Lyons Nona (Ed.) Handbook of reflection and reflective inquiry. Mapping a way of knowing for professional reflective inquiry. New York: Springer; 2010. 590 pagina’s. €. 219, ISBN: 978-0-387-85743-5

In het voorjaar 2010 bracht Springer een handboek over ‘reflectie’ en ‘reflectief onderzoek’ op de markt dat zeker ook professionals uit het medisch onderwijs zal interesseren. Het kunnen reflecteren, als een systematisch terugblikken op ervaringen met als doel hieruit te leren en naar de toekomst toe de kwaliteit van handelen te verbeteren, wordt immers beschouwd als een belangrijke bekwaamheid van de juist afgestudeerde arts (zie bijvoorbeeld Raamplan Artsenopleiding, 2009). De term dekt echter vele ladingen en medische opleidingen staan voor de vraag hoe ze reflectie het best kunnen aanleren en evalueren.

In de inleiding wordt de lezer gewaarschuwd dat het handboek niet beoogt de meervoudigheid van de term voor eens en altijd op te lossen. Integendeel, de editor beschouwt deze als een rijkdom (p. 21). Toch is het niet moeilijk om uit de verschillende hoofdstukken een aantal kernideeën rond reflectie af te leiden. Deze gaan terug op het werk van Dewey, Schön en Freire. Dewey zag reflectie vooral als een manier van systematisch en rigoreus denken; terwijl Schön de klemtoon legt op het soort kennis dat bij reflectie gegenereerd en gevaloriseerd wordt, met name kennis over de praktijk en het praktisch handelen. Freire, tenslotte, zoomt in op het kritisch potentieel van reflectie en argumenteert dat dit pas gerealiseerd wordt als ook de machtsrelaties, de politieke, sociale en culturele assumpties er in betrokken worden. Reflectie wordt dus benaderd als een manier van (systematisch) denken, van kennisontwikkeling en van bevragen (zie schema).

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen reflectie binnen de technische rationaliteit, die gericht is op het beter bereiken van extern opgelegde doelen, en (kritische) reflectie binnen een emancipatorische rationaliteit die uitmondt in ‘practice of engagement’, gericht op het creëren van gelijke kansen en sociale rechtvaardigheid. De concrete integratie van kritische reflectie in een opleiding houdt dus duidelijk een normatieve stellingname in. Reflectie vereist evenzeer een attitude (‘reflective stance’) die omschreven wordt als een openheid om de wereld zonder vooroordelen tegemoet te treden en een verantwoordelijkheid om te handelen naar de inzichten die deze reflectie opleveren.

Schema: Theoretical development of reflective inquiry: an interpretative framework (p.19).

Het handboek omvat 29 hoofdstukken gegroepeerd in zeven delen. Na een historisch-theoretische situering van de aandacht voor reflectie en reflectief onderzoek (deel 1) wordt een conceptueel kader ontwikkeld (deel 2). Deel 3 biedt een ‘state of the art’ van ‘reflective practice’ in verschillende disciplines. Vertegenwoordigers uit negen beroepenvelden (onderwijs, rechten, sociaal werk, verpleegkunde, geneeskunde etc.) geven aan hoe ze reflectie en reflectief onderzoek concreet gestalte geven. Deel 4 zoomt in op de institutionele context die reflectieve betrokkenheid kan faciliteren en ondersteunen. Deel 5 geeft voorbeelden van de wijze waarop opleidingen aan reflectief onderwijs en onderzoek kunnen doen, terwijl het voorlaatste deel stilstaat bij het evalueren van reflectief onderwijs. In deze twee delen wordt verschillende keren verwezen naar het ‘portfolio’ om reflectie te ondersteunen en te evalueren. Tot slot wordt in deel 7 vooruitgeblikt naar de toekomst van reflectie en reflectief onderzoek. Korthagen & Vasalos, de enige Nederlandstalige auteurs die aan het handboek een bijdrage leverden, pleiten hier voor een verdieping van reflectie, onder andere door een integratie van meer persoonlijke dimensies (visie, waarden etc.) en kwaliteiten.

Twee hoofdstukken gaan expliciet in op reflectie en reflectief onderzoek in het medisch onderwijs: Ryan (kinderarts, Cork) beschrijft hoe reflectie in het medisch curriculum van zijn universiteit geïntegreerd wordt. Kelly (huisarts, Cork) zoomt in op haar ervaringen met een reflectief portfolio. Beide auteurs stellen vast dat reflectie maar moeilijk ingang vindt in het medisch curriculum. Ze zoeken de oorzaken hiervoor in de cultuur binnen de medische opleiding. Zo zou de focus op ‘actie’ binnen dit curriculum (als beroepsopleiding) niet goed samengaan met het ‘stilstaan’ dat nodig is voor reflectie. Daarnaast zijn de medische opleidingen doordrongen van het positief wetenschappelijk paradigma, waar afstand nemen van persoonlijke opvattingen, gevoelens en emoties als een kwaliteit beschouwd wordt, wat indruist tegen de conceptualisering van reflectie als een middel om die persoonlijke kennis en emoties naar waarde te schatten en te onderzoeken.

De kracht van het handboek ligt in het feit dat verschillende auteurs een forum kregen om een ‘reflectie’ te brengen op hun ervaringen met reflectief leren binnen hun beroepsopleiding. Dat maakt het handboek erg breed en praktijkgericht. De voorbeelden uit de lerarenopleiding, rechtenstudies, sociaal werk etc. zijn ook relevant en toepasbaar op het medisch onderwijs. Nog een kleine bedenking: hoewel in de titel ‘reflection’ en ‘reflective inquiry’ duidelijk naast elkaar zijn geplaatst, wordt het onderscheid tussen beide niet helemaal duidelijk. Tussen de regels door kan wel afgeleid worden dat ‘reflective inquiry’ beschouwd kan worden als een methode om via systematische reflectie gefundeerde (wetenschappelijke) kennis te genereren.

Nona Lyons, de editor, is een doctor in de psychologie, werkzaam aan de universiteit van Cork, waar ze vooral betrokken is in het ondersteunen van reflectieve portfolios binnen de lerarenopleiding.

Dr. Ann Deketelaere

Staflid onderwijs, Faculteit Geneeskunde Katholieke Universiteit Leuven, België