Abstract
Adolescenten moeten loskomen van hun ouders en zich meer en meer gaan richten op generatiegenoten. Dat is de natuurlijke gang van het leven. Daar, in die nieuwe groep - in het Engels peergroup - zullen ze immers hun levensgezel moeten vinden. Meisjes die iemand trouwen ‘die hun vader had kunnen zijn’ blijven uitzonderingen. Evolutionair gezien is slechts buiten het gezin van herkomst succesvolle, want biologisch gezonde voortplanting te realiseren en ook vanuit psychosociaal oogpunt zijn generatiegenoten voor de verder weg gelegen toekomst meer op elkaar aangewezen dan op de oudere generatie.
This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
LITERATUUR
Loeb, R. (1973) Adolescent groups. Sociology and Social Research, 58, 13–22.
Kaldenbach, H. (2008) Hangjongeren, 99 tips voor buurtbewoners en voorbijgangers. Amsterdam: Prometheus.
Hamm, J.V. (2000) Do Birds of a Feather Flock Together? The Variable Bases for African American, Asian American, and European American Adolescents’s Selection of Similar Friends. Developmental Psychology, 36, 2, 209–219.
Selfhout, M.H.W. e.a. (2007) Similarity in adolescent best friendships: the role of gender. Netherlands Journal of Psychology, 63, 2.
Vollinga, P. (1997) En toen maakte ik het uit met mijn vriendin. Yes, 12 april.
Rose, A. e.a. (2007) Prospective Associatieons of Co-rumination With Friendship and Emotional Adjustment: Considering the Socioemotional Trade-offs of Co-rumination. Developmental Psychology, 43, 4.
Hartup, W. (1993) Adolescents and their friends. Laursen, B. (Ed.) Close friendships in adolescence. San Francisco: Jossy-Bass.
Harris, J. (1999) Het misverstand opvoeding. Over de invloed van ouders op kinderen. Amsterdam: Uitgeverij Contact.
Jaccard, J. e.a. (2005) Peer influences on risk behavior: an analyses of the effect of a close friend. Developmental Psychology, 41, 1, 135–147.
Branje, S.J.T. (2007) Relaties van adolescenten met ouders en vrienden: onderzoek vanuit een dynamische systeembenadering met behulp van space grids. Jaarboek Ontwikkelingspsychologie, orthopedagogiek en kinderpsychiatrie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
McIntosh, H. (1996) Adolescent friends not always a bad influence. APA Monitor, juni.
Seiffge-Krenke, I. (1997) Denkbeeldige vrienden in de adolescentie: teken van gebrekkige of een positieve ontwikkeling? Literatuurselectie Kinderen en adolescenten, 4, 4, 386–403.
Sikkema, P. (2008) Jongeren 07 Alle opties open. Amsterdam: Qrius.
Steinberg, L. (1993) Adolescence, third edition. New York: McGraw-Hill.
Chijs, Ingrid van der, Schoonhoven, Gertjan van & Tenret, Laura (2008) Kijk mij eens! Elsevier, 31 mei.
Spinhoven, J. (2001) Nooit uitgepraat. Volkskrant Magazine, 4 augustus.
Zie 15.
Bogt, T. ter (2004) Tijd onthult alles… Popmuziek, ontwikkeling, carrières. Amsterdam: Vossiuspers UvA.
Zie 17.
Conger, J.J. (1991) Adolescence and Youth. Psychological development in a changing world, fourth edition. New York: Harper Collins.
Seltzer, V.C. (1989) The psychological worlds of adolescents: Public and private. New York: Wiley.
Zie 20.
Gussenhoven, R. (1998). Vriendschap helpt. Roosen, C.J.A. e.a. Zeg me wie je vrienden zijn. Psychotherapie en vriendschap. Assen: Van Gorcum.
Zie 19.
Morison, P. & Masten, A.S. (1991) Peer reputation in middle childhood as a predictor of adaptation in adolescence. Child Development, 62, 991–1007.
Englund, M.M. e.a. (2000) Adolescent Social Competence: Effectiveness in a Group Setting. Child Development, 71, 4, 1049–1060.
Engels, R.C.M.E. e.a. (2000) Opvoedingsbeleving, sociale vaardigheden en vriendschapsrelaties van adolescenten. Kind en Adolescent, 21, 2, 106–124.
McElhaney, K.B. & Allen, J.P. (2008) They Like Me, They Like Me Not. Popularity and Adolescents’ Perceptions of Acceptance Predicting Social Functioning Over Time. Child Development, 79, 720–731.
Younger, M. & Warrington, M. (2005) Separate classes needed for boys. BBC News, 29 mei.
Lavy, V. & Schlosser, A. (2008) Mechanisms and Impacts of Gender Peer Effects at School. Social Science Research Network. NBER Working Paper W13292.
Cobussen, E. (1995) Voor een school is het eigenlijk best wel leuk. Leiden: Scriptie Universiteit Leiden, Bestuurskunde.
Emans, B. & Roede, E. (2006) Sanctioneren of argumenteren. Onderzoeksrapport 45. Amsterdam: SCO Kohnstamm-Instituut.
Weerman, F. e.a. (2007) Probleemgedrag van leerlingen tijdens de middelbare schoolperiode. Individuele ontwikkeling, leerlingnetwerken en reacties vanuit de school. Amsterdam: Aksant.
Larson, R. W. & Brown, J.R. (2007) Emotional Development in Adolescence: What Can Be Learned From a High School Theater Program? Child Development, 78, 4, 1099–1099.
Copyright information
© 2009 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
Kohnstamm, R. (2009). LEEFTIJDGENOTEN EN VRIENDEN. In: Kleine ontwikkelingspsychologie III. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7589-9_10
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7589-9_10
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-6162-5
Online ISBN: 978-90-313-7589-9
eBook Packages: Dutch language eBook collection