Abstract
0003 8c 22 - F.E. 5 (1979), p. 342: Mediterranean region and W. Europe, northwards to C. England and the Netherlands.
The erratum of this chapter is available at http://dx.doi.org/10.1007/978-94-009-9191-0_11
Access this chapter
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Literatuur (Hoofdstuk 8)
Abeleven, Th.H.A.J., 1870. Verslag van de vier en twintigste jaarvergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (1), p. 98–114.
Abeleven, Th.H.A.J., 1873. Verslag van de zes en twintigste jaarvergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. II (1), p. 221–240.
Abeleven, Th.H.A.J., 1877. Verslag van de dertigste jaarvergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (2), p. 139–163.
Abeleven, Th.H.A.J., 1879. Verslag van de twee en dertigste jaarvergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. II (3), p. 214–235.
Abeleven, Th.H.A.J., 1882. Verslag van de vier en dertigste jaarvergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. II (3), p. 410–420.
Abeleven, Th.H.A.J., 1885. Verslag van de negen en dertigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (4), p. 279–303.
Abeleven, Th.H.A.J., 1888. Flora van Nijmegen I. Ned. Kruidk. Arch, II (5), p. 251–340.
Abeleven, Th.H.A.J., 1891. Verslag van de vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch, II (5), p. 633–651.
Abeleven, Th.H.A.J., 1893. Verslag van de vier en vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. II (6), p. 195–228.
Abeleven, Th.H.A.J., 1895. Verslag van de acht en vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (6), p. 515–561.
Abeleven, Th.H.A.J., 1898. Verslag van de vier en zestigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch, III (1), p. 293–346.
Abeleven, Th.H.A.J., 1901. Verslag van de zeventigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch, III (2), p. 361–403.
Abeleven, Th.H.A.J., 1902. Verslag van de twee en zeventigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch, III (2), p. 553–609.
Adema, F., 1968. Twee voor Nederland nieuwe Tijmen. Gorteria 4, p. 48–51.
Adema, F., 1974. Juncus canadensis J. Gay ex Laharpe nieuw voor Nederland. Gorteria 7, p. 17–20.
Adema, F., 1976. De Filago vulgaris-groep in Nederland. Gorteria 8, p. 42–47.
Adema, F. & J. Mennema, 1976. Seseli montanum L. in Nederland gevonden. Gorteria 8, p. 22–24.
Adema, F. & J. Mennema, 1979. De Nederlandse slijkgrassen. Gorteria 9, p. 330–334.
Andreas, Che. H., 1956. Notes on Stellaria nemorum L. Acta Bot. Neerl. 5, p. 145–156.
Anon, 1855. Verslag van het verhandelde op de negende vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen. Ned. Kruidk Arch. I (3), p. 431–493.
Anon, 1885. Phanerogamae et Cryptogamae vasculares waargenomen in de provincie Limburg door de leden der Nederlandsche Botanische Vereeniging van 1861 tot 1883. Ned. Kruidk Arch, II (4), p. 304–334.
Anon., 1887. Phanerogamae et Cryptogamae vasculares waargenomen in de provincie Limburg door de leden der Nederlandsche Botanische Vereeniging van 1861–1886. Ned. Kruidk Arch, II (5), p. 1–36.
Anon., 1896. Verslag van de zestigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. III(1),p. 1–58.
Anon., 1897. De muurbloem. De Levende Natuur 2, p. 33–35.
Anon., 1913. Vergadering, uitgeschreven door de Commissie voor het floristisch onderzoek van Nederland. Ned. Kruidk Arch. 1913, p. 51–54.
Anon., 1917a. ‘t Natuurhistorisch Genootschap in het afgeloopen jaar. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 6, p. 2–4.
Anon., 1917b. Het Natuurhistorisch Genootschap in 1917. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 6, p. 33–35.
Anon., 1926. Verslag maandelijksche vergadering van Woensdag 5 mei 1926. Natuurh. Maandbl. 15, p. 49–51.
Anon., 1927. Verslag der maandelijksche vergadering op 1 Juni 1.1. Natuurh. Maandbl. 16, p. 70–72.
Anon., 1935. Verslag van de maandelijksche vergadering op Woensdag 1 mei 1935. Natuurh. Maandbl. 24, p. 54–55.
Anon., 1936. Wageningen. Natura 35, p. 205–206.
Anon., 1948. Wee het peperboompje! Natuurh. Maandbl. 37 (7/8), p. 51–52.
Anon., 1951. De laatste groeiplaats van Anemone Pulsatilla beschermd. Natuur en Landschap 5, p. 58.
Anon., 1952. Verslagen van de maandvergaderingen. Natuurh. Maandbl. 41, p. 26–30.
Anon., 1953. Verslagen van de maandvergaderingen. Natuurh. Maandbl. 42, p. 74–75.
Anon., 1955. Verslag Terschelling. De Veldrot 1 (1).
Anon., 1962. Wat behouden bleef. Natuur en Landschap 15, p. 62.
Anon., 1965. Verslagen van de maandvergaderingen. Natuurh. Maandbl. 54, p. 85–88.
Anon., 1971. Verslagen van de maandvergaderingen. Natuurh. Maandbl. 60, p. 124–125.
Arnolds, E.J.M. & R. van der Meijden, 1976. Standaardlijst van de Nederlandse Flora 1975. Rijksherbarium, Leiden.
Asscher, E.B., 1848. Schets der Flora van Abcoude’s omstreken. In: H. Boursse Wils, Verslag der tweede algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk Arch. I (1), p. 440–446.
Barker, D., 1954. Miscellaneous notes on Scirpus lacustris L. sensu lat. in the Netherlands. Acta Bot. Neerl. 3, p. 425–445.
Barker, D., 1955. De flora van de Noordoostpolder. De Levende Natuur 58, p. 1–10.
Ball, P.W., 1964. Petrorhagia (Ser. ex DC.) Link In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 1, p. 186–188. Cambridge.
Ball, P.W., 1968a. Vicia L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 2, p. 129–136. Cambridge.
Ball, P.W., 1968b. Lathyrus L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 2, p. 136–143. Cambridge.
Ball, P.W., 1972. Lamium L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 147–148. Cambridge.
Barkman, J.J., 1963a. Over de standplaats van Cornus suecica in Oostfriesland. Gorteria 1, p. 100–105.
Barkman, J.J., 1963b. Pyrola uniflora in Oostfriesland. Gorteria 1, p. 109–110.
Barkman, J.J., 1968a. Beschouwingen over het begrip zeldzaamheid bij planten. Gorteria 4, p. 79–86.
Barkman, J.J., 1968b. Botanisch onderzoek op het Biologisch Station Wijster, 1957–1967. In: H.J. Venema, Bijdragen over veldbiologie, natuurbeheer en landschap in het Drentse district, Med. Landb.hogesch. Wageningen 11, p. 141–160.
Barkman, J.J., 1973. Naar aanleiding van het maanvaren-artikel van Kees den Hartog. In: J.C. Smittenberg (ed.), Plantengroei in enkele Nederlandse landschappen, p. 281–282. Amsterdam .
Beeftink, W.G., 1964. Polygonum maritimum L in Nederland. Gorteria 2, p. 13–20.
Beeftink, W.G., 1965. De zoutvegetatie van ZW-Nederland beschouwd in Europees verband. Thesis. Wageningen.
Berk, LH. van, 1912. Lets over Tillaea muscosa en zoogenaamde zeldzaamheden. De Levende Natuur 16, p. 408.
Beijerinck, W., 1929. De flora van het ‘Drentsch District’ II. De Levende Natuur 33, p. 343–347.
Beijerinck, W., 1930. Polygonatum verticillatum (L.) All., De Kransblad-Salomonszegel in Midden-Drente, met eenige beschouwingen over de Boschflora van het Drentsch-District (III). De Levende Natuur 35, p. 117–125.
Beijersbergen, J. & P. Slim, 1976. Een vonst van de Bitterling in de Grevelingen. De Levende Natuur 79, p. 273–276.
Boenninghausen, G.M.F. von, 1824. Prodromus Florae Monasteriensis Westphalorum. MĂ¼nster .
Boer, A.J. de, 1935. Zeldzaamheden. De Levende Natuur 40 (Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijsse), p. 197.
Boer, H. de, 1974. De zodezegge, Carex cespitosa L., tenslotte toch in Nederland gevonden. Gorteria 7, p. 57–63.
Boer, H. Beeftink, W.G.de, 1975. Een vondst van de trilgraszegge (Carex brizoides L.) in Drenthe. Gorteria 7, p. 114.
Boerlage, J.G., 1891. Verslag van de een en vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch, II (5), p. 678–681.
Boerlage, J.G., F.W. van Eeden, J.W.G Goethart, J.D. Kobus, GAF. Molengraaff, J.W. Wakker & J. Wouters, 1888. Lijst der planten waargenomen op Terschelling door de leden der Nederlandsche Botanische Vereeniging van 5–10 augustus 1886. Ned. Kruidk. Arch. II (5), p. 103–117.
Boerman, M.O. (m.m.v. E. Aartse, L Freese-Woudenberg, D.W. Kapteyn den Boumeester & J. Mourik Jr.), 1975. 10 jaar botanische inventarisatie in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Gemeentewaterleidingen, Amsterdam.
Bol, J., 1970. Waardevolle aanvullingen op Limburgse orchideeenflora. Natuurh. Maandbl. 59, p. 121–122.
Bolman, Joh., 1962. Het steppenrollende vlieszaad. Natura 59, p. 48.
Bolman, Joh., 1976a. Wilde planten in en bij Amsterdam. Zutphen.
Bolman, Joh., 1976b. Wordt Zeelathyrus in ons land een blijvertje? Natura 73, p. 155–158.
Bondam, R., 1870. 3e Bijdrage tot de Flora van Harderwijk. In: H. Boursse Wils, Verslag van de twintigste jaarlijksche vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 440–441.
Boom, B.K., 1975. Flora der gekweekte, kruidachtige gewassen, 3e druk. Wageningen.
Boonen, F. & M Martens, 1971. Een vergelijkend onderzoek naar de vegetatie op de Berghofweide. Doctoraal verslag, afd. Geobotanie, Nijmegen/RIN Leersum.
Bory de Saint-Vincent, J.B.MAG., 1821. Voyage souterrain, ou description du Plateau de Saint-Pierre de Maestricht et de ses vastes cryptes. Paris.
Bosch, R.B. van den, 1848a. Onderzoekingen naar de geographische verspreiding van eenige als inheemsch opgegevene en door latere onderzoekers betwijfelde planten onzer Flora. In: H. Boursse Wils, Verslag der tweede algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. 1(1), p. 371–408.
Bosch, R.B. van den, 1848b. Het geslacht Batrachium Wimm. In: H. Boursse Wils, Verslag der tweede algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. I (1), p. 534–546.
Bosch, R.B. van den, 1850a. Prodromus Florae Batavae I. Leiden.
Bosch, R.B. van den, 1850b. Toevoegsels aangaande het bewerkte gedeelte van den Prodromus Florae Batavae. In: H. Boursse Wils, Verslag der derde bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. 1(2), p. 96–112.
Bosch, R.B. van den, 1851. In: H. Boursse Wils, Verslag der Vierde algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. I (2), p. 2–25.
Bosch, R.B. van den, 1854. In: H. Boursse Wils, Verslag van de zevende algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (3), p. 231–247.
Bosch, R.B. van den, 1859. Jaarlijksch verslag. In: CAJA Oudemans, Verslag van de dertiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (4), p. 427–448.
Bosch, R.B. van den, 1860. In: CAJA Oudemans, Verslag van de veertiende jaarlijksche vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 92–105.
Bosch, R.B. van den, 1861. In: Anon., Verslag van de vijftiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 190–234.
Bosch, R.B. van den, 1863. In: Anon., Verslag van de zestiende vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 223–245.
Boursse Wils, H., 1848. Verslag der tweede algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora. Ned. Kruidk. Arch. I (1), p. 369–563.
Bouwhuis, A, 1977. Epipactus muelleri Godf. inheems in Zuid-Limburg. Gorteria 8, p. 108–113.
Bremer, P., 1978. Flora van de Noordoostpolder. Stencil AGJ.N. en N.J.N., afdeling CNNOP, Emmeloord.
Brouwer, F.I., 1936. Heide en veen in N.W.-Drente. De levende Natuur 40, p. 289–297.
BrĂ¼ggen, H.W.E. van, 1977. De orchideeen van Europa (3). Anacamptis pyramidalis (L.) Rich. - Hondswortel. Orchideeen 39, p. 105–107.
Brugmans, S.J., 1783. Dissertatio ad questionem ab illustri academia regia scientiarum divionensi propositam. Groningen.
Bruinsma, J.J., 1840. Flora Frisica. Leeuwarden.
Bruman, H., 1662. Index stirpium quae prope Zuollam in Transisalania nascuntur. Zwolle [Excerpt in Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 368–398].
Brummelkamp, J., 1914. Het Pothoofd in memoriam en zijn opvolger, 2. De Levende Natuur 19, p. 161–167.
Bruna, M., 1968. Spiranthes spiralis (L.). Portret van een orchidee. Natuurh. Maandbl. 57, p. 32–35.
Brussaard, G.J.N., 1897. Zeldzame planten. De Levende Natuur 2, p. 230.
Burkhardt, F., 1835. Einige Bemerkungen Ă¼ber Pflanzen in Reichenbach’s Flora germanica excursoria. Flora 18 (2, Beiblatt), p. 98–107.
Buse, L.H., 1870. In: M.I. Cop, Verslag van de achttiende jaarlijksche vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 375–382.
Bijleveld, HAS., 1962. De geschiedenis van Corallorhiza trifida in Nederland. Gorteria 1, p. 46–47.
Chater, A.O., B. Valdes & Da Webb, 1972. Linaria Miller. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 226–236. Cambridge.
Chater, A.O., B. Valdes & DA Webb & DA Webb, 1972. Orobanche L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 286–293. Cambridge.
Clabeck, G., 1974. Redécouverte de Veronica praecox All. ä la montagne Saint-Pierre. Natura Mosana 27, p. 71–72.
Clapham, AR., T.G. Tutin & E.F. Warburg, 1962. Flora of the British Isles, ed. 2 . Cambridge.
Clason, E.W., 1955. Montia fontana in Nederland. Acta Bot. Neerl. 4, p. 242–272.
Clason, E.W., 1964. Potamogetonaceae. Flora Neerlandica 1 (6), p. 37–79. Amsterdam.
Clusius, G, 1601. Rariorum Plantarum Historia. Antwerpen.
Clusius, G,1611. Curae posteriores. Antwerpen.
Coesel-Wouda, M.J., 1967. Onderzoek naar de oecologie van de Europese Utricularia-soorten. RIVON-rapport.
Commelin, J., 1683. Catalogus Plantarum Indigenarum Hollandiae. Amsterdam.
Cook, G.D.K., 1964. Ranunculus, subgen. Batrachium (DG) A Gray. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 1, p. 237–238. Cambridge.
Cook, G.D.K., 1968. Oenanthe L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 2, p. 338–339. Cambridge.
Cop, M.I., 1870. Verslag van de achttiende jaarlijksche vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 363–384.
Cremers, J., 1914. Verslag van de werkzaamheden van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg over 1914. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (12).
Cremers, J., 1925. Asperula arvensis L. Natuurh. Maandbl. 14, p. 120.
Cremers, J., 1938. Orchideeen in Z. Limburg. Natuurh. Maandbl. 27, p. 20.
Crepin, F., 1874. Manuel de la Flore de Belgique, ed.3. Bruxeles.
Dandy, J.E., 1979a. Baldellia Pari. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 2. Cambridge.
Dandy, J.E., 1979b. Potamogeton L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 7–11. Cambridge.
Danser, B.H., 1922. Bijdrage tot de kennis der Nederlandsche Rumices. Ned. Kruidk. Arch. 1921, p. 167–228.
Defilipps, RA, 1979. Scirpus L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 227–280. Cambridge.
D’Hose, R., 1977. Notities aangaande Juncus canadensis J. Gay ex Laharpe. Dumortiera 6, p. 35–36.
Dieken, J. van, 1970. Beiträge zur Flora Nordwestdeutschlands. Jever.
Diemont, W.H., 1959. De bescherming van het krijtland längs het Geuldal tussen Gulpen en Valkenburg. Natuur en Landschap 13, p. 6–20.
Diemont, W.H. & AJ.H.M. van de Ven, 1953. De kalkgraslanden van Zuid-Limburg. A De Phanerogamen. Publ. Natuurh. Gen. Limb. 6.
Dirkse, G., JA Hoekstra & W. Loode, 1973. Carex brizoides L en Phyteuma spicatum L. bij Bentheim. Gorteria 6, p. 150–152.
Dissen, H.D., 1972. Flora en vegetatie van het landgoed ‘Singraven’. Ingenieurs-studie Landb.hogesch. Wageningen/RIN Leersum.
Dodoens, R., 1554. Cruydeboeck. Antwerpen.
Dodoens, R.,1583. Stirpium Historiae Pemptades Sex. Antwerpen.
Dodoens, R.,1608. Cruydt-Boeck. Leiden.
Dodoens, R., 1618. Cruydt-Boeck, ed. 2. Leiden.
Doing Kraft, H., 1957. De natuurlijke standplaats van Cornus mas L Jaarb. Ned. Dendrol. Ver. 20, p. 169–201.
Donatus, P., 1931. Bloemen bij den Bosch. De Levende Natuur 36, p. 95.
Dorp, CT. van, 1977. Thesium humifusum DC teruggevonden in de duinen bij Katwijk. Gorteria 8, p. 169–172.
Dozy, F., 1855. Eerste supplement tot den Prodromus Florae Batavae Vol. I. Ned. Kruidk. Arch. I (3), p. 494–520.
Dozy, F., 1856. Verslag van de tiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen. Ned. Kruidk. Arch. I (4), p. 15–81.
Duiven, J.M., 1955. Oerbos in Drente. De Levende Natuur 58, p. 202–206.
Dumortier, B.C., 1823. Agrostographiae Belgicae tentamen. Observations sur les graminGes de la Flore Belgique. Tournai.
Dumortier, B.C., 1827. Florula Belgica. Tournai.
Dumoulin, L.J.G., 1868. Guide du Botaniste dans les environs de Maestricht, Maastricht.
Dijkstra, S.J., 1941. Over de zachte hennepnetel. De Levende Natuur 46, p. 70–72.
Dijkstra, S.J., J.H. Kern, Th. Reichgelt & J.L. van Soest, 1953. Sur quelques Hieracia subg. Pilosella des Pays-Bas. Acta Bot. Neerl. 2, p. 522–534.
Dijkstra, S.J. & F.H. van Rummelen, 1955. Groeiplaats van de alpenboerenkers, Thlaspi alpestre. Natuurh. Maandbl. 44, p. 67.
Eeden, F.W. van, 1868. Tessel. Album der Natuur 1868, p. 330–345.
Eeden, F.W. van, 1874. Lijst der planten die in de Nederlandsche Duinstreken gevonden zijn. Ned. Kruidk. Arch. II (1), p. 360–452.
Eeden, F.W. van, 1880. Herinneringen aan de Veluwe. Album der Natuur 1880, p. 193–214.
Eeden, F.W. van,1889. Desiderata voor de Flora Batava. Ned. Kruidk. Arch, II (5), p. 533–541.
Eeden, F.W. van, 1894. Desiderata voor de Flora Batava. Ned. Kruidk. Arch, II (6), p. 331–343.
Eeden, F.W. van, 1898. Desiderata voor de Flora Batava. Ned. Kruidk. Arch. III (1), p. 537–552.
Eelman, W. & D.T.E. vanderPloeg, 1979. Potamogeton coloratus Vahl opnieuw in Nederland gevonden. Gorteria 9, p. 325–330.
Ehrendorfer, F. & F. Krendl, 1976. Galium L, sect. Leiogalium Ledeb. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 4, p. 23–28. Cambridge.
Ehrhart, F., 1783. Meine Reise nach der Grafschaft Bentheim, und von da nach Holland, nebst der Retour nach Herrenhausen. Hannoverisches Magazin 21, kolom 177–296.
Ehrhart, F., 1790. Beiträge zur Naturkunde und den damit verwandten Wissenschaften 5 . Hannover/OsnabrĂ¼ck.
Essers, M.F.J., 1973. Bijzondere plantenvondsten. Natuurh. Maandbl. 62, p. 120–121.
Faassen, A.H.J., 1978. Is de gele kornoelje echt wild in Zuid-Limburg? Natuurh. Maandbl. 67, p. 3–5.
Federov, AA & M. Kovanda, 1976. Campanula L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, SJVI. Walters & DA Webb, Flora Europaea 4, p. 74–93. Cambridge.
Feinbrun, N., 1972. Cuscuta L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 74–77. Cambridge.
Floristenclub Gelderse Vallei, 1967. ‘Legeradventieven’ te Harskamp. Gorteria 3, p. 130–131.
Feinbrun, N., 1972. Cuscuta L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb,1971. Neofieten van Midden-Nederland. Gorteria 5, p. 136–146.
FlorschĂ¼tz, F., 1931. De Berendruif en de Vierde Natuurhistorische Tentoonstelling. Natura 1931, p. 144–146.
Franquinet, J.L, 1838. Flore des environs de Maestricht. Manuscript.
Fries, E.M., 1823. Novitiae Florae Svecicae 7 (2). Lund.
Frieswijk, J.J.,1976. De flora van het industriegebied ‘Sloterdijk’. De Levende Natuur 79, p. 93–95.
Fröderström, H., 1930. The genus Sedum L. Acta Horti Gothob. V. app. p. 1–75.
Gadella, Th.W.J. & E. Kliphuis, 1968. Enige opmerkingen over Hierarcium pilosella L in Nederland. Gorteria 4, p. 17–26.
Gams, H., 1924. Geraniaceae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 4 (3), p. 1656–1732. MĂ¼nchen.
Gams, H., 1927a. Boraginaceae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (3), p. 2122–2232. MĂ¼nchen.
Gams, H., 1927b. Labiatae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (4), p. 2255–2548. MĂ¼nchen.
Garjeanne, AJ.M., 1901. Eenige opmerkingen over Nederlandsche planten. De Levende Natuur 6, p. 79.
Garjeanne, AJ.M., 1903. De nieuwe inlandsche orchidaceeen. De Levende Natuur 7, p. 239–241.
Garjeanne, AJ.M., 1914. Een verarming van de Venlosche flora. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1914, p. 133–140.
Garjeanne, A.J.M., 1926. De levensgeschiedenis van de Maiitelanjelier. De Levende Natuur 31, p. 33–45.
Garjeanne, A.J.M., 1947. Gratiola. De Levende Natuur 50, p. 13–23.
Geer, J.LW. de, 1814. Plantarum Belgii Confoederati Indigenarum Spicilegium Alterum. Utrecht.
Geuns, S.J. van, 1788. Plantarum Belgii Confoederati Indigenarum Spicilegium. Harderwijk.
Geurts, R., 1939. Lijst (le aanvulling) van sinds 1928 in Midden-Limburg aangevoerde en van enkele zeldzame planten te Echt en omgeving. Natuurh. Maandbl. 28, p. 66–67.
Geurts, R., 1945. De flora van Midden Limburg sinds 1939. Natuurh. Maandbl. 34, p. 44–45.
Goethart, J.W.C, 1905a. In: W. Burck, Verslag der vergadering der Floristische afdeeling (A) der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. 1905, p. 40–78.
Goethart, J.W.C, 1905a., 1905b. Verslag over de belangrijkste resultaten van het wetenschappelijk werk der afdeeling gedurende het jaar 1904. Ned. Kruidk. Arch. 1905, p. 91–101.
Goethart, J.W.C, 1905a., 1905c. Aanwinsten van het herbarium over het jaar 1904. Ned. Kruidk. Arch. 1905, p. 102–125.
Goethart, J.W.C, 1905a. & W.J. Jongmans, 1902. Plantenkaartjes voor Nederland. Leiden.
Goethart, J.W.C, 1905a. & W.J. Jongmans, 1906. Plantenkaartjes voor Nederland. Leiden.
Gorter, D. de, 1745. Flora Gelro-Zutphanica. Harderwijk.
Gorter, D. de, 1757. Florae Gelro-Zutphanicae Appendix. Harderwijk.
Gorter, D. de, 1767. Flora Belgica. Utrecht.
Gorter, D. de, 1768. Florae Belgicae Supplementum I ( Utrecht).
Gorter, D. de, 1781a. Flora Zutphanica. Zutphen.
Gorter, D. de, 1781b. Flora VII Provinciarum Belgii foederati indigena. Haarlem.
Graaf, D.Th. de & P. Heukels, 1979. Over Polystichum aculeatum (L) Roth en zijn voorkomen in Nederland. Natuurh. Maandbl. 68, p. 55–62.
Gregoire, L, 1959. Is Centaurea calcitrapa L. in Nederland uitgestorven? Natuurh. Maandbl. 48, p. 5–6.
Greshoff, M., 1895. Flora Hagana. ‘s-Gravenhage.
Greven, H.G, 1978. Het Duinzwenkgras (Vulpia membranacea Dum.) nu ook in Nederland. De Levende Natuur 81, p. 188–191.
Groot, G, 1961. Steppenrollers. Natura 58, p. 182.
Gutermann, W., F. Ehrendorfer & M. Fischer, 1973. Neue Namen und kritische Bemerkungen zur Gefässpflan-zenflora Mitteleuropas. Öst. Bot. Zeitschr. 122, p. 259–273.
Gytenbeek, A.W. 1949. De orchideeen van de St. Pietersberg te Nederland. Natuurh. Maandbl. 38, p. 73.
Hall, H.G van, 1821. Specimen botanicum, exhibens Synopsin Graminum indigenarum. Utrecht.
Hall, H.G van, 1825. Flora Belgii Septentrionalis I (1/2). Amsterdam.
Hall, H.G van, 1827. Tweede nalezing op de Flora Belgii Septentrionalis. Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen 2, p. 110–124.
Hall, H.G van, 1830. Vierde Nalezing op de Flora Belgii Septentrionalis. Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen 5, p. 78–87.
Hall, H.G van,1831. Vijfde Nalezing op de Flora Belgii Septentrionalis. Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen 6,159–170.
Hall, H.G van, 1832. Zevende nalezing op de Flora Belgii Septentrionalis. Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen 7, p. 333–347.
Hall, H.G van, 1836. Flora Belgii Septentrionalis I (3) Amsterdam.
Hall, H.G van, 1841. Nieuwe bijdragen tot de Nederlandsche Flora, 1. Tijdschr. Natuurk. Gesch. en Physiol. 8, p. 203–259.
Hall, H.G van, F A W. Miquel & M. Dassen, 1832. Flora Belgii Septentrionalis II (1). Amsterdam Handboek Natuurmonumenten, 1957. Amsterdam.
Hall, H.G van, F A W. Miquel & M. Dassen,1971. Amsterdam.
Hart, H. t, 1972. Over het voorkomen van Sedum forsterianum Smith in Nederland. Gorteria 6, p. 67–72.
Hartsen, FA, 1868. Botanische strooptogt in de veenen van Westbroek. Album der Natuur 1868, p. 248–253.
Hegi, G., 1907. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 1. MĂ¼nchen.
Hegi, G., 1909. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 2. MĂ¼nchen.
Hegi, G., 1910/1912. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 3. MĂ¼nchen.
Hegi, G., 1914/1916. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (1). MĂ¼nchen.
Hegi, G., 1925. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (1). MĂ¼nchen.
Hegi, G., 1926. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (2). MĂ¼nchen.
Hegi, G., 1927. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (3). MĂ¼nchen.
Hegi, G., 1928/1929. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (2). MĂ¼nchen.
Hegi, G., H.C. Friedrich, 1962. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 3 (2), 2e Aufl. MĂ¼nchen.
Hegi, G., H.C. Friedrich, 1974. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 3 (2), 2e Aufl. MĂ¼nchen.
Hegi, G., D. Hartl, 1966. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (1), 2e Aufl. MĂ¼nchen.
Hegi, G., D. Hartl, 1972. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (1), 2e Aufl. MĂ¼nchen.
Hegi, G., H. Rechinger, 1960. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 3 (2), 2e Aufl. MĂ¼nchen.
Hegi, G., K. Suessenguth, 1939. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 2, 2e Aufl. MĂ¼nchen.
Hegi, G., G. Wagenitz, 1965. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (3), 2e Aufl. MĂ¼nchen.
Heimans, E., 1896. Het Peperboompje. In: Vragen en körte mededeelingen. De Levende Natuur 1, p. 54–55.
Heimans, E., 1902. Een nieuwe plant voor de Nederlandsche flora. De Levende Natuur 7, p. 80–82.
Heimans, E., 1906. Bescherm de mooie wilde planten. De Levende Natuur 10, p. 197–200.
Heimans, E., 1912. Een verdwenen Orchidee teruggevonden. De Levende Natuur 17, p. 102–104.
Heimans, E., H.W. Heinsius & Jac. P. Thijsse, 1965. Ge’illustreerde Flora van Nederland, ed. 21. Amsterdam/Antwerpen.
Heimans, J. 1916. De geschiedenis van de Nederlandsche flora. De Levende Natuur 20, p. 381–389.
Heimans, J., 1963. Zaagblad en Duitse brem. De Levende Natuur 66, p. 265–272.
Heisterborg, W., 1924. Veronica austriaca. De Levende Natuur 29, p. 128.
Held, AJ. den, 1971. Een recente vondst van Sphagnum imbricatum Hornsch. ex Russ. in Nederland. Gorteria 5, p. 158–160.
Held, AJ. den, in prep. Violaceae. Flora Neerlandica.
Heukels, H., 1896. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 1, p. 177–178.
Heukels, H., 1897. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 1, p. 240–241.
Heukels, H., 1898a. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur p. 257–260.
Heukels, H., 1898b. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 2,p. 18–20.
Heukels, H., 1898c. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 3, p. 196–199.
Heukels, H., 1899a. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 3, p. 216–218.
Heukels, H., 1899b. Vervolg van het verslag over merkwaardige planten, gevonden in 1898. De Levende Natuur 3, p. 235.
Heukels, H., 1899c. Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten, gevonden gedurende De Levende Natuur 4, p. 228–229.
Heukels, H., 1899d. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 4, p. 251–254.
Heukels, H., 1900a. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 4, p. 274–277.
Heukels, H., 1900b. Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten, gevonden gedurende De Levende Natuur 5, p. 22.
Heukels, H., 1900c. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 5, p. 187–189.
Heukels, H., 1900d. Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten, gevonden gedurende De Levende Natuur 5, p. 189.
Heukels, H., 1901a. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 5, p. 226–228.
Heukels, H., 1901b. Verslag omtrent voor Nederland nieuwe planten en omtrent nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten, gevonden in 1900. De Levende Natuur 5, p. 256.
Heukels, H., 1901c. Tot dusverre bekende.groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 5, p. 257–258.
Heukels, H., 190ld. Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten, gevonden in 1901. De Levende Natuur 6, p. 185.
Heukels, H., 1902a. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 6, p. 250–253.
Heukels, H., 1902b. Verslag omtrent voor Nederland nieuwe planten en omtrent nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten, gevonden in 1901. De Levende Natuur 6, p. 281.
Heukels, H., 1902c. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 7, p. 209–211.
Heukels, H., 1903. Verslag omtrent voor Nederland nieuwe planten en omtrent nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten, gevonden in 1902. De Levende Natuur 7, p. 250.
Heukels, H., 1908a. De Flora van Nederland II. Leiden-Groningen.
Heukels, H.,1908b. Nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten in 1907. De Levende Natuur 12. p. 220.
Heukels, H., 1909. De Flora van Nederland HL Leiden-Groningen.
Heukels, H., 1911. Nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten in Nederland in 1911. De Levende Natuur 16, p. 358–359.
Heukels, H.,1913. Nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame plantensoorten in Nederland, in 1912. De Levende Natuur 17, p. 403–406.
Heukels, H., 1915. Nieuwe plantensoorten en varieteiten, gevonden in Nederland in 1914. De Levende Natuur 19, p. 455–457.
Heukels, H.,1917. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1916. De Levende Natuur 21, p. 438–439.
Heukels, H.,1919. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1918. De Levende Natuur 23, p. 427–428.
Heukels, H., 1920. Voor Nederland nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten IV. Ned. Kruidk. Arch. 1919, p. 105–125.
Heukels, H.,1921. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1920. De Levende Natuur 25, p. 263–266.
Heukels, H., 1924. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1923. De Levende Natuur 28, p. 381–382.
Heukels, H., 1926. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1925. De Levende Natuur 30, p. 374–376.
Heukels, H., 1927. Schoolflora voor Nederland, ed. 17. Groningen.
Heukels, H., 1928. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1927. De Levende natuur 32, p. 391–393.
Heukels, H., 1929. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1928. De Levende Natuur 33, p. 411–413.
Heukels, H., 1931. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1930. De Levende Natuur 35, p. 393–394.
Heukels, H., 1932. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1931. De Levende Natuur 36, p. 395–398.
Heukels, H. - S.J. van Ooststroom, 1962. Flora van Nederland, ed. 15. Groningen.
Heukels, H. - S.J. van Ooststroom, 1977. Flora van Nederland, ed. 19. Groningen.
Heukels, P., 1979. Caltha palustris L. var. araneosa Steen. ook bij Zwolle. Gorteria 9, p. 297.
Heybroek, H., 1949. Inventariseren en waarschuwen. Amoeba 25. p. 54–55.
Hilgers, J.H.M., 1967. De achteruitgang van de Orchidaceae in Zuid-Limburg I. Natuurh. Maandbl. 56, p. 138–141.
Hilgers, J.H.M., 1968. De achteruitgang van de Orchidaceae in Zuid-Limburg II. Natuurh. Maandbl. 57, p. 195–198.
Hilgers, J.H.M., 1969a. De achteruitgang van de Orchidaceae in Zuid-Limburg in. Natuurh. Maandbl. 58, p. 7–8.
Hilgers, J.H.M., 1969b. De achteruitgang van de Orchidaceae in Zuid-Limburg VI. Natuurh. Maandbl. 58, p. 78–79.
Hilgers, J.H.M., 1969c. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg VIII. Natuurh. Maandbl. 58. p. 172.
Hilgers, J.H.M., 1970. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg IX. Natuurh. Maandbl. 59,82–84.
Hilgers, J.H.M., 1972a. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg XI. Natuurh. Maandbl. 61, p. 14–16.
Hilgers, J.H.M., 1972b. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg XII. Natuurh. Maandbl. 61, p. 54–56.
Hilgers, J.H.M., 1973. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg Xin. Natuurh. Maandbl. 62, p. 4–7.
Hillegers, H.P.M., 1969. De stinseflora van Nederland. Doctoraal verslag, Laboratorium voor Plantenoecologie, Haren (Gr.).
Hillegers, H.P.M. & B. Reuten, 1978. Het mergellandschaap. Natuurh. Maandbl. 67, p. 121–140.
Hofstra, J., 1978. De botanische betekenis van ijsbanen. Natura 75, p. 215–218.
Hofstra, J. & E.J. Weeda, 1977. Over de vegetatie met Elatine hexandra (Lapierre) DC. in de kleine plas van het Lonnekermeer. Gorteria 8, p. 193–206.
Holkema, F., 1870. De plantengroei der Nederlandsche Noordzee-eilanden. Amsterdam.
Hommel, P., 1979. Is er een grens tussen het Löss- en het Krijtdistrict? Gorteria 9, p. 234–242.
Hondius, P., 1621. Dapes inemptae, of de Moufe-schans. Leiden.
Hoogenraad, H.R, 1906. Afdeeling ‘s-Gravenhage. Natura 1, p. 78–79.
Hoogenraad, H.R,1912. Een nieuwe plant voor de Nederlandsche flora. De Levende natuur 17, p. 283–284.
Hoogenraad, H.R, 1951a. Wilde weit. Natura 48, p. 93–98.
Hoogenraad, H.R, 1951b. Biogeografie. In: G.JA Mulder, Handboek der Geografie van Nederland II, p. 1–129. Zwolle.
Hoogh, RJ. de, 1966. Verslag van een floristisch en vegetatiekundig onderzoek van de natuurgebieden in de gemeente Warnsveld. Afd. Plantensystematiek en -geografie, Landb.hogesch. Wageningen.
Hooijdonk, F. van, 1961. Kluwenklokje bij Bocholtz. Natuurh. Maandbl. 50, p. 51.
Hoven, F.J.J. van, 1847a. Planten gevonden in de omstreken van Maastricht. Ned. Kruidk. Arch. I (1), p. 212–217.
Hoven, F.J.J. van, 1847b. Opgave van eenige planten, in de omstreken van ‘s Hertogenbosch verzameld. Ned. Kruidk. Arch. 1(1), p. 273–279.
Hughes, W.E. & G. Halliday, 1979. Puccinellia Pari. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NABurges, B.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 167–169. Cambridge.
Hulten, E., 1958. The amphi-atlantic plants and their phytogeographical connections. Stockholm.
Humphries, C.J., 1979. Lolium L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA. Webb, Flora Europaea 5, p. 153–154. Cambridge.
Jalas, J. & J. Suominen, 1972. Atlas Florae Europaeae 1. Helsinki.
Jalas, J. & J. Suominen, 1976. Atlas Florae Europaeae 3. Helsinki.
Jansen, M.T., 1967. Een weinig bekende plant, Vicia tenuifolia Roth. Gorteria 3, p. 156–157.
Jansen, M.T.,1978. De flora van Arnhem, toen en nu. Gorteria 9, p. 127–137.
Jansen, M.T. & D.T.E. van der Ploeg, 1977. Stinzeplanten in Nederland. Wetensch. Med. K.N.N.V. 122. Hoogwoud.
Jansen, P. 1951. Gramineae. Flora Neerlandica 1 (2). Amsterdam.
Jansen, P. & J.G. Sloff, 1938. Spartina in Zeeland. De Levende Natuur 42, p. 348–358.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1912. Floristische Aanteekeningen V. Ned. Kruidk. Arch. 1912, p. 67–94.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1914a. Floristische Aanteekeningen VI. Ned. Kruidk. Arch. 1913, p. 69–90.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1914b. Floristische Aanteekeningen VII. Ned. Kruidk. Arch. 1913, p. 91–138.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1914c. Zuid-Limburgsche grassen. De Levende Natuur 19, p. 31–34 en 67–70.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1916a. Floristische Aanteekeningen IX. Ned. Kruidk. Arch. 1915, p. 142–171.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1916b. Floristische Aanteekeningen X. Ned. Kruidk. Arch. 1915, p. 172–186.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1918a. Floristische Aanteekeningen Xffl. Ned. Kruidk. Arch. 1917, p. 218–228.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1918b. Floristische Aanteekeningen XIV. Ned. Kruidk. Arch. 1917, p. 229–241.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1929. Equisetum ramosissimum Desf. Ned. Kruidk. Arch. 39, p. 142–144.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1930. Grassen längs de Zuiderzeekust. Ned. Kruidk. Arch. 40, p. 231–257.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1935a. Grassen om het IJsselmeer, I. Ned. Kruidk. Arch. 45, p. 10–24.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1935b. Bromus Benekenii Trim. De Levende Natuur 40 (Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijsse), p. 97–101.
Jansen, P. & W.H. Wächter, 1938. Grassen om het IJsselmeer IV. Ned. Kruidk. Arch. 48, p. 159–182.
Janssen, J., 1950. Lijst van gevonden orchideeen in Limburg in 1950. Natuurh. Maandbl. 39, p. 100–101.
Jaspers, G.P.J. & J.G. de Bruijn, 1950. Het plantendek van de Krimpenerwaard V. Nieuwe chorologie der Pterido- en Spermatophyta. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 396–416.
Jongen, H., 1934. Helleborus niger. Natuurh. Maandbl. 23, p. 70.
Jongh, S.E. de, 1962. Opmerkingen over de flora van Thorn en omgeving. Gorteria 1, p. 17–18.
Jongh, S.E. de & J.L van Soest, 1941. Het geslacht Corispermum in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 51, p. 442–450.
Jonker, F.P., 1935. Hypericum canadense. In: AW. Kloos, Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1934. Ned. Kruidk. Arch. 45, p. 138–140.
Jonker, F.P., 1959. Hypericum canadense in Europe. Acta Bot. Neerl. 8, p. 185–186.
Jonker, F.P.,1977. Is de gele kornoelje wild in Zuid-Limburg? Natuurh. Maandbl. 66, p. 150–151.
Jonker, F.P., 1978. Nogmaals Cornus mas. Natuurh. Maandbl. 67, p. 60–62.
Joustra, D., 1958. Met ‘It Fryske Gea’ door de Friese Zuid-Oosthoek. Vanellus 11, p. 409–410.
Kaltenbach, J.H., 1844. Flora des Aachener Beckens. Aachen.
Kentgens, J.S., 1911. Door beemd en bosch. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1911, p. 51–61.
Kaltenbach, J.H., 1914. Enkele interessante vondsten. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (3).
Kern, J.H., 1967. Carex hartmanii Caj. in Nederland. Gorteria 3, p. 93–96.
Kaltenbach, J.H. & B. Reichgelt, 1932. Caricologische Aantekeningen. Ned. Kruidk. Arch. 42, p. 355–370.
Kaltenbach, J.H. & Th.J. Reichgelt, 1947. De ondersoorten van Trichophorum caespitosum (L.) Hartm. in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 54, p. 260–263.
Kaltenbach, J.H. & Th. J. Reichgelt, 1949. Cerastium brachypetalum Desp. In: A.W. Kloos, Aanwinsten van de Nederlandse flora in 1944. Ned. Kruidk. Arch. 56, p. 164–165.
Kaltenbach, J.H. & Th. J. Reichgelt, 1950. Over enige kritische planten van onze flora. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 244–261.
Kaltenbach, J.H. & Th. J. Reichgelt, 1952. Onze rivieroevers, schatkamers voor de floristiek. De Levende Natuur 55, p. 126–134.
Kaltenbach, J.H. & Th. J. Reichgelt, 1954. Cyperaceae, Carex. Flora Neerlandica 1 (3). Amsterdam.
Ketner, P., K. Reinink & G. Visser, 1972. Lijst van hogere planten, die tussen 1960 en 1972 op het eiland Terschelling zijn aangetroffen. Stencil (Terschelling).
Keuris, P.E., 1963. Kleine keverorchis. De Levende Natuur 66, p. 95.
Kimstra, K., 1957. Het Klein Kraaienest en omgeving. Kruipnieuws 19, p. 49–51.
Kloos, AW., 1918. Enkele opmerkingen naar aanleiding van het geslacht Veronica. Ned. Kruidk. Arch. 1917, p. 136–156.
Kloos, AW., 1921. De Nederlandse Euphrasia’s. Ned. Kruidk. Arch. 1920, p. 170–207.
Kloos, AW., 1924. Het geslacht Viola in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 1923, p. 138–208.
Kloos, AW., 1931. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1930. Ned. Kruidk. Arch. 41, p. 149–166.
Kloos, AW.,1932. Het geslacht Utricularia in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 42, p. 321–346.
Kloos, AW., 1937. Verslag der Excursie, gehouden te Eibergen en omgeving op 22 Augustus 1936 en volgende dagen. Ned. Kruidk. Arch. 47, p. 35–48.
Kloos, AW., 1938. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1937. Ned. Kruidk. Arch. 48, p. 183–198.
Kloos, AW.,1941. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1940. Ned. Kruidk. Arch. 51, p. 94–121.
Kloos, AW.,1943. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1942. Ned. Kruidk. Arch. 53, p. 30–45.
Kloos, AW., 1947. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1943. Ned. Kruidk. Arch. 54, p. 115–129.
Kloos, AW., 1948. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in 1943-’47. De Levende Natuur 51, p. 75–79.
Kloos, AW., 1949. Twee langverwachten. In: AF.H. Besemer, K. Hana, N. Tinbergen & J. Wilcke, In het voetspoor van Thijsse, p 163–167. Wageningen.
Kloos, AW., 1950a. Verslag van de excursie, gehouden op Voorne 24–29 Juli 1948. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 115–118.
Kloos, AW., 1950b. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1945,1946 en 1947. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 199–243.
Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1933. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1932. De Levende Natuur 37, p. 385–386.
Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1934. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1933. De Levende Natuur p. 394–396.
Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1935. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1934. De Levende Natuur p. 395–396.
Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1936. Nieuwe plantensoorten en varieteiten gevonden in Nederland in 1935. De Levende Natuur 40, p. 313.
Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1937. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1936. De Levende Natuur 41, p. 379–381.
Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1939. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1938. De Levende Natuur 43, p. 377–379.
Knapp, H.D. & H.Jage, 1978. Zur Ausbreitungsgeschichte von Lactuca tatarica (L) CA Meyer in Mitteleuropa. Feddes Repertorium 89, p. 453–474.
Knols, L, 1946. De natuur in! Naar Geul III. Natuurh. Maandbl. 35, p. 63–64.
Knörzer, K. H., 1978. Entwicklung und Ausbreitung des Leindotters (Camelina sativa s.l.). Ber. Deutsch. Bot. Ges. 91, p. 187–195.
Kok Ankersmit, H.J., 1879. Naamlijst van planten binnen de gemeente Apeldoorn, tusschen de jaren 1850 en1878, waargenomen. Ned. Kruidk. Arch, II (3), p. 175–213.
Kok Ankersmit, H.J., J.G. Boerlage, F.W. van Eeden, E. Giltay, T.T. Hinxt, GM. van der Sande Lacoste, W.F.R. Suringar & Th.H.A.J. Abeleven, 1882. Phanerogamen en Cryptogamen waargenomen te Wolvega, Scheene, Terissert, Mildam, Knijpe en Heerenveen, den 31sten Juli 1881. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p 421–425.
Kole, GJ., 1934. Cuscuta gronovii. De Levende Natuur 39, p. 263.
Kops, J., 1807. Flora Batava 2. Amsterdam.
Kole, GJ.,1814. Flora Batava 3. Amsterdam.
Kole, GJ., 1822. Flora Batava 4. Amsterdam.
Kops, J., F.W. van Eeden, 1872. Flora Batava 14. Leiden.
Kops, J., F.W. van Eeden, 1885. Flora Batava 17. Leiden.
Kops, J.,F.W. van Eeden, 1898. Flora Batava 20, Haarlem.
Kops, J. & H.G van Hall, 1844. Flora Batava 8. Amsterdam.
Kops, J., W.J. LĂ¼tjeharms (m.m.v. A. de Wever), 1934. Flora Batava 28. ‘s-Gravenhage.
Kops, J. & J.E. van der Trappen, 1846. Flora Batava 9. Amsterdam.
Kops, J. & J.E. van der Trappen, 1849. Flora Batava 10. Amsterdam.
Kops, J. - L. Vuyck, 1901. Flora Batava 21. Haarlem.
Kops, J. - L. Vuyck, 1906. Flora Batava 22. Haarlem.
Kops, J. - L. Vuyck, 1920. Flora Batava 25. ‘s-Gravenhage.
Kops, J. - L. Vuyck, 1930. Flora Batava 27. ‘s-Gravenhage.
Kros, S.P., 1856. Vegetatie van Ameland. Ned. Kruidk. Arch. I (4). p. 81–84.
Kruseman, G. & J. Vlieger, 1939. Akkerassociaties in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 49, p. 327–398.
KĂ¼kenthal, G., 1909. Cyperaceae-Caricoideae. In: A. Engler, Das Pflanzenreich 4 (20). Leipzig.
Kuijper van Wäschpenning, JAB., 1826. Eerste naamlijst van zigtbaarbloeyende planten, welke in de omstreken van Breda gevonden worden. Breda.
Kuijper van Wäschpenning, JAB., 1828. Tweede naamlijst van zigtbaarbloeyende planten, welke in de omstreken van Breda gevonden worden. Breda.
Laan, H.H. van der, 1972. De Isselstreek. Natura 69, p. 106–111.
Laarman, E., 1960. Enige recente subspontane verspreidingen en spontane vestigingen in de Hortus de Wolf te Haren. De Levende Natuur 63, p. 53–58.
Lako, D. & J. Ensink, 1889. In: Th.H.A.J. Abeleven, Verslag van de zeven en veertigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch, n (5), p. 382–384.
Land, J. van der, 1966. Orobanchaceae. Flora Neerlandica 4 (2), p. 187–205. Amsterdam.
Landwehr, J., 1977. Wilde orchideeen van Europa 1. ‘s-Graveland.
Langhe, J.E. de, L. Delvosalle, J. Duvigneaud, J. Lambinon & G vanden Berghen, 1978. Nouvelle Flore de la Belgique, du Grand-Duch£ de Luxembourg, du Nord de la France et des Regions voisines, ed. 2. Meise.
Lawalree, A., 1963. Dryopteris x tavelii Rothmaler en Hollande. Gorteria 1, p. 111–112.
Leendertz, P.K., 1962. Arabis hirsuta (L.) Scop. In: Heukels-Van Ooststroom, Flora van Nederland, ed. 15. Groningen.
Leeuwen, GG. van, 1958a. Het verdwijnen van Centaurea calcitrapa uit ons land. Corr.bl. Rijksherb. 9, p. 97.
Leeuwen, GG. van, 1958b. Elatine hexandra (Lap.) DC. en Gratiola officinalis L. in het wiel bij Nieuwkuik. Corr.bl. Rijksherb. 9, p. 98–99.
Leeuwen, GG. van, 1958c. Verspreiding en oecologie van Wahlenbergia hederacea (L.) Rchb. RIVON-rapport.
Leeuwen, GG. van & V. Westhoff, 1961. Drie nieuwe Erica’s op Terschelling. De Levende Natuur 64, p. 25–32.
Lejeune, A.L.S., 1811. Flore des environs de Spa I. Liege.
Lejeune, A.L.S.,1813. Flore des environs de Spa II. Liege.
Lejeune, A.L.S., 1824. Revue de la Flore des environs de Spa. Liege
Lejeune, A.L.S. & R. Courtois, 1828. Compendium Florae Belgicae I. Liege.
Lejeune, A.L.S. & R. Courtois,1831. Compendium Florae Belgicae D. Liege.
Lejeune, A.L.S. & R. Courtois, 1836. Compendium Florae Belgicae III. Verviers.
Lindeman, W.N., 1931. De Berendruif. Natura 1931, p. 161.
Linnaeus, G, 1737. Hortus Cliffortianus. Amsterdam.
Londo, G. & C.G. van Leeuwen, 1974. Het gedrag van Juncus mutabilis en J. capitatus in enkele duingebieden van het Waddendistrict. Gorteria 7, p. 42–46.
Lejeune, A.L.S. & R. Courtois & H.N. Leys, 1979. Stinseplanten en de Nederlandse flora. Gorteria 9, p.247–257.
Luiken, R., 1957. Van Parnassia en Piatanthera. De Levende Natuur 60, p. 145–153.
Maas, F.M., 1957. Floristische zeldzaamheden in de Heelsumse beek. Corr.bl. Rijksherb. 4, p. 51–52.
Maas, F.M., 1959. Bronnen, bronbeken en bronbossen van Nederland, in het bijzonder die van de Veluwezoom. Thesis. Wageningen.
Marchant, GJ., 1968. Evolution in Spartina (Gramineae) II. Chromosomes, basic relationships and the problem of S. x townsendii agg. Journ. Linn. Soc. (Bot.) 60, p. 381–417.
Martinet, J.F., 1779. Katechismus der natuur 4. Amsterdam.
Matthews, VA, 1979. Lilium L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 34–35. Cambridge.
Meese, D., 1760. Flora Frisica. Franeker.
Mennema, J., 1970. Lamium galeobdolon (L.) L. in Nederland. Gorteria 5, p. 193–198.
Mennema, J., 1973. Een vegetatiewaardering van het stroomdallandschap van het Merkske (N.-Br.), gebaseerd op een floristische inventarisatie. Gorteria 6, p. 157–179.
Mennema, J., 1975. Kort verslag van de zittingen van het Floristenconcilie 1975 op 2 april te Leiden en op 21 april te Utrecht. Stencil Rijksherbarium, Leiden.
Mennema, J., 1977a. Een floristisch opmerkelijk jaar! Gorteria 8, p. 159–168.
Mennema, J., 1977b. Oenanthe crocata L. op Voorne voor het eerst in Nederland gevonden. Zuidhollands Landschap ‘77 (4), p. 13.
Mennema, J., in prep. A monograph of the genus Lamium (Lamiaceae).
Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1974. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1973. Gorteria 7, p. 65–83.
Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1975a. Aanvullende gegevens op Grernmen en Kremers, De flora van de Nederlandse, Duitse en Deense Waddeneilanden. Gorteria 7, p. 133–148.
Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1975b. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1974. Gorteria 7, p. 185–206.
Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1977a. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1975. Gorteria 7, p. 135–156.
Mennema, J. & S.J. van Ooststroom 1977b. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1976. Gorteria 8, p. 219–240.
Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1979. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1977. Gorteria 9, p. 208–227.
Mörat, F.V., 1812. Nouvelle Flore des environs de Paris. Paris.
Meulen, H.T. van der & D.T.E. van der Ploeg, 1968. Lactuca tatarica (L.) CA Mey. op Rottumerplaat. Gorteria 4, p. 67–68.
Meusel, R, E. Jäger & E. Weinert, 1965. Vergleichende Chorologie der zentraleuropäischen Flora. Karten. Jena.
Mey, P. de, 1970. Notities over het geslacht Spiranthes in Nederland. De Levende Natuur 73, p. 32–36.
Meijden, R. van der, (m.m.v. A. Abma), 1977. De Flora van de Dordtse Biesbosch. Rijksherbarium, Leiden.
Miquel, FAW., 1836. De Noord-Nederlandsche Vergiftige Gewassen. Amsterdam.
Molkenboer, J.H., 1850. In: H. Boursse Wils, Verslag der derde bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. I (2), p. 67–76.
Molkenboer, J.H. & C. Kerbert, 1840. Flora Leidensis. Leiden.
Mörzer Bruijns, M.F., 1955. De Carthuizer anjer (Dianthus carthusianorum) te Gorssel. De Levende Natuur 58, p. 184–186.
Mulder, N., 1818. Elenchus Plantarum, quae prope urbem Leidam nascuntur. Leiden.
MĂ¼ller, Th., 1962. Die Saumgesellschaften der Klasse Trifolio-Geranietea sanguinei. Mitt, flor.-soz. Arbeitsgem. N.F. 9, p. 95–140.
Neijenhuijs, F., 1969. Stroomdalgraslandvegetaties op dijken, oeverwallen en hoge uiterwaarden längs onze grote rivieren. Natuur en Landschap 23, p. 1–18.
Nelson, E., 1976. Monographie und Ikonographie der Orchidaceen-Gattung Dactylorhiza. ZĂ¼rich.
Nieuwenhuis, H., 1916. Adventieven. De Levende Natuur 21, p. 80.
Nijkamp, J.A., 1922. Sinapis cheiranthus. Amoeba 1, p. 68.
Oberdorfer, E., 1949. Pflanzensoziologische Exkursionsflora fĂ¼r SĂ¼dwestdeutschland und die angrenzenden Gebiete. Stuttgart.
Oberdorfer, E., 1962. Pflanzensoziologische Exkursionsflora fĂ¼r SĂ¼ddeutschland und die angrenzenden Gebiete. 2e Aufl. Stuttgart.
Ooststroom, S.J. van, 1942. Het geslacht Cuscuta in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 52, p. 159–210.
Ooststroom, S.J. van, 1948a. Equisetaceae. Flora Neerlandica 1 (1), p. 16–31. Amsterdam.
Ooststroom, S.J. van, 1948b. Polypodiaceae. Flora Neerlandica 1 (1), p. 39–75. Amsterdam.
Ooststroom, S.J. van, 1949. Over de vondst van een nieuwe Nederlandse varen, Botrychium ramosum (Roth) Aschers. In: AF.H. Besemer, K. Hana, N. Tinbergen & J. Wilcke, In het voetspoor van Thijsse, p. 343–346. Wageningen.
Ooststroom, S.J. van, 1952. Over het voorkomen van Smyrnium olusatrum L. in Nederland. Pharmaceutisch Weekblad 87, p. 626–630.
Ooststroom, S.J. van, 1953. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1952. De Levende Natuur 56, p. 214–219.
Ooststroom, S.J. van, 1957. Planten in het bos van ‘t Huys te Warmont’bij Warmond, Z.H. Corr.bl. Rijksherb. 4, p. 54.
Ooststroom, S.J. van, 1961. Convolvulaceae. Flora Neerlandica 4 (1), p. 61–70. Amsterdam.
Ooststroom, S.J. van, & J. Mennema, 1967. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1966. Gorteria 3, p. 133–147.
Ooststroom, S.J. van, 1968. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1967. Gorteria 4, p. 33–42.
Ooststroom, S.J. van, 1969. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1968. Gorteria 4, p. 167–177.
Ooststroom, S.J. van, 1970. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1969. Gorteria 5, p. 65–74.
Ooststroom, S.J. van, 1971. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1970. Gorteria 5, p. 269–280.
Ooststroom, S.J. van, 1972a. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1971. Gorteria 6, p. 41–56.
Ooststroom, S.J. van, 1972b. Adventieven langs de Maas in Limburg, VI. Natuurh. Maandbl. 61, p. 42–44.
Ooststroom, S.J. van, 1973. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1972. Gorteria 6, p. 181–198.
Ooststroom, S.J. van, & Th.J. Reichgelt, 1954. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1953. De Levende Natuur 57, p. 234–239.
Ooststroom, S.J. van, 1955. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1954. De Levende Natuur 58, p. 239–245.
Ooststroom, S.J. van, 1956a. Floristische notities 1–18. Acta Bot. Neerl. 5, p. 102–114.
Ooststroom, S.J. van, 1956b. Floristische notities 19–34. Acta Bot. Neerl. 5, p. 322–334.
Ooststroom, S.J. van, 1957a. Is Centaurea calcitrapa L in Nederland uitgestorven? Corr.bl. Rijksherb. 6, p. 71–72.
Ooststroom, S.J. van, 1957b. Nieuwe plantesoorten en -vormen in Nederland gevonden in 1956. De Levende Natuur 60, p. 134–135.
Ooststroom, S.J. van, 1958a. Het herbarium van Rainville en De Gorters Flora VII Provinciarum. Acta Bot. Neerl. 7, p. 605–613.
Ooststroom, S.J. van, 1958b. Nieuwe plantesoorten en -vormen in Nederland gevonden in 1957 en vroegere jaren. De Levende Natuur 61, p. 134–135.
Ooststroom, S.J. van, 1958c. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1957. De Levende Natuur 61, p. 135–142.
Ooststroom, S.J. van, 1958d. Adventieven langs de Maas in Limburg. Natuurh. Maandbl. 47, p. 67–70.
Ooststroom, S.J. van, 1960a. Floristische notities 59–67. Acta Bot. Neerl. 9, p. 197–207.
Ooststroom, S.J. van, 1960b. Nieuwe plantesoorten in Nederland gevonden hoofdzakelijk in 1959. De Levende Natuur 63, p. 161–165.
Ooststroom, S.J. van, 1960c. Adventieven langs de Maas in Limburg II. Natuurh. Maandbl. 49, p. 19–22.
Ooststroom, S.J. van, 1961a. Pyrolaceae. Flora Neerlandica 4 (1), p. 27–35. Amsterdam.
Ooststroom, S.J. van, 196lb. Ericaceae. Flora Neerlandica 4 (1), p. 36–56. Amsterdam.
Ooststroom, S.J. van, 1961c. Boraginaceae. Flora Neerlandica 4 (1), p. 92–140. Amsterdam.
Ooststroom, S.J. van, 1961d. Carex strigosa Huds. Gorteria 1, p. 7.
Ooststroom, S.J. van, 1961e. Nieuwe plantesoorten in Nederland gevonden hoofdzakelijk in 1960. De Levende Natuur 64, p. 131–134.
Ooststroom, S.J. van, 1963. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1962. De Levende Natuur 66, p. 183–188.
Ooststroom, S.J. van, 1964a. Zannichelliaceae. Flora Neerlandica 1 (6), p. 84–87. Amsterdam.
Ooststroom, S.J. van, 1964b. Liliaceae. Flora Neerlandica 1 (6), p. 97–146. Amsterdam.
Ooststroom, S.J. van, 1965a. Nadere gegevens over het voorkomen van Chenopodium chenopodioides (L.) Aellen in Nederland. Gorteria 2, p. 87–88.
Ooststroom, S.J. van, 1965b. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1964. Gorteria 2, p. 109–119.
Ooststroom, S.J. van, 1966a. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1965. Gorteria 3, p. 33–43.
Ooststroom, S.J. van, 1966b. Aanwinsten voor de Nederlandse adventiefflora, 9. Gorteria 3, p. 51–59.
Opdam, P. & G. Douma, 1973. Flora en vegetatie van het Natuurmonument ‘St. Jansberg’ met adviezen aangaande het natuurbeheer. Doctoraal verslag, afd. Geobotanie, Nijmegen.
Orden, C. van & F. van Ommen, 1973. Gentianen in Noord-Holland. Natura 70, p. 101–103.
Oudemans, C.A.J.A, 1872a. De Flora van Nederland I, ed. 2. Amsterdam.
Oudemans, C.A.J.A, 1872b. In: Th.H.A.J. Abeleven, Verslag van de vijf en twintigste jaarvergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch, II (1), p. 128–153.
Oudemans, C.A.J.A, 1873. In: Th.H.A.J. Abeleven, Verslag van de zes en twintigste jaarvergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (1), p. 226–234.
Oudemans, C.A.J.A, 1878a. Willem Jan Knijf. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 17–32.
Oudemans, C.A.J.A, 1878b. Adolf van Voorst. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 33–75.
Oudemans, C.A.J.A, 1881. Henricus Bruman. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 368–398.
Pedersen, A, 1963. Odontites verna (Bell.) Dum. subsp. pumila (Nordst.) A. Pedersen in Nederland. Gorteria 1, p. 128–131.
Perring, F.H. & S.M. Walters, 1976. Atlas of the British Flora, ed. 2. East Ardsley, Wakefield.
Petit, J. & J.L. Ramaut, 1978. La vallée du Bas Geer, prolongement des richesses naturelles de la Montagne Saint-Pierre. Les Naturalistes Belges 59, p. 2–25.
Ploeg, D.T.E. van der, 1953. Plantennotities. Nije of bisĂ»ndere plantesoarten en -foarmen yn FryslĂ¢n yn 1953. Vanellus 6, p. 182–186.
Ploeg, D.T.E. van der, 1957. Een adventiefterrein in Friesland (vervolg). Corr.bl. Rijksherb. 4, p. 46–47.
Ploeg, D.T.E. van der, 1961. Carex divisa Huds. en enige opmerkingen over de waarden langs de Friese IJsselmeerkust. Corr.bl. Rijksherb. 18, p. 192–195.
Ploeg, D.T.E. van der, 1963. Kleinbloemige ‘wilde boerencrocussen’ in Friesland. Gorteria 1, p. 145–147.
Ploeg, D.T.E. van der, 1972. Stinzeplanten yn FryslĂ¢n. Leeuwarden.
Ploeg, D.T.E. van der, 1977a. Atlas fan de floara fan FryslĂ¢n. Leeuwarden.
Ploeg, D.T.E. van der, 1977b. Nieuwe vondsten van enige Potamogeton-hybriden in Friesland. Gorteria 8, p. 129–133.
Prick, J., 1943. Orobanche reticulata ssp. pallidiflora. Natuurh. Maandbl. 32, p. 63.
Pulle, A., 1915. Verslag van de Commissie voor het Floristisch onderzoek van Nederland over het jaar 1914. Ned. Kruidk. Arch. 1914, p. 14–16.
QuenĂ©-Boterenbrood, A.J. & J. Mennema, 1973. Zeldzame Nederlandse plantesoorten in Zuid-Holland. Provinciale Waterstaat Zuid-Holland, ‘s-Gravenhage.
Ram, R. & G Sipkes, 1971. Tijdelijke groeiplaatsen van de Poppenorchis op Voorne in relatie tot de konijnenstand in 1960-‘70. De Levende Natuur 74, p. 160–163.
Raven, P.H, 1963. Circaea in the British Isles. Watsonia 5, p. 262–272.
Reichgelt, Th.J., 1956a. Cyperaceae excl. Carex. Flora Neerlandica 1 (4). Amsterdam.
Reichgelt, Th.J., 1956b. Een merkwaardige vindplaats van Carex brizoides L. Corr.bl. Rijksherb. 1, p. 11.
Reichgelt, Th.J., 1960. Over enige met graszaden in parken en buitenplaatsen ingevoerde planten. Corr.bl. Rijksherb. 15, p. 161–163.
Reichgelt, Th.J., 1962. De zomerexcursie-1961 van de Kon. Ned. Botanische Vereniging naar de Langstraat. Gorteria 1. p. 30–31.
Reichgelt, Th.J., 1964. Juncaceae. Flora Neerlandica 1 (6), p. 164–209. Amsterdam.
Reinwardt, C.G.C, 1815. Catalogus Plantarum precedenti non-scriptarum. In: H. Schuurmans Stekhoven, Kruidkundig Handboek I, p. 436–451, Amsterdam.
Richardson, I.B.K., 1972. Scutellaria L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N A Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 135–137. Cambridge.
Robson, N.K.B., 1968. Hypericum L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 261–269. Cambridge.
Robyns, A, 1956. Le genre Blackstonia en Belgique, au Grand-Duché de Luxembourg et aux Pays-Bas. Bull. Jard. Bot. Brux. 26, p. 353–368.
Rompaey, E. van & L. Delvosalle, 1972. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora. Brussel.
Rompaey, E. van & L. Delvosalle, 1978. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora. Tekstgedeelte. Meise.
Roos, G.Th. de, 1979. Erica scoparia L. voor de Vlielandse flora verloren. Gorteria 9, p. 243–244.
Rothmaler, W., 1976. Exkursionsflora fĂ¼r die Gebiete der DDR und der BRD. Berlin.
Ruiter, F.G. de, 1978. Argwaan treft speurders naar waterbies en melkviool. NRC/Handelsblad 27 mei 1978.
Rummelen, F.H. van, 1914. Factoren, die den plantengroei en speciaal de plantenverbreiding kunnen beĂ¯nvloeden. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (6).
Rutting, B.G., 1906. Uit m’n herbarium. De Levende Natuur 11, p. 177–178.
Rijpert, J.M.S., 1977. Ecological demands of Gratiola officinalis L (Scrophulariaceae) in the Netherlands. Proc. Kon. Akad. van Wetensch. C 80, p. 190–200.
Rypkema, D., 1952. Waarnemingen. Triëntalis 5/13, p. 95–97.
Rypkema, D., 1953. Wat Winterswijk ons dit jaar opleverde! Biologisch verslag zomerkamp 1953. Triëntalis 5/23, p. 173–177.
Sakkers, D.J., 1916. Muscari comosum L. Pluimhyacint. De Levende Natuur 21, p. 137.
Sande Lacoste, C.M. van der & W.F.R Suringar, 1863. Phanerogamen en vaatkryptogamen, in het oostelijk en zuidelijk deel van Drenthe, 9–18 Julij 1859. Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 242–261.
Schendelaar, J.K., 1976. Zeelathyrus: na 236 jaar terug van weggeweest. Natura 73, p. 97–100.
Schendelaar, J.K., 1978. Plantengemeenschappen in de Verbrande Pan bij Bergen N.H. Natura 75, p. 79–97.
Schipper, W.W., 1929. Cornus suecica en Trientalis europaea. De Levende Natuur 33, p. 414–415.
SchlĂ¼ter, H., 1962. Ăœber das soziologische Verhalten von Rosa arvensis Huds. in ThĂ¼ringen. Mitt. Flor.-soz. Arbeitsgem. N.F. 9, p. 26–42.
Scholte, G.A.M., 1978. Biosystematic studies in the collective species Stellaria media (L.) Vill. (1,2). Proc. Kon. Akad. Wetensch. C 81, p. 442–465.
Schoof-van Pelt, M.M., 1973. Littorelletea. A study of some amphiphytic communities of western Europe. Thesis. Nijmegen.
Schoonen, J.M.C.P., 1976. Het natuurgebied De Onderste en Bovenste Molen botanisch gezien. Natuurh. Maandbl. 65, p. 157–165.
Schotsman, H.D., 1954. A taxonomic spectrum of the section Eu-Callitriche in the Netherlands. Acta Bot. Neerl. 3, p. 313–384.
Schotsman, H.D., 1958. Notes on Callitriche hermaphroditica Jusl. Acta Bot. Neerl. 7, p. 519–523.
Schroevers, W. & J. den Hengst, 1978. Plantenrijk. Amsterdam/Hasselt.
Schubert, R., 1960. Die zwergstrauchreichen azidiphilen Pflanzengesellschaften Mitteldeutschlands. Pflanzensoziologie 11. Jena.
Schuurmans Stekhoven, H., 1815. Kruidkundig handboek I. Amsterdam.
Segal, S., 1962a. De floristiek van oude muren. Gorteria 1, p. 71–74.
Segal, S., 1962b. Mededelingen over kritische varens in Nederland. Samenvatting van een voordracht voor de Commissie voor het Floristisch Onderzoek van Nederland van de K.N.B.V.
Segal, S., 1963. Pteridologische aantekeningen, 2. Dryopteris tavelii in Nederland. Gorteria 1, p. 121–128.
Segal, S., 1967. Some notes on the ecology of Ranunculus hederaceus L. Vegetatio 15, p. 1–26.
Segal, S., & V. Westhoff (m.m.v. J. van Dijk), 1959. Die vegetationskundliche Stellung von Carex buxbaumii Wahlenb. in Europa, besonders in den Niederlanden. Acta Bot. Neerl. 8, p. 304–329.
Sell, P.D. & C. West, 1976. Hieracium L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 4, p. 358–410. Cambridge.
Sipkes, C, 1914. Anemone Pulsatilla. De Levende Natuur 18, p. 575.
Sipkes, C, 1915. Zeldzame planten. De Levende Natuur 20, p. 60.
Sipkes, C, 1917. Goed en slecht nieuws voor de duinflora. De Levende Natuur 22, p. 192–193.
Sipkes, C, 1918. Adventiefplanten om Haarlem. De Levende Natuur 23, p. 19–23
Sipkes, C, 1919. Opmerkingen betreffende in ons land voorkomende Orchidaceae. Ned. Kruidk. Arch. 1918, p. 145–154.
Sipkes, C, 1936. De Bokken-Orchis zaait zieh uit! De Levende Natuur 41, p. 20–23.
Sipkes, C, 1965. Duinen en stuifdijken op Goeree. De Levende Natuur 68, p. 295–299.
Sipkes, C, 1966. De Winterbitterling (Blackstonia perfoliata ssp. serotina). De Levende Natuur 69, p. 106–110.
Sipkes, C,1967. Viburnum lantana L. in de duinen. Gorteria 3, p. 202–203.
Sipkes, C, 1970. De Winterbitterling in de Maasmonden. De Levende Natuur 73, p. 265–269.
Sipkes, C, 1977a. De Bitterling een stuk verder naar het zuiden opgerukt. De Levende Natuur 80, p. 72.
Sipkes, C, 1977b. Komen en gaan van Anacamptis in Kennemerland in verband met strenge winters en konijnenschade. De Levende Natuur 80, p. 75–80.
Sipkes, C, 1978a. De zachte winters en enkele nieuwe planten voor ons land. De Levende Natuur 81, p. 9–11.
Sipkes, C,1978b. Verrassende groeiplaatsen van orchideeën in ons land. De Levende Natuur 81, p. 153–160.
Sissingh, G. & P. Tideman, 1960. De plantengemeenschappen uit de omgeving van Didam en Zevenaar. Med. Landb.hogesch. Wageningen 60 (13).
Sloff, J.G., 1931. Verslag van de Excursie rond Sittard, Juli 1930. Ned. Kruidk. Arch. 41, p. 41–62.
Sloff, J.G., 1937. Plantenkaartjes voor Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 47, p. 195–227.
Sloff, J.G., 1938. Plantenkaartjes voor Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 48, p. 250–265.
Sloff, J.G., 1941. Plantenkaartjes. Ned. Kruidk. Arch. 51, p. 451–482.
Sloff, J.G., 1942. Plantenkaartjes. Ned. Kruidk. Arch. 52, p. 416–438.
Sloff, J.G., 1950. Verslag van de excursie der K.N.B.V. naar Ootmarsum en omgeving van 1 tot 9 Augustus 1946. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 7–20.
Sloff, J.G., & J.L van Soest, 1938. Het Fluviatiele district in Nederland en zijn flora. Ned. Kruidk. Arch. 48, p. 199–249.
Sloff, J.G., & J.L van Soest, 1939. Het Fluviatiele district in Nederland en zijn flora 2. Ned. Kruidk. Arch. 49, p. 268–306.
Smidt, J.Th. de, 1962. De Twentse heide. In: Twente-Natuurhistorischm, Wetensch. Med. K.N.N.V. 43, p. 2–20.
Smidt, J.Th. de, 1966. The inland-heath communities of the Netherlands. Wentia 15, p. 142–162.
Snogerup, S., 1979. Juncaceae. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N A Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 102–111. Cambridge.
Soest, J.L van, 1923. Flora van Arnhem I. Ned. Kruidk. Arch. 1922, p. 65–96.
Soest, J.L van,1924. Flora van Arnhem II. Ned. Kruidk. Arch. 1923, p. 68–115.
Soest, J.L van,1925. Flora van Arnhem III. Ned. Kruidk. Arch. 1924, p. 91–133.
Soest, J.L van, 1926. Het geslacht Hieracium in Nederland I. Ned. Kruidk. Arch. 1925, p. 138–203.
Soest, J.L van, 1927. Plantengeografie VI. Natura 1927, p. 167–169.
Soest, J.L van, 1928. Het geslacht Hieracium in Nederland III. Ned. Kruidk. Arch 37, p. 171–222.
Soest, J.L van, 1929. Flora van Arnhem VII. Ned. Kruidk. Arch. 39, p. 405–414.
Soest, J.L van, 1931.25. De Pteridophyta en Phanerogamae van Wieringen. In: W.C De Leeuw & J.L. van Soest, De flora van Wieringen, Ned. Kruidk. Arch. 41, p. 308–355.
Soest, J.L van, 1933a. Flora van Arnhem VIII. Ned. Kruidk. Arch. 43, p. 259–271.
Soest, J.L van, 1933b. De flora van de IJseldelta. Ned. Kruidk. Arch. 43, p.421–482.
Soest, J.L van, 1934. Aanteekeningen over Hieracium. Ned. Kruidk. Arch. 44, p. 296–303.
Soest, J.L van, & A. de Wever, 1932. Het geslacht Polygala in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 42, p. 263–277.
Solleveld, H. & P. deMey, 1967. Nogmaals de adventieve flora bij de werkhaven van Hellevoetsluis. Gorteria 3, p. 148.
Springer, L.A., 1902. Iets over het verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten gevonden in 1900, biz. 256, 5e jaarg. De Levende Natuur 7, p. 42–43.
Staes, J., 1961. Revisie van het geslacht Thymus L. in België. Bull. Rijksplantentuin Brussel 31, p. 443–479.
Stapelveld, E., 1956. De Zweedse kornoelje. De Levende Natuur 59, p. 84–88.
Staveren, M.G.C. van, 1972. Campanulaceae van Nederland. Doctoraal verslag, Rijksherbarium, Leiden.
Steenis, C.G.G.J. van, 1924. Botanisch verslag van het kamp te Bakkum, (N.H.). Amoeba 1924, p. 13–18.
Steenis, C.G.G.J. van, 1925. Een nieuwe vindplaats van Helianthemum guttatum Mill, in ons land. Ned. Kruidk. Arch. 1924, p. 138–147.
Steenis, C.G.G.J. van, 1927. De flora van het Soesterveen. Ned. Kruidk. Arch. 1926, p. 285–316.
Steenis, C.G.G.J. van, 1971. De zoetwatergetijde-dotter van de Biesbosch en de Oude Maas: Caltha palustris L. var. araneosa, var. nov. Gorteria 5, p. 213–219.
Sterk, AA, 1976a. Jaarlijkse registratie van aantallen individuen van zeer zeldzame Nederlandse plantesoorten en de populatiedynamica. Gorteria 8, p. 1–11.
Sterk, AA, 1976b. Anacamptis pyramidalis bij Wijk aan Zee. Gorteria 8, p. 81–85.
Straeten, M. ver, 1916. Hoe weer Spiranthes aestivalis werd ontdekt. De Levende Natuur 20, p. 427–430.
Strijbosch, H., 1976. Een vergelijkend syntaxonomische en synoecologische Studie in de Overasseltse en Hatertse vennen bij Nijmegen. Thesis. Nijmegen.
Suringar, W.F.R., 1860. In: C.A.J.A.Oudemans, Verslag van de veertiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 81–91.
Suringar, W.F.R., 1861. In: Anon., Verslag van de vijftiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 239–242.
Suringar, W.F.R., 1891. In: Th.A.J. Abeleven, Verslag van de vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch. II (5), p. 637–640.
Suringar, W.F.R., 1892. In: Th.A.J. Abeleven, Verslag van de twee en vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch, II (6), p. 70–84.
Sykora, K.V., 1978. De achteruitgang van de Schellingerzegge (Carex hartmanii). De Levende Natuur 81, p. 92–95.
Sykora, K.V., & V. Westhoff, 1977. Een nieuwe vindplaats van Campanula latifolia L; een inheemse soort? Gorteria 8, p. 187–193.
Taylor, P., 1972. Utricularia L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & D.A. Webb. Flora Europaea 3, p. 296–297. Cambridge.
Tesch, P., 1914. Bodem en Plantengroei in Nederland. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1914, p. 125–132.
Thellung, A, 1913/1919. Cruciferae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 4 (1), p. 51–482. MĂ¼nchen.
Thellung, A, 1926. Umbelliferae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (2), p. 926–1537. MĂ¼nchen.
Thellung, A.-F. Markgraf, 1959/1963. Cruciferae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 4 (1), 2e Aufl., p. 73–514. MĂ¼nchen.
Thijsse, Jac. P., 1906. De bokken-orchis. De Levende Natuur 11, p. 101–104.
Thijsse, Jac. P., 1930. Alweer een belangrijke vondst in Drente. De Levende Natuur 35, p. 107.
Tombe, F.A. des, 1911. Verslag der van 17 tot 21 Juli gehouden excursie in de omstreken van Tilburg en der daaraan verbonden vergadering. Ned. Kruidk. Arch. 1911, p. 44–62.
Tombe, F.A. des, 1912. Verzeichnis der neuen und bemerkenswerthen Gefässpflanzen welche in den Niederlanden 1901–1910 gefunden wurden (1). Meded. Rijksherb. 8.
Tutin, T.G., 1964. Ranunculus L., subgen. Ranunculus. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & D.A. Webb, Flora Europaea 1, p. 223–237. Cambridge.
Uittien, H., 1932. Eenige plantengeografische opmerkingen over de Veluwe. Ned. Kruidk. Arch. 42, p. 278–288.
Valckenier Suringar, J., 1927. De botanicus Jakob Friedrich Ehrhart en zijn bezoek aan ons land in 1782. Ned. Kruidk. Arch. 1926, p. 117–149.
Veen, W. de, 1974. Bijzondere plantenvondsten. Natuurh. Maandbl. 63, p. 155.
Veenman‘s Agrarische Winkler Prins, 1957. Meekrap. Wageningen/ Amsterdam/Brussel.
Veer, J. van der, 1956. Biesvarens in Nederland. De Levende Natuur 59, p. 221–225.
Verheij, C.J., 1961. Vegetatie en fauna van de Sliedrechtse Biesbosch. De Levende Natuur 64, p. 138–144.
Vermeulen, P., 1958. Orchidaceae. Flora Neerlandica 1 (5). Amsterdam.
Visser, G., 1976. Wie het grote eert, is het kleine weerd, ofwel waarom Terschelling nog is wat het was. Natura 73, p. 85–96.
Visser, A. de, 1959. De levenscyclus van Catapodium marinum (L.) Hubbard. Acta Bot. Neerl. 8, p. 40–42.
Visser, A. de, 1968. Over Petroselinum segetum (L.) Koch. Gorteria 4, p. 130–133.
Vonk, D.H., 1979. Biosystematic studies of the Carex flava complex I. Flowering. Acta Bot. Neerl. 28, p. 1–20.
Voo, E.E. van der, 1967. De gevolgen van de wateronttrekking voor de flora van de ‘Groote Meer’ onder Ossendrecht. Gorteria 3, p. 126–130.
Vorstius, A., 1633. Index Plantarum Indigenarum, quae… prope Lugdunum in Batavis nascuntur. In: A. Spigelius, Isagoges in rem herbarium Libri duo, p. 263–272. Leiden.
Vorstius, A., 1636. Index Plantarum Indigenarum, quae… prope Lugdunum in Batavis nascuntur. In: Catalogus Plantarum Horti Academici Lugduno-Batavi (ed. 2), p. 54–66. Leiden.
Vries, V. de, 1943. Helianthemum guttatum op Vlieland. De Levende Natuur 48, p. 65–66.
Vuyck, L., 1895. Revisie van het geslacht Potamogeton. Ned. Kruidk. Arch. II (6), p. 629–698.
Vuyck, L., 1898. De Plantengroei der Duinen. Thesis. Leiden.
Vuyck, L., 1901. Prodromus Florae Batavae, ed. 2,1 (1). Nijmegen.
Vuyck, L., 1902a. Prodromus Florae Batavae, ed. 2,1 (2). Nijmegen.
Vuyck, L., 1902b. In: Th.H.A.J. Abeleven, Verslag van de twee en zeventigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch. III (2), p. 570–604.
Vuyck, L., 1903. In: J.W.C. Goethart, Verslag van de vijf en zeventigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch, III (2), p. 955–1007.
Vuyck, L., 1904. Prodromus Florae Batavae, ed. 2, 1 (3). Nijmegen.
Vuyck, L.,1916. Prodromus Florae Batavae, ed. 2, 1 (4). Groningen.
Walraven, A., 1856. Waarnemingen omtrent enige kritische inlandsche planten. Ned. Kruidk. Arch. I (4), p. 151–160.
Walraven, A., 1858. Overzigt van de Flora van Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. In: Anon., Verslag van de twaalfde jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen. Ned. Kruidk. Arch. I (4), p. 252–312.
Walraven, A., 1878. Lijst van openbare en bedektbloeiende vaatplanten in Zeeland. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 108–141.
Walraven, A., & D. Lako, 1892. Tweede lijst van openbaar- en bedektbloeiende vaatplanten in Zeeland. Ned. Kruidk. Arch. II (6), p. 101–135.
Walrecht, B.J.J.R., 1963. Groeiplaatsen van de Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis). De Levende Natuur 66, p. 95.
Walter, H. — H. Straka, 1970. Arealkunde. EinfĂ¼hrung in die Phytologie 3 (2). Stuttgart.
Walters, S.M. & DA Webb, 1972. Veronica L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 242–251. Cambridge.
Wartena, J.G.R., 1962. De Herfstschroeforchis. De Levende natuur 65, p. 253–256.
Webb, D.A., 1964a. Crassula L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & D.A. Webb, Flora Europaea 1, p. 351. Cambridge.
Webb, D.A., 1964b. Sedum L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 1, p. 356–363. Cambridge.
Webb, D.A., 1968. Parthenocissus Planchon. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & D.A. Webb, Flora Europaea 2, p. 246–247. Cambridge.
Webb, D.A., & G. Halliday, 1973. The distribution, habitat and status of Hypericum canadense L. in Ireland. Watsonia 9, p. 333–344.
Weberling, F., 1966. Caprifoliaceae. In: G. Hegi — G. Wagenitz, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (2), 2 Aufl., p. 3–87. MĂ¼nchen.
Weeda, E.J., 1974. De kranssalomonszegel bij Enschede. Natuur en Museum 18 (4), p 10.
Weeda, E.J., 1975. Over het uitzetten van planten. Natuur en Museum 19 (4), p. 2.
Weeda, E.J., 1977. Over het voorkomen van de Alpenrus. Gorteria 8, p. 119–124.
Weeda, E.J., 1979. Veronica praecox All. en V. verna L. in Nederland. Gorteria 9, p. 312–321.
Weevers, Th., 1929. Relikte oder Pseudorelikte. Ned. Kruidk. Arch. 38, p. 130–148.
Weevers, Th., & J.G. Sloff, 1935. Het Wahlenbergia-reservaat van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. 45, p. 203–206.
Westhoff, V., 1935. Nieuws uit Kotten. Amoeba 14, p. 142.
Westhoff, V., 1947. De flora der eilanden taxonomisch, chorologisch en autoecologisch beschouwd. Thesis. Utrecht.
Westhoff, V., 1951. De Boschplaat op Terschelling, Nederlands grootste Staatsnatuurreservaat. Natuur en Landschap 5, p. 15–32.
Westhoff, V.,1953. Enkele gegevens over verbreiding en standplaats van het Trosglidkruid (Scutellaria columnae All.). De Wandelaar in Weer en Wind 21, april 1953.
Westhoff, V.,1958. Verspreidingsoecologisch onderzoek van zeldzame planten. De Levende Natuur 61, p. 193–202.
Westhoff, V., 1962. Het Tonckensbos bij Norg. De Levende Natuur 65, p. 229–236.
Westhoff, V., 1963. Achteruitgang van Catapodium marinum op Goeree na de strenge winter van 1962–1963. De Levende Natuur 66, p. 216.
Westhoff, V., 1971. Enkele gegevens over de standplaats van Hypericum canadense L. Gorteria 5, p. 239–248.
Westhoff, V., P.A. Barker, C.G. van Leeuwen & E.E. van der Voo, 1970. Wilde Planten 1. Amsterdam.
Westhoff, V., P.A. Barker, C.G. van Leeuwen & E.E. van der Voo, 1971. Wilde Planten 2. Amsterdam.
Westhoff, V., P.A. Barker, C.G. van Leeuwen & E.E. van der Voo, & I.S. Zonneveld, 1973. Wilde Planten 3. Amsterdam.
Westhoff, V., & A.J. den Held, 1969. Plantengemeenschappen in Nederland. Zutphen.
Westhoff, V., & P. Ketner, 1967. Milieu en vegetatie van Carex hartmanii Caj. op Terschelling, in het kader van een oecologische vergelijking tussen deze soort en Carex buxbaumii Wahlenb. Gorteria 3, p. 119–126.
Westhoff, V., & C.G. van Leeuwen, 1957. Equisetum trachyodon A. Br. gevonden bij Asperen. Corr.bl. Rijksherb. 6, p. 72–74.
Westhoff, V., & C.G. van Leeuwen, 1960. Is het Waterlepeltje (Ludwigia palustris) een oorspronkelijk inheemse soort? De Levende Natuur 63, p. 8–16.
Westhoff, V., C.G. van Leeuwen, & M.J. Adriani (m.m.v. E.E. van der Voo), 1962. Enkele aspecten van vegetatie en bodem der duinen van Goeree, in het bijzonder de contactgordels tussen zout en zoet milieu. Jaarb. 1961 Wetensch. Gen. Goeree en Overflakkee 16, p. 46–92.
Westhoff, V., & M.F. Mörzer Bruijns, 1956. De groeiplaats van Scirpus americanus Pers. op het Groene Strand bij West-Terschelling. Acta Bot. Neerl. 5, p. 344–354.
Westhoff, V., & H. Passchier, 1958. Verspreiding en oecologie van Scheuchzeria palustris in Nederland, in het bijzonder in het Besthmerven bij Ommen. De Levende Natuur 61, p. 59–67.
Wever, A. de, Manuscript-aantekeningen betreffende de flora van Zuid-Limburg. Natuurhistorisch Museum, Maastricht.
Wever, A. de, 1912. Lijst der wildgroeiende planten in Z.-Limburg II. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1912, p. 123–160.
Wever, A. de 1913a. Orchideeen. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 2 (5).
Wever, A. de, 1913b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg III. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1913, p. 43–115.
Wever, A. de, 1914a. Vergiftige planten (V-VII). Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (2).
Wever, A. de, 1914b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z-Limburg IV. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1914, p. 99–103.
Wever, A. de, 1915a. Een merkwaardige vondst. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 4 (6).
Wever, A. de, 1915b. Franjegentiaan. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 4 (10).
Wever, A. de, 1915c. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg V. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1915, p. 5–92.
Wever, A. de, 1916a. Epilobium lanceolatum S. et M. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 5 (11/12).
Wever, A. de, 1916b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg VI. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. p. 5–96.
Wever, A. de, 1917a. Verdwijnend Natuurschoon. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 6, p. 8–10.
Wever, A. de, 1917b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg VII. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1917, p. 3–52.
Wever, A. de, 1918a. Plantenvondsten in 1918. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 7, p. 34–35.
Wever, A. de, 1918b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg VIII. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. p. 3–47.
Wever, A. de, 1918c. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg IX. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1918, p. 49–91.
Wever, A. de, 1919a. Limburgsche flora in 1919. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 8, p. 17–18.
Wever, A. de, 1919b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Zuid-Limburg X. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1919, p. 3–34.
Wever, A. de, 1923. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Zuid-Limburg XI. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1920–1923, p. 3–48.
Wever, A. de, 1928a. Daphne mezereum L Natuurh. Maandbl. 17, p. 18.
Wever, A. de, 1928b. Polygonatum verticillatum All. Natuurh. Maandbl. 17, p. 19.
Wever, A. de, 1928c Floristisch belangrijke plek in Noord-Limburg. Natuurh. Maandbl. 17, p. 97–98.
Wever, A. de, 1930. Aconitum vulparia Rchb. Natuurh. Maandbl. 19, p. 65.
Wever, A. de, 1932a. De Zuid-Limburgse Flora. Winst en Verlies over 1922–1932. Natuurh. Maandbl. 21, p. 58–60.
Wever, A. de, 1932b. De Zuid-Limburgse flora. Winst en verlies over 1922–1932 (tweede gedeelte). Natuurh. Maandbl. 21, p. 68–69.
Wever, A. de, 1932c. De Zuid-Limburgse flora. Winst en Verlies over 1922–1932 (slot). Natuurh. Maandbl. 21, p. 76–77.
Wever, A. de, 1934. Helleborus viridis L Natuurh. Maandbl. 23, p. 99–101.
Wever, A. de, 1935a. Adventiefplanten. Natuurh. Maandbl. 24, p. 80.
Wever, A. de, 1935b. Teucrium scordium L Natuurh. Maandbl. 24, p. 133–134.
Wever, A. de, 1937. Barbarea verna (Mill.) Asch. Natuurh. Maandbl. 26, p. 146.
Wever, A. de, 1938. Planten van den StPietersberg. In: D.C. van Schaik, De Sint Pietersberg, p. 187–257. Maastricht.
Wever, A. de, 1942. De Natuur in! Natuurh. Maandbl. 31, p. 45–51.
Wever, A. de, 1943a. Mei in’t Krijtland I. Natuurh. Maandbl. 32, p. 36–40.
Wever, A. de,1943b. Naar de Maasstreek m. Natuurh. Maandbl. 32, p. 76–78.
Wever, A. de, & J. Cremers, 1914. De St.Pietersberg. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (4).
Weijer, J., 1949. Listera cordata in Nederland teruggevonden. De Levende Natuur 52, p. 200.
Wilde, W.J.J.O. de, 1976. Enkele opmerkingen over de verarming van de duinflora bij Wijk aan Zee. Gorteria 8, p. 49–51.
Wilde-Duyfjes, B.E.E. de, 1964. Festuca ovina L., s.l. en Festuca rubra L., s.l. in Nederland Gorteria 2, p. 40–48.
Wildervanck, B., 1916. Poleimunt. De Levende Natuur 20, p. 376.
Willems, J.H., 1967. Verspreiding en voorkomen van Erica cinerea L. in het oostelijk deel van de Belgische Kempen. Stencil, Inst. Syst. Plantk. Utrecht.
Willems, J.H., 1973. Botanische aspecten van het Leudal en omgeving. In: T. Lemaire, Het Leudal, p. 55–77. Studiegroep Leudal e.o., Haelen.
Willems, J.H., 1978. Populatiebiologisch onderzoek aan Orchis mascula (L.) L op enkele groeiplaatsen in Zuid-Limburg. Gorteria 9, p. 71–80.
Willems, J.H., & F.G. Blanckenborg, 1975. Kalkgraslandvegetaties van de St.Pietersberg ten zuiden van Maastricht. Publ. Natuurh. Gen. Limb. XXV (1).
Willems, J.H., & AM.M. van Haperen, 1974. Een recente vondst van Orchis simia Lamk. in Zuid-Limburg. Gorteria 7, p. 6–13.
Witt Hamer, H.M. de, 1876. Supplement op de lijst der planten die in de Nederlandsche duinstreken gevonden zijn. Ned. Kruidk. Arch. II (2), p. 118–125.
Wijnands, D.O., 1972. Orobanche hederae Duby op Fatsia japonica (Thunb.) Dcne. & Planch, en Silaum silaus (L.) Schinz & Thellung. Gorteria 6, p. 108.
Wijngen, J. van, 1900. Wit Groot-Hoefblad. De Levende Natuur 5, p. 91.
Ijzendoorn, A.L.J. van, 1979. Bijzondere plantenvondsten in 1978. Natura 76, p. 69–71.
Zimmermann, F. 1907. Die Adventiv- und Ruderalflora von Mannheim, Ludwigshafen und der Pfalz nebst den selteneren einheimischen BlĂ¼tenpflanzen und den Gefässkryptogamen. Mannheim.
Zonderwijk, P., 1958. Wilde ridderspoor. De Levende Natuur 61, p. 288.
Zonneveld, I.S., 1960. De Brabantse Biesbosch. Thesis. Wageningen.
Zwart, H.J., 1950. De vegetatie van de brongebieden in de Lutte. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 82–83.
Zijlstra, G., 1972a. Enkele opmerkingen over de Bitterling (Blackstonia perfoliata). De Levende Natuur 75, p. 223–230.
Zijlstra, G., 1972b. Bemerkungen zur Systematik und Ökologie von Blackstonia perfoliata und B. acuminata (Gentianaceae). Acta Bot. Neerl. 21. p. 587–597.
Editor information
Rights and permissions
Copyright information
© 1980 Springer Science+Business Media Dordrecht
About this chapter
Cite this chapter
Mennema, J., Quené-Boterenbrood, A.J., Plate, C.L. (1980). Distribution maps of the extinct and very rare species in the Netherlands. In: Mennema, J., Quené-Boterenbrood, A.J., Plate, C.L. (eds) Atlas of the Netherlands Flora. Atlas of the Netherlands Flora, vol 1. Springer, Dordrecht. https://doi.org/10.1007/978-94-009-9191-0_8
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-94-009-9191-0_8
Publisher Name: Springer, Dordrecht
Print ISBN: 978-94-009-9193-4
Online ISBN: 978-94-009-9191-0
eBook Packages: Springer Book Archive