Samenvatting
Als reactie op het in dit nummer verschenen artikel van Van Yperen en Koot worden enkele aanvullende gegevens over psychometrische aspecten van het psi gegeven. Daarnaast wordt kort ingegaan op de bruikbaarheid van het psi in de praktijk van de hulpverlening. Voorts wordt in twijfel getrokken of eenvoudige en snelle – minder tijd vergend dan de vsps of het psi – registratie van de problemen vooral binnen de jeugdbescherming recht kan doen aan de complexiteit van die problematiek.
Similar content being viewed by others
Literatuur
Ghesquière, P. (1993). Multi–problem gezinnen met ernstige opvoedingsproblemen: een strijd om perspectief. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 32, 536–550.
Scholte, E.M., Messing, C.T.H.M., Nijkerk, J.H. & Ploeg, J.D. van der (1992). Probleemgedrag en interventie. Adviesbureau, (Gezins)voogdij en RIAGG–jeugdafdeling onderzocht. Leiden: DSWO Press.
Verbraak, A. (1994). Het eerste instrumentarium dat echt goed werkt – praktijkervaring met het PSI. Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk, 6, 28–30.
Weterings, A.M., Pruijs, H., Bloemberg, W.A., Grootes, C., Pool, W. & Oetelaar, T. van de (1991). Signalering binnen de jeugdhulpverlening. De ontwikkeling van het PSI, Pedagogisch Signalerings–Instrumentarium. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, Centrum Onderzoek Jeugdhulpverlening (COJ).
Weterings, A.M., Pruijs, H. Bloemberg, W.A. & Pool, W. (1995). Begeleidingsinstrumentarium voor pleeggezinnen; IPP, Instrumentarium voor Pedagogische begeleiding van individuele Pleeggezinnen. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, Faculteit der Sociale Wetenschappen.
Weterings, A.M., Pruijs H. & Pool, W. (1993). De implementatie van het PSI; Invoering van het Pedagogisch Signalerings–Instrumentarium in Gezinsvoogdij–instellingen en Adviesburo's. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, Centrum Onderzoek Jeugdhulpverlening (COJ).
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Summary
In this comment on Van Yperen and Koot's article in this edition of Kind en Adolescent, some additional remarks are made about the psychometric aspects of the PSI. Information is given about the use–fulness of the PSI for the assistance of multi–problem families. The question is raised as to whether quick registration – less investment than needed for the VSPS or PSI – can lead to the correct registration of the complexity of the problems in these families.
Mevr. dr. A.M. Weterings is als senior–onderzoeker en projectleider werkzaam bij de vakgroep Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Leiden.
Contactadres: Vakgroep Orthopedagogiek, Postbus 9555, 2300 RB Leiden.
About this article
Cite this article
Weterings, A.M. Het PSI en de praktijk. KIAD 17, 125–127 (1996). https://doi.org/10.1007/BF03060627
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03060627