolgen van alcoholgebruik, 2) het geven van persoonlijke feedback over drinkgedrag, en 3) het in contact staan met anderen en met hen communiceren over de (alcohol)problematiek. Twee van deze elementen waren ook gebruikt bij interventies die speciaal voor ouderen waren ontwikkeld. Deze kennis zou gebruikt kunnen worden voor het ontwikkelen van nieuwe interventies voor ouderen om hun alcoholgebruik te stoppen of te verminderen. Om adequate interventies te bieden om alcoholgebruik bij ouderen te verminderen of te voorkomen is er meer onderzoek nodig naar wat bewustwording rond alcoholgebruik bij deze doelgroep creëert. Daarnaast dient er meer onderzoek te worden gedaan naar de manier waarop ouderen geholpen worden om contact te maken met mensen die hun keuze om alcoholgebruik te verminderen kunnen ondersteunen. Bij de doelgroep is hier namelijk nog geen onderzoek naar gedaan, maar we verwachten dat ouderen hier behoefte aan hebben en dat het werkzaam zal zijn, omdat eenzaamheid een probleem is voor de doelgroep [92] en er een relatie bestaat tussen alcoholgebruik en eenzaamheid [10, 93, 94].