Coppoolse R & Vroegindeweij D. 75 modellen van het onderwijs. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers; 2010. 250 pagina’s. Prijs € 30,95. ISBN: 978-90-01-78320-4.

We kennen het waarschijnlijk allemaal: je bent bezig een presentatie te maken; je herinnert je de leuke voordracht van De Caluwé tijdens één van de NVMO-congressen (welk jaar was dat ook alweer?) en je wilt naar zijn schema verwijzen. Het had met verschillende kleuren te maken, die verschillende vormen van denken in veranderprocessen weergaven. Maar hoe zag het er ook alweer precies uit? Wat is de juiste verwijzing naar het oorspronkelijke werk?

Voor mensen met deze vragen is er een handig boekje verschenen. Het geeft een overzicht van 75 modellen en instrumenten die relevant zijn en vaak gebruikt worden in het onderwijs.

Indeling

De 75 modellen zijn alfabetisch geordend en worden achtereenvolgens in drie à vier bladzijden gepresenteerd. De presentatie is heel overzichtelijk en aantrekkelijk. Van elk model wordt de titel en de auteur(s) gegeven en is voorzien van een duidelijk plaatje. Dan wordt toegelicht wat we met het model kunnen illustreren of verklaren, op welke gebieden het model van toepassing is en wat het resultaat is, en wat je eraan hebt.

Dan volgt een uitermate belangrijke paragraaf: Aandachtgebieden. Hierin vindt de lezer de beperkingen en risico’s van het model. Bijvoorbeeld model 54: “Een groot misverstand met betrekking tot de Roos van Leary is dat sommigen stellen dat Leary mensen wil typeren of karakteriseren. De Roos van Leary wil gedrag typeren en het effect van dat gedrag op anderen verduidelijken.”

In deze paragraaf staat ook vaak (maar niet altijd) in hoeverre het model gebaseerd is op onderzoek. Zo wordt de Leerpiramide van Bales(waarom wordt een driehoek in een model toch steeds een piramide genoemd?) behandeld [model 33]. De inhoud geeft aan dat je van Horen 5% onthoudt, van Lezen 10% etc., tot: van Uitleggen/ toepassen onthoud je 90%. In de paragraaf Aandachtsgebieden van dit model lezen we dat dit model niet op enig wetenschappelijk onderzoek berust. Onderzoek door studenten Natuurkunde van de Fontys Hogeschool gaf aan dat ongeveer 30% van gelezen stof werd onthouden, en dat de effectiviteit van de overige aanbiedingsvormen heel weinig verschil bood. Grofweg werd tussen de 45 en 55% onthouden door de lerenden, waarbij er nauwelijks verschillen waren te ontdekken tussen de verschillende onderwijsvormen. Helaas wordt er geen referentie naar dit onderzoek gegeven. Deze relativering ontbreekt overigens weer in het ‘Online Learing Continuum’ [model 46] waarin het model van Bales wordt toegepast in een e-learning omgeving. De laatste paragraaf per model beschrijft de oorspronkelijke literatuur waarop het model gebaseerd is.

In de kantlijn van elke bladzijde staat verduidelijkt waarop het model van toepassing is: wordt het model gebruikt ten behoeve van: ontwerpen, organisatie, innovatie, didactiek/onderwijsuitvoering, motivatie, coaching, beoordeling of kwaliteit. Achterin het boek staan de modellen in twee tabellen geordend: naar de genoemde toepassingsgebieden en naar doel van het model (vormgeven van onderwijsprogramma’s, analyseren/inrichten van de onderwijsorganisatie, procesmatig veranderen van onderwijs, opbouwen en uitvoeren van lesprogramma’s, stimuleren van leren, individueel begeleiden van de lerende, meten van leerresultaten/competentieontwikkeling of ten behoeve van het systematisch evalueren en verbeteren van onderwijs).

Als service wordt kopers van het boek bovendien een website geboden met sjablonen om het model gemakkelijk in te vullen en met illustraties van de bewuste modellen die in Powerpoint presentaties te gebruiken zijn.

Over de samenstellers van het boek wordt gemeld dat zij ‘samen meer dan vijftig jaar onderwijservaring hebben, als docent en onderwijskundige’, en inderdaad, hun namen zijn bekend. Deze ervaring is in de kwaliteit van het boek herkenbaar, en het moet een monnikenwerk geweest zijn om het samen te stellen. De oorspronkelijke bronnen van de modellen en instrumenten worden genoemd en de praktische bruikbaarheid van de modellen wordt goed toegelicht.

Dit boek is dan ook een handzaam naslagwerk voor degenen die zich met onderwijsontwerp en -innovatie bezighouden en daarover met anderen moeten communiceren. Ik kan het aanbevelen.