figure a

Nauwelijks een week in functie als bestuurslid van de NVAB wordt het pijnlijk duidelijk: ik ben hopeloos in het besturen…van een paard. Als je het leiden van paarden doortrekt naar het leiden van leden in de juiste richting, dan komt er weinig van terecht de komende jaren.

Als nieuw bestuurslid mocht ik meteen mee met de retraite van het bestuur. Op een mooie locatie in Deventer was het tijd voor bezinning. Het eerste deel was geweldig, enthousiast samen met de andere bestuursleden de lijnen weer uitgezet. Wat vinden wij belangrijk, wat vinden de leden belangrijk, hoe vinden we elkaar, hoe ziet de toekomst eruit?

Vervolgens gingen we de binnenlanden van Gelderland in, regelrecht naar de paardenopvang. Paarden voelen mensen feilloos aan, en laten zich leiden of opjutten al naar gelang het gedrag van de mens. Mijn paard liet zijn hoofd hangen en keek me zijdelings hoofdschuddend aan: “Kind, kind, wat kom jij hier doen?” Het dier verzette geen stap, maar had snel door dat hij mij direct kon afschudden door even flink te briesen. Ik denk dat ik binnen vijf minuten weer uit de ring was.

Reflecterend vroeg ik mij af wat ik zou doen bij briesende leden: meteen de ring uit?

Mijn medebestuursleden ging het leiden van de paarden een stuk beter af, maar wat mij opviel was dat de paarden erg eigenzinnig waren. Dat ze zich lieten leiden was een stukje goodwill, als ze er geen zin meer in hadden, gebeurde er echt niets meer. Ze waren het meest op hun gemak alleen in de ring, zelf hun weg zoekend. Ik denk dat dit ook voor de leden van de NVAB geldt: de meeste bedrijfsartsen zoeken hun eigen weg. Deze wegen zijn zeer verschillend: loondienst, ZZP’er, leidinggevende en combinaties met allerlei andere vakken. Wat hebben deze leden nodig? Ik denk dat ze allemaal goed weten wat ze nodig hebben van de NVAB en echt wel een stukje meelopen als ze er zin in hebben.

Ik hoop dat de leden, net als het paard, vooral geduld met me hebben. Van het paard kreeg ik helaas geen antwoord op de vraag wat ik voor hem kon doen. Van jullie, de leden, hoop ik dit wel te horen.

Werk ze.

figure b