Samenvatting
Elke toets met open of gesloten vragen moet voldoen aan een aantal kwaliteitseisen. Voorafgaande aan de toetsafname is het bereiken van kwaliteit het best te garanderen door de vragen zorgvuldig te construeren en door mededeskundigen te laten beoordelen, door de toets samen te stellen met gebruikmaking van een specificatietabel en door voldoende vragen in de toets op te nemen. Een aantal van die eisen is, na de toetsafname, in een getal uit te drukken. De belangrijkste indicatoren voor de toetskwaliteit zijn, naast de inhoudsvaliditeit/representativiteit, de p-waarde (vraagmoeilijkheid), de Rit (onderscheidingsvermogen) en de Cronbachs alfa (betrouwbaarheid). Voor deze indicatoren bestaan normwaarden. Indien die normwaarden niet worden bereikt, zullen, zo mogelijk, maatregelen moeten worden genomen om de kwaliteit van de toets te verhogen. Hiermee is bereikt dat de toets geen dobbelsteen maar een toetssteen is.
Author information
Authors and Affiliations
Editor information
Editors and Affiliations
Rights and permissions
Copyright information
© 2017 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media B.V.
About this chapter
Cite this chapter
van Berkel, H., Bax, A. (2017). Het meten van toetskwaliteit. In: van Berkel, H., Bax, A., Joosten-ten Brinke, D. (eds) Toetsen in het hoger onderwijs. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-368-1679-3_3
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-368-1679-3_3
Published:
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-368-1678-6
Online ISBN: 978-90-368-1679-3
eBook Packages: Dutch language eBook collection