Voor veel co-assistenten zijn de eerste dagen waarin zij volwaardig co-assistent zijn (dus na alco-schappen, introductieco-schappen of wat voor andere inleidingen ook) overweldigend. Ze krijgen niet langer met ‘onderdelen’ van een zorgvuldig geselecteerde patiënt te maken (een bepaalde afwijking bij lichamelijk onderzoek, een leerzame anamnese) maar met de gehele patiënt, inclusief zijn angsten, verwachtingen, boosheid, verdriet of wanhoop. Voorts staat de coassistent er alleen voor: hij heeft niet langer samen met collega’s te maken met de bewuste patiënten, nee: het is ‘zijn’ patiënt, en bij moeilijke vragen kan hij niet langer hopen dat een slim vriendje het voor hem oplost. Ook wordt hij, hoewel de patiënt in principe weet dat hij met een co-assistent te maken heeft, vaak als arts beschouwd door de patiënt of diens naasten, of in ieder geval als een bijna-arts die vaak gemakkelijker benaderbaar is dan de zaalarts.
This is a preview of subscription content, log in via an institution.
Author information
Authors and Affiliations
Editor information
Editors and Affiliations
Rights and permissions
Copyright information
© 2004 Bohn Stafleu Van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
Danner, S.A. (2004). De eerste kennismaking met de werkelijkheid van het co-schap. In: Wiersinga, W.J., Schimmer, B., Levi, M. (eds) Handboek voor de co-assistent.. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6525-8_47
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6525-8_47
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4259-4
Online ISBN: 978-90-313-6525-8
eBook Packages: Dutch language eBook collection