Procedure
Er is gebruikgemaakt van een schriftelijke vragenlijst, waarmee verschillende aspecten van de laatste zorgervaring in kaart zijn gebracht. Zorgervaringen bij de huisarts en de tandarts zijn hierbij buiten beschouwing gelaten, omdat de laatste zorgervaring veelal bij een van deze twee zorgverleners zal zijn geweest, waardoor de variatie in type zorgverleners beperkt zou worden. In januari 2019 hebben zeventien studenten van de Hanzehogeschool Groningen de vragenlijst afgenomen in de plaatsen Groningen, Assen, Leeuwarden, Drachten, Hoogezand, Hoogeveen en Meppel. Respondenten zijn op verschillende locaties in deze plaatsen (zoals horecagelegenheden, winkelcentra, stations, de campus van een hogeschool en een bibliotheek) benaderd met het verzoek de vragenlijst in te vullen. Desgewenst konden de respondenten een korte uitleg krijgen bij onduidelijkheden. Voorwaarde voor deelname was dat de respondent ten minste achttien jaar oud is.
De steekproef
In totaal hebben 636 respondenten deelgenomen. Van deze groep zijn 51 respondenten geëxcludeerd omdat ze jonger dan achttien waren, omdat ze geen ervaring hadden met de zorg of omdat de laatste zorgervaring een spoedgeval betrof en er daardoor geen mogelijkheid was om voor een zorgverlener te kiezen. Dit brengt het totale aantal respondenten op 585. In tab. 1 zijn de demografische gegevens van de steekproef weergegeven. Het aantal vrouwen was licht oververtegenwoordigd en het modale opleidingsniveau was mbo. De gemiddelde leeftijd was 39,4.
Tabel 1 Beschrijving van de kenmerken van de steekproef (n = 585) Meetinstrument
De volgende variabelen zijn in kaart gebracht met behulp van de vragenlijst: demografische gegevens, de ernst van de aandoening, het zorgtype, de redenen van de keuze, tevredenheid en loyaliteit.
Demografische gegevens
Respondenten is gevraagd naar hun geslacht, hun leeftijd en de hoogst afgeronde opleiding, waarbij de antwoordmogelijkheden waren: ‘geen/basisschool’, ‘voortgezet onderwijs’, ‘mbo’, ‘hbo/universiteit bachelor’ en ‘universiteit master/gepromoveerd’. Het opleidingsniveau en de leeftijd zijn opgedeeld in drie groepen (voor het opleidingsniveau zijn de eerste twee en de laatste twee antwoordmogelijkheden samengevoegd, en leeftijd is ingedeeld in ≤25 jaar; 26–≤50 jaar; >50 jaar).
De ernst van de aandoening
De ernst van de aandoening waarvoor de respondenten bij de betreffende zorgverlener zijn geweest is gemeten door hen de volgende stelling voor te leggen: ‘De aandoening waarvoor ik behandeld werd was zeer ernstig’. De respondent kon vervolgens op een zevenpuntsschaal (1 = helemaal mee oneens, 7 = helemaal mee eens) aangeven in welke mate hij/zij het eens is met deze stelling. Ook is de antwoordoptie ‘n.v.t.’ (niet van toepassing) opgenomen. De scores zijn opgedeeld in twee groepen: ‘niet-ernstig’ (score 1–4) en ‘ernstig’ (score 5–7).
Het zorgtype
Er is gevraagd onder welke zorgtype de laatste zorgervaring valt, waarbij de volgende antwoordmogelijkheden werden gegeven: ‘medisch specialist in ziekenhuis’, ‘fysiotherapie’, ‘logopedie’, ‘ergotherapie’, ‘diëtetiek’, ‘geestelijke gezondheidszorg’, ‘verloskunde’ en ‘anders, namelijk …’. Bij deze laatste antwoordmogelijkheid werd de mogelijkheid geboden een andere zorgtype in te vullen. Vervolgens zijn de gegeven antwoorden opgesplitst in paramedische (zorgverlener zonder universitaire opleiding tot arts) en medische zorg (zorgverlener met universitaire opleiding tot arts). Hierbij moet opgemerkt worden dat het niet bekend was of de gekregen geestelijke zorg onder paramedische of medische zorg viel. Een psycholoog bijvoorbeeld valt onder paramedische zorg en een psychiater onder medische zorg. Deze respondenten zijn onderverdeeld onder paramedische zorg.
De redenen van de keuze
Respondenten is gevraagd waarom de keuze op de betreffende zorgaanbieder is gevallen. Hierbij zijn de volgende antwoordmogelijkheden voorgelegd (waarbij de respondent meerdere antwoorden kon aankruisen): ‘afstand’, ‘bereikbaarheid (openbaar vervoer/parkeermogelijkheden)’, ‘lengte wachtlijst’, ‘eerdere ervaring’, ‘positieve beoordelingen op internet’, ‘op advies van/doorverwijzing door (huis)arts’, ‘advies van familie/vrienden’, ‘deskundig op dit gebied’ en ‘anders, namelijk …’ [3, 13,14,15]. Bij deze laatste antwoordmogelijkheid werd de gelegenheid geboden een andere reden in te vullen.
Tevredenheid
De tevredenheid over de betreffende zorgverlener is gemeten met een zevenpuntsschaal (1 = zeer ontevreden, 7 = zeer tevreden). Ook is de antwoordoptie ‘n.v.t.’ opgenomen. De respondent is gevraagd over de volgende aspecten een oordeel te geven: ‘zorgaanbieder als geheel’, ‘afstand’, ‘bereikbaarheid (openbaar vervoer/parkeermogelijkheden)’, ‘lengte wachtlijst’, ‘deskundigheid’, ‘informatievoorziening wat betreft behandeldatum, tijdstip, enzovoort’, ‘informatie over de behandeling’, ‘inspraak in behandeldatum, tijdstip, enzovoort’, ‘inspraak in de behandeling’, ‘klantvriendelijkheid/gastvrijheid’ en ‘nazorg’. De scores op het aspect ‘zorgaanbieder als geheel’ zijn opgedeeld in laag (score 1, 2 of 3), midden (score 4 of 5) en hoog (score 6 en 7).
Loyaliteit
Loyaliteit is gemeten met de Net Promotor Score (NPS) [16]. Respondenten is gevraagd de volgende vraag te beantwoorden op een elfpuntsschaal (0 = zeer onwaarschijnlijk, 10 = zeer waarschijnlijk): ‘Stel iemand binnen uw familie- of vriendenkring moet eenzelfde of vergelijkbare behandeling ondergaan, hoe waarschijnlijk is het dat u deze zorgaanbieder dan zou aanbevelen?’ Vervolgens zijn de scores gecategoriseerd naar ‘weglopers’ (score 0–6), ‘passieven’ (score 7–8) en ‘promotors’ (score 9–10).
Gegevensanalyse
Allereerst zijn er beschrijvende statistieken berekend voor de redenen waarom er voor de betreffende zorgverlener is gekozen. Vervolgens is het verband geanalyseerd tussen demografische en aandoeninggerelateerde factoren en de redenen om voor een zorgverlener te kiezen. Aansluitend is het verband geanalyseerd tussen de redenen waarom er voor een zorgverlener is gekozen en de mate van tevredenheid en loyaliteit. Dit is voor de totale groep, voor niet-ernstige en ernstige aandoeningen, en voor paramedische en medische zorg apart gedaan. Met een t‑toets is getoetst of de mate van tevredenheid en de mate van loyaliteit voor deze twee groepen voor deze kenmerken van elkaar verschillen. Vervolgens is het verband tussen tevredenheid en loyaliteit geanalyseerd met behulp van beschrijvende statistieken en een correlatieanalyse. Ten slotte is met een univariate en multivariate logistische regressieanalyse het verband tussen de verschillende aspecten van tevredenheid en loyaliteit onderzocht.