Rineke en Jeroen hebben vanaf de geboorte van Marrit, hun tweede kind, het gevoel dat er iets niet goed met haar is. Zij is anders dan de oudste. Het is moeilijk om aan te geven wat er precies anders is. Het voornaamste is hun gevoel dat ze geen echt contact met haar hebben. Ze doet lang over de fles, verslikt zich vaak en spuugt veel, elke dag, bij elke voeding. Na drie maanden, nog steeds geen lachen of gericht aankijken. De consultatiebureau-arts erkent hun zorgen en adviseert om naar de huisarts te gaan. De huisarts verwijst Marrit naar de kinderarts. En dan begint een lange tijd van onderzoek door de kinderarts, de neuroloog, de fysiotherapeut, de oogarts, de KNO-arts en gehoortesten bij het audiologisch centrum. Marrit is inderdaad vertraagd in haar ontwikkeling, maar de oorzaak is niet gauw gevonden. En dan is het des te moeilijker om in te schatten hoe het verder met Marrit zal gaan.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Copyright information
© 2002 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
van der Burgt, M., van Mechelen-Gevers, E., te Lintel Hekkert, M. (2002). Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. In: Introductie in de gezondheidszorg. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6544-9_18
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6544-9_18
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4812-1
Online ISBN: 978-90-313-6544-9
eBook Packages: Dutch language eBook collection