Hoe schrijf je over een beweging met zoveel gezichten als de Nederlandse vrouwenhulpverleningsbeweging? Is het een verhaal van heldinnen die het schijnbaar onmogelijke voor elkaar kregen – sekseverschil een plaats geven in de gezondheidszorg? Of vertel je van nieuwkomers in therapeutische professies die er in slagen zich naar binnen te vechten? Maak je een feitenrelaas, en wordt het een verhaal van kleine stapjes en cruciale mijlpalen: de erkenning, de vestiging van een eigen infrastructuur, de integratieprojecten en de grenzen aan integratie? Vertel je een verhaal over feministische idealen die gerealiseerd worden of een verhaal over de teleurstelling die volgde op verdamping van de vernieuwingsvoorstellen? Stel je de politieke context en sociaal-economische structuren centraal waarin de opkomst van het ‘product’ vrouwenhulpverlening (Vhv) alleen al uit het oogpunt van marktwerking onvermijdelijk lijkt, maar de neergang ook? Wij denken dat de hoofdstukken in dit boek laten zien dat al deze facetten samen recht doen aan de veelzijdige geschiedenis van de vrouwenhulpverlening. Op grond van de gepresenteerde geschiedenissen biedt dit slothoofdstuk vier dwarsdoorsnedes aan de hand van de volgende vragen: (1) Wat is er te zeggen over de vrouwen die vorm gaven aan de Vhv-beweging; (2) Hoe verliep de samenwerking binnen de beweging; (3) Hoe was de relatie met vrouwenstudies? (4) Hoe is de integratie (mainstreaming) verlopen? We sluiten af met wat wij zien als de ‘erfenis’ van de vrouwenhulpverlening: de verkenning van drie dilemma's waarmee iedereen die de gezondheidszorg kritisch wil hervormen te maken krijgt.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Literatuur
Zie ook Waaldijk, ‘Vhv en de verzorgingsstaat’, dit boek; Van Mens-Verhulst, ‘Vrouwen(zelf)hulp’, dit boek; Van Mens-Verhulst en Noordenbos, ‘Vrouwengezondheidscentra’, dit boek.
Cees Gorter, ‘The Dutch Miracle?’, in: Gösting Esping-Andersen en Marino Regini (red.) Why Deregulate Labour Markets? (Oxford: Oxford University Press 2000).
Lex Herweijer, Tussen overschot en tekort, De aansluiting tussen onderwijs en arbeid in de quartaire sector en in de martksector vergeleken (Den Haag: SCP (1999), p. 13 en p. 74; Zie ook Henriët van Rossum, ‘De gesubsidieerde revolutie? Geschiedenis van de Nederlandse Vrouwenbeweging 1968–1989’, in: Jan-Willem Duyvendak, Hein-Anton van der Heijden, Ruud Koopmans, Luuk Wijmans (red.) Tussen verbeelding en macht. 25 jaar nieuwe sociale bewegingen in Nederland (Amsterdam: SUA 1992).
Zie bijvoorbeeld de Nota Verhagen ofwel: Geneeskundige Hoofdinspectie Voor De Geestelijke Volksgezondheid (Ghigv), Vrouwenhulpverlening en de Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (Leidschendam 1982), bijlage 2.
Zie ook Van Gorp, ‘Opleidingen Vhv’, dit boek.
Zie Waaldijk, ‘Vhv en de verzorgingsstaat, dit boek.
Zie bijvoorbeeld de ervaringen van Kortram, in Van Gorp, ‘Opleidingen Vhv’, dit boek.
GHIGV (1982), bijlage 2, p. 4.
Zie Waaldijk, ‘Vhv en de verzorgingsstaat, dit boek.
Jacqueline van de Pol,‘Tien vrouwenorganisaties onderzocht’, ViaVia, 1988 (1), pp. 12–17; Yvonne van Eekelen, Yvonne van den Mosselaar en Mirjam Otten, ‘Organisatievormen en -veranderingen in de autonome vrouwenhulpverlening’, Slangengodin, 1990 (25), pp. 1–22.
Van Eekelen (1990).
Pierre Bourdieu,‘Economisch kapitaal, cultureel kapitaal, sociaal kapitaal’, in: Dick Pels (red.) Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip (Amsterdam: Van Gennep 1989), pp. 120–141.
Zie Boet, Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling’, dit boek.
Zie Swart, ‘Lesbische Specifieke Hulpverlening’, dit boek.
Zie Van Mens-Verhulst en Noordenbos, ‘Vrouwengezondheidscentra’, dit boek. Zie Van Mens-Verhulst, ‘Vrouwen(zelf)hulp, dit boek.
Wat er rond 1992 binnen de Vhv aan specifieke ideeën leefde over de hulpverlening aan ‘allochtone’ vrouwen, is destijds bijeengebracht in de studie Vrouwenhulpverlening op het transculturele pad van Heike Mesch en Janneke van Mens-Verhulst (Utrecht: ISOR 1993).
Zie Van Besouw, ‘De Strijd Van Blijf Van M'n Lijf’, dit boek; Kortram, ‘Multicultureel werken’, dit boek.
Zie Naezer, ‘De Maan’, dit boek.
Gail Pheterson,‘Bondgenootschap tussen vrouwen: een theoretiese en empiriese analyse van onderdrukking en bevrijding’, Psychologie en Maatschappij, 1982, 6 (3), pp. 398–424.
Philomena Essed, ‘Feminisme en Racisme’, in: Zomeruniversiteit Vrouwenstudies (Amsterdam: UvA 1981), pp. 16–17; Philomena Essed, Alledaags Racisme (Amsterdam: Sara 1984); Philomena Essed, Diversiteit. Vrouwen, kleur en cultuur (Baarn: Ambo 1994).
Zie voor een interessante analyse hiervan de thesis van Marijke Naezer, Women's health care in black and white. Ethnic diversity within the Moon Foundation (Utrecht: Universiteit Utrecht 2007). Zie ook Marlène Babel en Dolly Hitipeuw, Langzaam gaan deuren open: vrouwenhulpverlening in relatie tot zwarte vrouwen (Amsterdam: Stichting De Maan 1992); Leila Jaffar, Tweestrijd: de kwetsbare positie van Turkse en Marokkaanse hulpverleensters (Amsterdam: Stichting De Maan 1992).
Indra Boedjarath, ‘Groepstherapie voor allochtone vrouwen’, Verenigingsblad van de Nederlandse Vereniging voor Groeps-Psychotherapie, 1993, 27 (2), pp. 13–15; Indra Boedjarath, ‘Vrouwengroepen: over oude principes en nieuwe doelgroepen’, in: Janneke van Mens-Verhulst en Lies Schilder (red.) Debatten in de Vrouwenhulpverlening (Amsterdam: Babylon-De Geus 1994), pp. 55–73.
Lies Schilder, ‘Turkse en Marokkaanse vrouwen in Nederland’, in: Lies Schilder (red.) Maatschappelijk werken met vrouwen. Over de integratie van vrouwenhulpverlening in het Algemeen Maatschappelijk Werk (Utrecht: Jan van Arkel/ Via 1990), pp. 35–60.
Jacqueline van der Post, Vrouwenhulpverlening in de praktijk. Casestudies van vrouwenhulpverlening aan zwarte, witte en migrantenvrouwen in het maatschappelijk werk (Utrecht: Jan van Arkel 1994).
Zie Koster, ‘Targuia’, dit boek.
Zie Kortram, ‘Multicultureel werken’, dit boek.
Zie voor de oorsprong van het ‘kruispunt-denken’: KimberléCrenshaw, ‘Demarginalizing the Intersection of Race and Sex: A black feminist Critique of Antidiscrimination Doctrine, Feminist Theory and Antiracist Politics’, The University of Chicago Legal Forum, 1989, pp. 139–167; KimberléCrenshaw, ‘Mapping the Margins: Intersectionality, Identity Politics and Violence Against Women of Color’, Stanford Law Review, 1991, 43 (6), pp. 1241–1299; Patricia Collins, ‘Intersections of Race, Class, Gender and Nation: Some Implications for Black Family Studies’, Journal of Comparative Family Studies, 1998, 29 (1), pp. 27–36; Gloria Wekker en Helma Lutz, ‘Een hoogvlakte met koude winden. De geschiedenis van het gender- en etniciteitsdenken in Nederland’, in: Maayke Botman, Nancy Jouwe en Gloria Wekker (red.) Caleidoscopische visies. De zwarte, migranten en vluchtelingenbeweging in Nederland (Amsterdam: Koninklijk Instituut voor de Tropen 2001), pp. 25–50.
Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, ‘Vrouwenhulpverlening in Nederland’, dit boek; Van Mens-Verhulst, ‘Vrouwen(zelf)hulp’, dit boek; Swart, ‘Lesbische Specifieke Hulpverlening’, dit boek; Van Mens-Verhulst, ‘De kleine integratie’, dit boek.
Zie Koster, ‘Targuia’, dit boek.
Zie Van Mens-Verhulst en Noordenbos, ‘Vrouwengezondheidscentra’, dit boek.
Linda Duits en Lennert van Mens, De Macht van de medicijnman. De vrouwenbeweging in de medisch sector (Amsterdam: UvA 1999).
Zie Van Besouw, ‘De strijd van Blijf Van M'N Lijf’, dit boek; Boet, ‘Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling’, dit boek; Naezer en Römkens, ‘Van gezondheids- tot veiligheidsprobleem’, dit boek.
Denk aan het relaas van Katier, in Van Mens-Verhulst, ‘Vrouwen(zelf)hulp’, dit boek. Of aan het hoofdstuk over het ontstaan van de Vgc's: Van Mens-Verhulst en Noordenbos, ‘Vrouwengezondheidscentra’, dit boek.
Zie Greta Noordenbos en Ineke van der Vlugt, Evidence based onderzoek en seksespecifieke zorg: een (on)gelukkige relatie? (Utrecht: Transact 2003).
Kathy Davis, The Making of Our Bodies Our Selves: How Feminism travels across borders (Durham: Duke University Press 2007).
Van Sylvia Lammers en Ludwien – toen nog Wientje – Meeuwesen.
Christien Brinkgreve en Margreet Wegelin van de Universiteit van Amsterdam; Kathy Davis van de Vrije Universiteit.
Hinke Beukema, Jeanette Doornenbal, Greta Noordenbos.
Francine Albach en Bernardine Ensink.
Pauline Tomlow.
Between Selfhelp and Professionalism (1988) met De Maan als initiatiefneemster, en Realizing a Gender-Sensitive Health Care (1997) met de Dutch Foundation For Women And Health Research als initiatiefneemster.
Dit is ook de bakermat van Soman geweest en van enkele docenten die later werkzaam waren binnen de vrouwenleerroutes van de Sociale Academies.
O.a. Lorraine Code, Carol Gilligan, Carol Smart, Joan Tronto, Iris Young.
Zie Greta Noordenbos, Onbegrensd lijnen (Leiden: Universiteit Leiden 1988); Greta Noordenbos, Eetstoornissen, preventie en therapie (Utrecht: De Tijdstroom 1991).
Annemarie Kolk in interview afgenomen door Greta Noordenbos (Amsterdam 2002). Neerslag in bezit van auteur. Zie ook www.eawhr.org. Toegang 8-5-2008.
Zie Jeannette van der Sanden, Truth or Dare? Fifteen years of women's studies at Utrecht University (Utrecht: Universiteit Utrecht 2003).
Het jaar 1988 was bijvoorbeeld vruchtbaar met de proefschriften van Kathy Davis over macht in de arts-patiënt relatie, Trudie Knijn & Carla Verheyen over moederschap, Ludwien Meeuwesen over somatische fixatie en sekse-asymmetrie tijdens het medisch consult, Noordenbos over onbegrensd lijnen en Janneke Van Mens-Verhulst over modelontwikkeling voor vrouw- en hulpverlening. In 1989 volgde Annemarie Kolk over fobie; vervolgens in 1990, Nel Draijer over seksuele traumatisering in de jeugd en Gunilla Kleiverda over zwangerschap. In 1991 promoveerden Marrie Bekker over autonomieproblematiek, Toine Lagro-Janssen over urine-incontinentie, Anna Oldenhave over overgangsklachten, Katja van Vliet over onverklaarde gynaecologische klachten. In 1992 Renee Römkens over geweld tegen vrouwen in relaties en Bernardine Ensink over seksuele kindermishandeling en psychiatrische symptomen; in 1993 Wies Weijts over patiëntenparticipatie bij gynaecologische consulten; in 1994 Fijgje de Boer over sekseverschillen in diagnostiek; in 1995 Cecile Gijsbers van Wijk over sekseverschillen in waarneming van symptomen, Sylvia Lammers over alcoholproblematiek onder vrouwen, Fransje van der Waals over medicijngebruik en Majone Steketee met een evaluatiestudie van vrouwenhulpverlening in de klinische psychiatrie; in 1996: Atie van de Brink Muinen op een vergelijking van Vhv en reguliere medische zorg en in 1998 Ineke Klinge over osteoporose (broze botten). Voorgaand overzicht is gebaseerd op een eerste inventarisatie. Zie voor de titels de literatuurlijst elders in dit boek.
Ludwien Meeuwesen et al., Vrouwen en gezondheid. Een overzicht van onderzoek naar gezondheidsklachten van vrouwen. 1970–1990 (Den Haag: Trendrapport STEO 1991). Hieruit blijkt hoeveel seksespecifieke kennis er in het tijdsbestek van 10 jaar in Nederland is geproduceerd.
In 1995 werden er drie – bijzonder – hoogleraren benoemd: in Leiden, Nijmegen en Utrecht (Universiteit Voor Humanistiek (Uvh)). Zie Van Gorp,‘Opleidingen Vhv’, dit boek. Anno 2008 is de Nijmeegse stoel, in het kader van huisartsgeneeskunde, als enige overgebleven.
Zonmw startte in 1997 een programma ‘m/v de factor sekse in de gezondheidszorg’. Het programma maakte deel uit van het programma ‘Diversiteit’ en beschikte over een budget van ruim 3 miljoen euro. Een derde van de projecten betrof wetenschappelijk onderzoek. Zie projectenpoort van Zinmw: www.zonmw.nl/projectenpoort. Toegang 8-5-2008.
Renee Rö mkens en Nel Draijer, maar ook Gerrie Huijts hebben onderzoek kunnen doen binnen de Stichting Tot Wetenschappelijk Onderzoek Omtrent Seksualiteit En Geweld (Wosg).
Project ‘Kwaliteit van Vrouwenhulpverlening’ onder leiding van Janneke van Mens-Verhulst.
Claar Parlevliet en Selma Sevenhuijsen, Zorg bekeken door een andere bril. Vrouwen en het debat over keuzen in de zorg (Utrecht: Vrouwenstudies/ Metis 1992).
Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, ‘Vrouwenhulpverlening in Nederland’, dit boek; Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.
Zie ook Van Mens-Verhulst, ‘De kleine integratie’, dit boek.
Zie Naezer, ‘De Maan’, dit boek.
Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, ‘Vrouwenhulpverlening in Nederland’, dit boek; Tiems, Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.
Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.
Zie Waaldijk, ‘Vhv en de verzorgingsstaat’, dit boek.
Zie ook Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.
Aaf Tiems (red.) Over de integratie van vrouwenhulpverlening. De zes speerpunten van het werkprogramma Vrouwenhulpverlening. (Rijswijk: Wvc 1993), pp. 154–172.
Dit is wat De Beuk is gelukt. Zie Van Mens-Verhulst, ‘Vrouwen(zelf)hulp, dit boek.
Regien Oomes, ‘Op zoek naar bondgenoten. Naar een reguliere financiering van vrouwenhulpverlening’, in: Aaf Tiems (red.) De eerste jaren (Rijswijk: Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur 1996).
In Naar een seksespecifieke en multiculturele gezondheidszorg in de 21steeeuw, de eindrapportage en beleidsaanbevelingen van de Stuurgroep Vrouwenhulpverlening van Vws, liet hij deze veelbelovende zin opnemen.
Zie Van Mens-Verhulst, ‘Vrouwen(zelf)hulp’, dit boek.
Zie www.npcf.nl.Toegang 7-5-2008.
Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.
Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.
Zie Waaldijk, ‘Vhv en de verzorgingsstaat’, dit boek.
Zie Van Mens-Verhulst, ‘De kleine integratie’, dit boek. Over De Berkenhof, ziewww.welnis/berkenhof. Toegang 8-5-2008. Over de voorgeschiedenis van De Berkenhof zie Fred Oosting en Anneke Mulder, ‘De Berkenhof’, Berteke Waaldijk en Geertje Dimmendaal, Vrouw en verzorgingsstaat. Groniek, 1987, 20, pp. 27–36. Over Sonnehaerdt, zie Jan Post, Herwonnen Levenskracht. Een episode in de geschiedenis van de verzorgingssamenleving (Nijmegen: Valkhof Pers, 1996).
Zie Van Mens-Verhulst, ‘De kleine integratie’, dit boek.
Van Mens-Verhulst, ‘De kleine integratie’, dit boek.
Jaap van der Stel, Resultaten expertmeeting sekse, genderspecifieke en interculturele hulpverlening in de psychiatrie. Hoe verder met de multidisciplinaire richtlijnen. Een initiatief genomen door Ilonka Boomsma (Bennebroek: De Geestgronden 2006).
Boet, ‘Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling’, dit boek.
Vgl Davis (2007).
Schilder (1990).
Rob van Dijk, Indra Boedjarath, Joop de Jong, Ronald May en Rianne Wesenbeek, ‘Interculturele geestelijke gezondheidszorg in de XXIe eeuw. Een manifest’, Maandblad voor Geestelijke Volksgezondheid, 2000, pp. 134–144.
Janneke van Mens-Verhulst, ‘Diversiteit in theorie en praktijk. Een bericht uit de feministische hulpverlening’, Tijdschrift voor Humanistiek, 2001, 2 (6), pp. 7–17.
Janneke van Mens-Verhulst, Intersectionaliteit in vijf veronderstellingen. Zie www.vanmens.info/verhulst. Toegang 7-5-2008; Gloria Wekker en Rosi Braidiotti (red.) Praten in het donker. Multiculturalisme en anti-racisme in feministisch perspectief (Kampen: Kok Agora 1996).
Annie Ouden Avenhuis en Roos Scherpenzeel, Wisselende perspectieven, sensitiviteit voor sekse en cultuur (Utrecht: Transact, 2006).
Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.
Editor information
Copyright information
© 2008 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
Waaldijk, B., van Mens-Verhulst, J. (2008). Erven van de vhv. In: van Mens-Verhulst, J., Waaldijk, B. (eds) Vrouwenhulpverlening 1975-2000. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6307-0_17
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6307-0_17
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-5542-6
Online ISBN: 978-90-313-6307-0
eBook Packages: Dutch language eBook collection