Avoid common mistakes on your manuscript.
Maximum uurtarief is cruciaal
'Het coalitieakkoord zou ik willen typeren als een niet-duurzame, onhoudbare, enorme potentiële stap vooruit. En of die potentie wel of niet tot uiting komt, hangt af van de vraag of het kabinet bij invoe- ring van de nieuwe regelgeving voor kin- deropvang wel of geen maximum uurtarief invoert.' Dat zegt Gijs van Rozendaal, voorzitter van de regiegroep Kindcentra 2020 en het Kinderopvangfonds.
'Met een maximum uurtarief bedoel ik dat de prijs die kinderopvangorganisaties aan ouders mogen vragen, is gemaximeerd, zodanig dat er geen andere extra bijdrage aan ouders mag worden ge- vraagd. Op basis van het coalitieakkoord ziet de toekomst van de gehanteerde tarieven er als volgt uit: (1) de inkomensafhankelijke toeslag verdwijnt en alle ouders gaan 5% betalen van het maximaal fiscaal uur- tarief (het MFU) (als een kinderopvangorganisatie exact op het MFU gaat zitten), (2) als kinderopvangorganisaties meer vragen dan dit MFU moeten de ouders dit voor 100% zelf betalen en (3) in het coalitieakkoord is maximering van het uur- tarief niet opgenomen.' Dit laatste kan volgens hem een groot probleem worden. 'Omdat wij te maken hebben met een (commerciële) markt zijn ondernemers vrij om zelf hun prijzen te bepalen. In de huidige markt en met de huidige regeling is er sprake van een glo-bale prijsstabiliteit op een gelijk niveau voor vrijwel alle ouders in Neder- land. Voor ouders met lagere inkomens is het moeilijk de prijs veel verder te ver- hogen dan het MFU, omdat men dat niet kan betalen. Voor ouders met hogere in- komens kan men vaak wel een iets hoge- re prijs bedingen dan het MFU, maar omdat deze ouders zelf al een groot deel van de rekening betalen kan men de prijs ook hier niet enorm veel hoger maken dan het MFU-plafond.'
'Voorkomen van nieuwe ongelukken'
Van Rozendaal adviseert de minister een onderzoek te starten naar wat de te verwachten effecten zijn van het invoeren van de vergoeding van 95% van de kinderopvangkosten als niet gelijktijdig een maximum uurtarief wordt ingevoerd. Een dergelijk onderzoek zou voorafgaand aan de voorgenomen wijzigingen in de Wet kinderopvang per 1 januari 2025 plaats moeten vinden zodat de uitkomsten daarvan nog meegenomen kunnen wor- den bij de implementatie van de nieuwe regelgeving. 'Dat onderzoek kan bijdragen aan het bredere debat over de richting waarin het stelsel zich verder zou moeten ontwikkelen en de richting waarin het coalitieakkoord wordt ingevuld. Maar bovenal gaat het om het voorkomen van nieuwe ongelukken in de uitvoering van het stelsel van kinderopvang.'
Na 1 juni niet meer dicht door corona
De kinderopvang en scholen kunnen na 1 juni 2022 niet meer zomaar gesloten of beperkt worden door de overheid wanneer het coronavirus weer oplaait. Het kabinet schrapt deze bepalingen uit de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm), schrijft zorg- minister Ernst Kuipers in een brief aan de Tweede Kamer. Vrij vertaald betekent dit dat de kinderopvang na 1 juni 2022 niet meer in een verplichte lockdown hoeft wanneer het aantal coronabesmettingen toeneemt. Ministers kunnen tijdens een persconferentie niet zomaar meer aankondigen dat de kinderopvang of scholen dicht moeten. Als het kabinet later alsnog deze coronamaatregelen noodzakelijk vindt, moet er eerst een nieuw wets- voorstel komen dat de Tweede én Eerste Kamer moeten goedkeuren.
Geen verplichte lockdown meer
32.000 extra medewerkers nodig in de komende 5 jaar
Recordverhoging toeslagtarief
De indexering van de toeslagtarieven voor 2023 zou, volgens de berekening van Bureau Buitenhek, uitkomen op 5,7 procent. Niet eerder steeg de maximum uurprijs die de overheid vergoedt via de kinderopvangtoeslag met zo'n hoog percentage.
De relatief hoge indexering is mede het gevolg van de coronacrisis en de effecten van de oorlog in Oekraïne op de inflatie, legt Buitenhek uit. Ook de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt speelt een rol bij de indexering.
Het maximum toeslagtarief voor dagopvang zal stijgen van € 8,50 nu naar € 8,99 in 2023 en voor de bso zal het toeslagtarief stijgen van € 7,31 nu naar € 7,72 in 2023. De gastouderopvang krijgt, naast de standaard indexering, in 2023 te maken met een incidentele korting van € 0,15 als dekking voor de extra kosten van intensiever toezicht.
Veel extra medewerkers nodig
De komende vijf jaar zijn er 32.000 extra medewerkers nodig in kinderopvang. Dat blijkt uit een verkenning van ontwikkelingen en trends in Nederland en het effect op de kinderopvangbranche van Kinderopvang werkt!. Vooruitkijkend naar 2031 zijn dat er maar liefst 50.000. Uit de prognose blijkt dat er de komende 5 jaar 32.000 extra medewerkers nodig zijn. 9.000 extra medewerkers door een toename van het aantal baby's en 23.000 door het nieuwe beleid in het coalitieakkoord. Van 2028 tot eind 2031 verwacht het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een groei van het aantal nieuwgeboren kinderen. Ook van die groep zullen ouders vaker kiezen voor kinderopvang, omdat kinderopvang voor werkende ouders bijna gratis wordt. In totaal zullen er daarom eind 2031 ongeveer 50.000 extra medewerkers nodig zijn.
Deze verkenning laat ook zien dat alleen inzetten op meer werknemers onvoldoende effect heeft. Ook aan de opleidingenkant moet er veel gebeuren. In 2020 haalden 4.850 leerlingen een diploma pm'er 3 of 4, voor 2022 is de verwachting 5.500 leerlingen. Het grootste deel gaat binnen een jaar na het behalen van het diploma werken in zorg en welzijn. Voor de beroepsopleidende leerweg (bol) is dat 84% en voor beroepsbegeleidende leerweg (bbl) is dat 93%. Een klein deel studeert verder of gaat werken in een andere sector, bijvoorbeeld het onderwijs. De instroom vanuit het hbo is lager. Van de 133.000 gediplomeerden met een nieuwe kwalificatie pedagogiek of social work zijn er 8.300 werkzaam in kinderopvang.
Lezersreacties
Mirjam Peschar Wat een raar artikel. Juist bij de voorschoolse educatie staat spelen op nummer 1. Door je buitenruimtes zo in te richten dat spel wordt gestimuleerd, groeien de kinderen optimaal in hun ontwikkeling. Bovendien gaat het om de juiste (bewuste) kennis van de pm'ers. Door de kansen te creëren én te grijpen wordt elk contact met de kinderen een speel-/leermoment. En dat kan juist heel goed in vrij spel. Je zou haast denken dat de schrijver van dit artikel niet zo goed op de hoogte is van voorschoolse educatie.
Gerlinde Juckers-Boomsma Hoeveel onderzoeken van spelend leren moeten er nog gedaan worden? Een speelrijke leeromgeving biedt cognitieve, sociale en fysieke ontwikkeling die beklijft en rechtdoet aan de ontwikkeling van jonge kinderen.
Riky Smeenk Het is tegenwoordig normaal om kinderen in hun eerste drie levensjaren al in grote mate aan de zorg van anderen over te laten. Nu nog leerdoelen in die jaren en dat alles voor economisch rendement binnen een prestatiegerichte samenleving, aldus Felix Rottenberg. Controledwang van volwassenen op de volgende generatie.
Esther Verhoeven Ik doe zelf de cursus VE Speelplezier … als ze daar nou eens meer naar kijken … is superleuk en uitdagend en géén lesjes!
Lies Lies Juist met spel sluit je veel meer aan op de ontwikkeling van een kind, omdat het kind op een eigen natuurlijke manier laat zien wat hem of haar het best past. Wat mij betreft mag dat de hele basisschoolperiode ook zo gaan. Kinderen worden al veel te jong getoetst met alle daarbij behorende stempels en hokjes waarin ze geplaatst worden. Een goed opgeleide pedagogisch medewerker ziet waar de krachten van een kind zitten en kan daar mooi op aansluiten door passende activiteiten aan te bieden.
BK pleit voor méér speelruimte
Spelen is een serieuze zaak en mag niet onderschat worden. Dat stellen Felix Rottenberg en Emmeline Bijlsma, voorzitter en directeur van de Brancheorganisatie Kinderopvang (BK). Spelen wordt nog te vaak gezien als 'leeg tijdverdrijf', verloren tijd die je beter aan iets anders kunt besteden. Terwijl juist spel essentieel is voor de ontwikkeling van het (jonge) kind. 'Veel politici, mensen in het onderwijs en ouders zien spelen vooral als een vorm van vrijetijdsbesteding. Spelen wordt langzaamaan gedegradeerd tot iets wat je erbij doet, verloren tijd die we beter aan iets anders kunnen besteden. Spelen moet plaatsmaken voor 'belangrijkere dingen', zoals leren', stellen Rottenberg en Bijlsma.
Door te spelen ontwikkelen kinderen vaardigheden die cruciaal zijn voor de voorbereiding op school. 'Het kind traint tijdens het spel kwaliteiten die later bepalend zijn voor schoolprestaties. Zoals ruimtelijk inzicht, mechanica, samenwerken en overleggen en zelfsturing - dat is bijvoorbeeld kunnen focussen, zelfbeheersing en taakgerichtheid. Er is geen enkele leermethode te bedenken die dat proces schept. Het idee dat spelen van jonge kinderen een soort lege periode is, is een ernstig misverstand', aldus de BK in haar essay.
Spelen mag niet onderschat worden
Wel betalen, geen opvang
Het water staat kinderopvangorganisaties aan de lippen, en dat merken ook de ouders. Volgens BOinK betalen duizenden ouders voor kinderopvang die zij niet krijgen, door sluiting van groepen vanwe- ge personeelstekort en uitval. Ouders krijgen ruildagen ter compensatie, maar kunnen die vaak niet inzetten. Gjalt Jellesma vindt dat deze ouders hun geld moeten terugkrijgen, meldt het Eind- hovens Dagblad.
Bij noodgedwongen (tijdelijke) sluiting van groepen bieden sommige kinderopvangorganisaties ter compensatie ruildagen aan. Daarmee kunnen ouders kosteloos een andere opvangdag afnemen. Klinkt als een oplossing ten tijde van nood. Maar ene gat lijkt opgevuld te worden met het andere; de kinderopvang heeft vervolgens vrijwel geen plek om de kinderen wel op een andere dag op te vangen. Ouders blijven met de ruildagen zitten, en die stapelen alleen maar verder op. Jellesma adviseert ouders alleen akkoord te gaan met de ruildagen onder heldere voorwaarden. 'Als de kinderopvang de belofte van het inzetten van een ruildag niet kan nako- men, betaal de ouder dan de niet genoten opvang terug.' Als er conflicten ontstaan, dan kunnen ouder(s) en de kinderopvangorganisatie voor advies terecht bij het Klachtenloket Kinderopvang of voor bindend advies bij de Geschillencommissie Kinderopvang.
-
Groot deel baby's ervaart stress in opvang
-
Buitenhek: Gratis KO vergt principiële keuzes
-
Onderzoek pbm'er in de VE
-
Hoge huurprijzen strop voor Amsterdamse houders
-
Kinderopvang blij met onderzoek naar financiering
-
Hero houdt banenmarkt
-
Nieuwe beslisboom voor alle leeftijden
LEES HET
ACTUELE NIEUWS OP KINDEROPVANGTOTAAL.NL
Zoektocht naar groepshulpen succes
Kober kinderopvang startte begin 2022 met de werving van 80 groepshulpen, om het werk van de pedagogisch mede- werkers bij Kober te verlichten. En met succes. In samenwerking met de gemeente Breda zijn er inmiddels al 56 groepshulpen aangenomen, onder wie ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Het is een bijzondere samenwerking, met een sterk maatschappelijk doel: recht doen aan eenieders kwaliteiten en gelijke arbeidskansen creëren voor iedereen. 'Er is een groep mensen die denkt dat zij niet in aanmerking komen voor een baan bij Kober', vertelt Arthur Faessen, Manager HR bij de Brabantse kinderopvangorganisatie Kober. 'Wij willen laten zien dat er wel mogelijkheden zijn en dat je bij Kober zelfs kunt doorgroeien. Daarom namen we contact op met gemeente Breda.'
De gemeente reageerde enthousiast op de samenwerking. Marit Kersten, werkgeversadviseur bij gemeente Breda: 'Het is mijn werk om kansen te creëren voor mensen die een minder luxepositie hebben op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld doordat zij geen diploma's hebben, een tijd niet hebben gewerkt of statushouder zijn. Gemeente Breda zet zich in voor deze mensen. Toen Kober bij ons aanklopte, zag ik direct kansen. Iedereen heeft recht op een baan en gelijke arbeidskansen. Samen met Kober maken we dit mogelijk. Deze samenwerking heeft positieve gevolgen voor alle betrokkenen.'
Rights and permissions
About this article
Cite this article
In het kort. manag kinderopvang 28, 4–7 (2022). https://doi.org/10.1007/s41190-022-1066-1
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s41190-022-1066-1
Share this article
Anyone you share the following link with will be able to read this content:
Sorry, a shareable link is not currently available for this article.
Provided by the Springer Nature SharedIt content-sharing initiative