1 Bijlage I Gehanteerde afkortingen

ABIM

American Board of Internal Medicine

ACGME

Accreditation Council for Graduate Medical Education (USA)

AIOS

Arts in opleiding tot specialist

ABIM

American Board of Internal Medicine

CanMEDS

Canadian Medical Education Directions for Specialists

CAT

Critically Appraised Topic

CCMS

Centraal College Medische Specialismen (thans opgenomen in CGS: College Geneeskundige Specialismen)

CEX

Clinical Evaluation Exercise

DOPS

Direct Observation of Procedural Skills

GRASIS

Global Rating Assessment of Skills in Intraocular Surgery

ITER

In-Training Evaluation Report

KPB

Korte praktijkbeoordeling

MDO

Multidisciplinair overleg

Mini-CEX

Mini Clinical Evaluation Exercise

MSRC

Medisch Specialisten Registratie Commissie

NHG

Nederlands Huisartsen Genootschap

OCEX

Ophthalmic Clinical Exercise

OOR

Onderwijs- en Opleidingsregio

OPRS

Operative Performance Rating System

OSA-LS

Objective Structured Assessment of Laparoscopic Salpingectomy

OSATS

Objective Structured Assessment of Technical Skills

OSCE

Objective Structured Clinical Examination

P-mex

Professionalism Mini Evaluation Exercise

SEH

Spoedeisende Eerste Hulpe

2 Bijlage II Voorbeelden van formulieren ten behoeve van de korte praktijkbeoordeling

2.1 A. Centraal College Medische Specialismen

2.1.1 Handleiding voor gebruik van de KKB

De Korte Klinische Beoordeling (KKB) richt zich op de competenties van de arts in opleiding tot specialist (aios) in patiëntencontacten. Ze kan eenvoudig worden toegepast door stafleden als onderdeel van de dagelijkse routine en is geschikt voor de beoordeling van aios in diverse klinische settings. De KKB is een kortdurende observatie (10 minuten) van een aios-patiënt contact. De combinatie van meerdere KKB’s geeft inzicht in het handelen van de aios.

De KKB kan geregeld (iedere paar maanden) worden toegepast op de afdeling (zaal of IC/CCU), op de poli, op de Spoedeisende Hulp of elders, zoals tijdens opname of ontslag.

Als beoordelaars kunnen optreden: superviserende stafleden, afdelingshoofden, opleiders en ouderejaars aios.

Van iedere beoordeling wordt een kopie verstrekt aan de aios. Het origineel gaat naar de opleider.

Toelichting bij de beoordeelde competenties

  1. 1. Anamnese

    Stimuleert de patiënt tot het meedelen van de ziektegeschiedenis; stelt adequaat vragen en geeft adequaat aanwijzingen om de noodzakelijke informatie te verkrijgen; reageert adequaat op emotie en nonverbale signalen.

  2. 2. Lichamelijk onderzoek

    Houdt een logische en efficiënte volgorde aan; kiest een goed evenwicht tussen algemeen en hypothesegericht onderzoek; informeert de patiënt; is attent op de belasting voor de patiënt en diens gêne.

  3. 3. Professioneel handelen

    Toont respect, betrokkenheid en empathie en genereert vertrouwen; reageert adequaat op ongemak en gêne, en op de behoefte aan privacy en informatie.

  4. 4. Probleemanalyse, klinisch redeneren

    Adequaat en selectief gebruik van diagnostische procedures en laboratorium onderzoek met goede afweging van risico’s en opbrengst.

  5. 5. Vervolgonderzoek en begeleiding

    Formuleert evidence based indicaties voor vervolgonderzoek en behandeling, bepaalt adequaat noodzakelijke begeleiding, eventueel van andere professionals.

  6. 6. Communicatie met de patiënt

    Verklaart in voor de patiënt begrijpelijke bewoordingen de indicaties voor onderzoek en behandeling, vraagt om instemming waar nodig, overlegt over het beleid.

  7. 7. Organisatie en efficiëntie

    Organiseert adequaat, bewaakt de tijd, is beknopt.

2.1.2 Korte Klinische Beoordeling (KKB)

figure 1

2.2 B. UMC Groningen

figure 2

2.3 C. UMC Utrecht

figure 3