Skip to main content
Log in

Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie: een begripsverheldering

  • Artikel
  • Published:
Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 2007

Abstract

Small-scale group living for elderly with dementia: a clarification This article discusses the results of a Concept Mapping, held to clarify the concept of small-scale group living for elderly with dementia. Seventeen experts from different backgrounds formulated 91 statements about small-scale group living. These were subsequently depicted on a concept map with two dimensions: care versus living and individual versus context. The statements were then divided into six clusters by hierarchical clusteranalysis. Five of these clusters centred around the arrangements of the individual lives of the residents and the collective lives of residents and staff, while only one held statements about the physical characteristics of small-scale group living. Therefore, it can be concluded from this Concept Map that small-scale group living is not so much determined by the physical characteristics but by the organisational features of the care context.

Samenvatting

Het doel van dit artikel is de verheldering van het begrip kleinschalig wonen voor ouderen met dementie. Met 17 experts uit verschillende sectoren werd een begrippenkaart (Concept Map) opgesteld. Zij formuleerden 91 uitspraken over kleinschalig wonen, die op de begrippenkaart verdeeld werden over de dimensies wonen-zorg en individu-omgeving. Vervolgens werden deze uitspraken door middel van een hiërarchische clusteranalyse tot zes clusters samengevoegd. Vijf van de zes clusters hadden betrekking op immateriële kenmerken zoals de organisatie van zorg en huishouden, terwijl slechts één cluster ging over materiële kenmerken zoals de omgeving en inrichting. Omdat aan dit laatste cluster bovendien gemiddeld de laagste prioriteit verleend werd, luidt de conclusie dat kleinschalig wonen volgens de deelnemers niet zozeer wordt bepaald door fysieke kenmerken, maar vooral door de organisatie van het individuele leven van de bewoner en het gezamenlijke huishouden van bewoners en personeel.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Figuur 1

Literatuur

  • Gezondheidsraad. Dementie. Den Haag: Gezondheidsraad, 2002.

  • Ettema T. Kleinschaligheid, waarom eigenlijk? Denkbeeld 2001; 13 (2): 2-5.

    Google Scholar 

  • Hammer RM. The lived experience of being at home. A phenomenological investigation. J Gerontol Nurs 1999;25: 10-8.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Wennink HJ. (1989). Beschut wonen, onderzoek naar de opzet, effectiviteit en verbreiding van nieuwe woonvormen voor chronisch psychiatrische patiënten. [Proefschrift]. Utrecht: Universiteit Utrecht, 1989.

    Google Scholar 

  • Otten BR, Hoekman J. Succes- en faalfactoren bij kleinschalig wonen voor mensen met een lichte verstandelijke handicap. Nederlands Tijdschrift voor de zorg aan verstandelijk gehandicapten 1999;25(1):40-61.

    Google Scholar 

  • Ter Haar HW. Huisvesting voor geestelijk gestoorde bejaarden. Maandblad Geestelijke volksgezondheid 1968; 23 (10): 354-7.

    Google Scholar 

  • http://www.kcwz.nl/cgi-bin/databank.cgi?page=databank/index [webpagina op het Internet]. Utrecht: Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen-Zorg; 2003; [geciteerd op 8 augustus 2003]. Te bereiken op http://kenniscentrumwonenenzorg.nl.

  • Plaisier AJ, Douma AT, FAhrenfort M, Leene GJF. Het Anton Pieck-hofje. Een woon-zorg-voorziening voor dementerende ouderen. Utrecht: Het Nationaal Ziekenhuisinstituut, 1992.

    Google Scholar 

  • Van Linschoten CP, Gerritsen JC, Moorer P. De Woonhaven: 5 jaar beschermd wonen voor dementerende ouderen. Groningen: ARGO-Rijksuniversiteit Groningen, 1995.

    Google Scholar 

  • Ludwig AJ. Een nieuwe woonvorm voor dementerende ouderen: vergeet het maar? [Doctoraalscriptie]. Rotterdam: Erasmus Universiteit, 1997.

    Google Scholar 

  • Fahrenfort M. Roeien met de riemen die je hebt. Denkbeeld 2003; oktober: 12-6.

  • Krijger E. Receptuur voor kleinschaligheid. Rotterdam/Utrecht NIZW/Innovatieprogramma wonen en zorg, 2002 .

  • http://www.kcwz.nl/kleinschaligwonen/index.html [webpagina op het Internet]. Utrecht Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen-Zorg; 2003; [geciteerd op 26 augustus 2003]. Te bereiken op http://kenniscentrumwonenenzorg.nl.

  • Nouws H. Wat is kleinschalig wonen voor dementerenden? Op zoek naar een definitie. Denkbeeld 2003; oktober: 4-7.

  • Trochim WKM. An introduction to concept mapping for planning and evaluation. Evaluation and Program Planning 1989;1:1-16.

    Article  Google Scholar 

  • Trochim WKM. The concept system. Ithaca, NY: Computermanual and program, 1989.

    Google Scholar 

  • Trochim WM, Cook JA, Setze RJ. Using concept mapping to develop a conceptual framework of staff’s view of a supported employment program for individuals with severe mental illness. J Consult Clin Psychol 1994;62(4):766-75.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Burke JG, O’Campo P, Peak GL, Gielen AC, McDonnell KA, Trochim WM. An introduction to concept mapping as a participatory public health research method. Qual Health Res 2005;15(10):1392-410.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  • Trochim WMK, Stillman FA, Clark PI, Schmitt CL. Development of a model of the tobacco’s industry’s interference with tobacco control programs. Tob Control 2003;12(2):140-7.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  • De Ridder D, Depla M, Severens P, Malsch M. Beliefs on coping with illness: a consumer’s perspective. Soc Sci Med 1989;44(5):553-9.

    Article  Google Scholar 

  • Ketelaars TJWM, Depla MFIA, Donker MCH. Cliëntenperspectief in kaart gebracht. Maandblad Geestelijke volksgezondheid 1993;2:136-49.

    Google Scholar 

  • Trochim WMK. The reliability of concept mapping. Paper presented at the Annual Conference of the American Evaluation Association; November 6, 1993: Dallas, Texas.

  • Van der Wel P, Van IJperen M. Kleinschalig wonen voor mensen met dementie; rapport van een vooronderzoek naar de vormgeving van kleinschalige woonvormen voor mensen met dementie en de factoren die invloed hebben op die vormgeving. [Doctoraalscriptie]. Rotterdam: Erasmus Universiteit, 2005.

    Google Scholar 

  • Royers Th. ‘Het is alsof het mijn thuis is’: een onderzoek naar de omslag van traditionele verpleeghuis zorg naar intramuraal kleinschalig wonen. Rotterdam; Utrecht: De Stromen; NIWZ-zorg, Kenniscentrum Ouderen, 2005.

    Google Scholar 

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Corresponding author

Correspondence to S. te Boekhorst.

Additional information

Promovenda Programma Ouderen, Trimbos-instituut, Utrecht en Verpleeghuisgeneeskunde, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek (EMGO) VUmc, Amsterdam

Senior wetenschappelijk medewerker Programma Ouderen, Trimbos-instituut, Utrecht

Senior wetenschappelijk medewerker Programma Ouderen, Trimbos-instituut, Utrecht

Senioronderzoeker Verpleeghuisgeneeskunde, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek (EMGO) VUmc, Amsterdam en Hoofd Programma Ouderen, Trimbos-instituut, Utrecht

Bijzonder hoogleraar verpleeghuisgeneeskunde / Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek (EMGO) VUmc, Amsterdam

Correspondentie: Selma te Boekhorst, $2, postbus 725, 3500 AS, Utrecht, 030-2959441, sboekhorst@trimbos.nl

Bijlage 1. Clusters met bijbehorende uitspraken

Bijlage 1. Clusters met bijbehorende uitspraken

Cluster 1. Een bewoner blijft in voor- en tegenspoed een bewoner (gem. prioriteit 3.59)

Er is pas sprake van kleinschalig wonen als... (gem. prioriteit, standaarddeviatie)

... je er mag blijven tot aan de dood (4.50, .50)

... je het gevoel hebt dat je thuis bent (3.88, 1.98)

... er na overlijden mogelijkheid is tot opbaren (3.06, 1.31)

... elke vorm van externe dwang ontbreekt (2.94, 1.93)

Cluster 2. Er wordt een gewoon huishouden gevoerd (gem. prioriteit 3.22)

Er is pas sprake van kleinschalig wonen als... (gem. prioriteit, standaarddeviatie)

... er zelf gekookt wordt (4.56, .62)

... er in principe sprake is van gemeenschappelijk eten (3.56, 1.25)

... je veilig en onbegeleid het huis in en uit kan (3.44, 1.87)

... familie in de eigen kamer ontvangen kan worden (3.13, 1.11)

... de tafel gedekt wordt (2.38, 1.61)

... je je eigen linnengoed gebruikt (2.25, 1.31)

Cluster 3. De bewoner heeft de regie over de inrichting van zijn dagelijks leven (gem. prioriteit 3.09)

Er is pas sprake van kleinschalig wonen als... (gem. prioriteit, standaarddeviatie)

... je kunt opstaan, naar het toilet gaan en naar bed gaan wanneer je dat zelf wil (4.50, .50)

... bewoners, familie en team samen de dagelijkse gang van zaken bepalen (4.31, .71)

... je je eigen budget hebt (4.00, 1.25)

... je mag eten en drinken wat je wil (3.81, 1.15)

... je je eigen huisdier mag meenemen (3.75, 1.44)

... je zelf boodschappen kunt doen (3.63, 1.36)

... je te allen tijde naar je eigen kamer mag (3.38, .98)

... je de baas bent in huis (3.25, 2.06)

... je niet mee hoeft te doen (3.19, 1.40)

... je kunt kiezen wat je gemeenschappelijk doet en alleen (3.07, 1.40)

... er heel veel ruimte is voor persoonlijke hobby’s en liefhebberijen (2.88, 1.86)

... je je eigen tandenborstel in de badkamer kunt zetten (2.75, 1.44)

... er de keuzemogelijkheid is met wie je wilt wonen (2.69, 1.71)

... je je eigen kapper kunt kiezen (2.69, .84)

... per woning bepaald wordt of er huisdieren aanwezig zijn (2.50, 1.13)

... er keuze is over wel of niet de naam op de voordeur (2.50, .88)

... je ruzie mag maken met je medebewoners (2.50, 1.00)

... je zelf de dokter kunt bellen (2.50, .75)

... per woning bepaald wordt of er gerookt mag worden (2.38, 1.48)

... je zelf de temperatuur kunt regelen (2.31, 1.59)

... je ’s nachts de koelkast kunt plunderen (2.31, 1.59)

Cluster 4. Het personeel is onderdeel van het huishouden (gem. prioriteit 3.09)

Er is pas sprake van kleinschalig wonen als... (gem. prioriteit, standaarddeviatie)

... er sprake is van een vast team medewerkers (4.67, .36)

... personeel niet in uniform loopt (4.19, 1.03)

... er een visie aan ten grondslag ligt die uitgaat van de behoefte van mensen met dementie (4.13, 1.73)

... de zorgorganisatie analoog is aan een huishouden (4.13, .98)

... je een team hebt/kunt maken dat competent is een huiselijke sfeer te creëren (4.06, 1.43)

... er geen arbeidsdifferentiatie is (3.69, 1.84)

... medewerkers het levensverhaal van de bewoners goed kennen (3.69, 1.34)

... de zorg niet centraal staat (3.63, 1.86)

... verpleeghuiszorg is gegarandeerd (3.50, 1.88)

... medewerkers specifiek worden opgeleid voor het zorgen in deze specifieke woonvorm (3.50, 1.88)

... medewerkers worden aangesteld op basis van vaardigheden en niet op basis van diploma’s (3.19, 1.90)

... de visie bewaakt wordt (3.13, 2.11)

... er zo optimaal mogelijk wordt ondersteund in wat de bewoner nog kan (3.06, 1.81)

... er geen aparte activiteitenbegeleiding is (2.75, 1.06)

... het personeel deel uitmaakt van het gezin (2.50, 1.63)

... de huisarts weer huisarts is (2.44, 1.12)

... vertroetelen mag (2.44, .62)

... vrijwilligers geen vrijwilliger zijn maar vrienden (2.38, 1.73)

... er ’s avonds en ’s ochtends evenveel personeel is als op de dag (1.94, 1.06)

... het personeel eigen kinderen mee mag nemen (1.94, 1.68)

... de dokter verder kijkt dan de kwaal (1.75, .69)

... we spreken van een ontwikkelingsmodel (1.38, .36)

Cluster 5. Bewoners vormen met elkaar een groep (gem. prioriteit 3.03)

Er is pas sprake van kleinschalig wonen als... (gem. prioriteit, standaarddeviatie)

... er geen bezoektijden zijn (3.94, 1.31)

... de woonvorm lijkt op een gezinssituatie (3.81, 1.65)

... de familie mee kan eten en mee kan helpen in de zorg (3.56, 1.62)

... je met minder dan negen personen samenwoont (3.50, 2.63)

... er geen groepen samengevoegd worden (3.44, 1.62)

... familie niet het gevoel heeft op bezoek te komen (3.38, 1.73)

... er sprake is van groepswonen (3.38, 1.73)

... bewoners participeren in de huishouding (3.38, 1.86)

... een familielid zegt moeder is weer thuis (3.25, 1.56)

... het ziektebeeld niet bepalend is voor de woonvorm (3.00, 1.38)

... je met niet meer dan zes mensen samenwoont (2.88, 2.48)

... de woonvorm een gezinssituatie is (2.75, 1.81)

... er geen externe kwaliteitseisen gelden (2.73, 2.06)

... de keuringsdienst van waren niet op bezoek komt (2.38, 1.86)

... alle protocollen in de open haard zijn gegooid (2.13, 1.23)

... familie kan overnachten (2.06, 1.06)

... de wederzijdse families betrekkingen met elkaar aangaan (1.88, .86)

Cluster 6. Een kleinschalige woonvorm is gevestigd in een archetype huis (gem. prioriteit 2.79)

Er is pas sprake van kleinschalig wonen als... (gem. priotiteit, standaarddeviatie)

... de inrichting van de woning van jezelf is (4.31, .84)

... de woning voldoet aan het archetype huis (brievenbus, telefoonrekening) (4.00, 1.63)

... de woning herkenbaar is als een huis (3.69, 2.21)

... er geen gescheiden ruimten zijn voor personeel en bewoners (3.44, 2.00)

... je in een gedifferentieerde woonomgeving woont (woonwijk) (3.25, 1.94)

... je de huiskamer binnenkomt (en niet bij de receptie) (3.13, 1.73)

... er voor de voordeur ook een straat is (2.88, 1.36)

... er een wasmachine aanwezig is (2.81, 1.28)

... de voordeur normaal gesproken dicht zit (2.81, 1.40)

... er een kapstok in de gang is (2.75, 1.56)

... er geen tussendeur is tussen de woningen (2.75, 2.44)

... er maar één eettafel in de kamer staat (2.69, 1.46)

... er een tuin is (2.63, 1.98)

... er buren zijn (2.63, .86)

... er niet voor iedereen een aparte badkamer is (2.56, 2.00)

... de kliko bij de achterdeur staat (1.94, .56)

... er een meterkast in de gang is (1.81, 1.40)

... je in je eigen appartement woont (1.38, .98)

... elke bewoner een eigen badkamer heeft (1.38, .98)

Cluster 7. .... (gem. prioriteit 1.72)

Er is pas sprake van kleinschalig wonen als... (gem. prioriteit, standaarddeviatie)

... je als initiatiefnemer zelf het programma van eisen kunt vaststellen (2.00, 1.38)

... er geen rechtstreekse lijn naar de brandweer is (1.44, .62)

About this article

Cite this article

te Boekhorst, S., Depla, M.F.I.A., de Lange, J. et al. Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie: een begripsverheldering. GEEG 38, 15–23 (2007). https://doi.org/10.1007/BF03074820

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03074820

Navigation