Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt het begrip LUTS (lower urinary tract symptoms) geïntroduceerd, ingedeeld in mictieklachten, postmictieklachten en opslagklachten. Bij de ouder wordende man wordt vaker gevraagd: ‘hoe gaat het met het plassen?’ dan ‘hoe gaat het met ophouden?’. Onbedoeld vragen we vaker naar de mictiefase dan naar de opslagfase. Echter beide zijn van belang. De oorzaak van plasklachten bij de ouder wordende man is multifactorieel en moet ook als zodanig worden onderzocht en behandeld. Uitgangspunt is de mictiecyclus bij mensen zonder klachten. De blaas is het grootste deel van de dag in een opslagfase en slechts kortstondige momenten in de mictiefase. Bijpassende LUTS correleren slecht met onderliggende pathofysiologie, maar geven wel richting aan een symptoomgerichte medicamenteuze therapie. Zolang ingezette therapie goed wordt geëvalueerd en alarmsymptomen niet gemist, kan een stappenplan in de eerste lijn als leidraad dienen voor een veilige behandeling van mannen met LUTS zonder over- of onderhandeling.
This is a preview of subscription content, log in via an institution.
Buying options
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Learn about institutional subscriptionsLiteratuur
Rosette JJ de la, et al. Relationships between lower urinary tract symptoms and bladder outlet obstruction: results from the ICS-”BPH” study. Neurourol Urodyn.1998;17(2):99–108.
Pandita RK, et al. Cystometric evaluation of bladder function in non-anesthetized mice with and without bladder outlet obstruction. J urol. 2000;164(4):1385–9.
Schröder A. Bladder overactivity in mice after 1 week of outlet obstruction. Mainly afferent dysfunction? J Urol. 2003;170(3):1017–21.
Chapple CR. A shifted paradigm for the further understanding, evaluation, and treatment of lower urinary tract symptoms in men: focus on the bladder. Eur Urol. 2006;49(4):651–8.
NHG-standaard Mictieklachten bij mannen M42, 2013.
Oelke M, et al. EAU guidelines on the treatment and follow-up of non-neurogenic male lower urinary tract symptoms including benign prostatic obstruction. Eur Urol. 2013;64(1):118–40.
Jones C, et al. Management of lower urinary tract symptoms in men: summary of NICE guidance.Guideline Development Group. BMJ. 2010;340:c2354.
Sexton CC. The overlap of storage, voiding and postmicturition symptoms and implications for treatment seeking in the USA, UK and Sweden: EpiLUTS. BJU Int. 2009;103 Suppl 3:12–23.
Kozminski MA. Baseline characteristics predict risk of progression and response to combined medical therapy for benign prostatic hyperplasia (BPH). BJU Int. 2015;115(2):308–18.
Rosen RC, et al. Association of sexual dysfunction with lower urinary tract symptoms of BPH and BPH medical therapies: results from the BPH Registry. Urology. 2009;73(3):562–6.
Roehrborn CG. The effects of combination therapy with dutasteride and tamsulosin on clinical outcomes in men with symptomatic benign prostatic hyperplasia: 4-year results from theCombATstudy. Eur Urol. 2010;57(1):123–31.
Solifenacin plus tamsulosin combination treatment in men with lower urinary tract symptoms and bladder outlet obstruction: a randomized controlled trial.
Blake-James BT. The role of anticholinergics in men with lower urinary tract symptoms suggestive of benign prostatic hyperplasia: a systematic review and meta-analysis. BJU Int. 2007;99(1):85–96.
Author information
Authors and Affiliations
Editor information
Editors and Affiliations
Copyright information
© 2016 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
Nieuwenhuijzen, J. (2016). Benigne prostaathyperplasie (BPH), plasklachten en overactieve blaas (OAB). In: de Boer, BJ., Heijnen, A. (eds) Functioneel urologische en seksuele klachten bij de man. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-368-1398-3_1
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-368-1398-3_1
Published:
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-368-1397-6
Online ISBN: 978-90-368-1398-3
eBook Packages: Dutch language eBook collection