Jos Snoek werd in 1949 in Kerkrade geboren. Na het eindexamen gymnasium (Bernardinuscollege in Heerlen) studeerde hij geneeskunde in Groningen. Zijn opleiding tot neuroloog volgde hij in Heerlen, Glasgow en Groningen.

In 1982 werd hij ingeschreven in het specialistenregister als neuroloog met aantekening klinische neurofysiologie. Van 1982 tot 1985 werkte hij als neuroloog op de polikliniek neurologie van het Academisch ziekenhuis in Groningen (nu UMCG). In 1985 werd hij daar staflid en universitair docent. Van 1985 tot 1990 was hij lid van de interfacultaire werkgroep onderwijs neurologie, die onderwijsvideo’s maakte voor gebruik aan de Nederlandse faculteiten geneeskunde.

In 1989 promoveerde hij bij prof. dr. H.J.G.H. Oosterhuis, neuroloog, en prof. dr. A.D. de Groot, methodoloog, op het proefschrift: Het denken van de neuroloog. In dat jaar verruilde hij de academische werkplek voor een perifeer ziekenhuis, het RK ziekenhuis in Groningen (nu Martini ziekenhuis). Hij werd daar de eerste opleider neurologie (1993-2007). Van 1992-2000 was hij bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, waarvan het laatste jaar voorzitter. Van 2004-2006 was hij als perifeer (deel) - opleider lid van het kernconsilium van deze vereniging en sinds 2002 is hij lid van de toetsingscommissie van de NVN.

In 2001 werd hij gevraagd om als een van twee perifere specialisten (de ander was dr. J.W. Briët uit Deventer) lid te worden van de projectgroep die het nieuwe geneeskunde curriculum G2010 heeft ontworpen. Op 1 mei 2006 is hij benoemd tot coördinator van de masteropleiding geneeskunde in Groningen, waarvoor hij later dat jaar zijn praktijk als neuroloog gedeeltelijk heeft verruild voor een universitaire aanstelling. Daarnaast is hij sinds 2005 affiliatiecoördinator in het Martini ziekenhuis (in een duobaan met mw. drs. A.N. Raat).

Samen met prof. dr. J.B.M. Kuks verzorgde hij twee herdrukken van het leerboek Klinische neurologie van zijn promotor H.J.G.H. Oosterhuis (2003, 2007) en met prof. dr. J.B.M. Kuks en drs. J.M. Fock schreef hij het praktijkgerichte boek Praktische neurologie (2004).

Na een periode van onderzoek in de neurotraumatologie (Glasgow) ging zijn belangstelling uit naar bewegingsstoornissen. Daarnaast heeft hij lange tijd gewerkt aan zijn promotie-onderzoek, dat betrekking had op de ontwikkeling van expertise. Hij heeft zich daarbij vooral gericht op de ontrafeling van diagnostische redeneerprocessen van onervaren tot zeer ervaren clinici. Het lukte hem om de top van de Nederlandse neurologen hardop denkend problemen te laten oplossen, waarna hij middels protocolanalyse probeerde hun denkstrategieën in heuristische regels te vangen. Hij kon aannemelijk maken dat, net als bij schaakmeesters, intuïtieve processen en werkwijzen een grote rol in het denkproces van expertneurologen spelen. Als zodanig zijn onderwerp en bevindingen van het onderzoek van destijds nog steeds (beter: opnieuw) actueel. Snoek hoopt in de komende jaren, naast onderzoek naar leren in de klinische context, de vertaalslag te kunnen maken van ‘het denken van de dokter’ naar ‘het brein van de dokter’: onderzoek naar de neurale basis van expertkennis middels functionele beeldvorming (fMRI).

Als coördinator van de masteropleiding geneeskunde is hij verantwoordelijk voor de implementatie en evaluatie van de klinische fase in zowel het UMCG als in de geaffilieerde ziekenhuizen. Daarnaast blijft hij – met veel plezier – aktief in de neurologische praktijk in het Martini ziekenhuis: patiëntenzorg en patiëntgebonden onderwijs wil hij voor geen goud missen.