This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
References
Tot mijne decharge diene, dat schrijver dezes van zijn kant tenminste zijn best gedaan heeft, en wel min of meer stelselmatig, om te komen tot eene zuivere d.i. wijsgeerige economie; en vooral om aan de geestelijke zijde van het economische recht te laten wedervaren. Eerst in een historisch werk:De Nederlandsche Handelspolitiek, Leiden 1914; daarna in geschriften van meer wijsgeerigen aard:De Draagwijdte der individueele wilsbepaling in het economisch leven, Leiden 1918;De Kentering in het Materialistisch Denken, eene studie over de maatschappelijke waarde der metaphysica, Oisterwijk 1927; verder in enkele studies over de werkloosheid in het Tijdschrift der Nederlandsche Vereeniging tegen de Werkloosheid, waarin aangetoond wordt dat dit verschijnsel geen specifiek economischen, maar vooral een zedelijken ondergrond heeft. En niet in de laatste plaats in het blad:Opbouwende Staatkunde, Leiden-Oisterwijk 1922–24, waarin van dag tot dag wordt opgekomen vòòr het absoluut economische, vòò de geestelijke realiteit van het economische en vòòr het geheel van christelijke en menschelijke antecedenten, tegen de sociale en materialistische uitspattingen van den na-oorlogschen tijd. Wat dit laatste aangaat is het niet noodig hier dank te brengen aan de Nederlandsche economische wetenschap, voor de destijds in de zelfde richting verleende medewerking. Doch wel kan het nut hebben nog even te wijzen op de vruchtbaarheid eener dieper gefundeerde beschouwing der economische wereld. In laatstgenoemd blad is tijdens de vorige depressie bij herhaling aangetoond, dat die depressie niet te beschouwen was als een van ouds bekend conjunctuurverschijnsel, maar als een eerste concreete neerslag van den chaos in de geesten. En als uitvloeisel daarvan is de stellige verwachting uitgesproken, dat speciaal in Nederland de crisis langer zou duren dan in andere landen, en dat de depressie wel weer zou kunnen opgevolgd worden door een voorbijgaande hausse, om daarna echter voor eene nog diepere inzinking plaats te maken. Ik herinner mij uit dien tijd vooral eene spreekbeurt voor de Amsterdamsche Studentenvereenigingen voor Sociale Lezingen en Staatkunde, waar eene opgepakte menigte tumultueus protesteerde tegen alle booze bedreigingen welke boven haar hoofd hingen, alsof ik deze hadde opgeroepen. De aangekondigde mogelijkheden hebben zich echter gerealiseerd. De vorige depressie heeft in Nederland en Engeland langer geduurd dan in andere landen. Eigenlijk zijn we de vorige depressie haast niet te boven gekomen en zitten er thans nog dieper in dan toen. En het is niet moeilijk om thans weer te voor-spellen, dat ook deze depressie in ons land weer langer zal duren dan in andere landen, en dat ze weer spoedig gevolgd zal worden door eene misschien nog diepere depressie, wanneer niet spoedig eene principieel nieuwe economische politiek gevolgd wordt en wanneer niet geleidelijk het werk van economisch en sociaal Herstel ter hand genomen wordt. Meer speciaal met het oog op onze sterk toenemende bevolking zou te eeniger tijd eene depressie wel eens fataal kunnen worden en ons land plotseling in economisch opzicht enkele eeuwen kunnen achteruit zetten. Er zijn daarvan meer voorbeelden in de geschiedenis.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Verviers, E. Economische nood-politiek tot vermeerdering van koopkracht. De Economist 81, 440–473 (1932). https://doi.org/10.1007/BF02200478
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02200478