Samenvatting
Inleiding:
De vraag naar professionals met kennis en vaardigheden op het gebied van technologie en zorg (TZ-professionals) groeit. Niet alleen intramuraal, maar ook extramuraal. Zowel hbo- als wo-instellingen zijn daarom de laatste jaren gestart met nieuwe opleidingen en afstudeerrichtingen die een combinatie van technologie en zorg aanbieden (TZ-opleidingen).
Werkwijze:
Een commissie, ingesteld door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heeft een schatting gemaakt van de te verwachten behoefte aan TZ-professionals op mbo-, hbo- en wo-niveau op de middellange termijn (2020). Deze behoefte is vergeleken met het aantal studenten dat de komende jaren uitstroomt uit de nieuwe TZ-opleidingen en -afstudeerrichtingen.
Resultaten:
De opleidingscapaciteit van de nieuwe TZ-opleidingen en -afstudeerrichtingen binnen het hbo en wo is groot genoeg om aan de te verwachten vraag te voldoen. Bovendien kan de opleidingscapaciteit desgewenst snel worden uitgebreid. De kerncompetentie van TZprofessionals is een brede en diepe kennis van de technologie, waarmee zij een duidelijke meerwaarde hebben in een team met andere zorgverleners.
Conclusie en belangrijkste aanbevelingen:
De vraag naar medisch-technologische expertise neemt toe, maar op dit moment worden voldoende studenten opgeleid om aan de behoefte op middellange termijn te voldoen. TZ-professionals zullen een belangrijke rol vervullen als bruggenbouwers tussen de twee tot nog toe gescheiden werelden van techniek en zorg. TZ-opleidingen dienen in hun curriculum in de eerste plaats aandacht te geven aan de technologie. In aanvulling daarop moeten zij zorgen voor goede communicatieve vaardigheden en voldoende kennis van de inhoud, organisatie en cultuur van de zorg. De commissie denkt daarbij aan een verdeling van ongeveer 80% technologische en 20% medische kennis en vaardigheden. Om voldoende studenten te blijven interesseren voor een TZ-opleiding of -afstudeervariant adviseert de commissie verder dat opleiders inzicht geven in de verschillen en overeenkomsten tussen de diverse TZ-opleidingen en afstudeervarianten; dat opleiders en werkgevers in gezamenlijk overleg duidelijkheid verschaffen over het beroepsbeeld van TZprofessionals; en tenslotte dat opleiders de doorstroommogelijkheden binnen en tussen opleidingen op mbo-, hbo- en wo-niveau beter benutten. (Sminia T, Sanders FBM, Weerd AW de, Wieringa PA, Duchatteau DC, Schmit Jongbloed LJ, Willemsen MC, Borleffs JCC. Techniek met zorg: kwantiteit en kwaliteit van zorgtechnologische opleidingen. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2005;24(1):35-43.)
Article PDF
Avoid common mistakes on your manuscript.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
Open Access This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution Noncommercial License ( https://creativecommons.org/licenses/by-nc/2.0 ), which permits any noncommercial use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original author(s) and source are credited.
About this article
Cite this article
Sminia, T., Sanders, F.B.M., de Weerd, A.W. et al. Techniek met zorg: kwantiteit en kwaliteit van zorgtechnologische opleidingen. TMEO 24, 35–43 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03056675
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03056675