Abstract
This report explores the relationship between philosophy and medicine in the Netherlands. In Section 1 we outline the ups and downs of medico-philosophical research in our country: pre-war flourishing, post-war decline, and modern renaissance. In Section 2 we review recent Dutch literature in the philosophy of medicine. The topics dealt with include methodology of medical science, alternative medicine, the basic concepts of medicine, anthropological medicine, medicalization, medicine and culture, and health care ethics.
Similar content being viewed by others
Bibliography
Aalderen, H. J. van: 1982, ‘Anders of steeds meer van hetzelfde’, in J. Hollenbeek Brouwer and J. A. Knottnerus (eds.), Vertrekpunten in de gezondheidszorg, VU Boekhandel, Amsterdam, pp. 203–215.
Achterhuis, H.: 1980, De markt van welzijn en geluk, Ambo, Baarn.
Arend, A. van der and Overbeek, M. J.: 1982, ‘Verpleegkundige ethiek en verpleegkundig onderwijs’, Tijdschrift voor Ziekenverpleging 35, 738–742 and 768–774.
Arend, A. van der: 1983a, ‘Het katholieke ziekenhuis en de wet afbreking zwangerschap’, Christen Democratische Verkenningen, pp. 487–495.
Arend, A. van der: 1983b, ‘Ethiek, beroepsethiek en beroepscode’, in R. van der Peet (ed.), Inleiding in de verpleegkunde, De Tijdstroom, Lochem/Poperinge, pp. 273–280.
Bakker, F. R.: 1976, ‘Humanistische geneeskunde: een geneeskunde, die de gehele mens betreft’, Huisarts en Wetenschap 19, 368–373.
Beaufort, I. de: 1982, ‘Medische experimenten met mensen; terminologische schermut-selingen en morele dilemma's’, Medisch Contact 37, 1548–1551.
Berg, J. H. van den: 1956, Metabletica of leer der veranderingen, Callenbach, Nijkerk.
Berg, J. H. van den: Het menselijk lichaam. Een metabletisch onderzoek, Callenbach, Nijkerk, Vol. I, 1959, Vol. II, 1961.
Berg, J. H. van den: 1969, Medische macht en medische ethiek, Callenbach, Nijkerk.
Bremer, G. J.: 1972, ‘Drie medische modellen’, Huisarts en Wetenschap 15, 418–424.
Breung, G.: 1980, Geneeskunde. Indrukken van een toerist, Stafleu, Alphen aan den Rijn/Brussel.
Broekman, J. M.: 1984, ‘Filosofie in de geneeskunde’, Arts en Wereld 17, 46–47.
Bruijn, J. de: 1979, Geschiedenis van de abortus in Nederland — een analyse van opvattingen en discussies 1600–1979, Van Gennep, Amsterdam.
Bruins, C. P.: 1974, ‘Het medisch model’, Medisch Contact 29, 227–279.
Buma, J. T.: 1950, De huisarts en zijn patiënt Grondslagen van het medisch denken en handelen, Allert de Lange, Amsterdam.
Burger, H.: 1925, ‘De waardeering van den geneeskundigen stand en de goddelijke oorsprong der geneeskunst’, Ned. T. Geneesk. 69, 313–324.
Burgerhout, H.: 1939, ‘Algemeene beschouwingen over het causaliteitsbegrip in de geneeskundige pracktijk’, Ned. T. Geneesk. 83, 694–705.
Buytendijk, F. J. J.: 1925, Over het verstaan der levensverschijnselen, Groningen.
Buytendijk, F. J. J. and Plessner, H.: 1925/1926, ‘Die Deutung des mimischen Ausdrucks’, Philosophischer Anzeiger 1 72–126.
Buytendijk, F. J. J.: 1965, Prolegomena van een antropologische fysiologie, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen.
Casparis, J. J. de: 1921, ‘De onhoudbaarheid van het monisme’, Ned. T. Geneesk. 65, 168–174.
Centrale Raad voor de Volksgezondheid: 1982, Deeladvies inzake medische experimenten met mensen, Rijswijk.
Daan, A.: 1938, ‘Wijsbegeerte en geneeskunde’, Synthese, pp. 513–523.
Daan, A.: 1939, ‘Signifische probleemstudie in de geneeskunde’, Synthese pp. 170–176.
Dekkers, W. J. M.: 1980, ‘Over de betekenis van F. J. J. Buytendijk voor de fysiotherapie’, Ned. T. Fysiotherapie 90, 243–248.
Dekkers, W. J. M.: 1983a, ‘Buytendijks opvatting van een antropologisch georiënteerde geneeskunde’, Metamedica 62, 190–201.
Dekkers, W. J. M.: 1983b, ‘Antropologische geneeskunde’, Medisch Contact 38, 571–573 and 595–597.
Dierick, G. (ed.): 1983, Vragen om de dood. Beschouwingen over euthanasie, Ambo, Baarn.
Dijk, P. van: 1978, Naar een gezonde gezondheidszorg, Ankh-Hermes, Deventer.
Dokter, H. J.: 1973, Tot een hoeksteen, Rotterdam.
Drogendijk, A. C.: 1961, De evolutie van het begrip ziekte, Bohn, Haarlem.
Es, J. C. van: 1978, ‘Paradigma's van de huisartsgeneeskunde’, Huisarts en Wetenschap 21, 451–458.
Feijfer, F. M. G. de: 1926, ‘De wijsgeerige achtergrond der homoeopathie’, Ned. T. Geneesk. 70, 1400–1410.
Foudraine, J.: 1971, Wie is van hout ... Een gang door de psychiarie, Ambo, Bilthoven.
Hammes, Th.: 1935, ‘De pijlers van onze ethiek’, Ned. T. Geneesk. 79, 3375–3387.
Harberden, P. van and Lafaille, R. (eds.): 1978, Zelfhulp: een nieuwe vorm van hulpverlening?, VUGA, 's-Gravenhage.
Hattinga Verschure, J. C. M.: 1977, Het verschijnsel zorg, De Tijdstroom, Lochem.
Have, H. A. M. J. ten: 1980a, ‘Metamedicine’, Metamedica 59, 136–137.
Have, H. A. M. J. ten: 1980b: ‘Wijsbegeerte der geneeskunde’, Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte 72, 242–263.
Have, H. A. M. J. ten: 1980c, ‘Self-help. Backgrounds, postulates and problems of a new phenomenon’, Huisarts en Wetenschap 23, 305–308.
Have, H. A. M. J. ten: 1982a, ‘Geneeskunde en filosofie, aspecten van een wisselvallige relatie’, Ned. T. Geneesk. 126, 668–673.
Have, H. A. M. J. ten: 1982b, ‘Filosofie en geneeskunde’, Wijsgerig Perspectief 22, 175–181.
Have, H. A. M. J. ten: 1983a, Geneeskunde en filosofie. De involed van Jeremy Bentham op het medisch denken en handelen, De Tijdstroom, Lochem.
Have, H. A. M. J. ten: 1983b, ‘Antropologische geneeskunde. Silhouet van een specifiek menselijke geneeskunde’, Metamedica 62, 10–21.
Have, H. A. M. J. ten and Kimsma, G. K.: 1983, ‘Over grondslagen en bliksemafleiders’, Medisch Contact 38, 919–922.
Have, H. A. M. J. ten: 1984, ‘Ziekte als wijsgerig probleem’, Wijsgerig Perspectief 25, 5–12.
Hilhorst, H.: 1983, Euthanasie in het Ziekenhuis, De Tijdstroom, Lochem/Poperinge.
Hoofdakker, R. H. van den: 1970, Het bolwerk der beterweters, Van Gennep, Amsterdam.
Horst, L. van der: 1925, ‘Tweeërlei kenvorm in de medische wetenschap’, Orgaan van de Christelijke Vereniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland 95–110.
Horst, L. van der: 1952, Anthropologische psychiatrie, Amsterdam, 2 vols.
Huijgen, F. J. A.: 1978, ‘Paradigma's voor de huisartsgeneeskunde’, Huisarts en Wetenschap 21, 447–450.
Iemhoff, W.: 1979, Klacht en interpretatie in geneeskunde en gezondheidszorg, Link, Nijmegen.
Illich, I.: 1975, Het medisch bedrijf-Een bedreiging voor de gezondheid, Het Wereldvenster, Baarn.
Illich, I.: 1978, Grenzen aan de geneeskunde, Het Wereldvenster, Baarn.
Jong, F. J. de and Verbrugh, H. S.: 1983, ‘Filosofie en geneeskunde: I. Kennis- en wetenschapsleer’, Medisch Contact 38, 559–561.
Jong, F. J. de: 1983, ‘Begripsverwarring. Voorbereiding op een kentheoretisch onderzoek van geneeskundige kennis’, Filosofie en Praktijk 4, 33–45.
Jongh, D. K. de: 1950, ‘Geneeskunde en geneeskunst’, Algemeen Nederlands Tijdschrift Wijsbegeerte en Psychologie 42, 38–55.
Jongkees, L. B. W.: 1977, ‘Zijn wij op de goede weg?’, Ned. T. Geneesk. 121, 1345–1346.
Josselin de Jong, R. de: 1940, ‘Gedachten over de beteekenis der Wijsbegeerte voor den arts’, Geneeskundig Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië 80, 258–279.
Juffermans, P.: 1982, Staat en gezondheidszorg in Nederland, SUN, Nijmegen.
Juffermans, P.: 1983, ‘Medicalisering, zelfzorg en de crisis van de verzorgingsstaat’, Medisch Contact 38, 224–226.
Kaiser, L. et al.: 1940, Taal, Spelling, Stijl in geneeskundige geschriften, Bohn, Haarlem.
Kasanmoentalib, S.: 1983, ‘De antropologische geneeskunde van Viktor von Weizsächer’, Metamedica 62, 104–117.
Kenter, E. G. H.: 1983 ‘Euthanasie in een huisartsenpraktijk’, Medisch Contact 38, 1179–1182.
Kimsma, G. K.: 1980, ‘Ziekte en hoop’, Metamedica 59, 258–265.
Kimsma, G. K.: 1983, ‘Levensbeschouwing, verpleegkundig handelen en medisch wetenschappelijk onderzoek’, Metamedica 62, 58–68.
Kimsma, G. K. and Have, H. A. M. J. ten: 1983 ‘Hoe alternatief is alternatief?’, Medisch Contact 38, 1560.
Kimsma, G. K. and Have, H. A. M. J. ten: 1984, ‘De arts-patiënt relatie tussen beeld en werkelijkheid’, Medisch Contact 39, 173–177.
Klijn, W. C. M.: 1982, Het beleid in een katholiek ziekenhuis inzake eventuele zwangerschapsafbreking — een op de praktijk gerichte studie, Katholieke Vereniging van Ziekeninrichtingen, Utrecht.
Klijn, W. C. M. and Nieboer, W.: 1984, Euthanasie en hulp bij zelfdoding — ethische analyse en waardering — wet en recht, Katholieke Vereniging van Ziekeninrichtingen, Utrecht.
Klinkert, J. J.: 1974, Macht van artsen, Van Gorcum, Assen.
Klinkert, J. J.: 1982, ‘Medicalisering. Kanttekeningen bij de ontwikkeling van een begrip’, Medisch Contact 37, 1657–1662.
Koch, J. D. C.: 1920, ‘Onze kennis van de werkelijkheid’, Ned. T. Geneesk. 64, 571–584.
Kooy, S. van der: 1972, ‘Wat moet de huisarts met die modellen?’, Huisarts en Wetenschap 15, 384–389.
Kortbeek, L.: 1972, ‘Doelen en stellingen in de gezondheidszorg’, Medisch Contact 27, 927–931.
Kuiper, J. P.: 1971, ‘Doelstelling van de gezondheidszorg’, Medisch Contact 26, 631–636.
Kuiper, J. P.: 1980, Mensopvatting en gezondheidszorg, Van Gorcum, Assen.
Kuitert, H. M.: 1981, Een gewenste dood — euthanasie en zelfbeschikking als moreel en godsdienstig probleem, Ten Have, Baarn.
Landwehr, J. P.: 1938, ‘Over de ontwikkeling van het ziektebegrip’, Orgaan van de Christelijke Vereniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland, pp. 1–18.
Leenen, H. J. J.: 1978, Rechten van mensen in de gezondheidszorg — een gezondheidsrechtelijke studie, Samson, Alphen aan den Rijn/Brussel.
Lindeboom, G. A.: 1956, Begrippen in de geneeskunde, Bohn, Haarlem.
Lindeboom, G. A.: 1978, ‘De beoefening van de geschiedenis der geneeskunde — vandaag’, Ned. T. Geneesk. 122, 1064–1067.
Medische Ethiek: 1936, uitgegeven door de KNMG.
Meer, J. van der: 1981, ‘Rationele geneeskunde’, Ned. T. Geneesk. 125, 626–627.
Meerloo, A. M.: 1932/33, ‘Het ziektebegrip in verleden en heden’, Ned. T. Geneesk. 76, 5567–5579 and 77, 2511–2525.
Mellenbergh, G. J.: 1982 ‘Wetenschapsopvattingen en alternatieve geneeswijzen’, Medisch Contact 37, 1629–1633.
Melsen, A. G. M. van: 1972, ‘Doelstellingen van de gezondheidszorg’, Medisch Contact 27, 1403–1405.
Metz, W.: 1964, Het verschijnsel pijn. Methode en mensbeeld der geneeskunde, Bohn, Haarlem.
Metz, W.: 1970, Het Dorp. Menselijk welzijn en lichamelijk gebrek, Callenbach, Nijkerk.
Metz, W.: 1972, Onnozel leven, Callenbach, Nijkerk.
Metz, W.: 1974, ‘Over de relatie tussen filosofie en geneeskunde’, Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte 66, 17–29.
Metz, W.: 1975, Pijn, een teer punt. Een fundamenteel geneeskundig onderzoek, Callenbach, Nijkerk.
Metz, W.: 1982, ‘Vertrouwenscrisis in de geneeskunde, een reden tot hoop’, Wending 37, 199–204.
Noach, E. L. and Kroon, P. J. W. M. de: 1979, ‘Medische ethiek: patiënten en proeven’, Medisch Contact 34, 1575–1583.
Orie, N. G. M.: 1978, ‘Aanvaarding of verwerping’, Ned. T. Geneesk. 112, 1832–1836.
Otter, G. den: 1968 ‘De betekenis van de huidige geneeskunde voor de mens van vandaag’, Medisch Contact 23, 846–850.
Parabirsing, S.: 1974, De metabletische methode. Een analyse van de leer van J. H. van den Berg, Boom, Meppel.
Pekelharing, C. A.: 1914, ‘Geneeskunde en geneeskunst’, Ned. T. Geneesk. 58, 1885–1891.
Pellegrino, E. D. and Thomasma, D. C.: 1981, A Philosophical Basis of Medical Practice, Oxford University Press, New York/Oxford.
Peursen, C. A. van: 1964, ‘Notities over wijsbegeerte en medische wetenschap’, Wijsgerig Perspectief 5, 67–78.
Peursen, C. A. van: 1968, ‘Gevolgen voor patiënt, arts en gemeenschap van de recente vorderingen in de geneeskunde’, Ned. T. Geneesk. 112, 1814–1818.
Ponsioen, B. P.: 1983, ‘Hoe leert de huisarts leven met euthanasie?’, Ned. T. Geneesk. 127, 961–963.
Proceedings of the 25th Dutch Federation Meeting: 1984, Nijmegen.
Rijnberk, G. van: 1940, ‘Geneeskundige significa’, in L. Kaiser et al., O. c. p. 10.
Rochat, G. F.: 1937, Beschouwingen over de ‘crisis’ in de geneeskunde, Groningen, Wolters.
Roscam Abbing, P. J.: 1972, Waarheid en illusie. Toegenomen verantwoordelijkheid, Callenbach, Nijkerk.
Schlemper, M. S. H.: 1964, ‘De arts in zijn verhouding tot wetenschap en wijsbegeerte’, Wijsgerig Perspectief 5, 137–142.
Schlichting, Th. H.: 1949/50, ‘Geschiedenis van het begrip ziekte’, Ned. T. Geneesk. 93, 2987–2993 and 3748–3752; 94, 2977–2981.
Sikkel, A.: 1916 ‘Ervaring en bespiegeling in de geneeskunde’, Ned. T. Geneesk. 60, 98–112.
Smid, H. (ed.): 1982, Experimenten op mensen — feiten en meningen over het gebruik van proefpersonen in de wetenschappen, Ankh-Hermes, Deventer.
Sporken, P.: 1969, Voorlopige diagnose. Inleiding tot een medische ethiek, Ambo, Bilthoven.
Sporken, P.: 1975, ‘The teaching of medical ethics: In Maastricht, The Netherlands’. J. Med. Ethics 1, 181–183.
Sporken, P.: 1977, Ethiek en gezondheidszorg, Ambo, Baarn.
Sporken, P.: 1981, Heb jij aanvaard dat ik sterven moet? — stervenden en hun helpers, Ambo, Baarn.
Sporken, P.: 1983, Begeleiding en ethiek. Verantwoordelijkheid en solidariteit van de hulpverlener, Ambo, Baarn.
Sporken, P.: 1984, ‘Probleme der heutigen und zukünftigen Altenpflege’, Schweizerische Ärztezeitung 65, 331–336.
Strijbos, S.: 1981, ‘Filosofie van de tandheelkunde’, Ned. Tijdschr. Tandheelkd. 88, 440–447.
Struyker Boudier, H.: 1979, ‘Wijsgerige antropologie in verband met de geneeskunde aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen’, Metamedica 58, 82–87.
Terborgh-Dupuis, H.: 1976, Medische ethiek in perspectief — Een onderzoek naar normen en argumentaties in de (medische) ethiek, Stafleu, Leiden.
Terborgh-Dupuis, H. and Thung, P. J.: 1979, ‘Wat willen wij met filosofie-onderwijs?’, Metamedica 58, 79–81.
Thung, P. J.: 1966, Wat is er gaande in de geneeskunde?’ Universitaire Pers, Leiden.
Thung, P. J.: 1975, ‘Geneeskunde, geneeskunst, geneeskitsch’, Ned. T. Geneesk. 119, 1603–1611.
Thung, P. J.: 1980, ‘Alternatieve geneeswijzen: achtergronden en definities, als aanzet tot nadere analyse’, in A. Querido and J. Roos (eds.): Controversen in de geneeskunde, Vol. I, Utrecht, pp. 84–97.
Thung, P. J.: 1984, ‘De anthropologie van de jaren dertig tot vijftig en de grondslagen der geneeskunde’, Metamedica 63, 165–180.
Tiemersma, D.: 1977, ‘Filosofie en geneeskunde’, Medisch Contact 32, 1646–1648.
Tiemersma, D.: 1979, ‘Relatie geneeskunde en filosofie’, Medisch Contact 34, 1519–1522.
Tiemersma, D. and Wal, G. A. van der: 1983, ‘Filosofie en geneeskunde. Slot: Wijsgerige anthropologie en medische ethiek’, Medisch Contact 38, 598–600.
Trimbos, K.: 1975, Antipsychiatrie. Een overzicht, Van Loghum Slaterus, Deventer.
Valkenburg, C. A. van: 1936, ‘Medicus en cultuur’, Ned. T. Geneesk. 80, 433–440.
Verbrugh, H. S.: 1972, Geneeskunde op dood spoor, Lemniscaat, Rotterdam.
Verbrugh, H. S.: 1976, ‘Bespreking’, Ned. T. Geneesk. 120, 1172–1173.
Verbrugh, H. S., Helder, H., and Vries, M. J. de: 1977, ‘Paradigms and conceptual development in an educational project in pathology’, Metamed 1, 347–354.
Verbrugh, H. S.: 1978, Paradigma's en begripsontwikkeling in de ziekteleer, De Toorts, Haarlem.
Verbrugh, H. S.: 1983a, Nieuw besef van ziekte en ziek zijn, De Toorts, Haarlem.
Verbrugh, H. S.: 1983b, ‘Antropologische geneeskunde en alternatieve geneeswijzen’, Metamedica 62, 405–412.
Verdoorn, J. A.: 1965, Volksgezondheid en sociale ontwikkeling, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen.
Verwey, G.: 1980, Psychiatrie tussen antropologie en natuurwetenschap, Proefschrift, Amsterdam.
Verwey, G.: 1984, ‘Het antropologische in antropologische geneeskunde’, Metamedica 63, 45–56.
Visser, M. B. H.: 1979, ‘Ethische aspecten van medische experimenten op de mens’, Medisch Contact 34, 1351–1358 and 1368–1390.
Visser, M. B. H.: 1982, ‘Medische experimenten — van experimenten op mensen naar experimenten met mensen’, Medisch Contact 37, 711–713.
Wachter, M. A. M. de: 1978, ‘Teaching medical ethics: University of Nijmegen, The Netherlands’, J. Med. Ethics 4, 84–88.
Wellen, J.: 1981, ‘Medicalisering van de samenleving’, Metamedica 60, 197–209.
Wibaut, F.: 1962, De methode der geneskunde. Bohn, Haarlem.
Willems, D.: 1980, ‘Kuhn, Geurts en de ziekteleer’, Kennis en Methode 4, 191–200.
Winkler, C.: 1914, ‘De geneeskunst en de medische wetenschap’, Ned. T. Geneesk. 58, 1892–1895.
Wolters, W. H. G. (ed.): 1980, Medische experimenten met mensen — mogelijkheden en grenzen, Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht.
Wulff, H. R.: 1980, Principes van klinisch denken en handelen, Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht.
Zola, I. K.: 1972, ‘The medicalizing of society’, Huisarts en Wetenschap 15, 229–230.
Zola, I. K.: 1973, De medische macht, Boom, Meppel.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
We are deeply indebted to Prof. Paul Thung and Drs. Helen Keasberry for their critique and their substantial and patient help.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Ten Have, H., Van Der Arend, A. Philosophy of medicine in the Netherlands. Theor Med Bioeth 6, 1–42 (1985). https://doi.org/10.1007/BF00489835
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF00489835