Verbal fluency among healthy elderly: A study of three complex verbal fluency tasks under healthy older people and patients with neurocognitive disorder or onset dementia of the Alzheimer type
The aim of this study is to provide normative data for a phonological alternating task (FAT), a semantic alternating task (SAT) and an excluded letter task (ELT). The tasks were administered to 146 Flemish-speaking, cognitively healthy elderly. Data from 102 were used and were classified according to the significant variables. Subsequently, these tasks were administered to seven patients diagnosed with mild neurocognitive impairment (mild cognitive impairment, MCI) and seven patients with onset dementia of the Alzheimer type (DAT). Results of the standard study show that the level of education is a significant variable for all complex VFT and age for the SAT and the ELT, while age related deterioration is highest for the ELT. The error rate is highest for the ELT and lowest for the SAT. Analysis of the time duration shows that data should be collected for at least 2 min. The patients scored significantly lower than the normgroup of healthy adults. The error rate is highest for the SAT and lowest for the ELT.
Samenvatting
In de studie werden normgegevens verzameld voor een fonologisch alternerende taak (FAT), een semantisch alternerende taak (SAT) en een ‘excluded letter’ taak (ELT). De taken werden afgenomen bij 146 Vlaamstalige, cognitief gezonde ouderen. Gegevens van 102 personen waren bruikbaar en werden ingedeeld volgens de significante variabelen. Vervolgens werden deze taken afgenomen bij zeven patiënten met een lichte neurocognitieve stoornis (mild cognitive impairment; MCI) en zeven patiënten met een beginnende dementie van het Alzheimertype (DAT). Resultaten van de normstudie toonden aan dat opleidingsniveau een significante variabele is voor alle complexe taken en leeftijd voor de SAT en de ELT, waarbij ouderdomsgerelateerde achteruitgang het grootst was voor de ELT. Het foutenpercentage lag het hoogst voor de ELT en het laagst voor de SAT. Analyse van de duurtijd toont aan dat registratie ten minste gedurende 2 minuten dient te gebeuren. De patiëntenpopulatie scoorde significant lager dan de normgroep. Het foutenpercentage was het hoogst voor de SAT en het laagst voor de ELT.
Similar content being viewed by others
Literatuur
Crawford JR, Wright R, Bate A. Verbal, figural and ideational fluency in CHI. Abstracts presented at the second pacific rim conference of the international neuropsychological society and the Australian society for the study of brain impairment; 1995 Jul 5–8; Cairns, Australia. JINS 1995; 1(4): 321.
Bryan J, Luszcz A, Crawford JR. Verbal knowledge and speed of information processing as mediators of age differences in verbal fluency performance among older adults. Psychology and Aging 1997; 12(3): 473–78.
Shores EA, Carstairs JR, Crawford JR. Excluded Letter Fluency Test (ELF): Norms and test-retest reliability data for healthy young adults. Brain Impairment 2006; 7(1): 26–32.
Peña-Casanova J, Quiñones-Úbeda S, Gramunt-Fombuena N, et al. Spanish multicenter normative studies (NEURONORMA Project): Norms for verbal fluency tests. Archives of Clinical Neuropsychology 2009; 24: 395–411.
Mitruschina M, Boone KB, Razani J, D’Elia LF. Handbook of normative data for neuropsychological assessment. 2nd ed. New York: Oxford University Press; 2005.
Delis DC, Kaplan E, Kramer JH. Delis-Kaplan Executive Function System (D-KEFS). San Antonio (TX): The Psychological Corporation; 2001.
Strauss E, Sherman EM, Spreen O. A compendium of neuropsychological tests: Administration, norms & commentary. 3rd ed. New York: Oxford University Press; 2006.
Baldo JV, Shimamura AP, Delis DC, Kramer J, Kaplan E. Verbal and design fluency in patients with frontal lobe lesions. JINS 2001; 7: 586–96.
Gurd JM, Amunts K, Weiss PH, et al. Posterior parietal cortex is implicated in continuous switching between verbal fluency tasks: an fMRI study with clinical implications. Brain 2006; 125: 1024–38.
Nutter-Upham KE, Saykin AJ, Rabin LA, et al. Verbal fluency performance in amnestic MCI and older adults with cognitive complaints. Archives of Clinical Neuropsychology 2008; 23: 229–41.
Engel S, Rupprecht R, Mahlberg R. The Erlangen Instrument of Alternating Word Fluency in Dementia (EAWF-D): A new assessment tool combining set-shifting and semantic word fluency. The Journal of Gerontopsychology and Geriatric Psychiatry 2011; 24(3): 137–42.
Nederlands Kenniscentrum voor Ouderenpsychiatrie. Meetinstrumenten: de Geriatric Depression Scale. http://www.ouderenpsychiatrie.nl/sjablonen/1/infotype/news/newsitem/view.asp?objectID=1225 (Geraadpleegd op 20 oktober 2009).
Folstein MF, Folstein SE, McHugh PR. “Mini-Mental State”: A practical method for grading the cognitive state of patients for the clinician. Journal of psychiatric Research 1975; 12:189–98.
Buschke H, Kuslansky G, Katz M, et al. Screening for dementia with the Memory Impairment Screen. The American Academy of Neurology 1999; 52: 231–38.
Miatton M, Wolters M, Lannoo E, Vingerhoets G. Updated and extended Flemish normative data of commonly used neuropsychological tests. Psychologica Belgica 2004; 44(3): 189–216.
De Smet HJ, Mariën P. Neurolinguistics and the cerebellum: an analysis of speech and language disturbances resulting from acquired cerebellar lesions [doctoraatstudie]. Brussel: Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Letteren & Wijsbegeerte, vakgroep Taal- en Letterkunde; 2009.
Mulder JL, Dekker PH, Dekker R. Woord-Fluency Test/Figuur-Fluency Test: Handleiding. Leiden: PITS B.V.; 2006.
Luyckx K, Kloots H, Coussé E, Gillis S. Klankfrequenties in het Nederlands. In Daems F. Tussen taal, spelling en onderwijs: Essays bij het emeritaat van Frans Daems. Gent: Academia Press; 2007. p. 141–54.
Higgins J. RP phonemes in the Advanced Learner’s Dictionary; 2002. http://myweb.tiscali.co.uk/wordscape/wordlist/phonfreq.html (Geraadpleegd op 20 oktober 2009).
Kempler D, Teng EL, Dick M, Taussig IM, Davis DS. The effects of age, education and ethnicity on verbal fluency. JINS 1998; 4: 531–538.
Tombaugh TN, Kozak J, Rees L. Normative data stratified by age and education for two measures of verbal fluency: FAS and animal naming. Archives of Clinical Neuropsychology 1999; 14(2): 167–177.
Acevedo A, Loewenstein DA, Barker WW, et al. Category fluency test: normative data for English- and Spanish-speaking elderly. JINS 2000; 6: 760–769.
Van der Elst W, Van Boxtel MPJ, Van Breukelen GJP, Jolles J. Normative data for the animal, profession and letter M naming verbal fluency tests for Dutch speaking participants and the effect of age, education and sex. JINS 2006; 12: 80–89.
Schmand B, Groenink SC, van den Dungen M. Letterfluency: psychometrische eigenschappen en Nederlandse normen. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 2008; 39: 64–76.
Crossley M, D’Arcy C, Rawson NSB. Letter and category fluency in community-dwelling Canadian seniors: a comparison of normal participants to those with dementia of the Alzheimer or vascular type. Journal of clinical and experimental neuropsychology 1997; 19(1): 52–62.
Henry JD, Phillips LH. Covariates of production and perseveration on tests of phonemic, semantic and alternating fluency. Normal Aging, Aging, Neuropsychology and Cognition: A journal on normal and dysfunctional development 2006; 13(3–4): 529–551.
Monsch AU, Bondi MW, Butters N, et al. Comparisons of verbal fluency tasks in the detection of dementia of the Alzheimer type. Archives of Neurology 1992; 49: 1253–1258.
Diesfeldt HFA, van der Elst W, Jolles J. Klinische bruikbaarheid van categoriegebonden woordproductie voor het onderscheiden van dementie en normale cognitieve veroudering. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 2009; 40: 15–27.
Pasquier F, Lebert F, Grymonprez L, Petit H. Verbal fluency in dementia of frontal lobe type and dementia of Alzheimer type. Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry 1995; 58: 81–84.
Murphy KJ, Rich JB, Troyer AK. Verbal fluency patterns in amnestic mild cognitive impairment are characteristic of Alzheimer’s type dementia. JINS 2006; 12: 570–574.
Hall JR, Harvey M, Vo HT, O’Bryant SE. Performance on a measure of category fluency in cognitively impaired elderly. Aging, Neuropsychology and Cognition 2011; 18(3): 353–361.
Fernaeus SE, Östberg P, Helleström Ǻ, Wahlund LO. Cut the coda: early fluency intervals predict diagnoses. Cortex 2008; 44: 161–169.
Dankwoord
Graag danken wij de redacteur en de twee anonieme reviewers voor de nuttige tips en opmerkingen na het indienen van een vorige versie van dit artikel.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Appendix: Instructies voor de complexe VFT
Appendix: Instructies voor de complexe VFT
Instructie voor de FAT:
Ik ga u zo meteen twee letters van het alfabet geven. Het is de bedoeling dat u afwisselend een woord geeft dat met de ene letter begint, gevolgd door een woord dat met de andere letter begint.
Stel dat u dit zou moeten doen met de letters /b/ en /l/ dan moet u eerst een woord geven dat met de /b/ begint gevolgd door een woord dat begint met een /l/, bijvoorbeeld bakker, lopen, bij, lepel, boerderij, leeuw, … Het is belangrijk om goed afwisselend te werk te gaan, d.w.z. één woord met de ene letter gevolgd door één woord met de andere letter. U krijgt één minuut de tijd om zoveel mogelijk woorden op te sommen. U mag direct starten nadat ik u de letters gegeven heb en ik zeg ook wanneer u mag stoppen. Ik ga ondertussen meeschrijven maar daar moet u helemaal niet op letten. U moet proberen zo snel mogelijk op te sommen.
Hebt u nog vragen of is de opdracht duidelijk? Zou u de opdracht eens kunnen herhalen alstublieft? …
Indien de opdracht correct herhaald werd zegt u: “Oké, geef mij nu in één minuut tijd zoveel mogelijk verschillende woorden, die afwisselend met een /…/ en vervolgens met een /…/ beginnen. Terwijl u direct nadien “start” zegt en de chronometer indrukt, toont u ook een blad met de opgegeven klanken.
De instructie voor de SAT is gelijklopend:
Ik ga u zo meteen twee categorieën geven. Het is de bedoeling dat u afwisselend een woord geeft uit de ene categorie, gevolgd door een woord uit de andere categorie.
Stel dat u dit zou moeten doen voor voertuigen en voornamen dan moet u eerst een voertuig opnoemen gevolgd door een voornaam, bijvoorbeeld auto, Eva, fiets, Jonathan, vrachtwagen, Annelies, vliegtuig, enz. Dus ook hier moet u weer goed afwisselend te werk gaan.
U krijgt één minuut de tijd om zoveel mogelijk woorden op te sommen. U mag direct starten nadat ik u de categorieën gegeven heb en ik zeg ook wanneer u mag stoppen. Ik ga ondertussen weer meeschrijven, maar daar moet u helemaal niet op letten. U moet zo snel mogelijk opsommen.
Hebt u nog vragen of is de opdracht duidelijk? Zou u de opdracht eens kunnen herhalen alstublieft? …
Indien de opdracht correct herhaald werd zegt u: “Oké, geef mij nu in één minuut tijd zoveel mogelijk verschillende woorden uit de categorie “…” afgewisseld met woorden uit de categorie “…”. Terwijl u direct nadien “start” zegt en de chronometer indrukt, toont u ook een blad met de opgegeven categorieën.
Voor de ELT werd volgende instructie gebruikt:
Ik ga u zo meteen een klank geven. U moet dan zoveel mogelijk Nederlandstalige woorden geven waar deze klank NIET in voorkomt. Alle woorden zijn toegestaan zolang de opgegeven klank NIET wordt gebruikt.
Stel dat u dit zou moeten doen voor de klank /s/ dan zou u kunnen zeggen: ik, tafel, kat, auto, werken, onder, enz. In al deze woorden komt de letter /s/ dus niet voor.
Per letter krijgt u één minuut de tijd om zoveel mogelijk verschillende woorden op te sommen. U mag direct beginnen nadat ik u de letter gegeven heb en ik zeg ook wanneer u mag stoppen. U moet weer zo snel mogelijk opsommen.
Hebt u nog vragen of is de opdracht duidelijk? Zou u de opdracht eens kunnen herhalen alstublieft? …
Indien de opdracht correct herhaald werd zegt u: “Oké, geef mij nu in één minuut tijd zoveel mogelijk verschillende woorden waarin de /…/ NIET voorkomt. Terwijl u direct nadien “start” zegt en de chronometer indrukt, toont u ook een blad met de opgegeven klank waar een grote streep is doorgetrokken.
Mogelijke problemen tijdens de afname:
-
Proefpersoon herhaalt de opdracht foutief: u legt de opdracht opnieuw uit en vraagt opnieuw om de opdracht te herhalen.
-
Proefpersoon wil vroegtijdig stoppen of lijkt niet meer te zoeken: aanmoedigen om verder te zoeken.
-
Proefpersoon geeft een foutief woord: u reageert niet of corrigeert niet.
-
Proefpersoon herhaalt een reeds gegeven woord: u reageert niet of corrigeert niet.
-
Proefpersoon vraagt of hij een bepaald woord reeds gezegd heeft: u antwoordt dat u niet mag helpen en spoort aan om verder op te sommen.
-
Proefpersoon stopt met alterneren: u reageert niet, bij de volgende subtaak legt u nogmaals de opdracht uit en vraagt de proefpersoon deze te herhalen.
About this article
Cite this article
Op de Beeck, S., Galoppin, A. & Willemarck, N. Verbale fluency bij gezonde ouderen: Onderzoek met drie complexe verbale fluencytaken bij gezonde ouderen en patiënten met een lichte neurocognitieve stoornis of beginnende dementie van het Alzheimertype. Tijdschr Gerontol Geriatr 45, 154–163 (2014). https://doi.org/10.1007/s12439-014-0061-9
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12439-014-0061-9