Inleiding en hoofdlezingen

“Een goede onderzoeker kenmerkt zich door: denken, doen en communiceren. Denken: voortdurend bezig zijn met je onderwerp en je steeds afvragen hoe het nou eigenlijk zit. Doen: goed uitvoeren van onderzoek, dit ook om het denken verder te helpen. Communiceren: delen van je denken en doen met anderen. ‘Deliberate practise’ speelt daarin een belangrijke rol. De onderzoeker blijft in de grip van het onderwerp, voert onderzoek op een goede manier uit, en oefent op een actieve manier zijn/haar zwakke punten”. Met deze woorden opende Olle ten Cate (UMCU) de derde Medisch-Onderwijskundige Promovendidag op 18 april 2008. Janke Cohen-Schotanus (UMCG) en Jan van Dalen (UM) verzorgden een plenaire, interactieve sessie over de problematiek van het schrijven. De 41 deelnemers - 31 promovendi en 10 promotoren - reflecteerden op schrijfproblemen: hoe structureer je de bevindingen, hoe problematiseer je het onderwerp, hoe breng je de hoofdboodschap onder woorden, hoe beoordeel je referenties op relevantie, hoe bepaal je in welk tijdschrift je publiceert? Plenair werd op deze punten ingegaan. De deelnemers wisselden ervaringen uit: “Als het Engels even tegen zit, dan schrijf ik het woord waar ik niet op kom in het Nederlands, en ik ga verder met schrijven.” “Ik zet eerst handgeschreven mijn gedachten op een kladje, en dat werk ik later uit”. “Bij het schrijven probeer ik zoveel mogelijk feedback te verzamelen van verschillende personen; daar leer ik van.” “Denk na over: staat er wat je bedoelt en bedoel je wat er staat.” (MvdR)

Parallelle sessies

Ook nu was er weer gelegenheid voor alle Nederlandse en Vlaamse promovendi om anderen te laten zien waar ze in hun onderzoek mee bezig zijn: een presentatie van ideeën, een verkenning of afbakening van onderwerpen en aanpak, maar ook resultaten en de daarbij opkomende vragen en problemen. Nieuw daarbij was de mogelijkheid om de onderzoeksaanpak te laten refereren. In zes sessies met telkens twee of drie presentaties kwam een rijk geschakeerd geheel aan bod: anatomie-onderwijs, patiëntveiligheidsonderwijs, uitvoer van transurethale ingrepen op de operatiekamer, anticiperen op studie-uitval en vertraging door de leeromgeving aan te passen aan diversiteit onder studenten, en decentrale selectie. Ongeacht hoe ver het onderzoek was gevorderd, de presentaties bleken zonder uitzondering aanleiding voor discussie: levendig, kritisch en constructief. (SR)

Lunchsessie Kwalitatief onderzoek

Voor het eerst dit jaar was er een ‘lunchsessie’. Het doel van deze sessie is een expert ontmoeten die van tevoren toegestuurde vragen van promovendi kan beantwoorden. Hennie Boeije, docente Kwalitatieve Onderzoeksmethoden (UU) was hiervoor uitgenodigd. Verschillende thema's kwamen naar voren: “Welk soort vragen kun je met kwalitatief onderzoek beantwoorden”, “Wat zijn de voor- en na-delen van het éérst inzetten van kwalitatieve onderzoeksmethoden gevolgd door kwantitatieve en vice versa?” Hoe schrijf je kwalitatief onderzoek op: “Hoe prop je al je mooie bevindingen in een kort artikel?” “Is een kwalitatief onderzoeksartikel een ‘citatenketting’?”

Boodschap van deze te korte en leerzame bijeenkomst was: ook bij kwalitatief onderzoek geldt: klets niet, maar maak je boodschap duidelijk! (AK)

Promotiesimulatie

Als voorbereiding op de komende promotie hebben drie laatstejaars promovendi met verve hun artikel verdedigd. De opponenten en de promotiecommissie - in toga -hadden zich voor de gelegenheid goed ingeleefd. De vragen werden ingekleed met de gebruikelijke complimenten en een kritische noot: “Geachte mevrouw de promovenda, u heeft een interessant artikel geschreven over feedback, echter, uw begrippen zijn voor mij niet helder, zou u deze nogmaals kunnen toelichten?”. “U heeft heel interessante resultaten, maar is het niet gewoon altijd zo, dat dit resultaat er altijd uitkomt. Hebben wij dit niet allemaal als werkende mens?”. “Wat verstaat u precies onder non-native? U gebruikt een andere definitie dan gebruikelijk is.”

Zo passeerden feedback, simulatiepatiënten en taalachterstanden de revue. Na het hora est werd de ‘plechtigheid’ afgesloten en was het tijd voor het informele gedeelte. (MML)

Afsluiting

De terugblik stond in het teken van persoonlijke reflectie. Deelnemers schreven een korte reflectie met hun persoonlijke ervaringen, tevens het uitgangspunt voor verdere reflecties over deze dag op de terugreis. In de vooruitblik werd vooral gesproken over suggesties voor een volgende promovendidag en de behoefte c.q. wenselijkheid van een online-forum, dan wel andere vormen waarin informatie onderling gemakkelijk uitgewisseld zou kunnen worden.

Na het invullen van een evaluatieformulier volgde een afsluitende borrel, waarop aan de belangrijke doelstelling van deze dag werd gewerkt: het informele contact tussen de deelnemers.

In de toekomst wacht de uitdaging om de dag zo interessant en informatief mogelijk te houden, voor zowel promovendi in de begin- en eindfase als voor de begeleiders, én om de dalende trend in het aantal deelnemers te doorbreken.

Uit de positieve evaluatie van de dag bleek dat de opzet geslaagd was: “verder zo doorgaan”, “leuke inspirerende dag” en “prima om te herhalen”. Deze evaluatie biedt voldoende aanknopingspunten om de NVMO-promovendidag in 2009 ook tot een groot succes te maken. (BK)

Anja Karg, Bas Koole, Mariska Min-Leliveld, Stephan Ramaekers, Monica van de Ridder