Begin van de tachtiger jaren van de vorige eeuw richtten vrouwen her en der vrouwengezondheidscentra (Vgc's) op. Daarin bundelden zij kennis en activiteiten rond abortus, seksualiteit, anticonceptie en bevallingen die met de tweede feministische golf op gang waren gekomen. Op het hoogtepunt in 1988 waren er 23 centra, verspreid over het hele land. Zij verzorgden voorlichtingsactiviteiten en boden onderdak aan zelfhulpgroepen, speciaal voor en door vrouwen. Medische behandelingen voerden ze niet uit. Als hun voornaamste taak zagen de Vgc's het verhelderen van de samenhang tussen lichamelijke, emotionele en sociale problemen van vrouwen.
Uitgangspunt was dat vrouwen niet (meer) in afhankelijkheidsrelaties met deskundigen in de gezondheidszorg moesten belanden. Daarom vervulden vrijwilligerswerk, onbetaalde arbeid en ervaringsdeskundigheid van vrouwen een sleutelrol in de centra. Hiermee vormden de Vgc's een tegenstructuur tegen de ‘medische macht’ van huisartsen en gynaecologen en hun autoritaire en paternalistische optreden tegen patiëntes.
Op den duur bleek het echter onmogelijk deze principes volledig te handhaven, mede omdat ze moeilijk verenigbaar waren met dat andere ideaal: de reguliere gezondheidszorg te veranderen door feministische idealen daarin te integreren. Ook de ambitie om er te zijn voor alle vrouwen, ongeacht etnische verschillen, bleek te hoog gegrepen. Dat neemt niet weg dat de Vgc's een belangrijke rol hebben gespeeld bij de verspreiding van het gedachtegoed van de feministische gezondsheidszorg.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Similar content being viewed by others
Literatuur
Anke Manschot, Andre Cuppen en Jos Dijkmans. Huisvrouwen: een vergeten groep in de – mediese – hulpverlening (Nijmegen: Paradogma, 1977).
Hoe de machtsuitoefening in arts-patiënt conversaties verliep, is later door Kathy Davis geanalyseerd in haar proefschrift Power under the Microscope (Dordrecht: Foris 1988).
Ingrid Baart in interview afgenomen door Greta Noordenbos (Utrecht 2002).
Zwartboek Gynaecologische praktijken (Amsterdam: Vrouwendrukkerij Virginia 1980).
Thea Dukkers van Emden, ‘Een afscheidsrede. Vrouwen en dokters: een riskante relatie’, Tijdschrift voor Gezondheid en Politiek, 1986, 4 (3), pp. 24–28.
Barbara Ehrenreich en Deirdre English, ‘Complaints and disorders’, vertaald als ‘De voorgeschiedenis van de psychiatrie. De oorlog van de dokters tegen de dames’, in: Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen (Amsterdam: De Bonte Was 1978), pp. 77–94.
Margareth Mead, aangehaald in Anke Manschot, Andre Cuppen en Jos Dijkmans, Huisvrouwen: een vergeten groep in de – mediese – hulpverlening (Nijmegen: Paradogma 1977).
Liesbeth van der Jagt in interview afgenomen door Greta Noordenbos (Amersfoort 2002).
In de Verenigde Staten staat het publiekelijke zelfonderzoek van de baarmoederhals met een speculum (door Carol Downer, op 7 april 1971) als het begin van de gynaecologische zelfhulp te boek. Daarmee nam Downer ‘haar lichaam in eigen hand’en doorbrak ze twee taboes tegelijk. Niet alleen raakte ze haar geslachtsdelen aan, maar ook eigende ze zich de instrumenten van de medische professie toe en eiste daarmee het recht op haar eigen lichaam te kennen. Sandra Morgan, Into our own hands. The Women's Health Movement in the United States, 1969–1990 (London: Rutgers University Press 2002), p. 22.
Sandra Morgan (2002); Kathy Davis, The making of Our Bodies Our Selves. How Feminism travels across borders (London: Duke University Press 2007).
Bert de Turck, Politiserende hulpverlening. Een oriëntering (Nijmegen: Link 1978).
Baart in interview (2002).
Anneke van Baalen, ‘Tien jaar radikale vrouwenbeweging of: haalt de radikale vrouwenbeweging 1984?’Vrouwenkrant, 1981 (71). (Herdrukt in Brusterschap, Amsterdam: De Bonte Was 2003), pp. 159–163.
Baart in interview (2002).
Leonore Nicolai in interview door Greta Noordenbos (Leiden 2002).
‘Amsterdam: een gezondheidscentrum voor vrouwen’, in: De Bonte Was, Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen (Amsterdam: De Bonte Was 1978), pp. 64–66.
Bezoek aan Amsterdam door Marga en Tanny. Vrouwengezondheidscentrum Utrecht, Lijfblad, 2 (Utrecht: Vgc Utrecht 1980).
De sociale kaart is een overzicht van de zorg-, hulpverlenings-, welzijns- en andere sociale voorzieningen die in een bepaald gebied (buurt, dorp, stad, regio) beschikbaar zijn.
Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving (vanuit het vormingswerk).
Zie Noordenbos en Van Mens-Verhulst, ‘Aletta’, dit boek.
Marijke de Vries, Vrouwenhulpverlening in de huisartsenpraktijk, deeladvies (Den Haag: Projectgroep Vrouwenhulpverlening SoZaWe 1986).
Via, Gids Vrouwenhulpverlening/vrouwengezondheidszorg (Utrecht: Via 1988), pp. 41–45.
Diane Vos, ‘Het Drentse adres voor ‘vieze middelen’. Een portret van Wubke Dijken’, Vrouw & Gezondheidszorg, 1992, 1 (2), pp. 14–15.
Via, Gids Vrouwenhulpverlening/vrouwengezondheidszorg (1988).
Roos Scherpenzeel en Els van der Wal, Ze heten Gaia, Sara, Aletta, Hara en Isis , of kortweg Vgc : gezondheidsvoorlichting vanuit vrouwengezondheidscentra (Utrecht: Aletta 1996).
Ellen de Waard, ‘De heksen zijn terug’, Nieuwsbrief voor de Leidse regio, december 1990, 4. Zie www.gebladerte.nl/00056p04.htm. Toegang 18-6-2007.
Zie Noordenbos en Van Mens-Verhulst, ‘Aletta’, dit boek.
Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, ‘Vrouwenhulpverlening in Nederland’, dit boek. Zie Tiems, 'Vhv in het overheidsbeleid', dit boek.
De Vries (1986), p. 72.
De Vries (1986), pp. 73 – 75.
De Vries (1986), p. 6.
Scherpenzeel en Van der Wal (1996), p. 20.
Zie Noordenbos en Van Mens-Verhulst, ‘Aletta’, dit boek.
Scherpenzeel en Van der Wal (1996), p. 36.
Adviesgroep Vhv, Advies Integratie van ervaringsdeskundigheid vrouwenhulpverlening in de reguliere zorg (Rijswijk 1991), p. 13.
In 1998 is hiermee in een Gronings ziekenhuis geëxperimenteerd, in het kader van het Werkprogramma Vrouwenhulpverlening.
Advies ervaringsdeskundigheid (Utrecht: Leergangen Vrouwenhulpverlening 1992).
Zie Boet, ‘Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling’, dit boek.
H.A. van Geuns, ‘Dokteren aan vrouwen – medicalisering van vrouwenlevens. Over vrouwenhulpverlening’, Medisch Contact, 1986, 34, pp. 1067–1069.
Zie voor verdere discussie Leonore Nicolai, ‘Professioneel omgaan met ervaringsdeskundigheid’, in: Janneke van Mens-Verhulst en Lies Schilder, Debatten in de vrouwenhulpverlening (Amsterdam: Babylon-De Geus 1994), pp. 26–42.
Anneke van Baalen, ‘Inkapseling’, Feminist, 1977 (1). Herdrukt in Brusterschap (Amsterdam: De Bonte Was 2003), pp. 128–131.
Scherpenzeel en Van der Wal (1996), p. 27.
Scherpenzeel en Van der Wal (1996).
Zie Van Mens-Verhulst en Waaldijk, ‘Vrouwenhulpverlening in Nederland’, dit boek. Zie Tiems, ‘Vhv in het overheidsbeleid’, dit boek.
Annemie Halsema en Gaby Jacobs, Over kracht gesproken: empowerment en diversiteit in zorg en welzijn. (Utrecht: Universiteit voor Humanistiek 2002).
Scherpenzeel en Van der Wal (1996).
Zie Noordenbos en Van Mens-Verhulst, ‘Aletta’, dit boek.
Scherpenzeel en Van der Wal (1996).
Zie Kortram, ‘Multicultureel werken’, dit boek.
Zie Koster, ‘Targuia’, dit boek.
Marije Wilmink, ‘Last van d'r toom. Gezondheidsvoorlichting aan Surinaamse 50+ vrouwen’, Vrouw & Gezondheidszorg, 1999, 8 (1), pp. 21–25.
Halsema en Jacobs (2002), pp 20–27.
Halsema en Jacobs (2002).
Frouke Tamsma, ‘Met z'n achten naar het spreekuur’, Gooi- en Eemlander, 30 januari 2008.
Editor information
Copyright information
© 2008 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
van Mens-Verhulst, J., Noordenbos, G. (2008). Vrouwengezondheidscentra. In: van Mens-Verhulst, J., Waaldijk, B. (eds) Vrouwenhulpverlening 1975-2000. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6307-0_10
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6307-0_10
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-5542-6
Online ISBN: 978-90-313-6307-0
eBook Packages: Dutch language eBook collection