Inleiding

In het nationale preventieakkoord is financiële armslag gegeven om geconstateerde hiaten in het alcoholpreventieaanbod van Verslavingskunde Nederland (VKN) te vullen. Een van die hiaten is de bredere implementatie van alcoholpreventie bij 55-plussers, waarvoor de interventie Moti-55 wordt ingezet. Dat is een preventieve interventie voor 55-plussers met beginnende alcoholproblematiek die in maximaal vier geprotocolleerde sessies wordt uitgevoerd. Moti-55 maakt deel uit van een samenhangend landelijk aanbod, dat gevormd is vanaf 2014 [1], waarvan een aantal onderdelen in deze bijdrage besproken worden. We werken als preventieafdelingen van alle verslavingszorginstellingen samen binnen het verband van VKN. We streven naar de grootst mogelijke integraliteit qua intensiteit van het aanbod en spreiding over verschillende leefgebieden. We willen evidence-based werken. Moti-55 past naadloos in dit landelijke aanbod, omdat binnen Moti-55 onder andere aandacht is voor naasten, en naar Moti-55 wordt verwezen vanuit de consultatie- en adviesfunctie en de e‑healthketen, die ook in het kader van het preventieakkoord ontwikkeld zijn. Ook kan de interventie dienen als logisch vervolg op Ik Pas (zie elders in dit nummer). Moti-55 staat als goed onderbouwd op Loketgezondleven.nl. Om de effectiviteit verder aan te tonen is een gecontroleerd landelijk onderzoek wenselijk.

Alcohol is wereldwijd al heel lang het populairste genotmiddel. Meer dan 75 procent van de Nederlanders ouder dan 65 drinkt regelmatig alcohol. Bovendien hebben mensen ouder dan 55 jaar een hoog risico om problemen te ondervinden bij het drinken van alcohol. Bij het drinken van alcohol kunnen verouderingsverschijnselen leiden tot meer gezondheidsgerelateerde problemen. Alcoholgebruik kan psychische problemen uitlokken en een interactie van alcohol en medicatie kan comorbide klachten veroorzaken. Alcoholconsumptie heeft enkele positieve sociale en maatschappelijke effecten, maar veroorzaakt dus ook veel gezondheidsproblemen.

Op wereldschaal heeft het gebruik van alcohol een grote impact op ziekte en gezondheid. Bij meer dan 200 ziekten is er een verband met alcoholconsumptie. Het gebruik van alcohol is vooral in onze westerse wereld ‘normaal’. Door de relatief hoge consumptie is in de Europese unie zo’n 7 (schatting EU) tot 10% (schatting WHO) van alle sterfgevallen toe te schrijven aan het gebruik van alcohol. Vooral ouderen zitten in de gevarenzone.

In Nederland is sprake van een dubbele vergrijzing: het aandeel ouderen stijgt gestaag én wij worden steeds ouder. Er is sprake van een fikse stijging van alcoholproblematiek onder ouderen. In de eerste tien jaar van deze eeuw steeg het aantal alcoholpatiënten boven de 55 dat bij een instelling voor verslavingszorg stond ingeschreven met 94%. De frequentie van alcoholgebruik is onder ouderen gemiddeld ook hoger dan onder jongeren: ouderen drinken vaker dagelijks (https://ikpas.nl/onderzoek/).

Alcoholproblemen beginnen meestal tijdens de adolescentie en breken door tijdens de volwassenheid. Ouderen zijn kwetsbaar door hun veranderde levermetabolisme, door het gelijktijdig gebruik van medicatie en door de afname van lichaamsvocht, waardoor een geringe hoeveelheid alcohol eerder effect heeft en tot orgaanschade leidt. We doen in VKN-verband aan verslavingspreventie. Maar er is natuurlijk meer te voorkomen dan alleen afhankelijkheid. Voorbeelden van lichamelijke en psychische klachten die door overmatig alcoholgebruik bij ouderen kunnen optreden zijn: hoge bloeddruk, maag- en darmproblemen, incontinentie, vermoeidheid, seksuele problemen bij man en vrouw, angsten, lichtgeraaktheid, somberheid/depressie, slapeloosheid, desoriëntatie en geheugenverlies. Ouderen lopen daarnaast een hoog risico op valincidenten.

Er is dus een groeiende groep ouderen met risicovol alcoholgebruik en het is vanuit preventief oogpunt cruciaal om met hen in contact te komen. Helaas is een groot deel van de 55-plussers zich niet bewust van de nadelige gevolgen die alcoholgebruik voor hun gezondheid heeft en ze zoeken in beperkte mate hulp bij problematisch alcoholgebruik. Om deze groep toch te bereiken is de laagdrempelige preventieve interventie Moti-55 ontwikkeld.

Moti-55

Het doel van Moti-55 is het verminderen en/of hanteerbaar maken van het alcoholgebruik.

De deelnemer kan zich zelf of via een intermediair aanmelden. Daarna volgt een kennismakingsgesprek met de deelnemer (al dan niet met diens naaste of intermediair) en wordt het eerste gesprek gepland. In twee tot vier gesprekken wordt Moti-55 aan de hand van 14 vaste onderdelen uitgevoerd [5]. Daarbij brengt de preventiewerker niet alleen het gebruik in kaart, maar ook de redenen voor het gebruik, de alternatieven, het sociale netwerk en het omgaan met groepsdruk (sociale norm). Hij kijkt bovendien naar de valkuilen en zwakke momenten en stelt een persoonlijk veranderplan op. De preventiewerker gaat met de cliënt na welke beschermende factoren kunnen worden versterkt.

Intervention Mapping (IM), de bekende systematische aanpak voor het ontwikkelen van op theorie en bewijs gebaseerde interventies, werd gebruikt om een protocol voor de interventie te ontwikkelen [2]. Tijdens het ontwikkelingsproces van de interventie werd de methode van responsieve evaluatie gebruikt om de meningen van de directe doelgroep en intermediairs te polsen, en om ervoor te zorgen dat de interventie beter aansluit op de behoeften van de doelgroep en de uitvoerders.

Uit internationaal onderzoek is bekend dat motiverende gesprekstechnieken, zelfbeschikking, zelfmonitoring en een aanpak gericht op de sociale norm effectief zijn in het bewerkstelligen van gedragsverandering. Dat gegeven is onder andere toegepast in de interventie Moti‑4, die de basis vormde voor deze interventie [3]. In het kader van VKN heeft de afdeling Preventie van Mondriaan in Limburg, samen met collega’s van Tactus in Overijssel, een passende interventie ontwikkeld voor alcoholgebruik van 55-plussers (Moti-55). Daarnaast deed de afdeling een pilotonderzoek naar de effectiviteit van de interventie. Het RIVM heeft deze interventie inmiddels goedgekeurd en als theoretisch goed onderbouwd bestempeld.

Moti-55 is opgenomen in de database van CGL/RIVM (www.loketgezondleven.nl).

De beoogde deelnemers aan de preventieve interventie Moti-55 zijn 55-plussers die op een (beginnend) problematische manier alcohol gebruiken en/of een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van alcoholmisbruik. Om snel te kunnen beoordelen of iemand geschikt is, kan een Audit-C-vragenlijst worden afgenomen (waarbij een score tussen 4 en 8 als criterium kan worden gehanteerd) [4].

De basis van deze interventie is het motiveren tot gedragsverandering. Hiervoor worden passende motiverende gesprekstechnieken gebruikt [6] en ook elementen uit de Social Norm Theory [7], Self-Determination Theory [8] en Self-Monitoring. Eigen onderzoeksbevindingen in het kader van de Social Norm Theory [7] zijn recentelijk aan het repertoire van Moti-55 toegevoegd (zie hieronder).

Scholing, website e-learning

Moti-55 is dus een individuele, theoretisch onderbouwde interventie voor 55-plussers met alcoholproblematiek. De inhoud van deze interventie sluit volledig aan bij de NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik, waarin onder andere een lans wordt gebroken voor vroegtijdige erkenning en korte interventies. Deze interventies kunnen – ook in de eerste lijn – worden uitgevoerd door preventiewerkers van instellingen voor verslavingszorg (aangesloten bij VKN). Op dit moment zijn er ongeveer 50 preventiewerkers uit heel Nederland getraind in het uitvoeren van Moti-55.

Daarnaast is het afgelopen jaar geïnvesteerd in de ontwikkeling van een e‑learning die onderdeel uitmaakt van een blended scholingstraject aan praktijkondersteuners van huisartsen (POH’s). Een eerste groep POH’s heeft de e‑learning in combinatie met een praktijkles gevolgd. De bedoeling is de komende maanden meer POH’s te gaan trainen.

Het Moti-55-traject is een preventieve interventie en geen hulpverlening, maar kan in voorkomende gevallen wel dienen als ‘voorportaal’ voor de hulpverlening.

Casus

Meneer Boskamp dronk dagelijks vier halve liters pils. Op biljartavonden dronk hij meer. Hij deed dit uit gewoonte. Na een avondje in zijn stamkroeg kreeg hij bij thuiskomst ruzie met zijn vrouw. Hij schreeuwde, werd erg boos en verloor zijn zelfbeheersing. Hij heeft zijn vrouw geslagen en is hier erg van geschrokken.

In de Moti-55 kreeg hij uitleg over de werking van alcohol en is hij zijn gebruik gaan registreren. Meneer Boskamp werd zich er hierdoor van bewust dat hij toch meer dronk dan hij zich realiseerde. Samen met de preventiewerkster heeft hij een plan gemaakt om zijn gebruik te gaan minderen.

Momenteel beperkt hij het drinken tot het weekend. Hij drinkt dan maximaal vijf standaard glazen per dag en wisselt deze af met frisdrank.

Bij dit gesprekkentraject was zijn vrouw betrokken en zij is erg blij dat meneer Boskamp zijn alcoholgebruik heeft veranderd.

De extra steun uit het nationale preventieakkoord is in dit project bovendien aangewend om een interactieve website voor de directe doelgroep (www.moti55.nl), de verwijzers en aanmelders (www.moti-aanmelders.nl) en de professionele gebruikers (www.moti-preventie.nl) te ontwikkelen. Op de website is ook al het herziene materiaal te downloaden en wordt er per regio doorverwezen naar de uitvoerende organisatie. Bovendien kan de deelnemer interactief aan de slag en desgewenst in contact komen met zijn begeleidende professional (www.moti-preventie.nl).

Pilotonderzoek

In 2019 is een pilotonderzoek uitgevoerd om de effectiviteit van Moti-55 te onderzoeken. In totaal hebben 19 mensen, met een leeftijd variërend tussen 55 en 72 jaar, deelgenomen aan het onderzoek, met een voor- en nameting. Het bleek dat deelnemers na deelname aan Moti-55 significant minder alcohol dronken. Na deelname aan Moti-55 halveerde de gemiddelde consumptie (van acht naar minder dan vier glazen per dag).

Het onderzoek had echter verschillende beperkingen. Ten eerste telde het slechts 19 deelnemers. Ten tweede bevatte het geen controlegroep om de resultaten te vergelijken met niet-interventie en was er geen nameting na langere tijd. Ten derde berustte het onderzoek op zelfrapportage van alcoholgebruik, wat sociale wenselijkheid kan hebben uitgelokt. Om de doeltreffendheid van Moti-55 te kunnen beoordelen is daarom een gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT) nodig.

Social Norms Approach

Een veelvoorkomende aanpak onder volksgezondheidsprofessionals is de Social Norms Approach (SNA). Ook bij Moti-55 wordt hiervan, naast andere theorieën, veel gebruik van gemaakt. Uitgangspunt is dat gezondheidsgedrag onder andere door sociale normen wordt bepaald. SNA is een methode die goed gebruikt kan worden in de context van verslavingspreventie (alcoholpreventie). SNA is gebaseerd op het idee dat de sociale norm van invloed is op het vormen van sociaal gedrag. Mensen schatten de sociale norm vaak verkeerd in, door ze te overschatten of te onderschatten, wat kan leiden tot ongezondere keuzen. Mensen zijn sociale wezens – we kijken naar anderen om voor onszelf te bepalen wat normaal is. Maar het beeld dat we van anderen hebben klopt vaak niet, zeker bij alcoholgebruik. We overschatten vaak het ongezonde gedrag en onderschatten gezond gedrag van peers (vergeleken met onszelf). Van dit gegeven wordt gebruikt gemaakt in een SNA-project in de Euregio Maas-Rijn (EMR: Belgisch Limburg, Nederlands Zuid-Limburg, de provincie Luik en het westelijke deel van Nord-Rhein-Westfalen; zie www.euprevent.eu/sna) [7].

De demografische ontwikkelingen leiden in de EMR tot een groeiend aantal ouderen met aan alcohol gerelateerde gezondheidsproblemen. Door middel van SNA wil men mensen informeren over het werkelijke gedrag binnen een sociale groep en daarmee de sociale norm van mensen beïnvloeden. Om effectief te zijn, moet de boodschap met behulp van SNA door de doelgroep als relevant en gerelateerd aan de normen van de eigen groep worden ervaren. Om dit te bereiken moeten deze gegevens afkomstig zijn van de doelgroep zelf. Vandaar dat er in onze regio bij een groot aantal 55-plussers (n = 3.122) een online enquête is afgenomen om het daadwerkelijke gebruik en het verwachte gebruik van peers in kaart te brengen [7].

Vijfenvijftigplussers in de EMR overschatten het verwachte alcoholgebruik van anderen in vergelijking met het werkelijke gebruik. De Duitse regio’s overschatten gemiddeld het alcoholgebruik van anderen (in vergelijking met het eigenlijke gebruik) in grotere mate dan de Nederlandse en Belgische regio’s. Oudere senioren (75+) overschatten minder dan jongere senioren (55–74). Vrouwen overschatten meer dan mannen. Maar de grootste overschatting vonden we in dit project bij het percentage mensen dat vaker dan één dag in de week zou drinken (46,1%). Terwijl in realiteit 65% van de ondervraagden aangaf niet vaker dan één keer per week alcohol te drinken.

Deze resultaten zijn gebruikt om de belangrijkste social-norm-boodschap voor onze regio te creëren: ‘Wist u dat de meeste mensen van uw leeftijd maar één keer per week alcohol drinken?’

Hoewel dit onderzoek en de resultaten dus op de specifieke onderzoeksregio van toepassing zijn, geeft het goede aangrijpingspunten voor gebruik op nationaal niveau. In Moti-55 wordt al gebruikgemaakt van bovenstaande boodschap.

Tot slot

Een eerste pilotonderzoek in Limburg naar de effectiviteit van Moti-55 laat gunstige effecten zien: de gemiddelde deelnemer halveert na de interventie zijn gebruik. Inmiddels zijn er ongeveer 50 preventiewerkers uit heel Nederland getraind en is het materiaal in een nieuw jasje gestoken. Het is de bedoeling om deze interventie ook breed bij POH’s in huisartsenposten uit te zetten. Het streven is om in de nabije toekomst een gecontroleerd landelijk effectiviteitsonderzoek uit te voeren, zodat we de goede eerste effecten uit het pilotonderzoek kunnen bevestigen.