E.P. Veening, R.O.B. Gans, J.B.M. Kuks. Medische consultvoering. Houten: Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum; 2010. 210 pagina’s. Prijs € 32,50. ISBN: 978-90-313-6324-7.

Met deze uitgave wordt opnieuw een Nederlandstalig boek toegevoegd aan de lijst met boeken die de laatste jaren verschenen zijn over communicatie en consultvoering. Ditmaal een werk uit Groningen, geschreven door drie ervaren docenten uit het curriculum G2010: een filosoof, een internist en een neuroloog. ‘Medische Consultvoering’ is opgebouwd uit twee delen, waarin achtereenvolgens de hoofdlijnen en achtergronden van consultvoering worden behandeld. Het boek is vooral bedoeld voor studenten geneeskunde maar ook docenten kunnen er hun voordeel mee doen.

Het eerste deel behandelt op zeer schematische wijze de structuur van een ‘modelconsult’ en is daarin zeer volledig. Daarbij wordt een verdeling in zeven fasen van een modelconsult onderscheiden, gevolgd door hoofdstukken over vervolgconsulten, bijzondere consultsituaties en perspectieven en ontwikkelingen. In het tweede deel gaat het over achtergronden van de consultvoering, waarbij aandacht wordt besteed aan ziekte in zijn context, en aan het klinisch redeneren en competentie in de consultvoering. Tot slot is er in het boek een modelstatus te vinden, inclusief noten en een korte literatuurlijst.

Het boek kent een opdeling in zeven fasen. Voor studenten zal deze zeer schematische opbouw houvast kunnen bieden. Docenten zullen deze opdeling, alsook het gebruik van modellen, echter mogelijk als dwingend ervaren. De bespreking van belevingsaspecten is minder gedifferentieerd, terwijl de bespreking van somatische aspecten dit juist wel is. Zo komen onderwerpen als de hantering van emoties en advisering, zelfs wanneer deze later in het boek nader besproken worden, slechts oppervlakkig aan bod.

Verhelderend zijn de illustratieve patiëntenvoorbeelden uit de praktijk die tussen de tekst door worden gegeven. Het boek heeft een mooie, overzichtelijke lay-out en de diverse passages zijn gemakkelijk te vinden, al is het soms even zoeken naar lastige aspecten van communicatie en ontbreken sommige onderwerpen, zoals communiceren over seksualiteit, helemaal.

Soms worden eigen begrippen en acroniemen gebruikt die niet overal begrepen zullen worden. Een ander lastig punt is het begrip tweesporenbeleid. Deze term wordt in de huisartsgeneeskunde al meer dan dertig jaar gebruikt voor een beleid waarin huisartsen zowel aandacht dienen te besteden aan somatische als aan psychosociale factoren. Het begrip wordt hier ineens voor iets anders gebruikt: het medisch inhoudelijke en het communicatieve spoor. Dat werkt mogelijk verwarrend.

Een sterk punt van ‘Medische Consultvoering’ is de uitgebreide informatie over de communicatietheorie, met een gedegen uitleg van de wezenlijke aspecten van die belangrijke en vaak dagelijkse bezigheid van artsen en andere hulpverleners: communicatie.

Het aantal verwijzingen en de literatuurlijst zijn nogal beperkt, waardoor lastig te onderscheiden is wanneer het gaat om bewezen effectieve strategieën of modellen en wanneer het eigen ideeën van de auteurs betreft. Dit wordt in een eventuele volgende druk hopelijk alsnog hersteld.

Er bestaat reeds een aantal interessante en bruikbare Nederlandse en Engelstalige boeken over communicatie, het medisch proces en medische psychologie; daarom rijst de vraag welke plaats dit boek in de markt zal gaan innemen. Aangezien dit boek ook uitgebreid aandacht besteedt aan het diagnostisch denken en aan de diagnostische waarde van een gegeven, compleet met een gedetailleerde uitwerking van begrippen als sensitiviteit, specificiteit, voorspellende waarde etc., zal het vooral voor gebruikers, die op zoek zijn naar een boek met een combinatie van consultvoering en klinisch redeneren, een geschikte toevoeging betekenen.

*Allen zijn lid van de NVMO werkgroep communicatieonderwijs