Samenvatting
De inspiratie handelt over de specifieke persoonlijke inspiratiebron die elke supervisor of coach heeft. Deze kan uiteenlopen van een sprookje, roman, spreekwoord of anderszins geformuleerde wijsheid, een bijbeltekst, een (deel van een) ooit gelezen boek tot een gedicht of songtekst.
Notes
Zie voor frappante voorbeelden het overtuigende boek van Dijksterhuis (2007), Het slimme onbewuste.
De integrale en geannoteerde tekst van dit gedicht is ook te vinden op de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (www.dbnl.org).
Van Dijk (2006) gaat uitvoerig in op de thematiek van het zeggen van het onzegbare in de poëzie (o.a. van Nijhoff) door middel van het typografisch wit.
Het Lied der dwaze bijen is in Nijhoffs oeuvre een overgangsge-dicht en thematiseert het tekort van de metafysica (Hoornik, 1978).
Lemaire (1998) legt met een verwijzing naar Het uur U een zinvol verband tussen de zon die in het zenit staat en de mens op het angstaanjagende hoogtepunt van zijn bewustzijn: ‘Hij die zich ’s middags buitenshuis begeeft, waagt het de dingen in hun volstrektheid te ontmoeten, zonder het stootkussen van hun schaduwen’ (p. 225).
Overigens wordt de overgang in de andere richting, vanuit het gesprek weer naar buiten juist gemarkeerd door het terug-keren van lawaai en drukte, zoals in het de gedicht het leven in de straat zijn gang weer herneemt: ‘de tram, een tijdlang vertraagd / door storing in het net, / nu stampvol bezet, / rijdende wat hij kon, / de verloren tijd herwon’.
Zoals Bohlmeijer (2007, p. 92) opmerkt: ‘De innerlijke bete-kenis van levensgebeurtenissen en keuzes laat zich beter verbeelden dan verwoorden.’
Nijhoffs gedicht Het kind en ik vormt in veel opzichten een parallel van Het uur U. Dat geldt zeker voor de laatste regels, waarin de ongrijpbaarheid van het inzicht wordt benadrukt: ‘Telkens als ik even / knikte dat ik het wist / liet hij het water beven / en werd het uitgewist.’
Bibliografie
Bohlmeijer, E. (2007). De verhalen die we leven. Narra-tieve psychologie als methode. Amsterdam: Boom.
Dijk, Y. van (2007). Leegte, leegte die ademt. Het typo-grafisch wit in de moderne poëzie. Nijmegen: Vantilt.
Dijksterhuis, A. (2007). Het slimme onbewuste. Denken met gevoel. Amsterdam: Bert Bakker.
Hoornik, E. (1978). Kritisch proza. Amsterdam: Meu-lenhoff.
Jongsma-Tieleman, P.E. (1998). Godsdienst als speel-ruimte voor de verbeelding. Kampen: Kok.
Kunneman, H. (2005). Voorbij het dikke ik. Bouwstenen voor een kritisch humanisme. Amsterdam: swp.
Lemaire, T. (1996). Filosofie van het landschap. Baarn: Ambo.
Nijhoff, M. (1995). Verzamelde gedichten. Amsterdam: Bert Bakker.
Pruyser, P.W. (1992). Geloof en verbeelding. Baarn: Ambo.
Ronde, M.A. de (2007). Trage vragen in een snelle wereld. Supervisie en Coaching, 24, 191-197.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
, . De Inspiratie. SPEC 25, 59–65 (2008). https://doi.org/10.1007/BF03099279
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03099279