Abstract
Eigenlijk kan iedereen wel eens paniekerig worden in de auto. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een kind pardoes oversteekt of bij een plotseling opkomende dichte mist. Eén zo’n aanval, die vaak alweer snel vergeten is, wijst niet direct op een paniekstoornis. Bij een paniekstoornis ben je te vatbaar voor angstaanvallen. Je raakt in paniek terwijl de situatie niet uitzonderlijk gevaarlijk is. Wanneer je een keer een aanval hebt gehad, ben je constant alert op een volgende paniekbui. Zo’n 3% van de vrouwen en zo’n 1,5% van de mannen krijgt ooit in zijn leven met een paniekstoornis te maken.
Dit hoofdstuk gaat in eerste instantie over de paniekstoornis, hoewel driekwart van de mensen die geplaagd wordt door rijangst niet direct een angst- of paniekstoornis heeft. De informatie in dit hoofdstuk is echter ook relevant voor mensen die geen paniekstoornis hebben, maar die om een andere reden met angst en beven in de auto zitten. Bijvoorbeeld door zenuwachtigheid, claustrofobie of een gebrek aan routine. De praktische tips die verderop in het hoofdstuk worden gegeven, kunnen bij iedere vorm van rijangst worden toegepast. Doe er je voordeel mee!
Access this chapter
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Rights and permissions
Copyright information
© 2004 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
About this chapter
Cite this chapter
van den Berg, J., Boon, C., van Bergen, L. (2004). Rijangst met en zonder paniekaanvallen. In: Omgaan met rijangst. Omgaan met rijangst. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7168-6_5
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7168-6_5
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4474-1
Online ISBN: 978-90-313-7168-6
eBook Packages: Dutch language eBook collection