Van het bestuur

Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVMO, november 2009, is besloten om een tweetal nieuwe prijzen in het leven te roepen. De prijs voor het beste Proefschrift is tijdens het NVMO Congres 2010 voor de eerste keer uitgereikt. Tijdens het Congres 2011 zal de prijs voor de beste Onderwijsinnovatie voor de eerste keer worden uitgereikt.

Hierbij treft u de informatie aan over deze nieuwe prijs.

Het NVMO bestuur heeft begin van dit jaar een oproep aan alle onderwijs-en opleidingsdirecteuren uitgezonden om succesvolle Onderwijsinnovatieprojecten voor deze prijs voor te dragen, met als uiterste inleverdatum is 1 april 2011.

Tweejaarlijkse NVMO-prijs Beste Onderwijsinnovatie

Inleiding en achtergrond

De NVMO heeft als hoofdmissie: bevorderen van ontwikkeling en onderzoek van onderwijs.

Het in november 2006 vastgestelde NVMO-beleidsplan 2007-2012 maakt melding van het streven om binnen de NVMO meer aandacht te besteden aan prijzen: “Het bestuur is voornemens in de komende jaren haar waardering voor bijzondere activiteiten van leden op het gebied van onderwijs in de gezondheidszorg sterker tot uitdrukking te brengen in de vorm van prijzen en erkenningen voor gerichte activiteiten. Dit beleid zal in de 2007 gestalte krijgen.” Dat is (nog) niet geschied, maar gaat nu gestalte krijgen.

Op het laatste congres, november 2010, is de tweejaarlijkse NVMO-prijs voor beste proefschrift medisch onderwijs voor de eerste keer uitgereikt.

Op het terrein van onderwijsontwikkeling zal vanaf 2011 de twee jaarlijkse NVMO-prijs voor de beste Onderwijsinnovatie uitgereikt worden.

De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van €1.500,-, naar eigen goeddunken te besteden.

Uitreiking van de prijs voor de beste Onderwijsinnovatie geschiedt tijdens de eerste dag van het NVMO congres.

Jury

De jury voor de selectie van de Beste Onderwijsinnovatie bestaat uit deskundigen (leden van de NVMO) met ruime ervaring met onderwijsvernieuwing en actief als docent in Nederland of Vlaanderen. De jury is als volgt samengesteld:

  • Prof.dr. Rein Zwierstra (Groningen), voorzitter

  • Dr. Ineke Wolfhagen (Maastricht)

  • Dr. Arend-Jan de Beaufort (Leiden)

  • Prof.dr. Roy Remmen (Antwerpen)

  • Prof.dr. Jan-Hindrik Ravesloot (Amsterdam)

Doel van de prijs

  • Stimuleren van excellente onderwijsinnovatie in het medische onderwijs.*

  • Belonen van excellente onderwijsontwikkelaars in de medische onderwijskunde.

*Met medisch onderwijs wordt gedoeld op het gehele gebied van onderwijs in de gezondheidszorg

Werkwijze

  1. 1.

    Alle onderwijsinnovatieve projecten binnen het medisch onderwijs aan Hoge -scholen en Universiteiten in Nederland en België1 kunnen in beginsel meedingen.

    Criteria, waaraan deze projecten zouden moeten voldoen, zijn: een onderwijsvernieuwing die

    1. a.

      zich onderscheidt van bestaande methoden

    2. b.

      in de laatste vijf jaar is ontwikkeld

    3. c.

      zo nauwkeurig gedocumenteerd is dat hij uitvoerbaar is door anderen

    4. d.

      met succes sinds tenminste twee jaar wordt toegepast, hetgeen met evaluatieresultaten wordt gestaafd

    5. e.

      breder toepasbaar is dan binnen de eigen instelling

    6. f.

      die beschreven is in een artikel in de medische onderwijsliteratuur (tenminste ‘submitted’)

    De indiener kan een persoon of een groep personen zijn.

  2. 2.

    Voor het meedingen naar deze prijs dient het onderwijsinnovatie project elektronisch (of in hard copy in tweevoud) te worden toegezonden aan de NVMO-jury Beste Onderwijsinnovatie, in de persoon van de voorzitter, prof.dr. Rein Zwierstra, r.p.zwierstra@med. umcg.nl, door de opleidingsdirecteur, opleidingsbestuur of decaan van de betrokken instelling, vergezeld van aanbevelingsbrieven van tenminste twee docenten direct betrokken bij deze innovatie en van twee studenten, cursisten of aios die binnen het innovatieproject onderwijs hebben genoten.

  3. 3.

    De projecten dienen uiterlijk op 1 april van het jaar van uitreiking van de prijs te worden ingediend.

  4. 4.

    De jury oordeelt over de onderwijs -innovatie en betrekt daar naar eigen goeddunken al of niet externe reviewers bij.

  5. 5.

    Iedere onderwijsinnovatie die door iemand genoemd wordt als in aanmerking komend en die voldoet aan de bovengenoemde criteria wordt beoordeeld door de jury. Deze stelt een nominatie van 3 projecten op, die in september van het jaar van de prijsuitreiking bekend wordt gemaakt.

  6. 6.

    Een jury lid onthoudt zich van stemming als het project van dezelfde instelling afkomstig is, of als er een ander belangenconflict bestaat.

Criteria voor deelname

De projecten dienen uitgevoerd te zijn binnen een Nederlandse of Vlaamse Universiteit of Hogeschool. Het dient duidelijk te worden aangegeven wie de initiatiefnemer( s) is/zijn van het project. Met andere woorden, is het ingediende project ontwikkeld door één medewerker binnen het medisch onderwijs of door een team. De opleidings directeur of een collega met een vergelijkbare bestuurlijke verantwoordelijkheid moet schriftelijk beargumenteren waarom het project meedingt naar deze prijs.

Het innovatie project dient te zijn ontwikkeld en geïmplementeerd in de periode 2 jaar voor indiening voor de prijs. Zodoende kan aan het criterium van duurzame invoering en evaluatie worden voldaan. De eerste periode betreft 1 januari 2008 tot 31 december 2010.

De genomineerden en de opleidingsdirecteur, opleidingsbestuurslid of decaan, die het project indienen moeten lid zijn of worden van de NVMO.

Oplegbrief

Elke aanvraag dient vergezeld te gaan van een aanbevelingsbrief van de hand van de opleidingsdirecteur, van een opleidingsbestuurslid of van de decaan. Die brief behoort bij voorkeur de volgende elementen te bevatten:

  • Argumentatie van de innovatieve waarde.

  • Impact van de voorgestelde innovatie op de opleiding.

  • Toekomstperspectieven van ingediende innovatie.

  • Informatie over de indieners.

Kort verslag van de genomen besluiten op de ALV 2010

Jaarverslag september 209 t/m augustus 2010

Het bestuur heeft het voornemen om de werkgroepen een duidelijker format te geven voor een structuur, zodat de werkgroep verslagen beter in het jaarverslag geïncorporeerd kunnen worden. Het ledenaantal per 1 september is 1125, inmiddels 1168.

Financiën

  • De financiële positie van de vereniging is redelijk. Er zijn geen grote verschuivingen. In de toelichting bij het Financiële verslag zijn een aantal punten naar voren gehaald: een aantal meevallers is deels doorgesluisd naar het stuurfonds, volgend jaar zijn er enkele nieuwe posten.

  • Indien besloten wordt TMO Engelstalig te maken, moet er voor gewaakt worden dat er geen grote stijging van de kosten zal zijn die extra contributie verhoging noodzakelijk maakt. De verstrekte financiële ondersteuning van de werkgroepen is tot nu toe beperkt in vergelijking met de aanvragen.

  • Voor de Ethical Review Board is financiering vanuit de NFU aangevraagd. In afwachting daarvan is voorlopig gekozen voor financiële ondersteuning vanuit het stuurfonds.

  • Het bedrag voor de Bestuursondersteuning is verhoogd door uitbreiding van het aantal uren dat daarvoor nodig is.

  • Tot nu toe gaf het resultaat van het congres de benodigde financiële armslag.

  • Discussie:

    • Hoogte kapitaal. Dit bedrag is nodig als reserve in geval van calamiteiten met het congres, de reserve levert ook geld op; bovendien is er een afspraak met de werkgroepen voor een bedrag van maximaal 5000 euro per werkgroep.

    • Engels TMO duurder dan Nederlands? De hogere kosten worden veroorzaakt door extra kosten voor editing.

    • Financieel model begroting. Het totaal van het compartiment activiteiten, €715 moet toegevoegd moet worden aan het Reservefonds in plaats van het Stuurfonds.

Contributie

Voor 2010-2011 geen wijziging, voor 2011-2012: €85 (student-en seniorleden €30), combi-lidmaatschap NVMO/DSSH €107.

Bestuur

De aftredende bestuursleden Peter van Beukelen (Diergeneeskunde Utrecht) en Cor Postma (Nijmegen) zijn herkozen voor een tweede periode. Nieuwe studentbestuursleden zijn Simon Kasper (Nijmegen) en Anne Koning (Groningen). Beiden zijn door de LMSO leden gekozen als afgevaardigden in het NVMO bestuur.

WECO (Wetenschappelijk Comité)

Dit comité is in 2001 ingesteld met name voor wetenschappelijke adviezen aan het bestuur, in het bijzonder betreffende de abstracts voor wetenschappelijke papers voor het congres en het adviseren voor sprekers voor hoofdlezingen.

Anselme Derese (Gent) en Lambert Schuwirth (Maastricht) zijn afgetreden. Toegetreden zijn Ann Deketelaere (Leuven), Margreet Wieringa (AMC) en Erik Driessen (Maastricht).

Wijziging Huishoudelijk Reglement

Het Huishoudelijk Reglement is aangepast aan de huidige omstandigheden:

  • Commissies: de Klankbordgroep is vervallen (had geen actief bestaan meer)

  • Bij werkgroepen is in het laatste punt toegevoegd dat het bestuur de instelling van een werkgroep bekrachtigt en is de Ethical Review Board toegevoegd.

  • Er is een artikel toegevoegd over de prijzen.

Omdat opgemerkt wordt dat in artikel 25 staat: Het wijzigingsvoorstel dient de leden tenminste twee weken vóór de vergadering schriftelijk te zijn toegezonden, wordt besloten het gewijzigde reglement op de ALV van 2012 opnieuw op de agenda te zetten, inclusief een wijziging van dit artikel 25, en dit vooraf aan de leden toe te sturen. Nagegaan zal worden of toezending per email rechtsgeldig is.

TMO

Het voorstel om TMO Engelstalig te maken is reeds besproken op de ALV 2009. De hoofdredacteur Borleffs licht toe:

  • Het aantal publicaties in Nederland rechtvaardigt de Engelstaligheid.

  • De redactie ontvangt minder kopij, waardoor het in toenemende mate moeite kost om TMO gevuld te krijgen.

  • De lijfbladfunctie moet overeind blijven, er is het voorstel om bestuursmededelingen e.d. in een Nederlandstalig katern te plaatsen, om het verenigingsblad karakter te handhaven.

  • Discussie:

    • Er zijn tijdschriften die voor Engelstaligheid besloten hebben en meer kopij genereren.

    • Argument vóór is dat velen geïnteresseerd zijn in de activiteiten over onderzoek van medisch onderwijs in Nederland, maar stuiten op de Nederlandse taal.

    • Van veel promovendi worden artikelen in buitenlandse tijdschriften afgewezen door het lokale karakter.

    • Promovendi oefenen niet in een Nederlands tijdschrift, ze publiceren meteen in het Engels.

    • De afkorting NJME, “Netherlands Journal of Medical Education” kan verwarring geven met het New England Journal of Medicine. Ervoor pleit dat deze titel de koppeling met NVMO helder maakt. Er zal goed nagedacht worden over een titel. De Vlaamse partners zullen niet vergeten worden.

    • Elektronische beschikbaarheid is belangrijk, aantrekkelijkheid wordt daardoor verhoogd.

Werkgroepen

De werkgroep Onderzoek van Onderwijs wordt officieel ingesteld.

Ethische toetsing onderwijsonderzoek

Toenemend worden door de medisch-onderwijskundige tijdschriften terecht eisen gesteld aan de ethische behandeling van proefpersonen – in de meeste gevallen docenten en studenten. In veel landen valt dit type onderzoek onder het aandachtsgebied van medisch-ethische toetsingscommissies (METC). Strikt genomen is hier echter niet sprake van medisch-wetenschappelijk onderzoek, maar eerder van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. In Nederland wordt bij dergelijk onderzoek in de regel door de METC’s op grond van de WMO geen ethische toetsing uitgevoerd.

Daarom heeft de NVMO recent een commissie ingesteld voor een landelijke ethische toetsings procedure voor onderwijsonderzoek. Deze commissie, de NVMO-Ethical Review Board (NVMOERB) bestaat uit:

  • Prof. dr. J. J. M. van Delden (UMC Utrecht), voorzitter

  • Prof. dr. Th. J. ten Cate (UMC Utrecht)

  • Dr. A. D. C. Jaarsma (Faculteit Diergeneeskunde – UU)

  • Dr. S.K. Kwee, jurist

  • Drs. A. N. Raat (UMCG)

  • Prof. dr. L.W.T. Schuwirth (UMC Maastricht)

  • nog te benoemen student

  • Drs. J. I. Dankerlui-Eikelboom (UMC Utrecht), lid-secretaris

Sinds 16 juli 2010 kunnen de leden van de NVMO via de website van de NVMO (www.nvmo.nl), onder het kopje ‘Ethische toetsing onderwijsonderzoek’ hun onderzoek aan een ethische toetsing onder -werpen. Via een link onderaan de pagina volgt er een vragenformulier.

Aan de hand van de antwoorden volgt uiteindelijk een ethisch commentaar. Alle overige informatie is op de site zelf te vinden.