Samenvatting
Een veel voorkomend klinisch probleem voor een behandelaar in de GGz is de vraag of er ingegrepen moet worden in het leven van een patiënt met ernstige psychiatrische problematiek. Met ingrijpen wordt hier bedoeld om tegen de wil van de patiënt stappen te nemen waardoor zijn handelingsvrijheid wordt beperkt. Dit betreft meestal een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Doel van het ingrijpen is primair het voorkómen van gevaar of schade voor patiënt en/of anderen.
Notes
- 1.
De beschreven casus is gebaseerd op de realiteit maar zodanig aangepast dat herkenning voorkomen wordt.
Literatuur
American Psychiatric Association (APA) (2002). Practice Guidelines. Guidelines on borderline personality disorder. Washington: American Psychiatric Press.
Kaasenbrood, A., Sierink, D., & Luyn, B.J. van (2002). Ervaringen van behandelaars met patiënten die lijden aan een ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis. Psychopraxis, 4(5), 184–191.
Meekeren, E. van, Ingenhoven, T., & Luyn, B. van (2003). De APA Guideline voor de behandeling van borderlinepatiënten. Maanblad Geestelijke volksgezondheid, 58, 236–249.
Miller, L.J. (1989). Inpatient management of borderline personality disorder: a review and update. Journal of personality disorders, 3(2), 122–134.
Editor information
Rights and permissions
Copyright information
© 2004 Bohn Stafleu Van Loghum, Houten
About this chapter
Cite this chapter
Spijker, J. (2004). 9 Ingrijpen of niet?. In: Kaasenbrood, A., Kuipers, T., van der Werf, B. (eds) Dilemma’s in de psychiatrische praktijk. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-9692-4_9
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-9692-4_9
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4351-5
Online ISBN: 978-90-313-9692-4
eBook Packages: Dutch language eBook collection