Samenvatting
De term ‘whiplash’ wordt tegenwoordig meestal gebruikt om de subacute en chronische gevolgen van een nektrauma aan te duiden. De oorspronkelijke betekenis (Crowe, 1928) gold uitsluitend de typische beweging die het hoofd maakt bij een plotselinge versnelling van het lichaam in voorwaartse richting. Het voorbeeld daarvan is in de geïndustrialiseerde en gemotoriseerde samenleving het lot van de inzittenden van de voorste auto bij een kop-staart botsing c.q. bij een aanrijding van achteren. Om elk misverstand te voorkomen, is in het onderstaande onderscheid gemaakt tussen het ‘whiplash-trauma’ en het ‘whiplash-syndroom’.
radiodiagnost, Diakonessenhuis te Utrecht
Literatuur:
Goethem JWM van, Biltjes IGGM, Hauwe L van den, Parizel PM, Schepper AMA De. Whiplash injuries: is there a role for imaging? EJR 1996; 22: 30-7.
Ronnen HR. Evaluatie van de MRI-bevindingen van de CWK en cerebrum bij patiënten na een acuut whiplash-trauma. MemoRad 1996; 3: 36.
Schrader H, Obelieniene D, Bovim G, et al. Natural evolution of late whiplash syndrome outside the medicolegal context. The Lancet 1996; 347: 1207-11.
Author information
Authors and Affiliations
Copyright information
© 2006 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
Sanders, F. (2006). Geeft MRI extra inzicht in de whiplashproblematiek?. In: Vademecum permanente nascholing huisartsen. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_1573
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_1573
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-8807-3
Online ISBN: 978-90-313-8808-0
eBook Packages: Dutch language eBook collection