Skip to main content

Vrouwen(zelf)hulp

radicaal en spiritueel

  • Chapter
Vrouwenhulpverlening 1975-2000
  • 156 Accesses

Voor veel vrouwen werkten de feministische analyses en oplossingsmethoden waarmee ze via de vrouwenzelfhulp in aanraking kwamen als een bevrijding. Zelf vaak uit de middenklasse afkomstig, wilden ze ook andere categorieën vrouwen laten profiteren van de nieuwe inzichten. Hiervoor startten ze vrijwilligstersprojecten waarin ze vrouwen (‘lotgenotes’) bij elkaar brachten, op basis van ervaringsdeskundigheid andere vormen van hulp ontwikkelden – en ondertussen zelf steeds deskundiger werden. Om met hun centra voor subsidies in aanmerking te komen, richtten zij stichtingen op, maar omdat ze geen hiërarchische verschillen tussen vrouwen accepteerden, bestonden de besturen in het begin slechts pro forma.

Sommige centra, zoals Balsemien, slaagden er in hun activiteiten als ‘experiment’ gefinancierd te krijgen. De meerderheid, waaronder De Beuk, heeft echter onbetaald gepionierd. Met elkaar vormden ze een ‘alternatief ’ circuit dat zich graag als ‘autonoom’ betitelde en dat zijn bloeiperiode beleefde in de jaren 80 van de vorige eeuw. Hiernaast ontstond ook een circuit van zelfstandig gevestigde therapeutes dat op den duur een bonte verzameling van methoden en feministische visies omvatte. Tussen 1988 en 1998 heeft de Vereniging Voor Feministische Hulpverlening tevergeefs geprobeerd al deze richtingen in één beroepsvereniging samen te brengen.

In 1984 bestond er een landelijk, door de overheid gefinancierd, steunpunt Via, in 1991 opgevolgd door Metis. Van hieruit namen de impulsen tot aanpassing aan reguliere structurering van de gezondheidszorg toe. Met het einde van Metis (1994) kwam er een einde aan de ‘koepels’ die vrouwenzelfhulporganisaties én professionele vrouwenhulpverlening (Vhv) systematisch met elkaar hadden verbonden en gingen die twee apart van elkaar verder.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this chapter

Institutional subscriptions

Preview

Unable to display preview. Download preview PDF.

Unable to display preview. Download preview PDF.

Similar content being viewed by others

Literatuur

  1. Nelleke Nicolai, ‘Vrouwenhulpverlening in vogelvlucht.’ Periodiek 8 van de projektgroep Vhv 1985 (8).

    Google Scholar 

  2. Daarbij lopen de feministische voorstellingen van verleden, heden en toekomst van vrouwen overigens uiteen. Alleen op grond van toekomstbeelden laten zich in 1986 al een radicaal, liberaal en socialistisch feminisme, lesbianisme, separatisme, individueel feminisme en feminisme van de androgyne assimilatie onderscheiden. Op den duur worden deze soorten geordend in de driedeling gelijkheidsfeminisme, verschilfeminisme en utopisch ofwel communautair feminisme. Zie Saskia Poldervaart, ‘Van Andragologie naar genderstudies en de andersglobaliseringsbeweging. Over de spanningsverhouding tussen planned change en bewustwording’ (2008). Zie www.andragologie.eu. Toegang 18-6-2007.

  3. Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, ‘Vrouwenhulpverlening in Nederland’, dit boek.

    Google Scholar 

  4. Janneke van Mens-Verhulst, ‘Vrouwenhulpverlening: van verzamelnaam naar therapievorm’, Tijdschrift voor Agologie, 1985, pp. 182–193.

    Google Scholar 

  5. Janneke van Mens-Verhulst en Lies Schilder. ‘Beweging van de beweging: een epiloog met het oog op de toekomst’, in: Janneke van Mens-Verhulst en Lies Schilder (red.) Debatten in de Vrouwenhulpverlening (Amsterdam: Babylon-De Geus 1994), pp. 205–225.

    Google Scholar 

  6. Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, 'Vrouwenhulpverlening in Nederland, dit boek.

    Google Scholar 

  7. Het ‘Radical Therapist’ Collectief, Niet aanpassen: veranderen! (Den Haag: Bert Bakker 1974); Het ‘Rough Times’ Collectief. Harde Tijden. (Den Haag: Bert Bakker 1975); Claude M. Steiner, Radicale psychiatrie (Amsterdam: Bert Bakker 1975).

    Google Scholar 

  8. Jan Schouten. Ik ben dr ook nog. Handleiding voor assertiviteitstraining (Meppel: Boom 1977).

    Google Scholar 

  9. Suzanne Katier, Zit je goed? Feminisme als therapie (Amsterdam: Bert Bakker 1977).

    Google Scholar 

  10. Zie Mevis, ‘Archieven van de Vhv’, dit boek.

    Google Scholar 

  11. Anneke van Baalen, ‘Adieu Mvm’, Katijf, 1988 (47). Herdrukt in Brusterschap (Amsterdam: De Bonte Was 2003), p. 293.

    Google Scholar 

  12. Anneke van Baalen, ‘Tien jaar radikale vrouwenbeweging of: haalt de radikale vrouwenbeweging 1984?’, Vrouwenkrant, maart 1981 (71). Herdrukt in Brusterschap, p. 159.

    Google Scholar 

  13. Katier (1977).

    Google Scholar 

  14. Vrouwengezondheidscollectief Boston, Je lichaam, je leven. Het lijf-boek voor vrouwen. Vertaald door Heleen Pott en Liesbeth van der Sluijs en bewerkt door Anja Meulenbelt (Den Haag: Bert Bakker 1975).

    Google Scholar 

  15. Van Baalen (2003), p. 159; Irene Pronk. ‘Uitgesproken vrouwen. Vrouwenpraatgroepen in Nederland 1970–1980’, Tijdschrift voor Genderstudies, 2006 (2), pp. 26–36.

    Google Scholar 

  16. Katier (1977); Anja Meulenbelt, ‘Terwijl we praten over ons isolement, heffen we dat isolement op’, in: FemSoc Schrijfcollectief Vlijtig Liesje, Van binnen uit. Vrouwen over welzijnswerk en zelforganisaties (Amsterdam: Sara 1978), pp. 93–108.

    Google Scholar 

  17. Meulenbelt, (1978), p. 93.

    Google Scholar 

  18. Christine Quispel, Vrouwenpraatgroepen – een methode (Utrecht: Instituut voor Klinische Psychologie en Psychotherapie 1979).

    Google Scholar 

  19. ‘Vrouwen Bellen Vrouwen’, in: De Bonte Was, Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen (Amsterdam: De Bonte Was 1978), pp 200–203.

    Google Scholar 

  20. Zie ook www.radicaalfeminisme.nl. Toegang 16-4-2008.

  21. Riky van Og, ‘De Fort-gang van de praatgroep’, Marge, 1985 (3), pp. 106–112.

    Google Scholar 

  22. Anneke Rooselaar, ‘Van Radicale Psychiatrie naar Fort’, Maandblad voor Geestelijke Volksgezondheid, 1980, 6/7, pp 492–514; Katier (1977).

    Google Scholar 

  23. Gail Pheterson, ‘Fort: An integration of cocounseling and problem-solving in the Netherlands’, Issues in Radical Therapy, 1978, pp. 19–25.

    Google Scholar 

  24. Van Og (1985).

    Google Scholar 

  25. Els Ouborg, Feministische therapie in theorie en praktijk (Den Bosch: Balsemien 1986).

    Google Scholar 

  26. In de Via-gids van 1988 worden er nog 17 vermeld.

    Google Scholar 

  27. Pheterson (1978).

    Google Scholar 

  28. Rooselaar (1980).

    Google Scholar 

  29. Deze gegevens zijn ontleend aan Ine Berkenbosch, zoals geciteerd in Ouborg (1986). Zie ook Van Og (1985).

    Google Scholar 

  30. Samengesteld door Ria van Hengel, An Luttikholt, Anja Meulenbelt en Coby Westerhoek als FemSoc Schrijfcollectief Vlijtig Liesje (Amsterdam: Sara 1978).

    Google Scholar 

  31. Zie Van Gorp, ‘Opleidingen Vhv’, dit boek.

    Google Scholar 

  32. Anja Meulenbelt, ‘Van binnen uit. Over de relatie vrouwen en welzijnswerk’, in: FemSoc Schrijfcollectief Vlijtig Liesje, Van Binnenuit, Vrouwen over welzijnswerk en zelforganisaties (Amsterdam: Sara 1978), pp. 15–44.

    Google Scholar 

  33. Zie Van Mens-Verhulst, ‘De kleine integratie’, dit boek.

    Google Scholar 

  34. Zie voor een uitgebreidere behandeling van ervaringsdeskundigheid het hoofdstuk over de Vrouwengezondheidscentra van Van Mens-Verhulst en Noordenbos, dit boek.

    Google Scholar 

  35. Henk Michielse, De burger als andragoog. Een geschiedenis van 125 jaar welzijnswerk (Meppel/ Amsterdam: Boom 1977, 4e druk 1984); Hans Achterhuis. De Markt van Welzijn en Geluk (Baarn: Ambo 1980); Jan Willem Duyvendak, De planning van ontplooiing (Den Haag: SDU 1999), pp. 59–68.

    Google Scholar 

  36. Zie Naezer, ‘De Maan’, dit boek.

    Google Scholar 

  37. Marja Langendijk, Els Ouborg, Renée Smits en Agnes Verheggen.

    Google Scholar 

  38. Balsemien, Jaarverslag 1980 (1981). In bezit van auteur.

    Google Scholar 

  39. Zie hiervoor vorige paragraaf.

    Google Scholar 

  40. Ouborg (1986); Jes Jacobs en Agnes Verheggen, Bevrijd je lijf. Bio-energetica voor vrouwen (Den Bosch: Balsemien 1986, herdrukt in 1991); Rietje Boone, Stralend grijs. Nieuw perspectief bij het ouder worden (Den Bosch: Balsemien 1987).

    Google Scholar 

  41. Balsemien, Jaarverslag 1989, p. 21. In bezit van auteur.

    Google Scholar 

  42. ‘Ze groeiden letterlijk mijn huis uit’, Interview met Nel Willekens. In: Balsemien, Jaarverslag 90/91, Afscheid, pp. 5–6. In bezit van auteur.

    Google Scholar 

  43. Marja Langendijk, ‘Vrouw-en-hulpverleenster zijn’, in: Vrouwenhulpverlening in de Riagg's. De praktijk in '87. Verslag van Nvagg -studiedag 10 dec. (Utrecht: Nvagg 1988), p. 31.

    Google Scholar 

  44. Balsemien (1981), p. 17.

    Google Scholar 

  45. Nel Willekens in interview afgenomen door Josien Pieterse (Amsterdam 2006).

    Google Scholar 

  46. Zie ook Noordenbos en Van Mens-Verhulst, ‘Aletta’, dit boek.

    Google Scholar 

  47. Zie ook van Waaldijk en Van Mens-Verhulst, ‘Erven van de Vhv’, dit boek.

    Google Scholar 

  48. Balsemien, Jaarverslag 1987, pp. 3 – 5. In bezit van auteur.

    Google Scholar 

  49. Balsemien, Jaarverslag 1987; Jaarverslag 1989. In bezit van auteur.

    Google Scholar 

  50. Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, ‘Vrouwenhulpverlening in Nederland’, dit boek.

    Google Scholar 

  51. Balsemien, Jaarverslag 90/91, Afscheid. In bezit van auteur. Zie ook ViaVia, 1989 (5), pp. 7.

    Google Scholar 

  52. Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.

    Google Scholar 

  53. Balsemien, Jaarverslag 90/91, Afscheid, p. 3. In bezit van auteur.

    Google Scholar 

  54. Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.

    Google Scholar 

  55. Van de groepen uit Arnhem, Deventer, Hoofddorp, Rotterdam, Zoetermeer en Zutphen is echter geen nader initiatief bekend.

    Google Scholar 

  56. ‘Autonoom’ kan op twee manieren worden uitgelegd: onafhankelijk van de hulpverleningswereld waar mannen de dienst uitmaakten en onafhankelijk van de reguliere geldstromen. Meestal was het laatste bedoeld, maar in feite was de eerste betekenis dichter bij de waarheid.

    Google Scholar 

  57. Via-gids (1988).

    Google Scholar 

  58. Zie Mevis, ‘Archieven van de Vhv’, dit boek.

    Google Scholar 

  59. Zie Naezer, ‘De Maan’, dit boek.

    Google Scholar 

  60. Janneke van Mens-Verhulst, Modelontwikkeling voor Vrouw-en-Hulpverlening (Utrecht: Rijksuniversiteit Utrecht 1988).

    Google Scholar 

  61. Jean Baker Miller et al., Het Zelf-in-Relatie. Nieuwe psychologie voor de vrouwenhulpverlening (Eindhoven: De Els 1988); Georgiana Oudemans McLean. Vrouwenhulpverlening. Work in Progress (Eindhoven: Begeleidingscentrum voor Vrouwen 1991).

    Google Scholar 

  62. Inmiddels omgedoopt tot Relational-Cultural Theory. Zie www.jbmti.org. Toegang 28-4-2008. Zie voor een historische uiteenzetting Gaby Jacobs, De paradox van kracht en kwetsbaarheid. Empowerment in feministische hulpverlening en humanistische raadswerk (Amsterdam: Swp 2001), pp. 103–127.

  63. Door haar Amerikaanse herkomst en contacten was Georgie hier al vrij snel mee in aanraking gekomen. Kenmerkend is de visie, in navolging van de psychologiehoogleraar Jean Baker Miller, dat vrouwen tijdens hun ‘eigen’ psychologische ontwikkeling een verlangen naar verbondenheid en emotionele ontvankelijkheid ontwikkelen die ze niet – volgens‘mannelijke’ maatstaven – als een zwakte moeten beschouwen maar als een ‘vrouwelijke’ kracht koesteren. Een verwant geluid is te vinden in de spirituele stroming van de Vhv en de vrouwenstudies-debatten uit die tijd.

    Google Scholar 

  64. Zie Van Mens-Verhulst, ‘De kleine integratie’, dit boek.

    Google Scholar 

  65. Zie Van Mens-Verhulst en Noordenbos, ‘Vrouwengezondheidscentra’, dit boek.

    Google Scholar 

  66. Zie Nonja Meintser, Advies: Financiering van Vrouwenhulpverlening (Rijswijk: Adviesgroep Vrouwenhulpverlening 1991). Reguliere c.q. structurele geldstromen zijn er dan vijf: – De ziekenfondsverzekering, tot bepaald inkomensniveau verplicht; – De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Awbz), voor iedereen; – De particuliere ziektekostenverzekeringen, inclusief de publieksrechtelijke; – Subsidies van de overheid; – Overige betalingen.

    Google Scholar 

  67. Els Mulder, De innovatieve waarde van de autonome vrouwenhulpverleningsprojecten in Nederland, een produktprofilering (Maastricht: Rijksuniversiteit Limburg, vakgroep gezondheidsethiek en wijsbegeerte/vrouwenstudies 1992).

    Google Scholar 

  68. Waaronder Lydia Dijkstra en Clementine Gelauff.

    Google Scholar 

  69. Clementine Gelauff, ‘De Beuk. Ervaringen van een vrouwenhulpcentrum in Hengelo’, Viavia kennismakingsnummer, 1984, pp. 8–9.

    Google Scholar 

  70. Diane Vos, Vrouwenproblematiek in kaart gebracht. Over het verband tussen sociale situatie en problematiek. (Hengelo: De Beuk 1989), p. 50.

    Google Scholar 

  71. Zie ook Boet, ‘Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling’, dit boek.

    Google Scholar 

  72. Zie Van Besouw, ‘de strijd van Blijf Van M'n Lijf’, dit boek.

    Google Scholar 

  73. Helaas heb ik geen cijfers kunnen achterhalen over de aantallen vrouwen die in de regio Hengelo reguliere hulp ontvingen. In mijn proefschrift kwam ik er na een conservatieve schatting op uit dat het totale Vhv-circuit in 1985 7% van de ambulante hulpzoeksters voor haar rekening nam.

    Google Scholar 

  74. Vos (1989), p. 43.

    Google Scholar 

  75. Diane Vos, Margreet Franssen en Janneke van Mens-Verhulst, Casus Vhv. Van programma-evaluatie tot kwaliteitsdiscussie (Utrecht: Isor 1993), p. 30.

    Google Scholar 

  76. De Beuk, Jaarverslag 1995. In bezit van auteur.

    Google Scholar 

  77. Een gulden is ruwweg 45 eurocent.

    Google Scholar 

  78. Bedrijfsvereniging voor Gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke Belangen.

    Google Scholar 

  79. Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.

    Google Scholar 

  80. Ina Pons, Het derde circuit in de vrouwenhulpverlening (Utrecht: Via 1988).

    Google Scholar 

  81. Over de lage respons geeft het onderzoeksverslag geen nadere informatie.

    Google Scholar 

  82. Pons (1988), p. 11.

    Google Scholar 

  83. Tieneke Koning, Vrouw en therapie. Gesprekken met coryfeeën van de vrouwenhulpverlening (Eindhoven: De Els 1991). De inhoudsopgave vermeldt: Inge Maass, gestaltherapeute; Ghislaine Bromberger, imaginatie therapeute; Anna de Voogt, systeemtherapeute en gezondheidstherapeute; Carla Commijs, psychotherapeute; Coby Langenkamp, lesbisch therapeute; Aukje Delahay, groepstherapeut bij een Riagg; Anneke Rooselaar, zelfstandig therapeute (psychosynthese); Marian Dries, biodynamisch therapeute; Ineke Veerman, psychosynthese; Nelleke Nicolai, psychiater en voorloopster van de Vhv; Madelien Krips, Vhv'ster van het eerste uur. Een aantal van deze interviews waren eerder in ViaVia verschenen.

    Google Scholar 

  84. Between Selfhelp and Professionalism, Amsterdam.

    Google Scholar 

  85. Tieneke Koning, ‘De grote energie achter alle emoties is de liefde. Miriam Greenspan over feministische therapie en spiritualiteit’, Interview door Tieneke Koning, ViaVia, 1989, 5(1), pp. 4–7.

    Google Scholar 

  86. 19 mei 1989, Amersfoort De Eenhoorn.

    Google Scholar 

  87. Dat zijn de bestuursleden; Riëtte Mellink (werkzaam bij Riagg Delft/Westland en bij de Stichting tegen seksuele Kindermishandeling binnen het gezin), Els Plooij (eigen praktijk), Akkie Hofstee (Steunpunt Autonome Vhv Groningen en eigen praktijk), Joke Janse de Jonge (directeur van de Leergangen Vhv) en Floor Regenboog (Academisch Medisch Centrum Amsterdam, humanistisch geestelijk werk).

    Google Scholar 

  88. Vereniging voor Feministische Hulpverlening, Ledenboek (1992). In bezit van auteur.

    Google Scholar 

  89. Mulder, (1992), pp. 18, 24.

    Google Scholar 

  90. Later ook Carien Kruyt en Ina Pons.

    Google Scholar 

  91. Via-gids (1988), p. 6.

    Google Scholar 

  92. Jannie Vos, Verdiensten van vrouwenhulpverlening (Utrecht: Via 1986).

    Google Scholar 

  93. Zie Swart, ‘Lesbisch Specifieke Hulpverlening’, dit boek.

    Google Scholar 

  94. Zie Swart, ‘Lesbisch Specifieke Hulpverlening’, dit boek.

    Google Scholar 

  95. Zie ook Van Mens-Verhulst, ‘De kleine integratie’, dit boek, voor de wisselwerking tussen de autonome en reguliere vrouwenhulpverlening.

    Google Scholar 

  96. Tieneke Koning en Diane Vos, De Plangroepnota samengevat. Het struktuurdebat over de toekomst van de Vhv. Viavia 6 (3), 1990, pp. 21–26.

    Google Scholar 

  97. Het bestuur van Via, ‘Aan de Abonnees’, Viavia, 1990, 6 (6), p. 3.

    Google Scholar 

  98. Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.

    Google Scholar 

  99. Zie Mevis, ‘Archieven van de Vhv’, dit boek.

    Google Scholar 

  100. Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, ‘Vrouwenhulpverlening in Nederland’, dit boek.

    Google Scholar 

  101. Titia van der Ploeg, Erfgoed van Stichting Anu (Utrecht: Anu 2004).

    Google Scholar 

  102. Brief van Korrelatie aan de relaties van Anu, 20 juli 2004, ondertekend door Dorke Huijbregts (directeur Korrelatie) en Nicole Plum (Anu).

    Google Scholar 

  103. Brief van Anu aan de relaties van Anu, 25 juni 2004, ondertekend door Yvonne Saro en Nicole Plum, directeuren van Anu.

    Google Scholar 

  104. Van der Ploeg (2004). Zie ook Mevis, ‘Archieven van de Vhv’, dit boek.

    Google Scholar 

  105. M/V Zorg, 2003 (2), p. 13.

    Google Scholar 

Download references

Authors

Editor information

Janneke van Mens-Verhulst Berteke Waaldijk

Copyright information

© 2008 Bohn Stafleu van Loghum

About this chapter

Cite this chapter

van Mens-Verhulst, J. (2008). Vrouwen(zelf)hulp. In: van Mens-Verhulst, J., Waaldijk, B. (eds) Vrouwenhulpverlening 1975-2000. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6307-0_5

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6307-0_5

  • Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten

  • Print ISBN: 978-90-313-5542-6

  • Online ISBN: 978-90-313-6307-0

  • eBook Packages: Dutch language eBook collection

Publish with us

Policies and ethics