Samenvatting
In dit artikel beschrijft de auteur zijn persoonlijke en professionele ervaringen en overwegingen na een plotselinge, onverwachte diagnose: kanker. Centraal in dit artikel staat het begrip ‘individuatie’ als conceptualisering van een innerlijk groeiproces: het vinden van eigenheid als persoon in relatie tot belangrijke andere personen in een levenlangdurend wordingsproces. Dit proces heeft tot doel alle aspecten van de persoon in harmonie te brengen en zin te verlenen. De auteur behandelt daarbij de universele aspecten van het goede leven die Aristoteles al formuleerde. De auteur behandelt daarbij de universele aspecten van het goede leven die Aristoteles al formuleerde. Een psychotherapeut wordt beschouwd als reflective practitioneren als wounded healer. Doel van dit artikel is bij te dragen tot een herwaardering van de existentiële dimensie in de psychotherapie.
Notes
Persoonlijke mededeling Rijk Dijkhuizen (1950-2002).
Het Tabor-huis in Nijmegen is een gespecialiseerd begeleidingscentrum voor patiënten met ernstige kanker. De naam is afkomstig van de berg Tabor; deze staat voor licht en het vinden van de eigen kracht om dat wat je overkomt te dragen. Nederland kent enkele van deze gespecialiseerde centra, zoals het Helen Downing-instituut te Utrecht en het Vicky Brown-centrum in Tilburg.
CEA = congenital endocryne antigen
Door Van Gael (1998) vertaald als ‘gewonde genezer’.
Zie Tijhuis (2000, 2001): onder andere Dryden & Spurling, ‘On becoming a psychotherapist’ (1989); Natterson, ‘Beyond countertransference’ (1991); Kerssemakers, ‘Tegenoverdracht en religie’ (1989); Tsiantis en anderen, ‘Countertransference in psychoanalytic psychotherapy with children and adolescents’ (1996); Martindale en anderen, ‘Supervision and its vicissitudes’ (1997) en een reeks artikelen.
In een interview over het onderzoek van Kievit-Stijnen en anderen (2004) wordt iets dergelijks aangegeven over de aanpak bij ernstige ziektes als kanker en diabetes: ‘Belangrijk bij de begeleiding van ernstig zieke mensen is dat de psycholoog óók goed op de hoogte is van de aard van de ziekte’.
Met oprechte dank aan Eric Dyckhoff, psychiater.
Literatuur
Bugental, J. (1987). The art of the psychotherapist. New York: W.W. Norton & Company.
Bugental, J. (1990). Intimate Journeys. San Francisco: Jossey-Bass Publishers.
Chatrou, M. (2003). Integrale oncologische zorg. Congres kanker: groeiende zorg. De Psycholoog, 38, 210-211.
Crul, H. (2004). Leven in blessuretijd. De Gelderlander, 24 maart.
Draayer, H. (2001). Meditatie, energie en bewustzijn. De innerlijke weg vanuit het kosmisch oog. Den Haag: Mirananda Uitgevers.
Gael, M. Van (1998). Als de chirurg in eigen vingers snijdt… Over de grenzen van de psychische draagkracht van de psychotherapeut. Tijdschrift voor Psychotherapie, 24, 77-90.
Hutschemaekers, G. (2001). Onder professionals. Hulpverleners en cliënten in de geestelijke gezondheidszorg. Nijmegen: SUN.
Hutschemaekers, G., Festen, Th., Kal, D., Bos, C.H., Oosterholt, D., Thomas, E., & Fijn, P. (red.) (2004). Vragen naar zin. Het perspectief van de ggz-patiënt. Tilburg: KSGV.
Hutschemaekers, G., & Festen, Th. (2004). Waarover praten zij? Over hulpvragen van patiënten en antwoorden van hulpverleners. In G. Hutschemaekers, Th. Festen, D. Kal, C.H. Bos, D. Oosterholt, E. Thomas en P. Fijn (red.), Vragen naar zin. Het perspectief van de ggz-patiënt (pp. 15-33). Tilburg: KSGV.
Kievit-Stijnen, A., Visser, A., Garssen, B., & Pet, A. (2004). Stilstaan bij het leven. Doelen van mensen met kanker in groepsbegeleiding. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 59, 697-710.
Lambert, K. (1981). Analysis, repair and individuation. Londen: Academic Press.
Mahler, M.S. (1968). On human symbiosis and the vicissitudes of individuation. Madison Connecticut: International Universities Press.
Nussbaum, M. (2002). De universele aspecten van het menszijn. In J. Dohmen (red.), Over levenskunst. De grote filosofen over het goede leven (pp. 369-379). Amsterdam: Ambo.
Praag, Ph. van (1998). Over serendipiteit en reflectie-tijdens-het-handelen. Elementen van de grondhouding van professionelen. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 36, 245-254.
Schaffer, A. (2004). Geen hand voor ogen. Amsterdam: De Bezige Bij.
Sedgwick, D. (1994). The wounded healer. New York: Brunner Routledge.
Spiegel, D., & Classen, C. (2000). Group therapy for cancer patients. New York: Basic Books.
Staak, C.P.F. van der (1999). Inleiding. In C.P.F van der Staak en M.A. van Kalmthout (red.), Zorg voor het goede leven (pp. 7-10). Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.
Staps, T., & Yang, W. (1997). Coping with cancer and the search for meaning. In Avshalom Mizrahi, Stephen Fulder and Nimrod Sheinman (Eds.), Potentiating health and the crisis of the immune system. New York: Plenum Press.
Stroeken, H. (1999). Zoeken naar zin. Psychotherapie en existentiële vragen. Amsterdam: Boom.
Tijhuis, L. (1995). De lotgevallen van de adolescent. Een persoonlijke visie op het eigene in de psychotherapie met adolescenten. Tijdschrift voor Psychotherapie, 21, 461-466.
Tijhuis, L. (2000), Therapie aan kinderen en adolescenten: supervisie en opleiding. In H. van Praag–van Asperen en Ph. van Praag (red.), Handboek supervisie en intervisie (pp. 230-251). Utrecht: De Tijdstroom.
Tijhuis, L., & Praag, Ph. van (2000). Groepssupervisie. In H. van Praag–van Asperen & Ph. van Praag (red.), Handboek supervisie en intervisie (pp. 203-229). Utrecht: De Tijdstroom.
Tijhuis, L. (2001). Individuatie van groepspsychotherapeuten. Existentieel aandachtspunt in leertherapie. Groepspsychotherapie, 35, 72-82.
Wiel, H. van de, & Spermon, M. (red.) (2003). Leven met kanker. Amsterdam: Boom.
Winnicott, D.W. (1965). The maturational processes and the facilitating environment. Studies in the theory of emotional development. Madison Connecticut: International Universities Press.
Yalom, Y. (1980). Existential Psychotherapy. New York: Basic Books.
Yang, W. (1999). Yoga van moed en mededogen. Nijmegen: Tabor-huis.
Yang, W., & Staps, T. (2000). Kanker: eindigheid, zin, spiritualiteit. Ontweken aspecten van de psychosociale oncologie. Nijmegen: Valkhof Pers.
Yang, W. (2003). Het verloren paradijs: over zingeving, spiritualiteit en kwaliteit van leven. In H. van de Wiel en M. Spermon (red.), Leven met kanker (pp. 217-237). Amsterdam: Boom.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Additional information
Individuation of a psychotherapist with a rare carcinoma
In this article the author describes his personal and professional experiences and reflections after a sudden and unexpected diagnosis: cancer. The concept of individuation is the center point of an inner developmental process: finding individuality in relation to important others in a lifelong process of human growth. The goal of this process is to harmonize and give meaning to all the aspects of the individual. The author discusses the universal aspects of the good life, as formulated by Aristotle. A psychotherapist is considered as a ‘reflective practitioner’ and ‘wounded healer’. The goal of this article is to contribute to a revaluation of the existential dimension of psychotherapy.
leo tijhuis (1950) is als kinder- en jeugdpsychotherapeut praktijkhouder van Tijhuis Praktijk voor kinder- en jeugdpsychotherapie te Nijmegen. Hij is leertherapeut, opleider en supervisor voor de Nederlandse vereniging voor groepspsychotherapie (NVGP) en de Vereniging van kinder- en jeugdpsychotherapie (VKJP).
Correspondentieadres: Marterstraat 6, 6531 KB Nijmegen.
About this article
Cite this article
Tijhuis, L. Serie Een Bijzondere Casus: De individuatie van een psychotherapeut met een zeldzaam carcinoom. PSIE 31, 60–72 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03062130
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03062130