In dit artikel wordt betoogd dat effectieve public health voor senioren een ander, meer contextueel karakter heeft dan het huidige aanbod. De bestaande preventieprogramma’s richten zich op het bestrijden van risico’s en het bevorderen van een gezonde levensstijl. Daarmee volgen ze een medisch-curatieve paradigma. Door ook de fysieke en sociale omgeving en de samenleving bij preventieve interventies te betrekken kan een meer duurzame gezondheid worden bereikt. Dan verandert de plicht tot een gezonde levensstijl in een motief om zo persoonlijke en gemeenschappelijke doelen te bereiken. Het contextuele model van preventie voor senioren gaat uit van maatschappelijke participatie als een existentiële motief tot het behouden en onderhouden van de eigen gezondheid en tot de zorg voor een ‘gezonde’ omgeving.
Abstract
Contextual prevention for seniors
Ageing is hot. Thus an effective public health for seniors is of high importance. Most prevention programs focus on fighting the disease risks and promote a healthy lifestyle. These models follow an individual medical-curative paradigm. Involving physical and social environment and the society may lead to a more durable solution. So healthy lifestyle shifts from a duty to a possibility to reach personal and community goals. This contextual model of prevention for seniors makes social participation an existential motive for preserving ones personal health and a healthy environment.
Literatuur
Broese Groenou MI van, Deeg DJ. Sociaaleconomische gezondheidsverschillen bij ouderen. Tijdschr Gezondheidswet 2000; 78:294–302.
Gerritsen L. Vergrijzen of verzilveren. Senioren, merken en communicatie. In: Jaarboek MarktOnderzoekAssociatie 2005. Amsterdam: MOA, 2005 p 21–36.
Kasper H, Nelissen W, Groof M de. Op weg naar een nieuwe typologie van ouderen. In: Jaarboek MarktOnderzoekAssociatie 2009. Amsterdam: MOA, 2009 p 9–24.
O’Neill D. The art of the demographic dividend. Lancet 2011;377:1828–9.
Cumming E, Earl Henry W. Growing Old. New York: Basic: 1961.
Wolf J. Een kwestie van uitburgering. Nijmegen: Radboud Universiteit, 2002.
Sipsma DH. Van oude mensen, de dingen die gaan komen. Amsterdam: Uitgeverij Cossee BV, 2008.
Sipsma DH. Sociale geriatrie in theorie en praktijk. Proefschrift. Almere: Promedia, 1986.
Jaspers N. Krakende wagens; Med Contact 2007;63:341–3.
Vilans. Visie op het consultatiebureau voor ouderen. Utrecht: Vilans,2008.
WHO. Global age-friendly cities: a guide. Geneve: WHO, 2007.
Renes RJ. Meer kans op gezond ouder worden. VoedingsMagazine 2010;5:4–7.
Schmidt M, Robbesom D, Bakker M, Stronks K. Empowerment in het Referentiekader Gezondheidsbevordering. Woerden: NIGZ, 2007.
Bandura A. Self-efficacy: the exercise of control. New York: W.H. Freeman, 1997.
Antonovsky A. Unraveling the mystery of health: How people manage stress and stay well. Jossey-Bass, San Francisco, 1987.
Ekamper P, Poppel F van, Tabeau E. Leven dankzij 150 jaar sterftedaling. Demos 1999;15:17–20.
Houwaart ES. De hygiënisten; Artsen, staat & volksgezondheid in Nederland 1840–1890. Groningen: Historische uitgeverij Groningen, 1991.
Bosch A. Health literacy - Werken aan een ‘gezondheidsvaardig’ Nederland. Woerden: NIGZ, 2005.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
arts MG np. Social geriater np.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Jaspers, N.M.V. Oud… en wat dan nog!?. Tijds. gezondheids.wetenschappen 90, 213–215 (2012). https://doi.org/10.1007/s12508-012-0082-0
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12508-012-0082-0