Skip to main content

Distribution maps of the extinct and very rare species in the Netherlands

  • Chapter
Atlas of the Netherlands Flora

Part of the book series: Atlas of the Netherlands Flora ((ANFL,volume 1))

  • 98 Accesses

Abstract

0003 8c 22 - F.E. 5 (1979), p. 342: Mediterranean region and W. Europe, northwards to C. England and the Netherlands.

The erratum of this chapter is available at http://dx.doi.org/10.1007/978-94-009-9191-0_11

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this chapter

Chapter
USD 29.95
Price excludes VAT (USA)
  • Available as PDF
  • Read on any device
  • Instant download
  • Own it forever
eBook
USD 74.99
Price excludes VAT (USA)
  • Available as PDF
  • Read on any device
  • Instant download
  • Own it forever

Tax calculation will be finalised at checkout

Purchases are for personal use only

Institutional subscriptions

Literatuur (Hoofdstuk 8)

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1870. Verslag van de vier en twintigste jaarvergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (1), p. 98–114.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1873. Verslag van de zes en twintigste jaarvergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. II (1), p. 221–240.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1877. Verslag van de dertigste jaarvergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (2), p. 139–163.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1879. Verslag van de twee en dertigste jaarvergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. II (3), p. 214–235.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1882. Verslag van de vier en dertigste jaarvergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. II (3), p. 410–420.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1885. Verslag van de negen en dertigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (4), p. 279–303.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1888. Flora van Nijmegen I. Ned. Kruidk. Arch, II (5), p. 251–340.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1891. Verslag van de vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch, II (5), p. 633–651.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1893. Verslag van de vier en vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. II (6), p. 195–228.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1895. Verslag van de acht en vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (6), p. 515–561.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1898. Verslag van de vier en zestigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch, III (1), p. 293–346.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1901. Verslag van de zeventigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch, III (2), p. 361–403.

    Google Scholar 

  • Abeleven, Th.H.A.J., 1902. Verslag van de twee en zeventigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch, III (2), p. 553–609.

    Google Scholar 

  • Adema, F., 1968. Twee voor Nederland nieuwe Tijmen. Gorteria 4, p. 48–51.

    Google Scholar 

  • Adema, F., 1974. Juncus canadensis J. Gay ex Laharpe nieuw voor Nederland. Gorteria 7, p. 17–20.

    Google Scholar 

  • Adema, F., 1976. De Filago vulgaris-groep in Nederland. Gorteria 8, p. 42–47.

    Google Scholar 

  • Adema, F. & J. Mennema, 1976. Seseli montanum L. in Nederland gevonden. Gorteria 8, p. 22–24.

    Google Scholar 

  • Adema, F. & J. Mennema, 1979. De Nederlandse slijkgrassen. Gorteria 9, p. 330–334.

    Google Scholar 

  • Andreas, Che. H., 1956. Notes on Stellaria nemorum L. Acta Bot. Neerl. 5, p. 145–156.

    Google Scholar 

  • Anon, 1855. Verslag van het verhandelde op de negende vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen. Ned. Kruidk Arch. I (3), p. 431–493.

    Google Scholar 

  • Anon, 1885. Phanerogamae et Cryptogamae vasculares waargenomen in de provincie Limburg door de leden der Nederlandsche Botanische Vereeniging van 1861 tot 1883. Ned. Kruidk Arch, II (4), p. 304–334.

    Google Scholar 

  • Anon., 1887. Phanerogamae et Cryptogamae vasculares waargenomen in de provincie Limburg door de leden der Nederlandsche Botanische Vereeniging van 1861–1886. Ned. Kruidk Arch, II (5), p. 1–36.

    Google Scholar 

  • Anon., 1896. Verslag van de zestigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk Arch. III(1),p. 1–58.

    Google Scholar 

  • Anon., 1897. De muurbloem. De Levende Natuur 2, p. 33–35.

    Google Scholar 

  • Anon., 1913. Vergadering, uitgeschreven door de Commissie voor het floristisch onderzoek van Nederland. Ned. Kruidk Arch. 1913, p. 51–54.

    Google Scholar 

  • Anon., 1917a. ‘t Natuurhistorisch Genootschap in het afgeloopen jaar. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 6, p. 2–4.

    Google Scholar 

  • Anon., 1917b. Het Natuurhistorisch Genootschap in 1917. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 6, p. 33–35.

    Google Scholar 

  • Anon., 1926. Verslag maandelijksche vergadering van Woensdag 5 mei 1926. Natuurh. Maandbl. 15, p. 49–51.

    Google Scholar 

  • Anon., 1927. Verslag der maandelijksche vergadering op 1 Juni 1.1. Natuurh. Maandbl. 16, p. 70–72.

    Google Scholar 

  • Anon., 1935. Verslag van de maandelijksche vergadering op Woensdag 1 mei 1935. Natuurh. Maandbl. 24, p. 54–55.

    Google Scholar 

  • Anon., 1936. Wageningen. Natura 35, p. 205–206.

    Google Scholar 

  • Anon., 1948. Wee het peperboompje! Natuurh. Maandbl. 37 (7/8), p. 51–52.

    Google Scholar 

  • Anon., 1951. De laatste groeiplaats van Anemone Pulsatilla beschermd. Natuur en Landschap 5, p. 58.

    Google Scholar 

  • Anon., 1952. Verslagen van de maandvergaderingen. Natuurh. Maandbl. 41, p. 26–30.

    Google Scholar 

  • Anon., 1953. Verslagen van de maandvergaderingen. Natuurh. Maandbl. 42, p. 74–75.

    Google Scholar 

  • Anon., 1955. Verslag Terschelling. De Veldrot 1 (1).

    Google Scholar 

  • Anon., 1962. Wat behouden bleef. Natuur en Landschap 15, p. 62.

    Google Scholar 

  • Anon., 1965. Verslagen van de maandvergaderingen. Natuurh. Maandbl. 54, p. 85–88.

    Google Scholar 

  • Anon., 1971. Verslagen van de maandvergaderingen. Natuurh. Maandbl. 60, p. 124–125.

    Google Scholar 

  • Arnolds, E.J.M. & R. van der Meijden, 1976. Standaardlijst van de Nederlandse Flora 1975. Rijksherbarium, Leiden.

    Google Scholar 

  • Asscher, E.B., 1848. Schets der Flora van Abcoude’s omstreken. In: H. Boursse Wils, Verslag der tweede algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk Arch. I (1), p. 440–446.

    Google Scholar 

  • Barker, D., 1954. Miscellaneous notes on Scirpus lacustris L. sensu lat. in the Netherlands. Acta Bot. Neerl. 3, p. 425–445.

    Google Scholar 

  • Barker, D., 1955. De flora van de Noordoostpolder. De Levende Natuur 58, p. 1–10.

    Google Scholar 

  • Ball, P.W., 1964. Petrorhagia (Ser. ex DC.) Link In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 1, p. 186–188. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Ball, P.W., 1968a. Vicia L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 2, p. 129–136. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Ball, P.W., 1968b. Lathyrus L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 2, p. 136–143. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Ball, P.W., 1972. Lamium L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 147–148. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Barkman, J.J., 1963a. Over de standplaats van Cornus suecica in Oostfriesland. Gorteria 1, p. 100–105.

    Google Scholar 

  • Barkman, J.J., 1963b. Pyrola uniflora in Oostfriesland. Gorteria 1, p. 109–110.

    Google Scholar 

  • Barkman, J.J., 1968a. Beschouwingen over het begrip zeldzaamheid bij planten. Gorteria 4, p. 79–86.

    Google Scholar 

  • Barkman, J.J., 1968b. Botanisch onderzoek op het Biologisch Station Wijster, 1957–1967. In: H.J. Venema, Bijdragen over veldbiologie, natuurbeheer en landschap in het Drentse district, Med. Landb.hogesch. Wageningen 11, p. 141–160.

    Google Scholar 

  • Barkman, J.J., 1973. Naar aanleiding van het maanvaren-artikel van Kees den Hartog. In: J.C. Smittenberg (ed.), Plantengroei in enkele Nederlandse landschappen, p. 281–282. Amsterdam .

    Google Scholar 

  • Beeftink, W.G., 1964. Polygonum maritimum L in Nederland. Gorteria 2, p. 13–20.

    Google Scholar 

  • Beeftink, W.G., 1965. De zoutvegetatie van ZW-Nederland beschouwd in Europees verband. Thesis. Wageningen.

    Google Scholar 

  • Berk, LH. van, 1912. Lets over Tillaea muscosa en zoogenaamde zeldzaamheden. De Levende Natuur 16, p. 408.

    Google Scholar 

  • Beijerinck, W., 1929. De flora van het ‘Drentsch District’ II. De Levende Natuur 33, p. 343–347.

    Google Scholar 

  • Beijerinck, W., 1930. Polygonatum verticillatum (L.) All., De Kransblad-Salomonszegel in Midden-Drente, met eenige beschouwingen over de Boschflora van het Drentsch-District (III). De Levende Natuur 35, p. 117–125.

    Google Scholar 

  • Beijersbergen, J. & P. Slim, 1976. Een vonst van de Bitterling in de Grevelingen. De Levende Natuur 79, p. 273–276.

    Google Scholar 

  • Boenninghausen, G.M.F. von, 1824. Prodromus Florae Monasteriensis Westphalorum. MĂ¼nster .

    Google Scholar 

  • Boer, A.J. de, 1935. Zeldzaamheden. De Levende Natuur 40 (Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijsse), p. 197.

    Google Scholar 

  • Boer, H. de, 1974. De zodezegge, Carex cespitosa L., tenslotte toch in Nederland gevonden. Gorteria 7, p. 57–63.

    Google Scholar 

  • Boer, H. Beeftink, W.G.de, 1975. Een vondst van de trilgraszegge (Carex brizoides L.) in Drenthe. Gorteria 7, p. 114.

    Google Scholar 

  • Boerlage, J.G., 1891. Verslag van de een en vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch, II (5), p. 678–681.

    Google Scholar 

  • Boerlage, J.G., F.W. van Eeden, J.W.G Goethart, J.D. Kobus, GAF. Molengraaff, J.W. Wakker & J. Wouters, 1888. Lijst der planten waargenomen op Terschelling door de leden der Nederlandsche Botanische Vereeniging van 5–10 augustus 1886. Ned. Kruidk. Arch. II (5), p. 103–117.

    Google Scholar 

  • Boerman, M.O. (m.m.v. E. Aartse, L Freese-Woudenberg, D.W. Kapteyn den Boumeester & J. Mourik Jr.), 1975. 10 jaar botanische inventarisatie in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Gemeentewaterleidingen, Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Bol, J., 1970. Waardevolle aanvullingen op Limburgse orchideeenflora. Natuurh. Maandbl. 59, p. 121–122.

    Google Scholar 

  • Bolman, Joh., 1962. Het steppenrollende vlieszaad. Natura 59, p. 48.

    Google Scholar 

  • Bolman, Joh., 1976a. Wilde planten in en bij Amsterdam. Zutphen.

    Google Scholar 

  • Bolman, Joh., 1976b. Wordt Zeelathyrus in ons land een blijvertje? Natura 73, p. 155–158.

    Google Scholar 

  • Bondam, R., 1870. 3e Bijdrage tot de Flora van Harderwijk. In: H. Boursse Wils, Verslag van de twintigste jaarlijksche vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 440–441.

    Google Scholar 

  • Boom, B.K., 1975. Flora der gekweekte, kruidachtige gewassen, 3e druk. Wageningen.

    Google Scholar 

  • Boonen, F. & M Martens, 1971. Een vergelijkend onderzoek naar de vegetatie op de Berghofweide. Doctoraal verslag, afd. Geobotanie, Nijmegen/RIN Leersum.

    Google Scholar 

  • Bory de Saint-Vincent, J.B.MAG., 1821. Voyage souterrain, ou description du Plateau de Saint-Pierre de Maestricht et de ses vastes cryptes. Paris.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1848a. Onderzoekingen naar de geographische verspreiding van eenige als inheemsch opgegevene en door latere onderzoekers betwijfelde planten onzer Flora. In: H. Boursse Wils, Verslag der tweede algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. 1(1), p. 371–408.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1848b. Het geslacht Batrachium Wimm. In: H. Boursse Wils, Verslag der tweede algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. I (1), p. 534–546.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1850a. Prodromus Florae Batavae I. Leiden.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1850b. Toevoegsels aangaande het bewerkte gedeelte van den Prodromus Florae Batavae. In: H. Boursse Wils, Verslag der derde bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. 1(2), p. 96–112.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1851. In: H. Boursse Wils, Verslag der Vierde algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. I (2), p. 2–25.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1854. In: H. Boursse Wils, Verslag van de zevende algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (3), p. 231–247.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1859. Jaarlijksch verslag. In: CAJA Oudemans, Verslag van de dertiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (4), p. 427–448.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1860. In: CAJA Oudemans, Verslag van de veertiende jaarlijksche vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 92–105.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1861. In: Anon., Verslag van de vijftiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 190–234.

    Google Scholar 

  • Bosch, R.B. van den, 1863. In: Anon., Verslag van de zestiende vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 223–245.

    Google Scholar 

  • Boursse Wils, H., 1848. Verslag der tweede algemeene bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora. Ned. Kruidk. Arch. I (1), p. 369–563.

    Google Scholar 

  • Bouwhuis, A, 1977. Epipactus muelleri Godf. inheems in Zuid-Limburg. Gorteria 8, p. 108–113.

    Google Scholar 

  • Bremer, P., 1978. Flora van de Noordoostpolder. Stencil AGJ.N. en N.J.N., afdeling CNNOP, Emmeloord.

    Google Scholar 

  • Brouwer, F.I., 1936. Heide en veen in N.W.-Drente. De levende Natuur 40, p. 289–297.

    Google Scholar 

  • BrĂ¼ggen, H.W.E. van, 1977. De orchideeen van Europa (3). Anacamptis pyramidalis (L.) Rich. - Hondswortel. Orchideeen 39, p. 105–107.

    Google Scholar 

  • Brugmans, S.J., 1783. Dissertatio ad questionem ab illustri academia regia scientiarum divionensi propositam. Groningen.

    Google Scholar 

  • Bruinsma, J.J., 1840. Flora Frisica. Leeuwarden.

    Google Scholar 

  • Bruman, H., 1662. Index stirpium quae prope Zuollam in Transisalania nascuntur. Zwolle [Excerpt in Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 368–398].

    Google Scholar 

  • Brummelkamp, J., 1914. Het Pothoofd in memoriam en zijn opvolger, 2. De Levende Natuur 19, p. 161–167.

    Google Scholar 

  • Bruna, M., 1968. Spiranthes spiralis (L.). Portret van een orchidee. Natuurh. Maandbl. 57, p. 32–35.

    Google Scholar 

  • Brussaard, G.J.N., 1897. Zeldzame planten. De Levende Natuur 2, p. 230.

    Google Scholar 

  • Burkhardt, F., 1835. Einige Bemerkungen Ă¼ber Pflanzen in Reichenbach’s Flora germanica excursoria. Flora 18 (2, Beiblatt), p. 98–107.

    Google Scholar 

  • Buse, L.H., 1870. In: M.I. Cop, Verslag van de achttiende jaarlijksche vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 375–382.

    Google Scholar 

  • Bijleveld, HAS., 1962. De geschiedenis van Corallorhiza trifida in Nederland. Gorteria 1, p. 46–47.

    Google Scholar 

  • Chater, A.O., B. Valdes & Da Webb, 1972. Linaria Miller. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 226–236. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Chater, A.O., B. Valdes & DA Webb & DA Webb, 1972. Orobanche L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 286–293. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Clabeck, G., 1974. RedĂ©couverte de Veronica praecox All. ä la montagne Saint-Pierre. Natura Mosana 27, p. 71–72.

    Google Scholar 

  • Clapham, AR., T.G. Tutin & E.F. Warburg, 1962. Flora of the British Isles, ed. 2 . Cambridge.

    Google Scholar 

  • Clason, E.W., 1955. Montia fontana in Nederland. Acta Bot. Neerl. 4, p. 242–272.

    Google Scholar 

  • Clason, E.W., 1964. Potamogetonaceae. Flora Neerlandica 1 (6), p. 37–79. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Clusius, G, 1601. Rariorum Plantarum Historia. Antwerpen.

    Google Scholar 

  • Clusius, G,1611. Curae posteriores. Antwerpen.

    Google Scholar 

  • Coesel-Wouda, M.J., 1967. Onderzoek naar de oecologie van de Europese Utricularia-soorten. RIVON-rapport.

    Google Scholar 

  • Commelin, J., 1683. Catalogus Plantarum Indigenarum Hollandiae. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Cook, G.D.K., 1964. Ranunculus, subgen. Batrachium (DG) A Gray. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 1, p. 237–238. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Cook, G.D.K., 1968. Oenanthe L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 2, p. 338–339. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Cop, M.I., 1870. Verslag van de achttiende jaarlijksche vergadering van de Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 363–384.

    Google Scholar 

  • Cremers, J., 1914. Verslag van de werkzaamheden van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg over 1914. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (12).

    Google Scholar 

  • Cremers, J., 1925. Asperula arvensis L. Natuurh. Maandbl. 14, p. 120.

    Google Scholar 

  • Cremers, J., 1938. Orchideeen in Z. Limburg. Natuurh. Maandbl. 27, p. 20.

    Google Scholar 

  • Crepin, F., 1874. Manuel de la Flore de Belgique, ed.3. Bruxeles.

    Google Scholar 

  • Dandy, J.E., 1979a. Baldellia Pari. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 2. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Dandy, J.E., 1979b. Potamogeton L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 7–11. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Danser, B.H., 1922. Bijdrage tot de kennis der Nederlandsche Rumices. Ned. Kruidk. Arch. 1921, p. 167–228.

    Google Scholar 

  • Defilipps, RA, 1979. Scirpus L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 227–280. Cambridge.

    Google Scholar 

  • D’Hose, R., 1977. Notities aangaande Juncus canadensis J. Gay ex Laharpe. Dumortiera 6, p. 35–36.

    Google Scholar 

  • Dieken, J. van, 1970. Beiträge zur Flora Nordwestdeutschlands. Jever.

    Google Scholar 

  • Diemont, W.H., 1959. De bescherming van het krijtland längs het Geuldal tussen Gulpen en Valkenburg. Natuur en Landschap 13, p. 6–20.

    Google Scholar 

  • Diemont, W.H. & AJ.H.M. van de Ven, 1953. De kalkgraslanden van Zuid-Limburg. A De Phanerogamen. Publ. Natuurh. Gen. Limb. 6.

    Google Scholar 

  • Dirkse, G., JA Hoekstra & W. Loode, 1973. Carex brizoides L en Phyteuma spicatum L. bij Bentheim. Gorteria 6, p. 150–152.

    Google Scholar 

  • Dissen, H.D., 1972. Flora en vegetatie van het landgoed ‘Singraven’. Ingenieurs-studie Landb.hogesch. Wageningen/RIN Leersum.

    Google Scholar 

  • Dodoens, R., 1554. Cruydeboeck. Antwerpen.

    Google Scholar 

  • Dodoens, R.,1583. Stirpium Historiae Pemptades Sex. Antwerpen.

    Google Scholar 

  • Dodoens, R.,1608. Cruydt-Boeck. Leiden.

    Google Scholar 

  • Dodoens, R., 1618. Cruydt-Boeck, ed. 2. Leiden.

    Google Scholar 

  • Doing Kraft, H., 1957. De natuurlijke standplaats van Cornus mas L Jaarb. Ned. Dendrol. Ver. 20, p. 169–201.

    Google Scholar 

  • Donatus, P., 1931. Bloemen bij den Bosch. De Levende Natuur 36, p. 95.

    Google Scholar 

  • Dorp, CT. van, 1977. Thesium humifusum DC teruggevonden in de duinen bij Katwijk. Gorteria 8, p. 169–172.

    Google Scholar 

  • Dozy, F., 1855. Eerste supplement tot den Prodromus Florae Batavae Vol. I. Ned. Kruidk. Arch. I (3), p. 494–520.

    Google Scholar 

  • Dozy, F., 1856. Verslag van de tiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen. Ned. Kruidk. Arch. I (4), p. 15–81.

    Google Scholar 

  • Duiven, J.M., 1955. Oerbos in Drente. De Levende Natuur 58, p. 202–206.

    Google Scholar 

  • Dumortier, B.C., 1823. Agrostographiae Belgicae tentamen. Observations sur les graminGes de la Flore Belgique. Tournai.

    Google Scholar 

  • Dumortier, B.C., 1827. Florula Belgica. Tournai.

    Google Scholar 

  • Dumoulin, L.J.G., 1868. Guide du Botaniste dans les environs de Maestricht, Maastricht.

    Google Scholar 

  • Dijkstra, S.J., 1941. Over de zachte hennepnetel. De Levende Natuur 46, p. 70–72.

    Google Scholar 

  • Dijkstra, S.J., J.H. Kern, Th. Reichgelt & J.L. van Soest, 1953. Sur quelques Hieracia subg. Pilosella des Pays-Bas. Acta Bot. Neerl. 2, p. 522–534.

    Google Scholar 

  • Dijkstra, S.J. & F.H. van Rummelen, 1955. Groeiplaats van de alpenboerenkers, Thlaspi alpestre. Natuurh. Maandbl. 44, p. 67.

    Google Scholar 

  • Eeden, F.W. van, 1868. Tessel. Album der Natuur 1868, p. 330–345.

    Google Scholar 

  • Eeden, F.W. van, 1874. Lijst der planten die in de Nederlandsche Duinstreken gevonden zijn. Ned. Kruidk. Arch. II (1), p. 360–452.

    Google Scholar 

  • Eeden, F.W. van, 1880. Herinneringen aan de Veluwe. Album der Natuur 1880, p. 193–214.

    Google Scholar 

  • Eeden, F.W. van,1889. Desiderata voor de Flora Batava. Ned. Kruidk. Arch, II (5), p. 533–541.

    Google Scholar 

  • Eeden, F.W. van, 1894. Desiderata voor de Flora Batava. Ned. Kruidk. Arch, II (6), p. 331–343.

    Google Scholar 

  • Eeden, F.W. van, 1898. Desiderata voor de Flora Batava. Ned. Kruidk. Arch. III (1), p. 537–552.

    Google Scholar 

  • Eelman, W. & D.T.E. vanderPloeg, 1979. Potamogeton coloratus Vahl opnieuw in Nederland gevonden. Gorteria 9, p. 325–330.

    Google Scholar 

  • Ehrendorfer, F. & F. Krendl, 1976. Galium L, sect. Leiogalium Ledeb. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 4, p. 23–28. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Ehrhart, F., 1783. Meine Reise nach der Grafschaft Bentheim, und von da nach Holland, nebst der Retour nach Herrenhausen. Hannoverisches Magazin 21, kolom 177–296.

    Google Scholar 

  • Ehrhart, F., 1790. Beiträge zur Naturkunde und den damit verwandten Wissenschaften 5 . Hannover/OsnabrĂ¼ck.

    Google Scholar 

  • Essers, M.F.J., 1973. Bijzondere plantenvondsten. Natuurh. Maandbl. 62, p. 120–121.

    Google Scholar 

  • Faassen, A.H.J., 1978. Is de gele kornoelje echt wild in Zuid-Limburg? Natuurh. Maandbl. 67, p. 3–5.

    Google Scholar 

  • Federov, AA & M. Kovanda, 1976. Campanula L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, SJVI. Walters & DA Webb, Flora Europaea 4, p. 74–93. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Feinbrun, N., 1972. Cuscuta L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 74–77. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Floristenclub Gelderse Vallei, 1967. ‘Legeradventieven’ te Harskamp. Gorteria 3, p. 130–131.

    Google Scholar 

  • Feinbrun, N., 1972. Cuscuta L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb,1971. Neofieten van Midden-Nederland. Gorteria 5, p. 136–146.

    Google Scholar 

  • FlorschĂ¼tz, F., 1931. De Berendruif en de Vierde Natuurhistorische Tentoonstelling. Natura 1931, p. 144–146.

    Google Scholar 

  • Franquinet, J.L, 1838. Flore des environs de Maestricht. Manuscript.

    Google Scholar 

  • Fries, E.M., 1823. Novitiae Florae Svecicae 7 (2). Lund.

    Google Scholar 

  • Frieswijk, J.J.,1976. De flora van het industriegebied ‘Sloterdijk’. De Levende Natuur 79, p. 93–95.

    Google Scholar 

  • Fröderström, H., 1930. The genus Sedum L. Acta Horti Gothob. V. app. p. 1–75.

    Google Scholar 

  • Gadella, Th.W.J. & E. Kliphuis, 1968. Enige opmerkingen over Hierarcium pilosella L in Nederland. Gorteria 4, p. 17–26.

    Google Scholar 

  • Gams, H., 1924. Geraniaceae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 4 (3), p. 1656–1732. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Gams, H., 1927a. Boraginaceae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (3), p. 2122–2232. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Gams, H., 1927b. Labiatae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (4), p. 2255–2548. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Garjeanne, AJ.M., 1901. Eenige opmerkingen over Nederlandsche planten. De Levende Natuur 6, p. 79.

    Google Scholar 

  • Garjeanne, AJ.M., 1903. De nieuwe inlandsche orchidaceeen. De Levende Natuur 7, p. 239–241.

    Google Scholar 

  • Garjeanne, AJ.M., 1914. Een verarming van de Venlosche flora. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1914, p. 133–140.

    Google Scholar 

  • Garjeanne, A.J.M., 1926. De levensgeschiedenis van de Maiitelanjelier. De Levende Natuur 31, p. 33–45.

    Google Scholar 

  • Garjeanne, A.J.M., 1947. Gratiola. De Levende Natuur 50, p. 13–23.

    Google Scholar 

  • Geer, J.LW. de, 1814. Plantarum Belgii Confoederati Indigenarum Spicilegium Alterum. Utrecht.

    Google Scholar 

  • Geuns, S.J. van, 1788. Plantarum Belgii Confoederati Indigenarum Spicilegium. Harderwijk.

    Google Scholar 

  • Geurts, R., 1939. Lijst (le aanvulling) van sinds 1928 in Midden-Limburg aangevoerde en van enkele zeldzame planten te Echt en omgeving. Natuurh. Maandbl. 28, p. 66–67.

    Google Scholar 

  • Geurts, R., 1945. De flora van Midden Limburg sinds 1939. Natuurh. Maandbl. 34, p. 44–45.

    Google Scholar 

  • Goethart, J.W.C, 1905a. In: W. Burck, Verslag der vergadering der Floristische afdeeling (A) der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. 1905, p. 40–78.

    Google Scholar 

  • Goethart, J.W.C, 1905a., 1905b. Verslag over de belangrijkste resultaten van het wetenschappelijk werk der afdeeling gedurende het jaar 1904. Ned. Kruidk. Arch. 1905, p. 91–101.

    Google Scholar 

  • Goethart, J.W.C, 1905a., 1905c. Aanwinsten van het herbarium over het jaar 1904. Ned. Kruidk. Arch. 1905, p. 102–125.

    Google Scholar 

  • Goethart, J.W.C, 1905a. & W.J. Jongmans, 1902. Plantenkaartjes voor Nederland. Leiden.

    Google Scholar 

  • Goethart, J.W.C, 1905a. & W.J. Jongmans, 1906. Plantenkaartjes voor Nederland. Leiden.

    Google Scholar 

  • Gorter, D. de, 1745. Flora Gelro-Zutphanica. Harderwijk.

    Google Scholar 

  • Gorter, D. de, 1757. Florae Gelro-Zutphanicae Appendix. Harderwijk.

    Google Scholar 

  • Gorter, D. de, 1767. Flora Belgica. Utrecht.

    Google Scholar 

  • Gorter, D. de, 1768. Florae Belgicae Supplementum I ( Utrecht).

    Google Scholar 

  • Gorter, D. de, 1781a. Flora Zutphanica. Zutphen.

    Google Scholar 

  • Gorter, D. de, 1781b. Flora VII Provinciarum Belgii foederati indigena. Haarlem.

    Google Scholar 

  • Graaf, D.Th. de & P. Heukels, 1979. Over Polystichum aculeatum (L) Roth en zijn voorkomen in Nederland. Natuurh. Maandbl. 68, p. 55–62.

    Google Scholar 

  • Gregoire, L, 1959. Is Centaurea calcitrapa L. in Nederland uitgestorven? Natuurh. Maandbl. 48, p. 5–6.

    Google Scholar 

  • Greshoff, M., 1895. Flora Hagana. ‘s-Gravenhage.

    Google Scholar 

  • Greven, H.G, 1978. Het Duinzwenkgras (Vulpia membranacea Dum.) nu ook in Nederland. De Levende Natuur 81, p. 188–191.

    Google Scholar 

  • Groot, G, 1961. Steppenrollers. Natura 58, p. 182.

    Google Scholar 

  • Gutermann, W., F. Ehrendorfer & M. Fischer, 1973. Neue Namen und kritische Bemerkungen zur Gefässpflan-zenflora Mitteleuropas. Ă–st. Bot. Zeitschr. 122, p. 259–273.

    Google Scholar 

  • Gytenbeek, A.W. 1949. De orchideeen van de St. Pietersberg te Nederland. Natuurh. Maandbl. 38, p. 73.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, 1821. Specimen botanicum, exhibens Synopsin Graminum indigenarum. Utrecht.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, 1825. Flora Belgii Septentrionalis I (1/2). Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, 1827. Tweede nalezing op de Flora Belgii Septentrionalis. Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen 2, p. 110–124.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, 1830. Vierde Nalezing op de Flora Belgii Septentrionalis. Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen 5, p. 78–87.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van,1831. Vijfde Nalezing op de Flora Belgii Septentrionalis. Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen 6,159–170.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, 1832. Zevende nalezing op de Flora Belgii Septentrionalis. Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen 7, p. 333–347.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, 1836. Flora Belgii Septentrionalis I (3) Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, 1841. Nieuwe bijdragen tot de Nederlandsche Flora, 1. Tijdschr. Natuurk. Gesch. en Physiol. 8, p. 203–259.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, F A W. Miquel & M. Dassen, 1832. Flora Belgii Septentrionalis II (1). Amsterdam Handboek Natuurmonumenten, 1957. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Hall, H.G van, F A W. Miquel & M. Dassen,1971. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Hart, H. t, 1972. Over het voorkomen van Sedum forsterianum Smith in Nederland. Gorteria 6, p. 67–72.

    Google Scholar 

  • Hartsen, FA, 1868. Botanische strooptogt in de veenen van Westbroek. Album der Natuur 1868, p. 248–253.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., 1907. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 1. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., 1909. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 2. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., 1910/1912. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 3. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., 1914/1916. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (1). MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., 1925. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (1). MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., 1926. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (2). MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., 1927. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (3). MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., 1928/1929. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (2). MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., H.C. Friedrich, 1962. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 3 (2), 2e Aufl. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., H.C. Friedrich, 1974. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 3 (2), 2e Aufl. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., D. Hartl, 1966. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (1), 2e Aufl. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., D. Hartl, 1972. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (1), 2e Aufl. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., H. Rechinger, 1960. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 3 (2), 2e Aufl. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., K. Suessenguth, 1939. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 2, 2e Aufl. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Hegi, G., G. Wagenitz, 1965. Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (3), 2e Aufl. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Heimans, E., 1896. Het Peperboompje. In: Vragen en körte mededeelingen. De Levende Natuur 1, p. 54–55.

    Google Scholar 

  • Heimans, E., 1902. Een nieuwe plant voor de Nederlandsche flora. De Levende Natuur 7, p. 80–82.

    Google Scholar 

  • Heimans, E., 1906. Bescherm de mooie wilde planten. De Levende Natuur 10, p. 197–200.

    Google Scholar 

  • Heimans, E., 1912. Een verdwenen Orchidee teruggevonden. De Levende Natuur 17, p. 102–104.

    Google Scholar 

  • Heimans, E., H.W. Heinsius & Jac. P. Thijsse, 1965. Ge’illustreerde Flora van Nederland, ed. 21. Amsterdam/Antwerpen.

    Google Scholar 

  • Heimans, J. 1916. De geschiedenis van de Nederlandsche flora. De Levende Natuur 20, p. 381–389.

    Google Scholar 

  • Heimans, J., 1963. Zaagblad en Duitse brem. De Levende Natuur 66, p. 265–272.

    Google Scholar 

  • Heisterborg, W., 1924. Veronica austriaca. De Levende Natuur 29, p. 128.

    Google Scholar 

  • Held, AJ. den, 1971. Een recente vondst van Sphagnum imbricatum Hornsch. ex Russ. in Nederland. Gorteria 5, p. 158–160.

    Google Scholar 

  • Held, AJ. den, in prep. Violaceae. Flora Neerlandica.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1896. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 1, p. 177–178.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1897. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 1, p. 240–241.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1898a. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur p. 257–260.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1898b. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 2,p. 18–20.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1898c. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 3, p. 196–199.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1899a. Bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 3, p. 216–218.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1899b. Vervolg van het verslag over merkwaardige planten, gevonden in 1898. De Levende Natuur 3, p. 235.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1899c. Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten, gevonden gedurende De Levende Natuur 4, p. 228–229.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1899d. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 4, p. 251–254.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1900a. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 4, p. 274–277.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1900b. Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten, gevonden gedurende De Levende Natuur 5, p. 22.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1900c. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 5, p. 187–189.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1900d. Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten, gevonden gedurende De Levende Natuur 5, p. 189.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1901a. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 5, p. 226–228.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1901b. Verslag omtrent voor Nederland nieuwe planten en omtrent nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten, gevonden in 1900. De Levende Natuur 5, p. 256.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1901c. Tot dusverre bekende.groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 5, p. 257–258.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 190ld. Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten, gevonden in 1901. De Levende Natuur 6, p. 185.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1902a. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 6, p. 250–253.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1902b. Verslag omtrent voor Nederland nieuwe planten en omtrent nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten, gevonden in 1901. De Levende Natuur 6, p. 281.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1902c. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde familien behoorende planten. De Levende Natuur 7, p. 209–211.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1903. Verslag omtrent voor Nederland nieuwe planten en omtrent nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten, gevonden in 1902. De Levende Natuur 7, p. 250.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1908a. De Flora van Nederland II. Leiden-Groningen.

    Google Scholar 

  • Heukels, H.,1908b. Nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten in 1907. De Levende Natuur 12. p. 220.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1909. De Flora van Nederland HL Leiden-Groningen.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1911. Nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten in Nederland in 1911. De Levende Natuur 16, p. 358–359.

    Google Scholar 

  • Heukels, H.,1913. Nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame plantensoorten in Nederland, in 1912. De Levende Natuur 17, p. 403–406.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1915. Nieuwe plantensoorten en varieteiten, gevonden in Nederland in 1914. De Levende Natuur 19, p. 455–457.

    Google Scholar 

  • Heukels, H.,1917. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1916. De Levende Natuur 21, p. 438–439.

    Google Scholar 

  • Heukels, H.,1919. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1918. De Levende Natuur 23, p. 427–428.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1920. Voor Nederland nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten IV. Ned. Kruidk. Arch. 1919, p. 105–125.

    Google Scholar 

  • Heukels, H.,1921. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1920. De Levende Natuur 25, p. 263–266.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1924. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1923. De Levende Natuur 28, p. 381–382.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1926. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1925. De Levende Natuur 30, p. 374–376.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1927. Schoolflora voor Nederland, ed. 17. Groningen.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1928. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1927. De Levende natuur 32, p. 391–393.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1929. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1928. De Levende Natuur 33, p. 411–413.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1931. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1930. De Levende Natuur 35, p. 393–394.

    Google Scholar 

  • Heukels, H., 1932. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1931. De Levende Natuur 36, p. 395–398.

    Google Scholar 

  • Heukels, H. - S.J. van Ooststroom, 1962. Flora van Nederland, ed. 15. Groningen.

    Google Scholar 

  • Heukels, H. - S.J. van Ooststroom, 1977. Flora van Nederland, ed. 19. Groningen.

    Google Scholar 

  • Heukels, P., 1979. Caltha palustris L. var. araneosa Steen. ook bij Zwolle. Gorteria 9, p. 297.

    Google Scholar 

  • Heybroek, H., 1949. Inventariseren en waarschuwen. Amoeba 25. p. 54–55.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1967. De achteruitgang van de Orchidaceae in Zuid-Limburg I. Natuurh. Maandbl. 56, p. 138–141.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1968. De achteruitgang van de Orchidaceae in Zuid-Limburg II. Natuurh. Maandbl. 57, p. 195–198.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1969a. De achteruitgang van de Orchidaceae in Zuid-Limburg in. Natuurh. Maandbl. 58, p. 7–8.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1969b. De achteruitgang van de Orchidaceae in Zuid-Limburg VI. Natuurh. Maandbl. 58, p. 78–79.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1969c. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg VIII. Natuurh. Maandbl. 58. p. 172.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1970. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg IX. Natuurh. Maandbl. 59,82–84.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1972a. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg XI. Natuurh. Maandbl. 61, p. 14–16.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1972b. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg XII. Natuurh. Maandbl. 61, p. 54–56.

    Google Scholar 

  • Hilgers, J.H.M., 1973. De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg Xin. Natuurh. Maandbl. 62, p. 4–7.

    Google Scholar 

  • Hillegers, H.P.M., 1969. De stinseflora van Nederland. Doctoraal verslag, Laboratorium voor Plantenoecologie, Haren (Gr.).

    Google Scholar 

  • Hillegers, H.P.M. & B. Reuten, 1978. Het mergellandschaap. Natuurh. Maandbl. 67, p. 121–140.

    Google Scholar 

  • Hofstra, J., 1978. De botanische betekenis van ijsbanen. Natura 75, p. 215–218.

    Google Scholar 

  • Hofstra, J. & E.J. Weeda, 1977. Over de vegetatie met Elatine hexandra (Lapierre) DC. in de kleine plas van het Lonnekermeer. Gorteria 8, p. 193–206.

    Google Scholar 

  • Holkema, F., 1870. De plantengroei der Nederlandsche Noordzee-eilanden. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Hommel, P., 1979. Is er een grens tussen het Löss- en het Krijtdistrict? Gorteria 9, p. 234–242.

    Google Scholar 

  • Hondius, P., 1621. Dapes inemptae, of de Moufe-schans. Leiden.

    Google Scholar 

  • Hoogenraad, H.R, 1906. Afdeeling ‘s-Gravenhage. Natura 1, p. 78–79.

    Google Scholar 

  • Hoogenraad, H.R,1912. Een nieuwe plant voor de Nederlandsche flora. De Levende natuur 17, p. 283–284.

    Google Scholar 

  • Hoogenraad, H.R, 1951a. Wilde weit. Natura 48, p. 93–98.

    Google Scholar 

  • Hoogenraad, H.R, 1951b. Biogeografie. In: G.JA Mulder, Handboek der Geografie van Nederland II, p. 1–129. Zwolle.

    Google Scholar 

  • Hoogh, RJ. de, 1966. Verslag van een floristisch en vegetatiekundig onderzoek van de natuurgebieden in de gemeente Warnsveld. Afd. Plantensystematiek en -geografie, Landb.hogesch. Wageningen.

    Google Scholar 

  • Hooijdonk, F. van, 1961. Kluwenklokje bij Bocholtz. Natuurh. Maandbl. 50, p. 51.

    Google Scholar 

  • Hoven, F.J.J. van, 1847a. Planten gevonden in de omstreken van Maastricht. Ned. Kruidk. Arch. I (1), p. 212–217.

    Google Scholar 

  • Hoven, F.J.J. van, 1847b. Opgave van eenige planten, in de omstreken van ‘s Hertogenbosch verzameld. Ned. Kruidk. Arch. 1(1), p. 273–279.

    Google Scholar 

  • Hughes, W.E. & G. Halliday, 1979. Puccinellia Pari. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NABurges, B.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 167–169. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Hulten, E., 1958. The amphi-atlantic plants and their phytogeographical connections. Stockholm.

    Google Scholar 

  • Humphries, C.J., 1979. Lolium L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA. Webb, Flora Europaea 5, p. 153–154. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Jalas, J. & J. Suominen, 1972. Atlas Florae Europaeae 1. Helsinki.

    Google Scholar 

  • Jalas, J. & J. Suominen, 1976. Atlas Florae Europaeae 3. Helsinki.

    Google Scholar 

  • Jansen, M.T., 1967. Een weinig bekende plant, Vicia tenuifolia Roth. Gorteria 3, p. 156–157.

    Google Scholar 

  • Jansen, M.T.,1978. De flora van Arnhem, toen en nu. Gorteria 9, p. 127–137.

    Google Scholar 

  • Jansen, M.T. & D.T.E. van der Ploeg, 1977. Stinzeplanten in Nederland. Wetensch. Med. K.N.N.V. 122. Hoogwoud.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. 1951. Gramineae. Flora Neerlandica 1 (2). Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & J.G. Sloff, 1938. Spartina in Zeeland. De Levende Natuur 42, p. 348–358.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1912. Floristische Aanteekeningen V. Ned. Kruidk. Arch. 1912, p. 67–94.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1914a. Floristische Aanteekeningen VI. Ned. Kruidk. Arch. 1913, p. 69–90.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1914b. Floristische Aanteekeningen VII. Ned. Kruidk. Arch. 1913, p. 91–138.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1914c. Zuid-Limburgsche grassen. De Levende Natuur 19, p. 31–34 en 67–70.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1916a. Floristische Aanteekeningen IX. Ned. Kruidk. Arch. 1915, p. 142–171.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1916b. Floristische Aanteekeningen X. Ned. Kruidk. Arch. 1915, p. 172–186.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1918a. Floristische Aanteekeningen Xffl. Ned. Kruidk. Arch. 1917, p. 218–228.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1918b. Floristische Aanteekeningen XIV. Ned. Kruidk. Arch. 1917, p. 229–241.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1929. Equisetum ramosissimum Desf. Ned. Kruidk. Arch. 39, p. 142–144.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1930. Grassen längs de Zuiderzeekust. Ned. Kruidk. Arch. 40, p. 231–257.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1935a. Grassen om het IJsselmeer, I. Ned. Kruidk. Arch. 45, p. 10–24.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1935b. Bromus Benekenii Trim. De Levende Natuur 40 (Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijsse), p. 97–101.

    Google Scholar 

  • Jansen, P. & W.H. Wächter, 1938. Grassen om het IJsselmeer IV. Ned. Kruidk. Arch. 48, p. 159–182.

    Google Scholar 

  • Janssen, J., 1950. Lijst van gevonden orchideeen in Limburg in 1950. Natuurh. Maandbl. 39, p. 100–101.

    Google Scholar 

  • Jaspers, G.P.J. & J.G. de Bruijn, 1950. Het plantendek van de Krimpenerwaard V. Nieuwe chorologie der Pterido- en Spermatophyta. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 396–416.

    Google Scholar 

  • Jongen, H., 1934. Helleborus niger. Natuurh. Maandbl. 23, p. 70.

    Google Scholar 

  • Jongh, S.E. de, 1962. Opmerkingen over de flora van Thorn en omgeving. Gorteria 1, p. 17–18.

    Google Scholar 

  • Jongh, S.E. de & J.L van Soest, 1941. Het geslacht Corispermum in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 51, p. 442–450.

    Google Scholar 

  • Jonker, F.P., 1935. Hypericum canadense. In: AW. Kloos, Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1934. Ned. Kruidk. Arch. 45, p. 138–140.

    Google Scholar 

  • Jonker, F.P., 1959. Hypericum canadense in Europe. Acta Bot. Neerl. 8, p. 185–186.

    Google Scholar 

  • Jonker, F.P.,1977. Is de gele kornoelje wild in Zuid-Limburg? Natuurh. Maandbl. 66, p. 150–151.

    Google Scholar 

  • Jonker, F.P., 1978. Nogmaals Cornus mas. Natuurh. Maandbl. 67, p. 60–62.

    Google Scholar 

  • Joustra, D., 1958. Met ‘It Fryske Gea’ door de Friese Zuid-Oosthoek. Vanellus 11, p. 409–410.

    Google Scholar 

  • Kaltenbach, J.H., 1844. Flora des Aachener Beckens. Aachen.

    Google Scholar 

  • Kentgens, J.S., 1911. Door beemd en bosch. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1911, p. 51–61.

    Google Scholar 

  • Kaltenbach, J.H., 1914. Enkele interessante vondsten. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (3).

    Google Scholar 

  • Kern, J.H., 1967. Carex hartmanii Caj. in Nederland. Gorteria 3, p. 93–96.

    Google Scholar 

  • Kaltenbach, J.H. & B. Reichgelt, 1932. Caricologische Aantekeningen. Ned. Kruidk. Arch. 42, p. 355–370.

    Google Scholar 

  • Kaltenbach, J.H. & Th.J. Reichgelt, 1947. De ondersoorten van Trichophorum caespitosum (L.) Hartm. in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 54, p. 260–263.

    Google Scholar 

  • Kaltenbach, J.H. & Th. J. Reichgelt, 1949. Cerastium brachypetalum Desp. In: A.W. Kloos, Aanwinsten van de Nederlandse flora in 1944. Ned. Kruidk. Arch. 56, p. 164–165.

    Google Scholar 

  • Kaltenbach, J.H. & Th. J. Reichgelt, 1950. Over enige kritische planten van onze flora. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 244–261.

    Google Scholar 

  • Kaltenbach, J.H. & Th. J. Reichgelt, 1952. Onze rivieroevers, schatkamers voor de floristiek. De Levende Natuur 55, p. 126–134.

    Google Scholar 

  • Kaltenbach, J.H. & Th. J. Reichgelt, 1954. Cyperaceae, Carex. Flora Neerlandica 1 (3). Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ketner, P., K. Reinink & G. Visser, 1972. Lijst van hogere planten, die tussen 1960 en 1972 op het eiland Terschelling zijn aangetroffen. Stencil (Terschelling).

    Google Scholar 

  • Keuris, P.E., 1963. Kleine keverorchis. De Levende Natuur 66, p. 95.

    Google Scholar 

  • Kimstra, K., 1957. Het Klein Kraaienest en omgeving. Kruipnieuws 19, p. 49–51.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1918. Enkele opmerkingen naar aanleiding van het geslacht Veronica. Ned. Kruidk. Arch. 1917, p. 136–156.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1921. De Nederlandse Euphrasia’s. Ned. Kruidk. Arch. 1920, p. 170–207.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1924. Het geslacht Viola in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 1923, p. 138–208.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1931. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1930. Ned. Kruidk. Arch. 41, p. 149–166.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW.,1932. Het geslacht Utricularia in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 42, p. 321–346.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1937. Verslag der Excursie, gehouden te Eibergen en omgeving op 22 Augustus 1936 en volgende dagen. Ned. Kruidk. Arch. 47, p. 35–48.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1938. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1937. Ned. Kruidk. Arch. 48, p. 183–198.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW.,1941. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1940. Ned. Kruidk. Arch. 51, p. 94–121.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW.,1943. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1942. Ned. Kruidk. Arch. 53, p. 30–45.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1947. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1943. Ned. Kruidk. Arch. 54, p. 115–129.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1948. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in 1943-’47. De Levende Natuur 51, p. 75–79.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1949. Twee langverwachten. In: AF.H. Besemer, K. Hana, N. Tinbergen & J. Wilcke, In het voetspoor van Thijsse, p 163–167. Wageningen.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1950a. Verslag van de excursie, gehouden op Voorne 24–29 Juli 1948. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 115–118.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., 1950b. Aanwinsten van de Nederlandse Flora in 1945,1946 en 1947. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 199–243.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1933. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1932. De Levende Natuur 37, p. 385–386.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1934. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1933. De Levende Natuur p. 394–396.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1935. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1934. De Levende Natuur p. 395–396.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1936. Nieuwe plantensoorten en varieteiten gevonden in Nederland in 1935. De Levende Natuur 40, p. 313.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1937. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1936. De Levende Natuur 41, p. 379–381.

    Google Scholar 

  • Kloos, AW., & W.H. Wächter, 1939. Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in 1938. De Levende Natuur 43, p. 377–379.

    Google Scholar 

  • Knapp, H.D. & H.Jage, 1978. Zur Ausbreitungsgeschichte von Lactuca tatarica (L) CA Meyer in Mitteleuropa. Feddes Repertorium 89, p. 453–474.

    Google Scholar 

  • Knols, L, 1946. De natuur in! Naar Geul III. Natuurh. Maandbl. 35, p. 63–64.

    Google Scholar 

  • Knörzer, K. H., 1978. Entwicklung und Ausbreitung des Leindotters (Camelina sativa s.l.). Ber. Deutsch. Bot. Ges. 91, p. 187–195.

    Google Scholar 

  • Kok Ankersmit, H.J., 1879. Naamlijst van planten binnen de gemeente Apeldoorn, tusschen de jaren 1850 en1878, waargenomen. Ned. Kruidk. Arch, II (3), p. 175–213.

    Google Scholar 

  • Kok Ankersmit, H.J., J.G. Boerlage, F.W. van Eeden, E. Giltay, T.T. Hinxt, GM. van der Sande Lacoste, W.F.R. Suringar & Th.H.A.J. Abeleven, 1882. Phanerogamen en Cryptogamen waargenomen te Wolvega, Scheene, Terissert, Mildam, Knijpe en Heerenveen, den 31sten Juli 1881. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p 421–425.

    Google Scholar 

  • Kole, GJ., 1934. Cuscuta gronovii. De Levende Natuur 39, p. 263.

    Google Scholar 

  • Kops, J., 1807. Flora Batava 2. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Kole, GJ.,1814. Flora Batava 3. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Kole, GJ., 1822. Flora Batava 4. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Kops, J., F.W. van Eeden, 1872. Flora Batava 14. Leiden.

    Google Scholar 

  • Kops, J., F.W. van Eeden, 1885. Flora Batava 17. Leiden.

    Google Scholar 

  • Kops, J.,F.W. van Eeden, 1898. Flora Batava 20, Haarlem.

    Google Scholar 

  • Kops, J. & H.G van Hall, 1844. Flora Batava 8. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Kops, J., W.J. LĂ¼tjeharms (m.m.v. A. de Wever), 1934. Flora Batava 28. ‘s-Gravenhage.

    Google Scholar 

  • Kops, J. & J.E. van der Trappen, 1846. Flora Batava 9. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Kops, J. & J.E. van der Trappen, 1849. Flora Batava 10. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Kops, J. - L. Vuyck, 1901. Flora Batava 21. Haarlem.

    Google Scholar 

  • Kops, J. - L. Vuyck, 1906. Flora Batava 22. Haarlem.

    Google Scholar 

  • Kops, J. - L. Vuyck, 1920. Flora Batava 25. ‘s-Gravenhage.

    Google Scholar 

  • Kops, J. - L. Vuyck, 1930. Flora Batava 27. ‘s-Gravenhage.

    Google Scholar 

  • Kros, S.P., 1856. Vegetatie van Ameland. Ned. Kruidk. Arch. I (4). p. 81–84.

    Google Scholar 

  • Kruseman, G. & J. Vlieger, 1939. Akkerassociaties in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 49, p. 327–398.

    Google Scholar 

  • KĂ¼kenthal, G., 1909. Cyperaceae-Caricoideae. In: A. Engler, Das Pflanzenreich 4 (20). Leipzig.

    Google Scholar 

  • Kuijper van Wäschpenning, JAB., 1826. Eerste naamlijst van zigtbaarbloeyende planten, welke in de omstreken van Breda gevonden worden. Breda.

    Google Scholar 

  • Kuijper van Wäschpenning, JAB., 1828. Tweede naamlijst van zigtbaarbloeyende planten, welke in de omstreken van Breda gevonden worden. Breda.

    Google Scholar 

  • Laan, H.H. van der, 1972. De Isselstreek. Natura 69, p. 106–111.

    Google Scholar 

  • Laarman, E., 1960. Enige recente subspontane verspreidingen en spontane vestigingen in de Hortus de Wolf te Haren. De Levende Natuur 63, p. 53–58.

    Google Scholar 

  • Lako, D. & J. Ensink, 1889. In: Th.H.A.J. Abeleven, Verslag van de zeven en veertigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch, n (5), p. 382–384.

    Google Scholar 

  • Land, J. van der, 1966. Orobanchaceae. Flora Neerlandica 4 (2), p. 187–205. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Landwehr, J., 1977. Wilde orchideeen van Europa 1. ‘s-Graveland.

    Google Scholar 

  • Langhe, J.E. de, L. Delvosalle, J. Duvigneaud, J. Lambinon & G vanden Berghen, 1978. Nouvelle Flore de la Belgique, du Grand-Duch£ de Luxembourg, du Nord de la France et des Regions voisines, ed. 2. Meise.

    Google Scholar 

  • Lawalree, A., 1963. Dryopteris x tavelii Rothmaler en Hollande. Gorteria 1, p. 111–112.

    Google Scholar 

  • Leendertz, P.K., 1962. Arabis hirsuta (L.) Scop. In: Heukels-Van Ooststroom, Flora van Nederland, ed. 15. Groningen.

    Google Scholar 

  • Leeuwen, GG. van, 1958a. Het verdwijnen van Centaurea calcitrapa uit ons land. Corr.bl. Rijksherb. 9, p. 97.

    Google Scholar 

  • Leeuwen, GG. van, 1958b. Elatine hexandra (Lap.) DC. en Gratiola officinalis L. in het wiel bij Nieuwkuik. Corr.bl. Rijksherb. 9, p. 98–99.

    Google Scholar 

  • Leeuwen, GG. van, 1958c. Verspreiding en oecologie van Wahlenbergia hederacea (L.) Rchb. RIVON-rapport.

    Google Scholar 

  • Leeuwen, GG. van & V. Westhoff, 1961. Drie nieuwe Erica’s op Terschelling. De Levende Natuur 64, p. 25–32.

    Google Scholar 

  • Lejeune, A.L.S., 1811. Flore des environs de Spa I. Liege.

    Google Scholar 

  • Lejeune, A.L.S.,1813. Flore des environs de Spa II. Liege.

    Google Scholar 

  • Lejeune, A.L.S., 1824. Revue de la Flore des environs de Spa. Liege

    Google Scholar 

  • Lejeune, A.L.S. & R. Courtois, 1828. Compendium Florae Belgicae I. Liege.

    Google Scholar 

  • Lejeune, A.L.S. & R. Courtois,1831. Compendium Florae Belgicae D. Liege.

    Google Scholar 

  • Lejeune, A.L.S. & R. Courtois, 1836. Compendium Florae Belgicae III. Verviers.

    Google Scholar 

  • Lindeman, W.N., 1931. De Berendruif. Natura 1931, p. 161.

    Google Scholar 

  • Linnaeus, G, 1737. Hortus Cliffortianus. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Londo, G. & C.G. van Leeuwen, 1974. Het gedrag van Juncus mutabilis en J. capitatus in enkele duingebieden van het Waddendistrict. Gorteria 7, p. 42–46.

    Google Scholar 

  • Lejeune, A.L.S. & R. Courtois & H.N. Leys, 1979. Stinseplanten en de Nederlandse flora. Gorteria 9, p.247–257.

    Google Scholar 

  • Luiken, R., 1957. Van Parnassia en Piatanthera. De Levende Natuur 60, p. 145–153.

    Google Scholar 

  • Maas, F.M., 1957. Floristische zeldzaamheden in de Heelsumse beek. Corr.bl. Rijksherb. 4, p. 51–52.

    Google Scholar 

  • Maas, F.M., 1959. Bronnen, bronbeken en bronbossen van Nederland, in het bijzonder die van de Veluwezoom. Thesis. Wageningen.

    Google Scholar 

  • Marchant, GJ., 1968. Evolution in Spartina (Gramineae) II. Chromosomes, basic relationships and the problem of S. x townsendii agg. Journ. Linn. Soc. (Bot.) 60, p. 381–417.

    Google Scholar 

  • Martinet, J.F., 1779. Katechismus der natuur 4. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Matthews, VA, 1979. Lilium L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 34–35. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Meese, D., 1760. Flora Frisica. Franeker.

    Google Scholar 

  • Mennema, J., 1970. Lamium galeobdolon (L.) L. in Nederland. Gorteria 5, p. 193–198.

    Google Scholar 

  • Mennema, J., 1973. Een vegetatiewaardering van het stroomdallandschap van het Merkske (N.-Br.), gebaseerd op een floristische inventarisatie. Gorteria 6, p. 157–179.

    Google Scholar 

  • Mennema, J., 1975. Kort verslag van de zittingen van het Floristenconcilie 1975 op 2 april te Leiden en op 21 april te Utrecht. Stencil Rijksherbarium, Leiden.

    Google Scholar 

  • Mennema, J., 1977a. Een floristisch opmerkelijk jaar! Gorteria 8, p. 159–168.

    Google Scholar 

  • Mennema, J., 1977b. Oenanthe crocata L. op Voorne voor het eerst in Nederland gevonden. Zuidhollands Landschap ‘77 (4), p. 13.

    Google Scholar 

  • Mennema, J., in prep. A monograph of the genus Lamium (Lamiaceae).

    Google Scholar 

  • Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1974. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1973. Gorteria 7, p. 65–83.

    Google Scholar 

  • Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1975a. Aanvullende gegevens op Grernmen en Kremers, De flora van de Nederlandse, Duitse en Deense Waddeneilanden. Gorteria 7, p. 133–148.

    Google Scholar 

  • Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1975b. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1974. Gorteria 7, p. 185–206.

    Google Scholar 

  • Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1977a. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1975. Gorteria 7, p. 135–156.

    Google Scholar 

  • Mennema, J. & S.J. van Ooststroom 1977b. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1976. Gorteria 8, p. 219–240.

    Google Scholar 

  • Mennema, J. & S.J. van Ooststroom, 1979. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1977. Gorteria 9, p. 208–227.

    Google Scholar 

  • Mörat, F.V., 1812. Nouvelle Flore des environs de Paris. Paris.

    Google Scholar 

  • Meulen, H.T. van der & D.T.E. van der Ploeg, 1968. Lactuca tatarica (L.) CA Mey. op Rottumerplaat. Gorteria 4, p. 67–68.

    Google Scholar 

  • Meusel, R, E. Jäger & E. Weinert, 1965. Vergleichende Chorologie der zentraleuropäischen Flora. Karten. Jena.

    Google Scholar 

  • Mey, P. de, 1970. Notities over het geslacht Spiranthes in Nederland. De Levende Natuur 73, p. 32–36.

    Google Scholar 

  • Meijden, R. van der, (m.m.v. A. Abma), 1977. De Flora van de Dordtse Biesbosch. Rijksherbarium, Leiden.

    Google Scholar 

  • Miquel, FAW., 1836. De Noord-Nederlandsche Vergiftige Gewassen. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Molkenboer, J.H., 1850. In: H. Boursse Wils, Verslag der derde bijeenkomst der leden van de Vereeniging voor de Nederlandsche Flora, Ned. Kruidk. Arch. I (2), p. 67–76.

    Google Scholar 

  • Molkenboer, J.H. & C. Kerbert, 1840. Flora Leidensis. Leiden.

    Google Scholar 

  • Mörzer Bruijns, M.F., 1955. De Carthuizer anjer (Dianthus carthusianorum) te Gorssel. De Levende Natuur 58, p. 184–186.

    Google Scholar 

  • Mulder, N., 1818. Elenchus Plantarum, quae prope urbem Leidam nascuntur. Leiden.

    Google Scholar 

  • MĂ¼ller, Th., 1962. Die Saumgesellschaften der Klasse Trifolio-Geranietea sanguinei. Mitt, flor.-soz. Arbeitsgem. N.F. 9, p. 95–140.

    Google Scholar 

  • Neijenhuijs, F., 1969. Stroomdalgraslandvegetaties op dijken, oeverwallen en hoge uiterwaarden längs onze grote rivieren. Natuur en Landschap 23, p. 1–18.

    Google Scholar 

  • Nelson, E., 1976. Monographie und Ikonographie der Orchidaceen-Gattung Dactylorhiza. ZĂ¼rich.

    Google Scholar 

  • Nieuwenhuis, H., 1916. Adventieven. De Levende Natuur 21, p. 80.

    Google Scholar 

  • Nijkamp, J.A., 1922. Sinapis cheiranthus. Amoeba 1, p. 68.

    Google Scholar 

  • Oberdorfer, E., 1949. Pflanzensoziologische Exkursionsflora fĂ¼r SĂ¼dwestdeutschland und die angrenzenden Gebiete. Stuttgart.

    Google Scholar 

  • Oberdorfer, E., 1962. Pflanzensoziologische Exkursionsflora fĂ¼r SĂ¼ddeutschland und die angrenzenden Gebiete. 2e Aufl. Stuttgart.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1942. Het geslacht Cuscuta in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 52, p. 159–210.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1948a. Equisetaceae. Flora Neerlandica 1 (1), p. 16–31. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1948b. Polypodiaceae. Flora Neerlandica 1 (1), p. 39–75. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1949. Over de vondst van een nieuwe Nederlandse varen, Botrychium ramosum (Roth) Aschers. In: AF.H. Besemer, K. Hana, N. Tinbergen & J. Wilcke, In het voetspoor van Thijsse, p. 343–346. Wageningen.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1952. Over het voorkomen van Smyrnium olusatrum L. in Nederland. Pharmaceutisch Weekblad 87, p. 626–630.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1953. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1952. De Levende Natuur 56, p. 214–219.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1957. Planten in het bos van ‘t Huys te Warmont’bij Warmond, Z.H. Corr.bl. Rijksherb. 4, p. 54.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1961. Convolvulaceae. Flora Neerlandica 4 (1), p. 61–70. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, & J. Mennema, 1967. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1966. Gorteria 3, p. 133–147.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1968. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1967. Gorteria 4, p. 33–42.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1969. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1968. Gorteria 4, p. 167–177.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1970. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1969. Gorteria 5, p. 65–74.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1971. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1970. Gorteria 5, p. 269–280.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1972a. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1971. Gorteria 6, p. 41–56.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1972b. Adventieven langs de Maas in Limburg, VI. Natuurh. Maandbl. 61, p. 42–44.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1973. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1972. Gorteria 6, p. 181–198.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, & Th.J. Reichgelt, 1954. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1953. De Levende Natuur 57, p. 234–239.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1955. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1954. De Levende Natuur 58, p. 239–245.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1956a. Floristische notities 1–18. Acta Bot. Neerl. 5, p. 102–114.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1956b. Floristische notities 19–34. Acta Bot. Neerl. 5, p. 322–334.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1957a. Is Centaurea calcitrapa L in Nederland uitgestorven? Corr.bl. Rijksherb. 6, p. 71–72.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1957b. Nieuwe plantesoorten en -vormen in Nederland gevonden in 1956. De Levende Natuur 60, p. 134–135.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1958a. Het herbarium van Rainville en De Gorters Flora VII Provinciarum. Acta Bot. Neerl. 7, p. 605–613.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1958b. Nieuwe plantesoorten en -vormen in Nederland gevonden in 1957 en vroegere jaren. De Levende Natuur 61, p. 134–135.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1958c. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1957. De Levende Natuur 61, p. 135–142.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1958d. Adventieven langs de Maas in Limburg. Natuurh. Maandbl. 47, p. 67–70.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1960a. Floristische notities 59–67. Acta Bot. Neerl. 9, p. 197–207.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1960b. Nieuwe plantesoorten in Nederland gevonden hoofdzakelijk in 1959. De Levende Natuur 63, p. 161–165.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1960c. Adventieven langs de Maas in Limburg II. Natuurh. Maandbl. 49, p. 19–22.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1961a. Pyrolaceae. Flora Neerlandica 4 (1), p. 27–35. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 196lb. Ericaceae. Flora Neerlandica 4 (1), p. 36–56. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1961c. Boraginaceae. Flora Neerlandica 4 (1), p. 92–140. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1961d. Carex strigosa Huds. Gorteria 1, p. 7.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1961e. Nieuwe plantesoorten in Nederland gevonden hoofdzakelijk in 1960. De Levende Natuur 64, p. 131–134.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1963. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in 1962. De Levende Natuur 66, p. 183–188.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1964a. Zannichelliaceae. Flora Neerlandica 1 (6), p. 84–87. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1964b. Liliaceae. Flora Neerlandica 1 (6), p. 97–146. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1965a. Nadere gegevens over het voorkomen van Chenopodium chenopodioides (L.) Aellen in Nederland. Gorteria 2, p. 87–88.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1965b. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1964. Gorteria 2, p. 109–119.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1966a. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, hoofdzakelijk in 1965. Gorteria 3, p. 33–43.

    Google Scholar 

  • Ooststroom, S.J. van, 1966b. Aanwinsten voor de Nederlandse adventiefflora, 9. Gorteria 3, p. 51–59.

    Google Scholar 

  • Opdam, P. & G. Douma, 1973. Flora en vegetatie van het Natuurmonument ‘St. Jansberg’ met adviezen aangaande het natuurbeheer. Doctoraal verslag, afd. Geobotanie, Nijmegen.

    Google Scholar 

  • Orden, C. van & F. van Ommen, 1973. Gentianen in Noord-Holland. Natura 70, p. 101–103.

    Google Scholar 

  • Oudemans, C.A.J.A, 1872a. De Flora van Nederland I, ed. 2. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Oudemans, C.A.J.A, 1872b. In: Th.H.A.J. Abeleven, Verslag van de vijf en twintigste jaarvergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch, II (1), p. 128–153.

    Google Scholar 

  • Oudemans, C.A.J.A, 1873. In: Th.H.A.J. Abeleven, Verslag van de zes en twintigste jaarvergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II (1), p. 226–234.

    Google Scholar 

  • Oudemans, C.A.J.A, 1878a. Willem Jan Knijf. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 17–32.

    Google Scholar 

  • Oudemans, C.A.J.A, 1878b. Adolf van Voorst. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 33–75.

    Google Scholar 

  • Oudemans, C.A.J.A, 1881. Henricus Bruman. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 368–398.

    Google Scholar 

  • Pedersen, A, 1963. Odontites verna (Bell.) Dum. subsp. pumila (Nordst.) A. Pedersen in Nederland. Gorteria 1, p. 128–131.

    Google Scholar 

  • Perring, F.H. & S.M. Walters, 1976. Atlas of the British Flora, ed. 2. East Ardsley, Wakefield.

    Google Scholar 

  • Petit, J. & J.L. Ramaut, 1978. La vallĂ©e du Bas Geer, prolongement des richesses naturelles de la Montagne Saint-Pierre. Les Naturalistes Belges 59, p. 2–25.

    Google Scholar 

  • Ploeg, D.T.E. van der, 1953. Plantennotities. Nije of bisĂ»ndere plantesoarten en -foarmen yn FryslĂ¢n yn 1953. Vanellus 6, p. 182–186.

    Google Scholar 

  • Ploeg, D.T.E. van der, 1957. Een adventiefterrein in Friesland (vervolg). Corr.bl. Rijksherb. 4, p. 46–47.

    Google Scholar 

  • Ploeg, D.T.E. van der, 1961. Carex divisa Huds. en enige opmerkingen over de waarden langs de Friese IJsselmeerkust. Corr.bl. Rijksherb. 18, p. 192–195.

    Google Scholar 

  • Ploeg, D.T.E. van der, 1963. Kleinbloemige ‘wilde boerencrocussen’ in Friesland. Gorteria 1, p. 145–147.

    Google Scholar 

  • Ploeg, D.T.E. van der, 1972. Stinzeplanten yn FryslĂ¢n. Leeuwarden.

    Google Scholar 

  • Ploeg, D.T.E. van der, 1977a. Atlas fan de floara fan FryslĂ¢n. Leeuwarden.

    Google Scholar 

  • Ploeg, D.T.E. van der, 1977b. Nieuwe vondsten van enige Potamogeton-hybriden in Friesland. Gorteria 8, p. 129–133.

    Google Scholar 

  • Prick, J., 1943. Orobanche reticulata ssp. pallidiflora. Natuurh. Maandbl. 32, p. 63.

    Google Scholar 

  • Pulle, A., 1915. Verslag van de Commissie voor het Floristisch onderzoek van Nederland over het jaar 1914. Ned. Kruidk. Arch. 1914, p. 14–16.

    Google Scholar 

  • QuenĂ©-Boterenbrood, A.J. & J. Mennema, 1973. Zeldzame Nederlandse plantesoorten in Zuid-Holland. Provinciale Waterstaat Zuid-Holland, ‘s-Gravenhage.

    Google Scholar 

  • Ram, R. & G Sipkes, 1971. Tijdelijke groeiplaatsen van de Poppenorchis op Voorne in relatie tot de konijnenstand in 1960-‘70. De Levende Natuur 74, p. 160–163.

    Google Scholar 

  • Raven, P.H, 1963. Circaea in the British Isles. Watsonia 5, p. 262–272.

    Google Scholar 

  • Reichgelt, Th.J., 1956a. Cyperaceae excl. Carex. Flora Neerlandica 1 (4). Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Reichgelt, Th.J., 1956b. Een merkwaardige vindplaats van Carex brizoides L. Corr.bl. Rijksherb. 1, p. 11.

    Google Scholar 

  • Reichgelt, Th.J., 1960. Over enige met graszaden in parken en buitenplaatsen ingevoerde planten. Corr.bl. Rijksherb. 15, p. 161–163.

    Google Scholar 

  • Reichgelt, Th.J., 1962. De zomerexcursie-1961 van de Kon. Ned. Botanische Vereniging naar de Langstraat. Gorteria 1. p. 30–31.

    Google Scholar 

  • Reichgelt, Th.J., 1964. Juncaceae. Flora Neerlandica 1 (6), p. 164–209. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Reinwardt, C.G.C, 1815. Catalogus Plantarum precedenti non-scriptarum. In: H. Schuurmans Stekhoven, Kruidkundig Handboek I, p. 436–451, Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Richardson, I.B.K., 1972. Scutellaria L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N A Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 135–137. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Robson, N.K.B., 1968. Hypericum L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 261–269. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Robyns, A, 1956. Le genre Blackstonia en Belgique, au Grand-DuchĂ© de Luxembourg et aux Pays-Bas. Bull. Jard. Bot. Brux. 26, p. 353–368.

    Google Scholar 

  • Rompaey, E. van & L. Delvosalle, 1972. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora. Brussel.

    Google Scholar 

  • Rompaey, E. van & L. Delvosalle, 1978. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora. Tekstgedeelte. Meise.

    Google Scholar 

  • Roos, G.Th. de, 1979. Erica scoparia L. voor de Vlielandse flora verloren. Gorteria 9, p. 243–244.

    Google Scholar 

  • Rothmaler, W., 1976. Exkursionsflora fĂ¼r die Gebiete der DDR und der BRD. Berlin.

    Google Scholar 

  • Ruiter, F.G. de, 1978. Argwaan treft speurders naar waterbies en melkviool. NRC/Handelsblad 27 mei 1978.

    Google Scholar 

  • Rummelen, F.H. van, 1914. Factoren, die den plantengroei en speciaal de plantenverbreiding kunnen beĂ¯nvloeden. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (6).

    Google Scholar 

  • Rutting, B.G., 1906. Uit m’n herbarium. De Levende Natuur 11, p. 177–178.

    Google Scholar 

  • Rijpert, J.M.S., 1977. Ecological demands of Gratiola officinalis L (Scrophulariaceae) in the Netherlands. Proc. Kon. Akad. van Wetensch. C 80, p. 190–200.

    Google Scholar 

  • Rypkema, D., 1952. Waarnemingen. TriĂ«ntalis 5/13, p. 95–97.

    Google Scholar 

  • Rypkema, D., 1953. Wat Winterswijk ons dit jaar opleverde! Biologisch verslag zomerkamp 1953. TriĂ«ntalis 5/23, p. 173–177.

    Google Scholar 

  • Sakkers, D.J., 1916. Muscari comosum L. Pluimhyacint. De Levende Natuur 21, p. 137.

    Google Scholar 

  • Sande Lacoste, C.M. van der & W.F.R Suringar, 1863. Phanerogamen en vaatkryptogamen, in het oostelijk en zuidelijk deel van Drenthe, 9–18 Julij 1859. Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 242–261.

    Google Scholar 

  • Schendelaar, J.K., 1976. Zeelathyrus: na 236 jaar terug van weggeweest. Natura 73, p. 97–100.

    Google Scholar 

  • Schendelaar, J.K., 1978. Plantengemeenschappen in de Verbrande Pan bij Bergen N.H. Natura 75, p. 79–97.

    Google Scholar 

  • Schipper, W.W., 1929. Cornus suecica en Trientalis europaea. De Levende Natuur 33, p. 414–415.

    Google Scholar 

  • SchlĂ¼ter, H., 1962. Ăœber das soziologische Verhalten von Rosa arvensis Huds. in ThĂ¼ringen. Mitt. Flor.-soz. Arbeitsgem. N.F. 9, p. 26–42.

    Google Scholar 

  • Scholte, G.A.M., 1978. Biosystematic studies in the collective species Stellaria media (L.) Vill. (1,2). Proc. Kon. Akad. Wetensch. C 81, p. 442–465.

    Google Scholar 

  • Schoof-van Pelt, M.M., 1973. Littorelletea. A study of some amphiphytic communities of western Europe. Thesis. Nijmegen.

    Google Scholar 

  • Schoonen, J.M.C.P., 1976. Het natuurgebied De Onderste en Bovenste Molen botanisch gezien. Natuurh. Maandbl. 65, p. 157–165.

    Google Scholar 

  • Schotsman, H.D., 1954. A taxonomic spectrum of the section Eu-Callitriche in the Netherlands. Acta Bot. Neerl. 3, p. 313–384.

    Google Scholar 

  • Schotsman, H.D., 1958. Notes on Callitriche hermaphroditica Jusl. Acta Bot. Neerl. 7, p. 519–523.

    Google Scholar 

  • Schroevers, W. & J. den Hengst, 1978. Plantenrijk. Amsterdam/Hasselt.

    Google Scholar 

  • Schubert, R., 1960. Die zwergstrauchreichen azidiphilen Pflanzengesellschaften Mitteldeutschlands. Pflanzensoziologie 11. Jena.

    Google Scholar 

  • Schuurmans Stekhoven, H., 1815. Kruidkundig handboek I. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Segal, S., 1962a. De floristiek van oude muren. Gorteria 1, p. 71–74.

    Google Scholar 

  • Segal, S., 1962b. Mededelingen over kritische varens in Nederland. Samenvatting van een voordracht voor de Commissie voor het Floristisch Onderzoek van Nederland van de K.N.B.V.

    Google Scholar 

  • Segal, S., 1963. Pteridologische aantekeningen, 2. Dryopteris tavelii in Nederland. Gorteria 1, p. 121–128.

    Google Scholar 

  • Segal, S., 1967. Some notes on the ecology of Ranunculus hederaceus L. Vegetatio 15, p. 1–26.

    Google Scholar 

  • Segal, S., & V. Westhoff (m.m.v. J. van Dijk), 1959. Die vegetationskundliche Stellung von Carex buxbaumii Wahlenb. in Europa, besonders in den Niederlanden. Acta Bot. Neerl. 8, p. 304–329.

    Google Scholar 

  • Sell, P.D. & C. West, 1976. Hieracium L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 4, p. 358–410. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1914. Anemone Pulsatilla. De Levende Natuur 18, p. 575.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1915. Zeldzame planten. De Levende Natuur 20, p. 60.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1917. Goed en slecht nieuws voor de duinflora. De Levende Natuur 22, p. 192–193.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1918. Adventiefplanten om Haarlem. De Levende Natuur 23, p. 19–23

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1919. Opmerkingen betreffende in ons land voorkomende Orchidaceae. Ned. Kruidk. Arch. 1918, p. 145–154.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1936. De Bokken-Orchis zaait zieh uit! De Levende Natuur 41, p. 20–23.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1965. Duinen en stuifdijken op Goeree. De Levende Natuur 68, p. 295–299.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1966. De Winterbitterling (Blackstonia perfoliata ssp. serotina). De Levende Natuur 69, p. 106–110.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C,1967. Viburnum lantana L. in de duinen. Gorteria 3, p. 202–203.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1970. De Winterbitterling in de Maasmonden. De Levende Natuur 73, p. 265–269.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1977a. De Bitterling een stuk verder naar het zuiden opgerukt. De Levende Natuur 80, p. 72.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1977b. Komen en gaan van Anacamptis in Kennemerland in verband met strenge winters en konijnenschade. De Levende Natuur 80, p. 75–80.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C, 1978a. De zachte winters en enkele nieuwe planten voor ons land. De Levende Natuur 81, p. 9–11.

    Google Scholar 

  • Sipkes, C,1978b. Verrassende groeiplaatsen van orchideeĂ«n in ons land. De Levende Natuur 81, p. 153–160.

    Google Scholar 

  • Sissingh, G. & P. Tideman, 1960. De plantengemeenschappen uit de omgeving van Didam en Zevenaar. Med. Landb.hogesch. Wageningen 60 (13).

    Google Scholar 

  • Sloff, J.G., 1931. Verslag van de Excursie rond Sittard, Juli 1930. Ned. Kruidk. Arch. 41, p. 41–62.

    Google Scholar 

  • Sloff, J.G., 1937. Plantenkaartjes voor Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 47, p. 195–227.

    Google Scholar 

  • Sloff, J.G., 1938. Plantenkaartjes voor Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 48, p. 250–265.

    Google Scholar 

  • Sloff, J.G., 1941. Plantenkaartjes. Ned. Kruidk. Arch. 51, p. 451–482.

    Google Scholar 

  • Sloff, J.G., 1942. Plantenkaartjes. Ned. Kruidk. Arch. 52, p. 416–438.

    Google Scholar 

  • Sloff, J.G., 1950. Verslag van de excursie der K.N.B.V. naar Ootmarsum en omgeving van 1 tot 9 Augustus 1946. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 7–20.

    Google Scholar 

  • Sloff, J.G., & J.L van Soest, 1938. Het Fluviatiele district in Nederland en zijn flora. Ned. Kruidk. Arch. 48, p. 199–249.

    Google Scholar 

  • Sloff, J.G., & J.L van Soest, 1939. Het Fluviatiele district in Nederland en zijn flora 2. Ned. Kruidk. Arch. 49, p. 268–306.

    Google Scholar 

  • Smidt, J.Th. de, 1962. De Twentse heide. In: Twente-Natuurhistorischm, Wetensch. Med. K.N.N.V. 43, p. 2–20.

    Google Scholar 

  • Smidt, J.Th. de, 1966. The inland-heath communities of the Netherlands. Wentia 15, p. 142–162.

    Google Scholar 

  • Snogerup, S., 1979. Juncaceae. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N A Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 5, p. 102–111. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1923. Flora van Arnhem I. Ned. Kruidk. Arch. 1922, p. 65–96.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van,1924. Flora van Arnhem II. Ned. Kruidk. Arch. 1923, p. 68–115.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van,1925. Flora van Arnhem III. Ned. Kruidk. Arch. 1924, p. 91–133.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1926. Het geslacht Hieracium in Nederland I. Ned. Kruidk. Arch. 1925, p. 138–203.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1927. Plantengeografie VI. Natura 1927, p. 167–169.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1928. Het geslacht Hieracium in Nederland III. Ned. Kruidk. Arch 37, p. 171–222.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1929. Flora van Arnhem VII. Ned. Kruidk. Arch. 39, p. 405–414.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1931.25. De Pteridophyta en Phanerogamae van Wieringen. In: W.C De Leeuw & J.L. van Soest, De flora van Wieringen, Ned. Kruidk. Arch. 41, p. 308–355.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1933a. Flora van Arnhem VIII. Ned. Kruidk. Arch. 43, p. 259–271.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1933b. De flora van de IJseldelta. Ned. Kruidk. Arch. 43, p.421–482.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, 1934. Aanteekeningen over Hieracium. Ned. Kruidk. Arch. 44, p. 296–303.

    Google Scholar 

  • Soest, J.L van, & A. de Wever, 1932. Het geslacht Polygala in Nederland. Ned. Kruidk. Arch. 42, p. 263–277.

    Google Scholar 

  • Solleveld, H. & P. deMey, 1967. Nogmaals de adventieve flora bij de werkhaven van Hellevoetsluis. Gorteria 3, p. 148.

    Google Scholar 

  • Springer, L.A., 1902. Iets over het verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten gevonden in 1900, biz. 256, 5e jaarg. De Levende Natuur 7, p. 42–43.

    Google Scholar 

  • Staes, J., 1961. Revisie van het geslacht Thymus L. in BelgiĂ«. Bull. Rijksplantentuin Brussel 31, p. 443–479.

    Google Scholar 

  • Stapelveld, E., 1956. De Zweedse kornoelje. De Levende Natuur 59, p. 84–88.

    Google Scholar 

  • Staveren, M.G.C. van, 1972. Campanulaceae van Nederland. Doctoraal verslag, Rijksherbarium, Leiden.

    Google Scholar 

  • Steenis, C.G.G.J. van, 1924. Botanisch verslag van het kamp te Bakkum, (N.H.). Amoeba 1924, p. 13–18.

    Google Scholar 

  • Steenis, C.G.G.J. van, 1925. Een nieuwe vindplaats van Helianthemum guttatum Mill, in ons land. Ned. Kruidk. Arch. 1924, p. 138–147.

    Google Scholar 

  • Steenis, C.G.G.J. van, 1927. De flora van het Soesterveen. Ned. Kruidk. Arch. 1926, p. 285–316.

    Google Scholar 

  • Steenis, C.G.G.J. van, 1971. De zoetwatergetijde-dotter van de Biesbosch en de Oude Maas: Caltha palustris L. var. araneosa, var. nov. Gorteria 5, p. 213–219.

    Google Scholar 

  • Sterk, AA, 1976a. Jaarlijkse registratie van aantallen individuen van zeer zeldzame Nederlandse plantesoorten en de populatiedynamica. Gorteria 8, p. 1–11.

    Google Scholar 

  • Sterk, AA, 1976b. Anacamptis pyramidalis bij Wijk aan Zee. Gorteria 8, p. 81–85.

    Google Scholar 

  • Straeten, M. ver, 1916. Hoe weer Spiranthes aestivalis werd ontdekt. De Levende Natuur 20, p. 427–430.

    Google Scholar 

  • Strijbosch, H., 1976. Een vergelijkend syntaxonomische en synoecologische Studie in de Overasseltse en Hatertse vennen bij Nijmegen. Thesis. Nijmegen.

    Google Scholar 

  • Suringar, W.F.R., 1860. In: C.A.J.A.Oudemans, Verslag van de veertiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 81–91.

    Google Scholar 

  • Suringar, W.F.R., 1861. In: Anon., Verslag van de vijftiende jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, Ned. Kruidk. Arch. I (5), p. 239–242.

    Google Scholar 

  • Suringar, W.F.R., 1891. In: Th.A.J. Abeleven, Verslag van de vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch. II (5), p. 637–640.

    Google Scholar 

  • Suringar, W.F.R., 1892. In: Th.A.J. Abeleven, Verslag van de twee en vijftigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch, II (6), p. 70–84.

    Google Scholar 

  • Sykora, K.V., 1978. De achteruitgang van de Schellingerzegge (Carex hartmanii). De Levende Natuur 81, p. 92–95.

    Google Scholar 

  • Sykora, K.V., & V. Westhoff, 1977. Een nieuwe vindplaats van Campanula latifolia L; een inheemse soort? Gorteria 8, p. 187–193.

    Google Scholar 

  • Taylor, P., 1972. Utricularia L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & D.A. Webb. Flora Europaea 3, p. 296–297. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Tesch, P., 1914. Bodem en Plantengroei in Nederland. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1914, p. 125–132.

    Google Scholar 

  • Thellung, A, 1913/1919. Cruciferae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 4 (1), p. 51–482. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Thellung, A, 1926. Umbelliferae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 5 (2), p. 926–1537. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Thellung, A.-F. Markgraf, 1959/1963. Cruciferae. In: G. Hegi, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 4 (1), 2e Aufl., p. 73–514. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Thijsse, Jac. P., 1906. De bokken-orchis. De Levende Natuur 11, p. 101–104.

    Google Scholar 

  • Thijsse, Jac. P., 1930. Alweer een belangrijke vondst in Drente. De Levende Natuur 35, p. 107.

    Google Scholar 

  • Tombe, F.A. des, 1911. Verslag der van 17 tot 21 Juli gehouden excursie in de omstreken van Tilburg en der daaraan verbonden vergadering. Ned. Kruidk. Arch. 1911, p. 44–62.

    Google Scholar 

  • Tombe, F.A. des, 1912. Verzeichnis der neuen und bemerkenswerthen Gefässpflanzen welche in den Niederlanden 1901–1910 gefunden wurden (1). Meded. Rijksherb. 8.

    Google Scholar 

  • Tutin, T.G., 1964. Ranunculus L., subgen. Ranunculus. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & D.A. Webb, Flora Europaea 1, p. 223–237. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Uittien, H., 1932. Eenige plantengeografische opmerkingen over de Veluwe. Ned. Kruidk. Arch. 42, p. 278–288.

    Google Scholar 

  • Valckenier Suringar, J., 1927. De botanicus Jakob Friedrich Ehrhart en zijn bezoek aan ons land in 1782. Ned. Kruidk. Arch. 1926, p. 117–149.

    Google Scholar 

  • Veen, W. de, 1974. Bijzondere plantenvondsten. Natuurh. Maandbl. 63, p. 155.

    Google Scholar 

  • Veenman‘s Agrarische Winkler Prins, 1957. Meekrap. Wageningen/ Amsterdam/Brussel.

    Google Scholar 

  • Veer, J. van der, 1956. Biesvarens in Nederland. De Levende Natuur 59, p. 221–225.

    Google Scholar 

  • Verheij, C.J., 1961. Vegetatie en fauna van de Sliedrechtse Biesbosch. De Levende Natuur 64, p. 138–144.

    Google Scholar 

  • Vermeulen, P., 1958. Orchidaceae. Flora Neerlandica 1 (5). Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Visser, G., 1976. Wie het grote eert, is het kleine weerd, ofwel waarom Terschelling nog is wat het was. Natura 73, p. 85–96.

    Google Scholar 

  • Visser, A. de, 1959. De levenscyclus van Catapodium marinum (L.) Hubbard. Acta Bot. Neerl. 8, p. 40–42.

    Google Scholar 

  • Visser, A. de, 1968. Over Petroselinum segetum (L.) Koch. Gorteria 4, p. 130–133.

    Google Scholar 

  • Vonk, D.H., 1979. Biosystematic studies of the Carex flava complex I. Flowering. Acta Bot. Neerl. 28, p. 1–20.

    Google Scholar 

  • Voo, E.E. van der, 1967. De gevolgen van de wateronttrekking voor de flora van de ‘Groote Meer’ onder Ossendrecht. Gorteria 3, p. 126–130.

    Google Scholar 

  • Vorstius, A., 1633. Index Plantarum Indigenarum, quae… prope Lugdunum in Batavis nascuntur. In: A. Spigelius, Isagoges in rem herbarium Libri duo, p. 263–272. Leiden.

    Google Scholar 

  • Vorstius, A., 1636. Index Plantarum Indigenarum, quae… prope Lugdunum in Batavis nascuntur. In: Catalogus Plantarum Horti Academici Lugduno-Batavi (ed. 2), p. 54–66. Leiden.

    Google Scholar 

  • Vries, V. de, 1943. Helianthemum guttatum op Vlieland. De Levende Natuur 48, p. 65–66.

    Google Scholar 

  • Vuyck, L., 1895. Revisie van het geslacht Potamogeton. Ned. Kruidk. Arch. II (6), p. 629–698.

    Google Scholar 

  • Vuyck, L., 1898. De Plantengroei der Duinen. Thesis. Leiden.

    Google Scholar 

  • Vuyck, L., 1901. Prodromus Florae Batavae, ed. 2,1 (1). Nijmegen.

    Google Scholar 

  • Vuyck, L., 1902a. Prodromus Florae Batavae, ed. 2,1 (2). Nijmegen.

    Google Scholar 

  • Vuyck, L., 1902b. In: Th.H.A.J. Abeleven, Verslag van de twee en zeventigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch. III (2), p. 570–604.

    Google Scholar 

  • Vuyck, L., 1903. In: J.W.C. Goethart, Verslag van de vijf en zeventigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging, Ned. Kruidk. Arch, III (2), p. 955–1007.

    Google Scholar 

  • Vuyck, L., 1904. Prodromus Florae Batavae, ed. 2, 1 (3). Nijmegen.

    Google Scholar 

  • Vuyck, L.,1916. Prodromus Florae Batavae, ed. 2, 1 (4). Groningen.

    Google Scholar 

  • Walraven, A., 1856. Waarnemingen omtrent enige kritische inlandsche planten. Ned. Kruidk. Arch. I (4), p. 151–160.

    Google Scholar 

  • Walraven, A., 1858. Overzigt van de Flora van Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. In: Anon., Verslag van de twaalfde jaarlijksche vergadering der Vereeniging voor de flora van Nederland en zijne overzeesche bezittingen. Ned. Kruidk. Arch. I (4), p. 252–312.

    Google Scholar 

  • Walraven, A., 1878. Lijst van openbare en bedektbloeiende vaatplanten in Zeeland. Ned. Kruidk. Arch. II (3), p. 108–141.

    Google Scholar 

  • Walraven, A., & D. Lako, 1892. Tweede lijst van openbaar- en bedektbloeiende vaatplanten in Zeeland. Ned. Kruidk. Arch. II (6), p. 101–135.

    Google Scholar 

  • Walrecht, B.J.J.R., 1963. Groeiplaatsen van de Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis). De Levende Natuur 66, p. 95.

    Google Scholar 

  • Walter, H. — H. Straka, 1970. Arealkunde. EinfĂ¼hrung in die Phytologie 3 (2). Stuttgart.

    Google Scholar 

  • Walters, S.M. & DA Webb, 1972. Veronica L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, NA Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 3, p. 242–251. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Wartena, J.G.R., 1962. De Herfstschroeforchis. De Levende natuur 65, p. 253–256.

    Google Scholar 

  • Webb, D.A., 1964a. Crassula L. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & D.A. Webb, Flora Europaea 1, p. 351. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Webb, D.A., 1964b. Sedum L In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.H. Valentine, S.M. Walters & DA Webb, Flora Europaea 1, p. 356–363. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Webb, D.A., 1968. Parthenocissus Planchon. In: T.G. Tutin, V.H. Heywood, N.A. Burges, D.M. Moore, D.H. Valentine, S.M. Walters & D.A. Webb, Flora Europaea 2, p. 246–247. Cambridge.

    Google Scholar 

  • Webb, D.A., & G. Halliday, 1973. The distribution, habitat and status of Hypericum canadense L. in Ireland. Watsonia 9, p. 333–344.

    Google Scholar 

  • Weberling, F., 1966. Caprifoliaceae. In: G. Hegi — G. Wagenitz, Illustrierte Flora von Mittel-Europa 6 (2), 2 Aufl., p. 3–87. MĂ¼nchen.

    Google Scholar 

  • Weeda, E.J., 1974. De kranssalomonszegel bij Enschede. Natuur en Museum 18 (4), p 10.

    Google Scholar 

  • Weeda, E.J., 1975. Over het uitzetten van planten. Natuur en Museum 19 (4), p. 2.

    Google Scholar 

  • Weeda, E.J., 1977. Over het voorkomen van de Alpenrus. Gorteria 8, p. 119–124.

    Google Scholar 

  • Weeda, E.J., 1979. Veronica praecox All. en V. verna L. in Nederland. Gorteria 9, p. 312–321.

    Google Scholar 

  • Weevers, Th., 1929. Relikte oder Pseudorelikte. Ned. Kruidk. Arch. 38, p. 130–148.

    Google Scholar 

  • Weevers, Th., & J.G. Sloff, 1935. Het Wahlenbergia-reservaat van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. 45, p. 203–206.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., 1935. Nieuws uit Kotten. Amoeba 14, p. 142.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., 1947. De flora der eilanden taxonomisch, chorologisch en autoecologisch beschouwd. Thesis. Utrecht.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., 1951. De Boschplaat op Terschelling, Nederlands grootste Staatsnatuurreservaat. Natuur en Landschap 5, p. 15–32.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V.,1953. Enkele gegevens over verbreiding en standplaats van het Trosglidkruid (Scutellaria columnae All.). De Wandelaar in Weer en Wind 21, april 1953.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V.,1958. Verspreidingsoecologisch onderzoek van zeldzame planten. De Levende Natuur 61, p. 193–202.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., 1962. Het Tonckensbos bij Norg. De Levende Natuur 65, p. 229–236.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., 1963. Achteruitgang van Catapodium marinum op Goeree na de strenge winter van 1962–1963. De Levende Natuur 66, p. 216.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., 1971. Enkele gegevens over de standplaats van Hypericum canadense L. Gorteria 5, p. 239–248.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., P.A. Barker, C.G. van Leeuwen & E.E. van der Voo, 1970. Wilde Planten 1. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., P.A. Barker, C.G. van Leeuwen & E.E. van der Voo, 1971. Wilde Planten 2. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., P.A. Barker, C.G. van Leeuwen & E.E. van der Voo, & I.S. Zonneveld, 1973. Wilde Planten 3. Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., & A.J. den Held, 1969. Plantengemeenschappen in Nederland. Zutphen.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., & P. Ketner, 1967. Milieu en vegetatie van Carex hartmanii Caj. op Terschelling, in het kader van een oecologische vergelijking tussen deze soort en Carex buxbaumii Wahlenb. Gorteria 3, p. 119–126.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., & C.G. van Leeuwen, 1957. Equisetum trachyodon A. Br. gevonden bij Asperen. Corr.bl. Rijksherb. 6, p. 72–74.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., & C.G. van Leeuwen, 1960. Is het Waterlepeltje (Ludwigia palustris) een oorspronkelijk inheemse soort? De Levende Natuur 63, p. 8–16.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., C.G. van Leeuwen, & M.J. Adriani (m.m.v. E.E. van der Voo), 1962. Enkele aspecten van vegetatie en bodem der duinen van Goeree, in het bijzonder de contactgordels tussen zout en zoet milieu. Jaarb. 1961 Wetensch. Gen. Goeree en Overflakkee 16, p. 46–92.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., & M.F. Mörzer Bruijns, 1956. De groeiplaats van Scirpus americanus Pers. op het Groene Strand bij West-Terschelling. Acta Bot. Neerl. 5, p. 344–354.

    Google Scholar 

  • Westhoff, V., & H. Passchier, 1958. Verspreiding en oecologie van Scheuchzeria palustris in Nederland, in het bijzonder in het Besthmerven bij Ommen. De Levende Natuur 61, p. 59–67.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, Manuscript-aantekeningen betreffende de flora van Zuid-Limburg. Natuurhistorisch Museum, Maastricht.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1912. Lijst der wildgroeiende planten in Z.-Limburg II. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1912, p. 123–160.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de 1913a. Orchideeen. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 2 (5).

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1913b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg III. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1913, p. 43–115.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1914a. Vergiftige planten (V-VII). Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (2).

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1914b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z-Limburg IV. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1914, p. 99–103.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1915a. Een merkwaardige vondst. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 4 (6).

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1915b. Franjegentiaan. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 4 (10).

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1915c. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg V. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1915, p. 5–92.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1916a. Epilobium lanceolatum S. et M. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 5 (11/12).

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1916b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg VI. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. p. 5–96.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1917a. Verdwijnend Natuurschoon. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 6, p. 8–10.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1917b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg VII. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1917, p. 3–52.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1918a. Plantenvondsten in 1918. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 7, p. 34–35.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1918b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg VIII. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. p. 3–47.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1918c. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Z.-Limburg IX. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1918, p. 49–91.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1919a. Limburgsche flora in 1919. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 8, p. 17–18.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1919b. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Zuid-Limburg X. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1919, p. 3–34.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1923. Lijst van wildgroeiende en eenige gekweekte planten in Zuid-Limburg XI. Jaarb. Natuurh. Gen. Limb. 1920–1923, p. 3–48.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1928a. Daphne mezereum L Natuurh. Maandbl. 17, p. 18.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1928b. Polygonatum verticillatum All. Natuurh. Maandbl. 17, p. 19.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1928c Floristisch belangrijke plek in Noord-Limburg. Natuurh. Maandbl. 17, p. 97–98.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1930. Aconitum vulparia Rchb. Natuurh. Maandbl. 19, p. 65.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1932a. De Zuid-Limburgse Flora. Winst en Verlies over 1922–1932. Natuurh. Maandbl. 21, p. 58–60.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1932b. De Zuid-Limburgse flora. Winst en verlies over 1922–1932 (tweede gedeelte). Natuurh. Maandbl. 21, p. 68–69.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1932c. De Zuid-Limburgse flora. Winst en Verlies over 1922–1932 (slot). Natuurh. Maandbl. 21, p. 76–77.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1934. Helleborus viridis L Natuurh. Maandbl. 23, p. 99–101.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1935a. Adventiefplanten. Natuurh. Maandbl. 24, p. 80.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1935b. Teucrium scordium L Natuurh. Maandbl. 24, p. 133–134.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1937. Barbarea verna (Mill.) Asch. Natuurh. Maandbl. 26, p. 146.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1938. Planten van den StPietersberg. In: D.C. van Schaik, De Sint Pietersberg, p. 187–257. Maastricht.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1942. De Natuur in! Natuurh. Maandbl. 31, p. 45–51.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, 1943a. Mei in’t Krijtland I. Natuurh. Maandbl. 32, p. 36–40.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de,1943b. Naar de Maasstreek m. Natuurh. Maandbl. 32, p. 76–78.

    Google Scholar 

  • Wever, A. de, & J. Cremers, 1914. De St.Pietersberg. Maandbl. Natuurh. Gen. Limb. 3 (4).

    Google Scholar 

  • Weijer, J., 1949. Listera cordata in Nederland teruggevonden. De Levende Natuur 52, p. 200.

    Google Scholar 

  • Wilde, W.J.J.O. de, 1976. Enkele opmerkingen over de verarming van de duinflora bij Wijk aan Zee. Gorteria 8, p. 49–51.

    Google Scholar 

  • Wilde-Duyfjes, B.E.E. de, 1964. Festuca ovina L., s.l. en Festuca rubra L., s.l. in Nederland Gorteria 2, p. 40–48.

    Google Scholar 

  • Wildervanck, B., 1916. Poleimunt. De Levende Natuur 20, p. 376.

    Google Scholar 

  • Willems, J.H., 1967. Verspreiding en voorkomen van Erica cinerea L. in het oostelijk deel van de Belgische Kempen. Stencil, Inst. Syst. Plantk. Utrecht.

    Google Scholar 

  • Willems, J.H., 1973. Botanische aspecten van het Leudal en omgeving. In: T. Lemaire, Het Leudal, p. 55–77. Studiegroep Leudal e.o., Haelen.

    Google Scholar 

  • Willems, J.H., 1978. Populatiebiologisch onderzoek aan Orchis mascula (L.) L op enkele groeiplaatsen in Zuid-Limburg. Gorteria 9, p. 71–80.

    Google Scholar 

  • Willems, J.H., & F.G. Blanckenborg, 1975. Kalkgraslandvegetaties van de St.Pietersberg ten zuiden van Maastricht. Publ. Natuurh. Gen. Limb. XXV (1).

    Google Scholar 

  • Willems, J.H., & AM.M. van Haperen, 1974. Een recente vondst van Orchis simia Lamk. in Zuid-Limburg. Gorteria 7, p. 6–13.

    Google Scholar 

  • Witt Hamer, H.M. de, 1876. Supplement op de lijst der planten die in de Nederlandsche duinstreken gevonden zijn. Ned. Kruidk. Arch. II (2), p. 118–125.

    Google Scholar 

  • Wijnands, D.O., 1972. Orobanche hederae Duby op Fatsia japonica (Thunb.) Dcne. & Planch, en Silaum silaus (L.) Schinz & Thellung. Gorteria 6, p. 108.

    Google Scholar 

  • Wijngen, J. van, 1900. Wit Groot-Hoefblad. De Levende Natuur 5, p. 91.

    Google Scholar 

  • Ijzendoorn, A.L.J. van, 1979. Bijzondere plantenvondsten in 1978. Natura 76, p. 69–71.

    Google Scholar 

  • Zimmermann, F. 1907. Die Adventiv- und Ruderalflora von Mannheim, Ludwigshafen und der Pfalz nebst den selteneren einheimischen BlĂ¼tenpflanzen und den Gefässkryptogamen. Mannheim.

    Google Scholar 

  • Zonderwijk, P., 1958. Wilde ridderspoor. De Levende Natuur 61, p. 288.

    Google Scholar 

  • Zonneveld, I.S., 1960. De Brabantse Biesbosch. Thesis. Wageningen.

    Google Scholar 

  • Zwart, H.J., 1950. De vegetatie van de brongebieden in de Lutte. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 82–83.

    Google Scholar 

  • Zijlstra, G., 1972a. Enkele opmerkingen over de Bitterling (Blackstonia perfoliata). De Levende Natuur 75, p. 223–230.

    Google Scholar 

  • Zijlstra, G., 1972b. Bemerkungen zur Systematik und Ă–kologie von Blackstonia perfoliata und B. acuminata (Gentianaceae). Acta Bot. Neerl. 21. p. 587–597.

    Google Scholar 

Download references

Authors

Editor information

J. Mennema A. J. Quené-Boterenbrood C. L. Plate

Rights and permissions

Reprints and permissions

Copyright information

© 1980 Springer Science+Business Media Dordrecht

About this chapter

Cite this chapter

Mennema, J., Quené-Boterenbrood, A.J., Plate, C.L. (1980). Distribution maps of the extinct and very rare species in the Netherlands. In: Mennema, J., Quené-Boterenbrood, A.J., Plate, C.L. (eds) Atlas of the Netherlands Flora. Atlas of the Netherlands Flora, vol 1. Springer, Dordrecht. https://doi.org/10.1007/978-94-009-9191-0_8

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/978-94-009-9191-0_8

  • Publisher Name: Springer, Dordrecht

  • Print ISBN: 978-94-009-9193-4

  • Online ISBN: 978-94-009-9191-0

  • eBook Packages: Springer Book Archive

Publish with us

Policies and ethics