Skip to main content
Log in

Het premenstrueel syndroom

Prevalentie en kenmerken van patiënten in een huisartsenpraktijk

  • Onderzoek
  • Published:
Huisarts en Wetenschap Aims and scope

Samenvatting

Kolthoff F, Labots-Vogelesang M, Lagro-Janssen T. Het premenstrueel syndroom. Prevalentie en kenmerken van patiënten in een huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 2005;48(3):…

Doel Inzicht krijgen in hoe vaak het premenstrueel syndroom (PMS) voorkomt en of er verschillen zijn tussen vrouwen met en zonder PMS.

Opzet Een kwantitatief onderzoek door middel van een enquête.

Methoden Aan alle vrouwen tussen de 12 en 55 jaar in een groepspraktijk in Den Helder werd een enquête gestuurd. Er werd uitgebreid gevraagd naar klachten vóór en tijdens de menstruatie. Tevens werden leeftijd, burgerlijke staat, pariteit, opleiding, menstruatiepatroon, anticonceptiegebruik, het gebruik van genees- en genotmiddelen en sportbeoefening vastgelegd. PMS is gedefinieerd volgens strikt omschreven criteria. Tot slot werd de algemene gezondheidstoestand door middel van COOP-charts gemeten.

Resultaten Van de 1805 verstuurde enquêtes werd 70% ingevuld geretourneerd (n=1264). Na exclusie van alle postmenopauzale vrouwen, zwangeren en vrouwen na een uterusextirpatie resteerde een onderzoekspopulatie van 977 vrouwen. Van hen voldeed 3,9% aan de criteria van PMS.

Vrouwen met PMS waren gemiddeld ouder, gebruikten minder vaak hormonale anticonceptie en hadden minder vaak een regulaire cyclus vergeleken met vrouwen zonder PMS.

Ook hadden zij volgens de COOP-charts meer moeite met dagelijkse bezigheden en sociale contacten en beoordeelden zij hun psychische gesteldheid en algemene gezondheid slechter dan vrouwen zonder PMS.

Conclusie Eén op de 25 menstruerende vrouwen lijdt aan het premenstrueel syndroom. Deze vrouwen voelen zich zowel lichamelijk als psychosociaal slecht functioneren. PMS komt vaker voor bij vrouwen zonder hormonale anticonceptie.

Abstract

Kolthoff F, Labots-Vogelesang M, Lagro-Janssen T. The premenstrual syndrome. Prevalence and characteristics in patients in a general practice. Huisarts Wet 2005;48(3):109-12.

Aim To obtain insight into the prevalence of the premenstrual syndrome (PMS) and into the differences between women with and without PMS.

Design A quantitative study based on a questionnaire.

Methods A questionnaire was sent to all the women aged between 12 and 55 years registered with a group general practice in Den Helder (NL). Complaints before and during the menstrual cycle were noted in detail. The questionnaire collected data on age, civil status, parity, education, menstrual pattern, use of contraception, medication, stimulants and sport. PMS was defined according to strict criteria. The women's general health status was also measured using COOP charts.

Results Of the 1805 questionnaires distributed, 70% (n=1264) were completed and returned. After exclusion of all post-menopausal women, pregnant women and women after hysterectomy, the population under survey consisted of 977 women. Of these, 3.9% matched the PMS criteria. Women with PMS were older, used hormonal contraception less often and presented less frequently with regular cycle compared to women without PMS. They also experienced more problems in daily activities and contacts activities and assessed their mental and general health as inferior to that of women without PMS.

Conclusion One out of 25 menstruating women suffer from premenstrual syndrome. They feel that they function inadequately both physically and psychosocially. PMS is more frequent in women not using hormonal contraception.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literatuur

  • Schagen van Leeuwen J. Premenstrueel syndroom. NVOG-folder nummer 19. Utrecht: NVOG, 1999.

    Google Scholar 

  • Baart ILMA. Bestaat het premenstrueel syndroom? Huisarts Wet 1991;34:466-71.

    Google Scholar 

  • Bransen EM. Van der Velden J. Het premenstrueel syndroom in de Nederlandse huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 1993; 36:322-7.

    Google Scholar 

  • Van de Lisdonk EH, Van den Bosch WJHM, Lagro-Janssen ALM. Ziekten in de huisartsenpraktijk. Maarsen: Elsevier Gezondheidszorg, 2003.

    Google Scholar 

  • Bransen EM. Het Protocol Premenstruele Klachten van Aletta. De uitvoerbaarheïd van een protocol voor diagnostiek en behandeling van premenstruele klachten in de huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 1993;36:328-331.

    Google Scholar 

  • Nelson EC, Landgraf RD, Hays JW, Kirk JH, Wasson A, Keller M, et al. The COOP Function Charts: a system to measure patient function in physicians’ office. In: WONCA Classification Committee: Functional Status Measurement in Primary Care. New York/Berlin/Heidelberg: Springer, 1990.

    Google Scholar 

  • Lagro-Janssen T, Smulders M. Menstruatieklachten. Maarssen: Elsevier/Bunge, 2002.

    Google Scholar 

  • Nicolai L. Premenstruele klachten. In: Toine Lagro-Janssen, Greta Noordenbos. Sekseverschillen in ziekte en gezondheid. Nijmegen: SUN, 1997.

    Google Scholar 

  • Wyatt K. Premenstrual syndrom. In: Clinical Evidence 2002;4:1121-33. .

    Google Scholar 

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

UMC St Radboud, afdeling Vrouwenstudies Medische Wetenschappen, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen: prof.dr. A.L.M. Lagro-Janssen; mw. F.A. Kolthoff, basisarts; mw. M. Labots-Vogelesang, huisarts te Den Helder.

Mogelijke belangenverstrengeling: er is subsidie ontvangen van de Stichting tot Bevordering van Seksuologie in de Huisartspraktijk en van de VNVA-commissie Bijzonder Fonds voor Onderzoeksvoorstellen.

About this article

Cite this article

Kolthoff, F., Labots-Vogelesang, M. & Lagro-Janssen, T. Het premenstrueel syndroom. HUWE 48, 850–854 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03084494

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03084494

Navigation