Abstract
A reasonably well preserved work (though reduced, especially on the left) that is not only signed and dated but also exceptionally well documented as an authentic work by Rembrandt from 1642.
This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Access this chapter
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
References
E. Haverkamp-Begemann, Rembrandt: The Nightwatch, Princeton 1982, pp. 21–27.
B. Kist, ‘Een curieus militair tafereel’, De kroniek van het Rembrandthuis 40 (1988), pp. 1–23, esp. 10.
J.G. van Dillen, ‘De sergeants en schutters van Rembrandt’s schuttersoptocht’, Jaarboek … Amstelodamum 31 (1934), pp. 97–110.
I. Linnik, ‘Zur Identifizierung eines weiteren Schützen in der Kompanie des Kapitäns Frans Banning Cocq auf Rembrandts Bild Die Nachtwache’, Essays in Northern European Art presented to Egbert Haverkamp-Begemann, Doornspijk 1983, pp. 139–141.
G. van de Voorde, ‘The radiography of Rembrandt’s Night watch’, Bulletin van het Rijksmuseum 24 (1976), pp. 52–67.
E. van de Wetering, C.M. Groen and J. A. Mosk, ‘Summary report on the results of the technical examination of Rembrandt’s Night watch’, Bulletin van het Rijksmuseum 24 (1976), pp. 68–69.
A. van Schendel and H.H. Mertens, ‘De restauraties van Rembrandt’s Nachtwacht’, O.H. 62 (1947), pp. 1–52.
L. Kuiper and W. Hesterman, ‘Report on the restoration of Rembrandt’s Night watch’, Bulletin van het Rijksmuseum 24 (1976), pp. 14–51, esp. 48.
P.J.J. van Thiel, ‘The damaging and restoration of Rembrandt’s Night watch’, Bulletin van het Rijksmuseum 24 (1976), pp. 4–13, esp. p. 5 fig. 1 and p. 6.
J. Six, ‘Plaats en tijd van Rembrandt’s Nachtwacht’, Onze Kunst 35 (1919), pp. 1–20, esp. 12.
W. Martin, Van Nachtwacht tot feeststoet, Amsterdam-Antwerp 1947, p. 16.
See also: W. Martin, De Hollandsche schilderkunst in de zeventiende eeuw I. Frans Hals en zijn tijd, Amsterdam [1935], pp. 213–224.
M. Carasso-Kok and J. Levy-van Halm ed., Schutters in Holland, Zwolle-Haarlem 1988, p. 360.
E. Fromentin, Les maîtres d’autrefois. Belgique-Hollande, Paris 1876, p. 318.
C.J. de Bruyn Kops, ‘De inlijsting van Rembrandt’s Nachtwacht in het verleden en de nieuwe lijst’, Bulletin van het Rijksmuseum 24 (1976), pp. 99–119.
J. Six, ‘Een teekening van Bartholomeus van der Heist’ O.H. 27 (1909), pp. 142–148.
M. Kok, ‘Rembrandt’s Nachtwacht: van feeststoet tot schutterstuk’, Bulletin van het Rijksmuseum 15 (1967), pp. 116–121.
HdG 926.
F. Schmidt-Degener, 1912–1917
F. Schmidt-Degener 1912 ‘Een voorstudie voor de Nachtwacht: de Eendracht van het Land’, Onze Kunst 21 (1912), pp. 1–20.
F. Schmidt-Degener 1914a ‘Het genetische probleem van de Nachtwacht i. Inleiding’, Onze Kunst 26 (1914), pp. 1–17.
F. Schmidt-Degener 1914b ‘Het genetische probleem van de Nachtwacht ii. Welken vorm gaf Rembrandt aan de Nachtwacht?’, Onze Kunst 26 (1914), pp. 37–54.
F. Schmidt-Degener 1916a ‘Het genetische probleem van de Nachtwacht iii. De uitvloeisels van het onderwerp, 1’, Onze Kunst 29 (1916), pp. 61–84.
F. Schmidt-Degener 1916b ‘Het genetische probleem van de Nachtwacht iii. De uitvloeisels van het onderwerp, 2’, Onze Kunst 30 (1916), pp. 29–56.
F. Schmidt-Degener 1917a ‘Het genetische probleem van de Nachtwacht iii. De uitvloeisels van het onderwerp, 3’, Onze Kunst 31 (1917), pp. 1–32.
F. Schmidt-Degener 1917b ‘Het genetische probleem van de Nachtwacht iv. De compositie, Inleiding’, Onze Kunst 31 (1917), pp. 97–102.
Schwartz 1984, pp. 210–212.
D.C. Meijer Jr., ‘De Amsterdamsche schutters-stukken in en buiten het nieuwe Rijksmuseum’, O.H. 4 (1886), pp. 198–211
D.C. Meijer Jr., ‘De Amsterdamsche schutters-stukken in en buiten het nieuwe Rijksmuseum’, O.H. 4 (1886) 225–240.
C. Tümpel, ‘Beobachtungen zur Nachtwache’, Neue Beiträge zur Rembrandt-Forschung, Berlin 1973, pp. 162–174, esp. 174.
Tümpel 1986, p. 221.
Rembrandt after three hundred years: a symposium — Rembrandt and his followers … 1969, Chicago 1973, p. 79.
W.G. Hellinga, Rembrandt fecit 1642. De Nachtwacht, Gysbrecht van Aemstel, Amsterdam 1956 (expanded version of a paper in De Gids, 1955).
W. Weisbach, Rembrandt, Berlin-Leipzig 1926, p. 351.
J.A. Emmens, Rembrandt en de regels van de kunst, Utrecht 1964, pp. 4–27.
C. Neumann, Rembrandt, Munich 1922 (3rd edn), pp. 281–282, resp. 248.
N. MacLaren, The Dutch school (National Gallery Catalogues), London 1960, pp. 343–349.
J. Veth, ‘Die angebliche Verstümmelung von Rembrandts Nachtwache’, Jb. d. Pr. Kunsts. 23 (1902), pp. 147–162.
J. Six, ‘Rembrandts “Nachtwacht”’, Bulletin uitgegeven door den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond 3 (1901–1902), pp. 199–202.
A.J. Moes-Veth, ‘De Nachtwacht en haar oude copieën’, O.H. 62 (1947), pp. 188–193;
A.J. Moes-Veth, ‘Rembrandt’s Claudius Civilis en de Nachtwacht van terzijde beschouwd’, O.H. 75 (1960), pp. 143–156.
Rights and permissions
Copyright information
© 1989 Stichting Foundation Rembrandt Research Project
About this chapter
Cite this chapter
Bruyn, J., Haak, B., Levie, S.H., Van Thiel, P.J.J., Van De Wetering, E. (1989). The ‘Night watch’, or Officers and men of the company of Captain Frans Banning Cocq and Lieutenant Willem van Ruytenburgh. In: A Corpus of Rembrandt Paintings. Stichting Foundation Rembrandt Research Project, vol 3. Springer, Dordrecht. https://doi.org/10.1007/978-94-009-0811-6_47
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-94-009-0811-6_47
Publisher Name: Springer, Dordrecht
Print ISBN: 978-94-010-6852-9
Online ISBN: 978-94-009-0811-6
eBook Packages: Springer Book Archive