Skip to main content
Log in

Een meting van het substitutiepotentieel binnen de oogzorg

  • Wetenschappelijke artikelen
  • Published:
Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen Aims and scope

Met de toenemende zorgvraag en stijgende zorgkosten is ook taakherschikking binnen de oogzorg in Nederland een thema geworden. Er bestaat echter nauwelijks onderzoek naar de taakverdeling binnen de eerstelijns oogzorg, en meer specifiek wat de rol van de eerstelijns optometrist hierin zou kunnen zijn. In dit artikel is met behulp van patiënten-data van huisartsen en optometristen het substitutiepotentieel van de optometrist geschat voor een aantal aandoeningen die door enkele oogartsen en optometristen als ‘substitueerbaar’ zijn beoordeeld. Hieruit blijkt dat de optometrist jaarlijks potentieel 207.000 patiënten zou kunnen opvangen die anders door huisartsen geconsulteerd zouden zijn. De optometrist kan eveneens patiënten onderzoeken en adviseren die via de huisarts veelal naar de duurdere tweedelijns oogarts worden verwezen. Het kan hierbij in theorie om potentieel 21.000 patiënten gaan. De resultaten van dit onderzoek moeten vooralsnog met grote voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Zo is onder meer alleen een beperkte lijst van substitueerbare oogaandoeningen, door een beperkt aantal experts, beoordeeld. Daarnaast waren de aandoeningen-classificaties uit de gebruikte datasets vaak niet vergelijkbaar. Gegeven deze beperkingen, levert dit onderzoek een bijdrage aan de schatting hoe de optometrist in Nederland potentieel substitutie binnen de oogzorg kan bewerkstelligen.

Attention to the optometrist. A measurement of the substitution potential within Dutch eye care

In recent years tasks reallocation between professions within Dutch eye care has been gaining importance in health policy, due to a higher demand for medical care and increasing financial costs. Empirical research focusing on the (potential) role of optometrists concerning task substitution barely exists, however. The aim of this study is to indicate the ‘substitution potential’ of optometrists within the eye care system. Based on patient-data of optometrists and general practitioners we estimated the substitution potential for a number of eye diseases. These diseases were judged as ‘substitutable’ according to two ophthalmologists and four optometrists. Results show that an annual shift of up to 207,000 general practitioner patients to the optometrist is possible, and up to 21,000 ophthalmologist patients can be prevented in case general practitioners refer patients with eye problems to the optometrist instead of the ophthalmologist. Our analysis estimated the potential pivotal volume taking by optometrists through task substitution within Dutch eye care. Results need to be interpreted carefully, however. A number of limitations have to be taken into account: (1) the list of potential substitutable’ eye diseases was assessed by only six experts, and (2) statistics on a limited number of eye diseases were available or comparable in datasets of general practice and optometrist practices. This study primarily provides a conceptual method to explore what volumes optometrists can attribute to task substitution within the Dutch eye care system.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Figuur 1
Figuur 2

Notes

  1. Zie http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/optometristen.htm

  2. Zie http://www.nivel.nl/linh-intro

  3. 85% van de 826 optometristen in Nederland werkt eind 200913 in de eerste lijn.

Literatuur

  1. Nederlandse zorgautoriteit (NZa). Advies taakherschikking in de tweedelijns somatische zorg en curatieve geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: NZa, 2012.

  2. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ). Taakherschikking in de gezondheidszorg. Zoetermeer: RVZ, 2002.

    Google Scholar 

  3. Berg MJ van den, Koopmanschap MA, Bakker DH de, Verheij RA. Samenwerking en substitutie in Gezondheidscentrum West. Evaluatie van de eerste ervaringen met geı¨ntegreerde eerstelijnszorg volgens het Menzis-model. Utrecht: NIVEL, 2007.

    Google Scholar 

  4. Leemrijse CJ, Swinkels ICS, Pisters MF, Bakker D de, Veenhof C. Directe toegang fysiotherapie: de keus is aan de patiënt. Ned Tijdschr Fysiotherapie 2008;118;3:62–7

    Google Scholar 

  5. Hansen J, Maat M van der en Batenburg R. De eerstelijns mondzorg door consumenten bekeken. Utrecht: NIVEL, 2010.

    Google Scholar 

  6. Jerkovic K. The Relation between Profession Development and Job (Re)Design: The Case of Dental Hygiene in the Netherlands. Proefschrift. Groningen: University of Groningen, 2012.

    Google Scholar 

  7. Jerkovic K, Offenbeek MAG van, Schans CP van der. Taakherschikking in de Nederlandse mondzorg en de werktevredenheid van mondhygiënisten. Nederlands Tijdschrift Tandheelkunde 2010;117:289–294. 8. Capaciteitsorgaan. Capaciteitsplan 2007: Voor de Medische Vervolgopleidingen Jeugdgezondheidszorg, Utrecht: Capaciteitsorgaan, 2007.

    Google Scholar 

  8. Capaciteitsorgaan. Capaciteitsplan 2007: Voor de Medische Vervolgopleidingen Jeugdgezondheidszorg, Utrecht: Capaciteitsorgaan, 2007

    Google Scholar 

  9. Bal R, Bont A de. Taakherschikking en ICT in de zorg. In Jos de Haan & Lambert van der Laan (Red.). Kennis in Netwerken: Jaarboek ICT en Samenleving 2005. Amsterdam: Boom 2005; 113–126.

    Google Scholar 

  10. Digibron. Tekort aan oogartsen gaat zich wreken: wachtlijsten zullen groeien en vooral mensen met suikerziekte zijn daarvan de dupe. http://www.digibron.nl/search/share.jsp?uid = 00000000012de5ec8393459ac630be04&sourceid=1011 (geraadpleegd op 21 augustus 2013), 1995.

  11. Bussemakers H, Treskens DJ, Bleeker JC, Klomp HJ. Optometristen in de oogheelkundige praktijk. Med Contact 2005;60:44.

    Google Scholar 

  12. Optometristen Vereniging Nederland (OVN). Beleidsplan 2011–2014. Weert: OVN, 2011.

    Google Scholar 

  13. Amelsfoort J van, Kauffman K, Peters F. De arbeidsmarkt van optometristen en orthoptisten. Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, 2010.

    Google Scholar 

  14. Heiligers PJM, Noordman J, Korevaar JC et al. Praktijkondersteuners in de huisartspraktijk (POH’s), klaar voor de toekomst? Utrecht: NIVEL, 2012.

    Google Scholar 

  15. Nederlandse zorgautoriteit (Nza). Advies substitutie. Huisartsenzorg en ziekenhuiszorg op de juiste plek. Utrecht: Nza, 2012.

    Google Scholar 

  16. Ter Brugge, A., Helsloot RSM, Veld JC in ’t. Ruim baan voor de praktijkverpleegkundige. Med Contact 2006;61;:371.

    Google Scholar 

  17. Nederlands Huisartsengenootschap (NHG). NHG-Standpunt kernwaarden huisartsgeneeskunde: generalistisch, persoonsgericht en continue. Utrecht: NHG, 2011.

    Google Scholar 

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

d Een patiënt met refractie afwijkingen kan op verschillende afstanden geen scherp beeld vormen. Specifieke vormen van refractie afwijkingen zijn presbyopie (ouderdomsverziendheid), hypermetropie (verziendheid), myopie (bijziendheid) en astigmatisme (cilindrische afwijking). Patiënten met cataract/staar hebben een vertroebeling van de ooglens, terwijl macula degeneratie zorgt voor vermindering van het zicht door slijtage van het centrale deel van het netvlies. (zie http://www.oogartsen.nl/homepage/).

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

van Hassel, D., Coops, A., Batenburg, R. et al. Een meting van het substitutiepotentieel binnen de oogzorg. Tijds. gezondheids.wetenschappen 91, 497–504 (2013). https://doi.org/10.1007/s12508-013-0161-x

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/s12508-013-0161-x

Keywords

Navigation