Introductie

In 2017 werden op de website van de NVU, www.nvukwaliteit.nl, 2.413 (2016: 2.028, 19 % volumegroei) prostatectomieën geregistreerd. In 2017 groeide het aantal prostatectomieën dat robotgeassisteerd werd uitgevoerd (2017: 86 %; 2016: 82 %; 2015: 78 %) in vergelijking met de laparoscopische (2017: 6 %; 2016: 12 %; 2015: 3 %) of open (2017: 6 %; 2016: 6 %; 2015: 9 %) benadering. De prostatectomieën werden in 2017 uitgevoerd in 29 ziekenhuizen (2016 30 en 2015 33 ziekenhuizen resp.). In vier ziekenhuizen werden vrijwel alleen open prostatectomieën verricht, in vier vrijwel alleen laparoscopische procedures. Vanuit één ziekenhuis werden behalve 30 laparoscopische ingrepen ook vijf robotprostatectomieën gemeld. Tevens was er een ziekenhuis dat behalve vijf open prostatectomieën ook 18 robotgeassisteerde ingrepen rapporteerde. In 2016 hebben we de uitkomsten vooral gecorreleerd aan het aantal ingrepen per ziekenhuis. Gezien de casemix hebben we dat in 2017 beperkt tot getallen rond de snijvlakstatus.

Aantal ziekenhuizen

De spreiding van de ingrepen over de verschillende ziekenhuizen was zoals aangegeven in fig. 12 en 3. 16 klinieken (55 %) zat qua aantal boven het door de NVU vastgestelde minimum van 50 ingrepen per jaar. Vanuit deze 16 ziekenhuizen werd 84 % van het totaal aantal prostatectomieën in Nederland geregistreerd. Naar aanleiding van een recente publicatie in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde keken we ook naar het aantal ziekenhuizen dat meer dan 100 ingrepen per jaar deed. In negen van 29 ziekenhuizen (31 %) werden meer dan 100 ingrepen ingevoerd. In deze negen ziekenhuizen werd 63 % van de totale Nederlandse productie gedaan.

Figuur 1
figure 1

Aantal ingevoerde prostatectomieën per ziekenhuis in 2017

Figuur 2
figure 2

Verdeling van type prostatectomie over de afgelopen vijf jaar dat werd ingevoerd in de NVU-kwaliteitsregistratie. Er werden geen perineale prostatectomieën geregistreerd

Figuur 3
figure 3

Aantal ingevoerde ingrepen per jaar per ziekenhuis

Casemix

De operatie betrof gemiddeld over alle ziekenhuizen in 37 % van de gevallen een pT3-tumor. In 14 klinieken lag het percentage pT3-tumoren hoger (fig. 4).

Figuur 4
figure 4

Percentage pT3-tumoren per ziekenhuis. De rode lijn geeft het gemiddelde percentage van alle ziekenhuizen aan

Snijvlakstatus

Bij 30 % (2016: 32 %, 2015: 34 %) van de ingrepen werd een positief chirurgisch snijvlak geregistreerd. De geregistreerde percentages positieve snijvlakken waren hoger voor pT3–4-tumoren in vergelijking met pT2-tumoren. Voor de verschillende ziekenhuizen zijn deze percentages weergegeven in fig. 5. In fig. 6 is te zien dat zeven ziekenhuizen zowel ten aanzien van pT2- als pT3–4-tumoren een percentage R1 had dat boven de mediaan van de gehele registratie lag. Terwijl bij zes ziekenhuizen dit percentage voor beide groepen onder de mediaan lag. Er was geen duidelijke correlatie tussen het percentage positieve snijvlakken en het aantal ingevoerde ingrepen (fig. 7).

Figuur 5
figure 5

Percentage positieve chirurgische snijvlakken per ziekenhuis. De rode lijn (30,4 %) is het risico op een positief snijvlak voor de gehele populatie patiënten (n = 2.413)

Figuur 6
figure 6

Percentage positieve chirurgische snijvlakken per ziekenhuis bij patiënten met een pT2-tumor (a) of een pT3-tumor (b). In zeven ziekenhuizen (8, 10, 18, 111, 155,156 en 188) lagen de percentages voor zowel pT2-tumoren als pT3-tumoren boven het gemiddelde. In zes (110, 149, 148, 193, 208, 210) ziekenhuizen lagen die percentages onder het gemiddelde

Figuur 7
figure 7

Percentage positieve chirurgische snijvlakken bij pT2-tumoren (a) en pT3–4-tumoren (b) in 2017 per ziekenhuis, afgezet tegen het aantal ingevoerde ingrepen in 2017

Perioperatieve uitkomsten

Het peroperatief bloedverlies, de operatieduur en de duur van de blaaskatheterisatie per ziekenhuis is weergegeven in fig. 8, 9 en 10. Opvallend is dat in slechts twee ziekenhuizen het mediane bloedverlies meer dan 500 cc was, dat de spreiding in de gerapporteerde operatieduur sterk varieerde tussen ziekenhuizen en dat in de meeste ziekenhuizen de katheter binnen 17 dagen verwijderd werd bij 75 % van de patiënten.

Figuur 8
figure 8

Peroperatief bloedverlies per ziekenhuis

Figuur 9
figure 9

Operatieduur per ziekenhuis

Figuur 10
figure 10

Duur van de blaaskatheterisatie per ziekenhuis

Conclusies

Naar aanleiding van de registratiedata prostatectomie kan het volgende worden geconcludeerd:

  • Er is een toename in het aantal geregistreerde prostatectomieën ten opzicht van eerdere jaren.

  • Tegelijkertijd is er een afname van het aantal deelnemende ziekenhuizen in de registratie.

  • In 45 % van de ziekenhuizen werden minder dan 50 ingrepen geregistreerd in 2017.

  • In 31 % van de ziekenhuizen werden meer dan 100 ingrepen geregistreerd.