Resumen
Het ministerie van VWS heeft een proefimplementatie uit laten voeren om beter zicht te krijgen op het gebruik van ondersteuning bij het stoppen met roken indien dit zou worden vergoed. In deze proef konden verzekerden van Agis Zorgverzekeringen, een halfjaar gebruikmaken van effectief gebleken stopondersteuning zonder dat daar voor hen kosten aan waren verbonden. Parallel aan deze proefimplementatie heeft Regioplan Beleidsonderzoek een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van stopondersteuning in de proef en de effecten ervan. Deelnemers aan de proef zijn op twee tijdstippen gevraagd een vragenlijst in te vullen. In totaal hebben 2398 rokers deelgenomen aan de proef. Uit het aanbod van stopondersteuning hebben deelnemers het meest gebruikgemaakt van het stopadvies en de begeleiding door de huisarts of praktijkondersteuner, nicotinepleisters, bupropion en varenicline. Respondenten met een zwaardere verslaving maakten vaker gebruik van nicotinepleisters en varenicline. De uitkomsten van deze proefimplementatie duiden erop dat het vergoeden van effectief gebleken stopondersteuning leidt tot een toename in het gebruik van deze ondersteuning. Het onderzoek toont tevens aan dat rokers met een laag welstandsniveau en zwaardere rokers ook gebruik maken van stopondersteuning als zij hiervoor niet hoeven te betalen.
Abstract
Previous studies have shown that the use of tobacco dependence treatment increases success rates in quitting. The Dutch Ministry of Health, Welfare and Sports has commissioned a pilot study to assess the impact of ‘free’ tobacco dependence treatment. In this pilot study, those insured by Agis Zorgverzekeringen were offered smoking cessation treatment, without associated costs. Simultaneously, an evaluation study was performed by Regioplan Beleidsonderzoek. Participants were asked to complete a questionnaire at two points in time. In total, 2398 smokers participated in the pilot study. The following treatments were most often used by the participants: general practitioner’s advice and counselling, nicotine patches, bupropion and varenicline. Compared to smokers in the Dutch general population who make a quit attempt, significantly more participants used tobacco dependence treatment. In conclusion, the findings of this study indicate that financial interventions directed at smokers could increase the utilization of tobacco dependence treatment by smokers. Also, when no costs are charged, both smokers with a low socioeconomic status and those who are heavy smokers are willing to use smoking cessation treatment.
Notes
Regioplan Beleidsonderzoek, Amsterdam
Literatuur
TNS-NIPO. Continu Onderzoek Rookgewoonten. Amsterdam: TNS-NIPO, 2007.
Kaper J. Smoking cessation treatment and its reimbursement: the cost and effects. Proefschrift. Maastricht: Universiteit van Maastricht, 2006.
Kaper J, Wagena EJ, Schayck CP van. Het effect van het vergoeden van ondersteuning voor stoppen met roken. Maastricht: Universiteit van Maastricht, 2003.
Berg B Van Den, Soethout J, Hollinga A, Schipperen M. Proefimplementatie ‘Stoppen met roken’. Resultaten begeleidend onderzoek. Amsterdam: Regioplan Beleidsonderzoek, 2009.www.regioplan.nl
STIVORO. Meetinstrumenten voor onderzoek naar roken en stoppen met roken. Den Haag: STIVORO, 2006.
Kaper J, Wagena EJ, Severens JL, Schayck CP van. Healthcare financing systems for increasing the use of tobacco dependence treatment. Cochrane Database Syst Rev 2005;1.
Gross B, Brose L, Schumann A et al. Reasons for not using smoking cessation aids. BMC Public Health 2008;8:129.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van den Berg, B., Soethout, J. Proefimplementatie vergoeding van ondersteuning bij het stoppen met roken. Tijds. gezondheids.wetenschappen 88, 442–448 (2010). https://doi.org/10.1007/s12508-010-0678-1
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12508-010-0678-1