Abstract
Psychotherapie, opgevat als het verwoorden van wat eerder nog niet onder woorden was te brengen, kan gedefinieerd worden als het komen tot een vruchtbare interactie van tekst en beleving. Waar de psychoanalytische benadering overwegend de nadruk legt op de tekst en de experiëntiële benadering op de beleving, wordt in dit artikel onderzocht hoe de twee benaderingen elkaar in dit opzicht wederzijds zouden kunnen verrijken.
Notes
Er is veel overeenkomst tussen een … of een gevoelde zin en wat Lyotard (1990, p. 201) een ‘phrase-affect’ noemt, wat als ‘gevoelszin’ wordt vertaald.
Dit ligt in de lijn van het postmodernisme, met alle nadruk op de ‘tekst’ en het quasi verdwijnen van het subject en de beleving. Nu is een na-het-postmodernisme-beweging op gang gekomen (zie onder anderen Levin, 1997), waarin beide misschien een beter evenwicht zullen vinden. Het subject wordt inderdaad gemaakt door tekst, maar maakt zelf ook nieuwe tekst.
Literatuur
Depestele, F. (1995a). Gevoelde zin: een Nederlandse vertaling voor ‘felt sense’. Tijdschrift voor Cliëntgerichte Psychotherapie, 33 (1), 3-16.
Depestele, F. (1995b). Het lichaam vóór de ‘gevoelde zin’. In G. Lietaer en Van Kalmthout (red.), Praktijkboek gesprekstherapie. Psychopathologie en experiëntiële procesbevordering (pp. 109-129). Utrecht: De Tijdstroom.
Depestele, F. (1995c). Een inleiding in het werk van Gendlin. Het experiëntiële karakter van psychotherapie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 21 (5), 349-370 (Errata: 1996, 22 (1), 63).
Depestele, F. (2000) Der therapeutische Raum aus experientieller Sicht (vert. E.M. Zinschitz). In H.-J. Feuerstein, D. Müller en A. Weiser Cornell (Hrsg.), Focusing im Prozess. Ein Lesebuch, pp. 75-91. Köln: GWG-Verlag.
Dor, J. (1985). Introduction à la lecture de Lacan. 1. L'inconscient structuré comme un Language. Paris: Denoël.
Gendlin, E.T. (1968). The experiential response. In E. Hammer (ed.), Use of interpretation in treatment (pp. 208-227). New York: Grune & Stratton.
Gendlin, E.T. (1970). A theory of personality change. In J.T. Hart en T.M. Tomlinson (eds.), New directions in client-centered therapy (pp. 129-173). Boston: Houghton Mifflin.
Gendlin, E.T. (1981). Focusing (second edition. New revised instructions). New York: Bantam Books.
Gendlin, E.T. (1991). Thinking beyond patterns: body, language and situations. In B. den Ouden en M. Moen (eds.), The presence of feeling in thought (pp. 25-151). New York: Peter Lang.
Gorp, H. van, Ghesquiere, R., Delabastita, D., & Flamend, J. (1991). Lexicon van literaire termen. Stromingen en genres. Theoretische begrippen. Retorische procédés en stijlfiguren. Vierde volledig herziene druk. Groningen: Wolters-Noordhoff.
IJsseling, S. (1968). Paul Ricoeur en Sigmund Freud. Enige opmerkingen over hermeneutiek en psychoanalyse. Tijdschrift voor Filosofie, 30, 695-714.
IJsseling, S. (1975). Retoriek en filosofie. Wat gebeurt er wanneer er gesproken wordt? Leuven: Acco.
IJsseling, S. (1978). Hermeneutiek en retoriek. In R.C. Kwant en S. IJsseling (red.), Filosoferen. Gangbare vormen van wijsgerig denken (pp. 150-172). Alphen aan den Rijn/Brussel: Samson.
Josephs, L. (1988). A comparison of archaeological and empathic modes of listening. Contemporary Psychoanalysis, 24 (2), 282-300.
Lemaire, A. (1977). Jacques Lacan (2ème éd.). Bruxelles: Mardaga.
Levin, D.M. (ed.) (1997). Language beyond postmodernism: saying and thinking in Gendlin's philosophy. Evanston: Northwestern University Press.
Lyotard, J.-F. (1990). L'inarticulé ou le différend même. In M. Meyer en A. Lempereur (réd.), Figures et conflits rhétoriques (pp. 201-207). Bruxelles: Editions de l'Université de Bruxelles.
Malan, D. H. (1979). Individual psychotherapy and the science of psychodynamics. London: Butterworth.
Mooij, A.W.M. (1975). Taal en verlangen. Lacans theorie van de psychoanalyse. Meppel: Boom.
Mooij, A.W.M. (1982). Psychoanalyse en regels. Meppel: Boom.
Mooij, A.W.M. (1988). Lacan in relatie tot de hermeneutiek. In Th. de Boer e.a., Hermeneutiek. Filosofische grondslagen van mens- en cultuurwetenschappen (pp. 179-207). Meppel: Boom.
Mooij, A.W.M. (1995). Bespreking van P. Moyaert, ‘Ethiek en sublimatie. Over “&;circ;De ethiek van de psychoanalyse” van Jacques Lacan’. Nijmegen: SUN, 1994. Tijdschrift voor Filosofie, 57 (2), 374-375.
Pierloot, R.A., & J.H. Thiel (1986). Psychoanalytische therapieën. Deventer: Van Loghum Slaterus.
Sheets-Johnstone, M. (1994). Corporeal archetypes and the psychoanalytic view: beginning perspectives on the body in Lacan's psychoanalytic. In M. Sheets-Johnstone, The roots of power. Animate form and gendered bodies (pp. 195-240). Chicago & LaSalle: Open Court.
Soenen, S., & R. Van Balen (1995). De genezende werking van het gesprek in psychotherapie. Een dialoog met E.T. Gendlin en J. Lacan. In G. Lietaer en M. Van Kalmthout (red.), Praktijkboek gesprekstherapie. Psychopathologie en experiëntiële procesbevordering (pp. 130-147). Utrecht: De Tijdstroom.
Vanaerschot, G., & R. Van Balen (1991). Empathie. In H. Swildens, O. de Haas, G. Lietaer en R. Van Balen (red.), Leerboek gesprekstherapie. Een cliëntgerichte benadering (pp. 93-137). Amersfoort/Leuven: Acco.
Vergote, A. (1982). De ‘l'autre scène’ de Freud à ‘l'Autre’ de Lacan. In ‘Qu'est-ce que l'homme?’ Philosophie/Psychanalyse. Hommage à Alphonse De Waelhens (pp. 683-709). Bruxelles: Facultés Universitaires Saint-Louis.
Zwaal, van der, P. (1997). De achtste vrije kunst: psychoanalyse als retorica. Meppel: Boom.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Frans Depestele studeerde geneeskunde en filosofie en is werkzaam als psychiater-psychotherapeut in een ambulante praktijk. Correspondentieadres: Grotstraat 100, B-3200 Aarschot.
About this article
Cite this article
Depestele, F. Tekst en beleving. PSIE 26, 85 (2000). https://doi.org/10.1007/BF03061922
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03061922