Skip to main content
Log in

Het gynaecologisch logboek voor arts-assistenten: kansen voor een portfolio?

  • Onderzoek
  • Published:
Tijdschrift voor Medisch Onderwijs

Samenvatting

Inleiding:

Er zijn plannen om bij de opleiding tot gynaecoloog gebruik te maken van portfolio ‘leren en toetsen’. In dat kader wilden wij vaststellen hoe het huidige logboek door geneeskundigen in opleiding (AGIO’s) tot gynaecoloog en hun opleiders gebruikt wordt. Een tweede vraag betrof de motivatie om mee te werken aan verandering van het logboek in de richting van een portfolio.

Methode:

Alle Nederlandse AGIO’s obstetrie en gynaecologie werd gevraagd om een vragenlijst in te vullen. De lijst was opgedeeld in vier categorieën: het dagelijkse gebruik, de rol bij de evaluatie en beoordeling van de AGIO, verbetering of aanpassing van het huidige logboek en de mogelijkheid tot respons. Een 5-puntsschaal werd gebruikt. Co-variabelen waren het opleidingsjaar en het type opleidingsziekenhuis.

Resultaten:

Van de 269 vragenlijsten werd 65% (176) geretourneerd. De uitslagen van de vragenlijst waren voor (a) het bijhouden van het logboek: 3,2 (SD 1,3), (b) het denken dat de opleider veel waarde hecht aan het logboek: 2,9 (SD 1,1), (c) het gebruik bij evaluatiegesprekken: 2,6 (SD 1,4), (d) het gebruik bij het aftekenen van het autorisatieniveau: 2,0 (SD 1,1), (e) het beter inzicht krijgen in de eigen vorderingen: 2,7 (SD 1,2), (f) het gebruik om de opleider te wijzen op diens verplichtingen: 3,0 (SD 1,3), (g) als bewijs van vordering: 2,8 (SD 1,2), (h) een herziening van het logboek ten behoeve van toetsing: 3,8 (SD 1,4), (i) een herziening ten behoeve van het komend modulair opleidingssysteem: 4,0 (SD 1,0), en (j) een herziening ten behoeve van een autorisatiesysteem: 3,9 (SD 1,1). Een deel van de AGIO’s benadrukte dat een verhoging van de administratieve tijdsinvesteringen moet worden vermeden.

Discussie en conclusie:

Ongeveer de helft van de opleidingsassistenten Obstetrie en Gynaecologie gebruikt het logboek matig. Het plan om een portfolio te introduceren vraagt om een grondige voorbereiding en zal gepaard moeten gaan met een cultuurverandering binnen de discipline. De tijd die nodig is voor het bijhouden van een portfolio moet binnen redelijke proporties blijven. Het introduceren van portfolio ‘leren en toetsen’ vereist een goede begeleiding en motivatie van zowel de AGIO’s als de opleiders en is gerechtvaardigd door de te verwachten meeropbrengsten (toegenomen zelfreflectie, gestructureerde beoordeling meerdere rollen). Wanneer het portfolio leidt tot een persoonlijk ontwikkelingsplan, dan kan dit leiden tot een hogere motivatie onder de AGIO’s. (Mahesh S, Sijtsma K, Scheele F, Wolf B, Driessen EW. Het gynaecologisch logboek voor arts-assistenten: kansen voor een portfolio? Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2004;23(6):274-280.)

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Mahesh, S., Sijtsma, K., Scheele, F. et al. Het gynaecologisch logboek voor arts-assistenten: kansen voor een portfolio?. TMEO 23, 274–280 (2004). https://doi.org/10.1007/BF03056667

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03056667

Navigation