Abstract
Binnen de jeugdzorg kan als gevolg van een zorgelijke opvoedingssituatie waarin een minderjarige verkeert, het toepassen van een kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk zijn. Als ouders het gezag over hun minderjarige kind niet (meer) op de juiste wijze uitoefenen, dan kan de rechter het gezag van de ouders beperken (ondertoezichtstelling, OTS) of ontnemen (ontheffing of ontzetting). Het doel van de gezagsbeperkende of gezagsontnemende maatregelen is de bescherming van en de hulpverlening aan de minderjarige. Een OTS wordt uitgesproken ‘… indien een minderjarige zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen’ (Van der Linden, Ten Siethoff & Zeijlstra-Rijpstra, 1999, p. 81). Tot de invoering van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg in 2005 beperkte de kinderrechter het gezag van de ouder door het kind onder toezicht te stellen van een gezinsvoogdijinstelling. Met de invoering van de Wet op de Jeugdzorg is de term gezinsvoogdij- instelling komen te vervallen ‘en vervangen door de term een stichting als bedoeld in art. 1 sub f’ van de Wet op de Jeugdzorg. Deze stichting wordt door Bureau Jeugdzorg in stand gehouden (Punselie, 2006, p. 61). Omdat de term, maar niet de inhoud van het gezinsvoogdijwerk is veranderd en omdat de gebruikte literatuur voornamelijk betrekking heeft op de tijd voor de invoering van de Wet op de Jeugdzorg, wordt omwille van de leesbaarheid hiernavolgend de term gezinsvoogdij-instelling gebruikt. De gezinsvoogdijinstelling gaat een gezagsfunctie naast de ouder vervullen. Deze taak wordt ingevuld door de gezinsvoogd. Gezinsvoogdij-instellingen hebben van rechtswege de opdracht het kind en zijn gezin pedagogisch te ondersteunen (Bakker, 2001). De OTS is bedoeld om de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen, of van de gezondheid van de minderjarige, af te wenden. Om deze doelstelling te bereiken ‘… houdt de gezinsvoogd toezicht op de minderjarige en biedt deze hulp en steun aan de ouders, met als doel deze ouders zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te laten behouden’ (Bartels, 2005, p. 67).
Chapter PDF
Literatuur
Bakker, L.W.H. (2001). Pedagogische Variabelen Lijst – PVL. De ontwikkeling van een pedagogisch diagnostisch instrument voor de gezinsvoogden van de Ambulante Jeugdbescherming en Jeugdhulpverlening van het Leger des Heils. Leuven/Apeldoorn: Garant. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen.
Bartels, J.A.C. (2005). De inschatting van het gevaar. In J.A.C. Bartels & M.C. van Rijn (red.), Kind in crisis. Het jeugdbeschermingsdilemma (pp. 65–80). Amsterdam: SWP.
Beckhoven, A. van, Dun, S. van, & Slijp, H. (2005). Jeugdbescherming onder de loep. Een casestudie van de regio Amsterdam. Den Haag: B&A Groep.
Brock, A.J.L.L. de, Vermulst, A.A., Gerris, J.R.M., & Abidin, R.R. (1992). Nijmeegse ouderlijke stress index: meetinstrument voor de vaststelling van stress bij opvoeders: een uitgebreide versie (NOSI) voor psychodiagnostische doeleinden en een verkorte versie (NOSIK) voor signaleringsdoeleinden. Lisse: Swets & Zeitlinger.
Eenennaam, A. van (2002). Intensieve gezinsvoogdij in Flevoland werkt – Vijf kinderen per gezinsvoogd. 0/25: Tijdschrift over jeugd, 9(2), 16–17.
Hermanns, J.M.A. (2004). Effectieve hulp in het kader van een dwangmaatregel. In H. Baartman, D. Graas, R. de Groot & Tj. Zandberg (red.), Wie maakt de dienst uit? Macht en onmacht in opvoeding en hulpverlening (pp. 105–114). Utrecht: Agiel.
Hoogsteder, M.H.H., Suurmond, J.L., & Van Nijnatten, C. (1997). ‘U krijgt er een beschermengel bij…’ Onderzoek naar de communicatie tussen gezinsvoogden en ouders in het kader van een ondertoezichtstelling. Utrecht: Universiteit Utrecht, Vakgroep Algemene Sociale Wetenschappen.
Hout, A. van, & Spinder, S. (2001). De (gezins)voogd als jongleur. Een methodisch handboek voor het (gezins)voogdijwerk. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum.
Inspectie voor de Jeugdzorg (2005a). Kansen in de keten. Een onderzoek naar de keten in de jeugdzorg. Den Haag: Inspectie Jeugdzorg.
Inspectie voor de Jeugdzorg (2005b). Onderzoek van de kwaliteit van het hulpverleningsproces aan S. Utrecht: Inspectie Jeugdzorg.
Jeugdzorgbrigade (2005). Eerste voortgangsrapportage. Geraadpleegd op 29 maart 2005, via www.minvws.nl/rapporten/djb/2005/eerste-voortgangsrapportage-jeugdzorgbrigade.asp
Knorth, E.J. (2005). Wat maakt het verschil? Over intensieve orthopedagogische zorg voor jeugdigen met probleemgedrag. In E.J. Knorth, A.E.M.G. Minnaert & A.J.J.M. Ruijssenaars (red.), Verschillen onderscheiden. Orthopedagogische hulpverlening en begeleiding bij problematische opvoedings-en onderwijsleersituaties (pp. 13–43). Utrecht: Agiel.
Knorth, E.J., Knot-Dickscheit, J., & Tausendfreund, T. (2006, Mei). Ambulant en niet-ambulant; ontmoetingen aan de voor-en achterkant of ook gaande door het pand? Plenaire lezing tijdens Cardea en SWP-Congres ‘Kan ik even binnenkomen?’, Amsterdam, DeMeervaart.
Knot-Dickscheit, J., & Lokven, H.M. van (2005). Onderzoek naar de psychosociale achtergrondsituatie van jongeren met een ondertoezichtstelling en naar het ouder-en gezinsfunctioneren. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 44(4), 160–170.
Linden, A. van der (2001). Boekbesprekingen. Met recht onder toezicht gesteld. Tijdschrift voor Familie-en Jeugdrecht, 23(7), 216–221.
Linden, A.P. van der, Siethoff, F.G.A. ten, & Zeijlstra-Rijpstra, A.E.I.J. (1999). Jeugd en recht. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum.
Luteijn, F., Dijk, H. van, & Ploeg, F.A.E. van der (1981). Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst. Lisse: Swets & Zeitlinger.
Ministerie van Justitie, Directie Justitieel Jeugdbeleid (2005). Beter beschermd. Programma voor een effectieve en efficiënte jeugdbescherming. Den Haag: Ministerie van Justitie, Directie Justitieel Jeugdbeleid. (September, 2005)
O'Connor, T.G. (2002). Annotation: The effects of parenting reconsidered: findings, challenges, and applications. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 43(5), 555–572.
Oudejans, E. (2002). Een reus moet leren bukken. Leiding geven aan gezinnen als jeugdbeschermingsmethodiek. Amsterdam: SWP.
Ploeg, J.D. van der (2003). Knelpunten in de jeugdzorg: onderbelichte onderwerpen. Rotterdam: Lemniscaat.
Punselie, E.C.C. (2006). Voor een pleegkind met recht een toekomst. Een studie naar de (rechts)- positie van (pleeg)ouders en (pleeg)kinderen in geval van langdurige uithuisplaatsing. Proefschrift Universiteit Leiden.
Ross-Van Dorp, C. (2006). Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal over de Wachtlijsten Jeugdzorg. Kenmerk DJB/JZ-2667685 (maart 2006). Geraadpleegd op 2 mei 2006, via www.nji.nl/jeugdzorg/download/BriefRossmaart06-wachtlijsten.pdf
Savornin Lohman, J. de, Bruning, M.R., Goderie, M.J.H., & Steketee, M.J. (2000). Met recht onder toezicht gesteld. Evaluatie herziene OTS-wetgeving. Utrecht: Verwey Jonker Instituut.
Scholte, E.M. (1997). Diagnostiek door de Raad voor de Kinderbescherming en de Gezinsvoogdij. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 36(12), 11–32.
Scholte, E.M. (2000). De vragenlijst sociale en pedagogische situatie. Handleiding bij het gebruik van de VSPS. Versie 4.2. Delft: Eburon.
Scholte, E.M., & Ploeg, J.D. van der (2002a). Effectieve hulpverlening aan jeugdige met meervoudige psychosociale problemen. Deel 1: Problematiek, indicatiestelling en cliënttevredenheid. Amsterdam: NIPPO.
Scholte, E.M., & Ploeg, J.D. van der (2002b). Effectieve hulpverlening aan jeugdige met meervoudige psychosociale problemen. Deel II: Effecten van de hulp en werkzame bestanddelen in de hulpverlening. Amsterdam: NIPPO.
Schuytvlot, A.H. (1999). Een dynamische driehoek. Gezinsvoogd, ouder en kind een jaar lang gevolgd. Delft: Eburon.
Slot, W. (2001). Als andere middelen hebben gefaald. Impulsen voor de gezinsvoogdij vanuit onderzoek naar de ontwikkeling en behandeling van ernstig probleemgedrag. Tijdschrift voor Familie-en Jeugdrecht, 23(7), 195–201.
Slot, N.W., Theunissen, A., Esmeijer, F.J., & Duivenvoorden, Y. (2002). 909 zorgen. Een onderzoek naar de doelmatigheid van de ondertoezichtstelling. Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, Afdeling Orthopedagogiek.
Slot, N.W., Veldt, M.C.A.E. van der, & Beenker, L.G.M. (2004). Effectief beschermd. Een onderzoek naar de haalbaarheid van een instrument voor het meten van de effectiviteit van de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen. Duivendrecht: PI Research.
Slot, N.W., Tooren, A. van, & Bijl, B. (2004). Bescherming in ontwikkeling. De evaluatie van de methodische vernieuwing in het kader van het ‘Deltaplan Kwaliteitsverbetering Gezinsvoogdij’. Duivendrecht: PI Research.
Stichting Vedivo (2000). Leiding geven aan verandering. Utrecht: Vedivo.
Verhulst, F.C., Ende, J. van der, & Koot, H.M. (1996). Handleiding voor de CBCL/4–18. Rotterdam: Afdeling Kinder-en Jeugdpsychiatrie Sophia Kinderziekenhuis/Academisch Ziekenhuis Rotterdam/Erasmus Universiteit Rotterdam.
Vianen, R.T. van, & Baarda, B.D. (1998). Registratie Evaluatie en Diagnostiek formulier (RED). Utrecht: Universiteit Utrecht, Vakgroep Pedagogiek.
Vianen, R.T. van, Baarda, B.D., Berge I.J. ten, & Speet, B.G.J.M. (1999). RED-systeem. Handboek Ambulant en Jeugdbescherming. Rotterdam: Jeugdzorg Rotterdam/Zuid-Holland Zuid.
Vogelvang, B.O., & Boesveldt, N. (2001). Maatregel.. . Regelmaat? Reconstructie van (het doorbreken van) transgenerationele overdracht van kinderbeschermingsmaatregelen. Woerden: Adviesbureau van Montfoort. (In opdracht van het Ministerie van Justitie/WODC)
Wet op de Jeugdzorg (2004). Wet van 22 april 2004, houdende regeling van de aanspraak op, de toegang tot en de bekostiging van jeugdzorg (Wet op de jeugdzorg). Geraadpleegd op 22 januari 2006, via www.st-ab.nl/wetten/0664Wetopdejeugdzorg.htm
Weterings, A.M., & Pruijs, L. (1994). Hulp is voor ouders makkelijker te accepteren door actieve deelname: het PSI, Pedagogisch Signalerings-Instrumentarium. Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk, 6(4), 23–30.
Wijk, P.J.Th. van (2004a). ‘Leiding geven aan verandering’. Een methodiek voor het handelen van gezinsvoogdijwerkers in het Bureau Jeugdzorg (versie 3.0). Driebergen: WWRG & Partners. (www.mogroep.nl)
Wijk, P.J.Th. van (2004b). ‘Leiding geven aan verandering’. Een methode voor het uitvoeren van de ondertoezichtstelling door gezinsvoogden binnen Bureau Jeugdzorg (versie 3.1). Amsterdam: WWRG & Partners. (www.mogroep.nl)
Wijk, P.J.Th. van (2004c). Verantwoordingsrapportage implementatie methodische versterking gezinsvoogdij Deltaplan. Amsterdam: WWRG & Partners. (www.mogroep.nl)
Rights and permissions
Copyright information
© 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
About this chapter
Cite this chapter
Knot-Dickscheit, J., Blommer, L. (2009). De ondertoezichtstelling in de gezinsvoogdij: een effectieve vorm van interventie?. In: Het pedagogisch quotiënt. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7977-4_5
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7977-4_5
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-6138-0
Online ISBN: 978-90-313-7977-4
eBook Packages: Dutch language eBook collection