Actief transport (zoals lopen of fietsen) kan een belangrijke bijdrage leveren aan de dagelijkse lichaamsbeweging. De beschikbaarheid van een auto van de zaak maakt de keuze voor de auto makkelijker. De gegevens voor deze studie zijn afkomstig uit de enquête Ongevallen en Bewegen in Nederland. Van juli tot september 2011 hebben 1404 personen via internet de voor dit onderzoek relevante vragen omtrent autobezit, de beschikbaarheid van een auto van de zaak en toestemming voor privégebruik volledig beantwoord. Hoofdgebruikers van een auto van de zaak halen minder vaak de combinorm (37%) dan hoofdgebruikers van een privéauto (54%), niet-hoofdgebruikers van een auto van de zaak (52%, niet significant), niet-hoofdgebruikers van een privéauto (54%), hoofdgebruikers van een privéauto met tevens een auto van de zaak in het huishouden (56%) en respondenten zonder auto (52%). Geconcludeerd wordt dat hoofdgebruikers van een auto van de zaak een risicogroep vormen voor bewegingsarmoede. Aanbevolen wordt werknemers en werkgevers te attenderen op dit risico, adviezen te geven over voldoende lichaamsbeweging - waaronder actieve vervoersmogelijkheden - en bedrijfsvervoerplannen te ontwikkelen en toe te passen die actief transport stimuleren.
Notes
Onder ‘hoofdgebruiker’ wordt verstaan: degene binnen het huishouden die de meeste kilometers met een auto rijdt.
Onder ‘bewegingsarmoede’ wordt verstaan het nietvoldoen aan de ‘combinorm’.
Onder ‘combinorm’ wordt verstaan: het voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) en/of de ‘fitnorm’:
- Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) voor volwassenen: op ten minste 5 dagen per week minstens 30 minuten minstens matig intensief bewegen;
- fitnorm: minstens 3 maal per week minstens 20 minuten intensief bewegen.
OBiN peilt via vrijwel dagelijkse enquêtes per telefoon en via internet onder meer naar ongevalletsel en lichaamsbeweging. OBiN wordt uitgevoerd sinds 2000 in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor een uitgebreide beschrijving van OBiN en de vragenlijst zie: http://www.veiligheid.nl/onderzoek/ongevallen-en-bewegen-in-nederland
Antwoordcategorieën: 1.WO, 2. HBO, 3. HAVO/VWO, 4. MBO, 5. LBO/VMBO/MAVO, 6. Basisonderwijs/geen onderwijs), 7. Geen antwoord.
Vraagtekst chronische aandoening: Heeft u in de afgelopen 12 maanden last gehad van een of meer langdurige ziekten of aandoeningen?
Vraagtekst herkomst (drie vragen): In welke land bent u (is uw vader/moeder) geboren: 1. Nederland, 2. Turkije, 3.Marokko, 4. Suriname, 7. België, 8. Duitsland, 9. Indonesië (Nederlands-Indië), 5. anders, 6. geen antwoord.
Onder ‘normactief’ wordt verstaan het voldoen aan de combinorm, NNGB of fitnorm.
Literatuur
Physical activity and health: a report of the Surgeon General. Atlanta, GA, USA: U.S. Department of Health and Human Services, Centers for Disease Control and Prevention, National Center for Chronic Disease Prevention and Health Promotion, 1996.
Lee I-M, Shiroma EJ, Lobel F, Puska P, Blair SN, Katzmarzyk PT. Effect of physical inactivity on major non-communicable diseases worldwide: an analysis of burden of disease and life expectancy. Lancet 2012;380:219–29.
Hildebrandt VH, Chorus AMJ, Stubbe JH. Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO Kwaliteit van Leven, 2010.
Wendel-Vos GCW. Hoeveel mensen zijn voldoende lichamelijk actief? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Van: www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/lichamelijke-activiteit.
Andersen LB, Schnohr P, Schroll M, Hein HO. All-cause mortality associated with physical activity during leisure time, work, sports and cycling to work. Arch Int Med 2000;160:1621–8.
Cavill N, Kahlmeier S, Rutter H. Racioppi F, Oja P. Economic analyses of transport infrastructure and policies including health effects related to cycling and walking: a systematic review. Transport Policy 2008;15:291–304.
Kahlmeier S, Racioppi F, Cavill N, Rutter H, Oja P. ‘‘Health in All Policies’’ in Practice: Guidance and Tools to Quantifying the Health Effects of Cycling and Walking. J Phys Activity Health 2010;7(Suppl 1):S120–5.
Hendriksen IJM. The effect of commuter cycling on physical performance and on coronary heart disease risk factors. Thesis. Amsterdam: Vrije Universiteit, 1996.
Geus B de. Cycling to work: psychosocial and environmental factors associated with cycling and the effect of cycling on fitness and health indexes in an untrained working population. Thesis. Brussel: Vrije Universiteit Brussel (VUB), 2007.
Larouche R, Saunders TJ, Faulkner GEJ, Colley R, Tremblay M. Associations Between Active School Transport and Physical Activity, Body Composition and Cardiovascular Fitness: A Systematic Review of 68 Studies. J Phys Activity Health 2012 Dec 17 [Epub ahead print].
Saunders LE, Green JM, Petticrew MP, Steinbach R, Roberts H. What Are the Health Benefits of Active Travel? A Systematic Review of Trials and Cohort Studies. Plos one, 2013;8(8): e69912. doi:10.1371/journal.pone.0069912.
Yang L, Sahlqvist S, McMinn A, Griffin SJ, Ogilvie D. Interventions to promote cycling: systematic review. BMJ 2010;341: c5293.
Cooper AR, Wedderkopp N, Jago R, Kristensen PL, Moller NC, Froberg K, et al. Longitudinal associations of cycling to school with adolescent fitness. Prev Med 2008;47:324–8.
Geus B de, Joncheere J, Meeusen R. Commuter cycling: effect on physical performance in untrained men and women in Flanders: minimum dose to improve indexes of fitness. Scand J Med Sci Sports 2009;19:179–87.
Bewegen in Nederland 2000–2010. Resultaten TNO-monitor Bewegen en Gezondheid. Leiden: TNO, 2011. http://www.vng.nl/Documenten/actueel/beleidsvelden/cultuur_-sport/2011/20110712_factsheet_bewegen_2000_2010.pdf
Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Mobiliteitsbalans 2012. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2012.
Hartog JJ de, Boogaard H, Nijland H, Hoek G. Do the health benefits of cycling outweigh the risks? Environ Health Perspect 2010; 118:1109–16.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat. Mobiliteit in cijfers 2004. Resultaten uit het eerste jaar Mobiliteitsonderzoek Nederland. Den Haag: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer, 2005, blz 36.
Cervero R, Creedman N, PohanM, Pai M, Tsai Y-H. City CarShare. Assessment of intermediate-term travel-behavior impacts. Berkeley: Institute of Urban and Regional Development, University of California at Berkeley, 2002.
Dickinson JE, Kingham S, Copsey S, Pearlman Hougie DJ. Employer travel plans, cycling and gender: will travel plan measures improve the outlook for cycling to work in the UK? Transportation Res Part D 2003;8(1):53–67.
Kingham S, Dickinson J, Copsey S. Travelling to work: will people move out of their cars? Transport Policy 2001;8(2):151–60.
Wagt van der J. Verbieden die leaseauto. Intermediair 2 februari 2011, http://www.intermediair.nl/carriere/salaris/arbeidsvoorwaarden/verbieden-die-leaseauto.
Hildebrandt VH, Douwes M. Vragen naar de mate van lichamelijke activiteit; validatiestudie Onderzoek naar de test-hertest betrouwbaarheid en congruente validiteit van een vragenlijst. Geneeskunde en Sport 2000;33:9–16.
Hollander EL de, Zwart L, De Vries SI, Wendel-Vos W. The SQUASH was a more valid tool than the OBiN for categorizing adults according to the Dutch physical activity and the combined guideline. J Clin Epidem 2012;65:73–81.
Chorus AMJ, Galindo Garre F, Stubbe JH, Hoekman R, S Schmikli S. ‘Mixed Mode Design’ van de Monitor Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN): Steekproef- en methodeeffect onderzocht. Publicatienummer 2010.069 Opdrachtgever Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Leiden: TNO Kwaliteit van Leven, 2010.
StiphoutW-A van, Burema J. Cijfers de baas. Het 8-stappenplan als hulpmiddel bij het lezen van wetenschappelijke literatuur voor de praktijk. Tijdschr Gezondheidswet 2006;84:124–5.
Wendel-Vos GCW, Ooijendijk WTM, Baal PHM van et al. Kosteneffectiviteit en gezondheidswinst van behalen beleidsdoelen bewegen en overgewicht. Onderbouwing Nationaal Actieplan Sport en Bewegen. Bilthoven: RIVM, 2005, p 85.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beleidsnota Tijd voor sport – Bewegen, Meedoen, Presteren. Den Haag, Ministerie van VWS, 2005, p 27–28.
Hildebrandt VH, Chorus AMJ, Tiessen-Raaphorst A. Volwassenen: sport, bewegen en werk (H7). In: SCP. Sport: een leven lang. Rapportage sport. Den Haag/ ’s Hertogenbosch: Sociaal en Cultureel Planbureau/W.J.H. Mulier Instituut, 2010, p 125–36.
Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen. http://www.vna-lease.nl/VNA/show.do?ctx = 1346,1365 & anav = 65917, geraadpleegd op 1 februari 2012.
Ministerie van Financie¨n. http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2011/05/24/15-miljoen-euro-aan-boetes-en-naheffingenvoor-misbruik-auto-van-de-zaak.html.
Vereniging Auto Van De Zaak. http://www.verenigingautovandezaak.nl/nieuws/details/2012_kilometervergoeding_bpm_bijtelling, geraadpleegd op 1 februari 2012.
RIVM Centrum Gezond Leven. http://www.loketgezondleven.nl/interventies/kwaliteit-van-interventies/beoordeeldeinterventies/, geraadpleegd op 20 maart 2013.
Hendriksen IJM, Fekkes M, Butter M, Hildebrandt VH. Stimuleren van fietsen naar het werk. Beleidsadvies in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Publicatienummer 2010.033, p 53–57. Leiden: TNO, Kwaliteit van Leven, 2010.
Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen. http://www.netwerkinbeweging.nl/interventie-home, geraadpleegd op 20 maart 2013.
World Cafe´ Innovatie in Leasewereld: Mobiliteit. http://slimwerkenslimreizen.nl/index.html?artikel_ID = 3 & loc1 = 3 & art = 3 & commart = 688 & naam = Kalender, geraadpleegd op 29 maart 2012.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Koornneef, M., Hendriksen, I. & Bernaards, C. Relatie tussen de beschikbaarheid van een auto van de zaak en lichaamsbeweging. Tijds. gezondheids.wetenschappen 92, 33–39 (2014). https://doi.org/10.1007/s12508-014-0015-1
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12508-014-0015-1