Samenvatting
Een hulpverleningsmodel waarin deskundigen op grond van wetenschappelijke inzichten en procedures een probleemanalyse maken, een behandelplan voorstellen en dat implementeren, terwijl cliënten vooral informatie geven en hun gedrag aanpassen aan de vereisten van de voorgeschreven behandeling, blijkt moeilijk te verdedigen. De veronderstelde wetenschappelijkheid blijkt maar beperkt aanwezig te zijn in het handelen van deskundigen. Als alternatief wordt een model van contracthulpverlening met behulp van de Goal Attainment Scaling voorgesteld. In dit model concentreren de hulpverlener en de cliënt zich op hun sterke punten in het hulpverleningsproces. De hulpverlener systematiseert het proces door middel van de regulatieve cyclus. De hulpverlener brengt daarnaast doelgericht wetenschappelijk verantwoorde informatie in en geeft wetenschappelijk onderbouwde informatie over diagnostische instrumenten en methodieken. De cliënt concentreert zich op het duidelijk maken wat het probleem precies is en op de doelen die hij met de hulp wil bereiken.
Literatuur
Bennema–Sybrandy, J. (1992). Het contractmodel in de jeugdhulpverlening, uitgewerkt voor de hulpverlening aan ouders en kinderen. Groningen: Wolters–Noordhoff.
Buggenum, W. van & Hermanns, J. (1991). Het structureren van de hulpverlening in een Medisch Kleuterdagverblijf met behulp van de Goal Attainment Scaling. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 30, 417–426.
Buggenum, W. van & Hermanns, J. (1995). Contracthulpverlening in de jeugdzorg: Een methodiekbeschrijving. Een toepassing van Goal Attainment Scaling. Utrecht: SWP.
Cohen, S. & Wills, T. (1985). Stress, social support and the buffering hypothesis. Psychological Bulletin, 98, 310–357.
Cools, A. & Hermanns, J. (1977). Vroegtijdige onderkenning van problemen in de ontwikkeling van kinderen. Constructie en toepassing van de Denver Ontwikkeling Screeningtest. Lisse: Swets & Zeitlinger.
Curfs, L.M.G., Hellemans, M. & Frijns, J.P. (1994). Het Williams–Beuren–syndroom. Kind en Adolescent, 15, 25–32.
Dungen, M. van den (1994). Onderzoek, theorie en het gewone werk. In J. Hermanns & I. Sleeboom (Red.), Onderzoek als bouwsteen voor de jeugdhulpverlening (pp. 39–51). Utrecht: SWP.
Fischer, M., Barkley, R., Fletcher, K. & Smallish, L. (1993). The adolescent outcome of hyperactive children: Predictors of psychiatric, academic, social and emotional adjustment. Journal of the Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 32, 324–332.
Gageldonk, A. van & Bartels, A.A.J. (1991). Evaluatie–onderzoek in de jeugdhulpverlening. Kind en Adolescent, 12, 1–18.
Gillberg, I., Hellgren, L. & Gillberg, C. (1993). Psychotic disorders diagnosed in adolescence. Outcome at 30 years. Journal of Psychology and Psychiatry, 34, 1173–1185.
Hermanns, J. (1993). Tussen praktische theorieën en theoretische praktijken. In S.M.J. van Hekken, N.W. Slot, J. Stolk & J.W. Veerman (Red.), Pedologie tussen wetenschap en praktijk (pp. 19–30). Utrecht: De Tijdstroom.
Hermanns, J. (1994a). Waartoe zijn wij op aarde? Enkele gedachten over jeugdhulpverlening en preventie. Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk, 9, 24–34.
Hermanns, J. (1994b). Psychopathologie en opvoedingsondersteuning. In Symposiumbundel ‘Gek kind’?! Kinder en jeugdpsychopathologie. Maastricht: VBGGK.
Hermanns, J. & Cools, A. (1975). Enkele mogelijkheden van kwalitatieve evaluatie van screeningtests. Pedagogische Studiën, 52, 173–182.
Jansen, M. & Oud, J. (1993). Residentiële hulpverlening geëvalueerd. Een onderzoek naar de ontwikkeling en het behandelingsverloop van residentieel opgenomen jeugdigen in Noord–Brabant. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek, KU Nijmegen.
Kiresuk, T. & Shermann, E. (1968). Goal Attainment Scaling: A general method for evaluating comprehensive community mental health programs. Community Mental Health Journal, 4, 443–453.
Leeuwen, H. van (1992). Het diagnostisch interview met ouders. In Th. Kievit, J. de Wit, H. Groenendaal & J. Tak, Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen. (pp. 85–101). Amersfoort: Acco.
Meehl, P. & Rosen, A. (1955). Antecedent probability and the efficiency of psychometric signs, patterns or cutting scores. Psychological Bulletin, 52, 194–216.
Osselaer–Schouterden, H. van (1995). Afhaken als oplossing. Drop–out bij RIAGG's onderzocht. Maandblad Geestelijke volksgezondheid , 50, 3–14.
Pameijer, N. (1992). Het hypothesetoetsend model en de diagnostiek van leer– en opvoedingsproblemen. Amsterdam: Gemeentelijk Pedologisch Instituut.
Pijnenburg, H.M. & Bruyn, E. De (1994). De kwaliteit van psychodiagnostische besluitvorming in multidisciplinaire teams. In J. Hermanns & I. Sleeboom (Red.), Onderzoek als bouwsteen voor de jeugdhulpverlening (pp. 82–93). Utrecht: SWP.
Rende, R. (1993). Longitudinal relations between temperament traits and behavioral syndromes in middle childhood. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 32, 287–290.
Ridder, D. de (1992). Informeel klinisch redeneren. Mogelijkheden en beperkingen in de beoordelingen van psychotherapeuten. Psychologie en Maatschappij , 58, 63–75.
Ridder–Sluiter, J. de (1992). Het VTO–taalsignaleringsinstrument. Logopedie en Foniatrie, 64, 230–234.
Scholte, E. (1991). Hulpverlening bij psycho–sociale gedragsproblemen. Voorstel voor een sociaalecologische benadering. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 30, 80–92.
Sonuga–Barke, E. & Balding, J. (1993). British parents’ beliefs about the causes of three forms of childhood psychological disturbance. Journal of Abnormal Child Psychology, 21, 367–376.
Strien, P. van (1984). Naar verwetenschappelijking van de praktijk. Tijdschrift uoor Orthopedagogiek, 23, 16–33.
Veerman, J.W. (1993). Is het effect van kinderpsychotherapie nu nog steeds niet bewezen? Kind en Adolescent, 14, 31–37.
Verhulst, F., Eussen, M., Berden, G., Sanders–Woudstra, J. & Ende, J. van der (1993). Pathways of problem behaviors from childhood to adolescence. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry , 32, 388–396.
Verhulst, F., Koot, J., Akkerhuis, G. & Veerman, J.W. (1990). Praktische handleiding voor de CBCL (Child Behavior Checklist). Assen/Maastricht: Van Gorcum.
Vertommen, H. & Audenhove, Ch. van (1989). Ik beslis, jij beslist, wij beslissen: Therapiekeuze via overleg. Psychologie en Maatschappij , 13, 19–34.
Westenberg, M. & Koele, P. (1993). Klinische besliskunde. In P. Koele & J. van der Pligt (Red.), Beslissen en beoordelen. Amsterdam: Boom.
Winter, M. de (1995). Kinderen als medeburgers: Kinder– en jeugdparticipatie als maatschappelijk opvoedingsperspectief. Utrecht: De Tijdstroom.
Witteman, C. (1993). Wat denken psychotherapeuten wel? De Psycholoog, 28, 481–486.
Yoshikawa, H. (1994). Prevention as cumulative protection: Effects of early family support and education on chronic delinquency and its risks. Psychological Bulletin, 115, 28–54.
Yperen, T. van (1990). Multi–axiale classificatie van specifieke ontwikkelingsstoornissen. Een studie over as II van het MAC. Academisch Proefschrift. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden.
Yperen, T. van & Koot, J. (1994). Registratie van problematiek bij jeugdigen. Kind en Adolescent, 15, 73–89.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Summary
This article criticises the model of youth care in which the professional worker, using scientific insight and procedures and analyses of the client's problem, suggests a plan of action and implements this plan while the client is considered to be a source of information and who subsequently follows the guidelines of the professional. It is argued that the scientific foundations for this role of the professional are limited. As an alternative model of youth care, a guidance-contract, based on Goal Attainment Scaling is proposed. In this model, the professional and the client concentrate on the specific liabilities they enter into the guidance situation. The professional systematically plans the guidance process by means of the so-called regulative cycle. The professional introduces scientifically justifiable knowledge in the guidance process and provides information on the scientific status of the diagnostic procedures and guidance methods. The client concentrates on delineating the problem that has to be solved and on specifying the goals that have to be achieved.
Prof. dr. J.M.A. Hermanns, ontwikkelingspsycholoog, is directeur van de Stichting Opvoedingsondersteuning Zuid–Limburg en deeltijdhoogleraar Algemene Opvoedkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
Contactadres: MKD Kleuterdal, Zoetmanstraat 75, 6217 NT Maastricht.
About this article
Cite this article
Hermanns, J. Besluitvorming in de jeugdzorg: het hulpverleningscontract als alternatief. KIAD 16, 75–85 (1995). https://doi.org/10.1007/BF03060581
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03060581