Abstract
Bij een 56-jarige trotse boerin, moeder van zes kinderen en oma van drie kleinkinderen is naar aanleiding van buikklachten een darmtumor gediagnosticeerd. Aanvankelijk leek het erop dat de tumor geopereerd zou kunnen worden. Tijdens een voorgesprek voor de operatie wordt door patiënte een stoma geweigerd. Poep uit je buik, nee, dat wil ze niet. De operatie zou echter heel kort duren: open – dicht. Er viel niets meer aan te doen en ook een stoma wordt niet aangelegd. Ze ligt op de afdeling Chirurgie, is goed wakker, maar heeft nergens zin in. Ze draait zich vaak naar de muur en spreekt met niemand. Ook als haar man en de kinderen op bezoek komen, wordt ze daar niet vrolijk van. Ze wil dood. Niemand begrijpt haar. Ze slaapt ’s nachts niet goed, ligt de hele nacht te piekeren. Ook de boerderij en de zo geliefde koeien interesseren haar niet. Ze vraagt de dokter op de afdeling om euthanasie. ‘Zoals dit bij de beesten gebeurt als ze ziek zijn of te oud om melk te geven. Ik ben niet meer nodig zo.’
This is a preview of subscription content, log in via an institution.
Author information
Authors and Affiliations
Editor information
Editors and Affiliations
Rights and permissions
Copyright information
© 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
About this chapter
Cite this chapter
van den Beuken-van Everdingen, M., Janssen-Jongen, M. (2010). CASUS 31. In: van den Beuken-van Everdingen, M., Janssen-Jongen, M. (eds) Casusboek palliatieve zorg. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7844-9_31
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7844-9_31
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-7843-2
Online ISBN: 978-90-313-7844-9
eBook Packages: Dutch language eBook collection