Op 20 oktober jongstleden overleed Peter Donceel, hoogleraar in de verzekeringsgeneeskunde aan de KU Leuven, na meer dan een jaar strijd tegen ziekte. Hij was net 54 jaar geworden. De verzekeringsgeneeskunde in België verliest met zijn heengaan een van haar meest prominente voortrekkers en bezielers.

Peter studeerde geneeskunde en specialiseerde zich in de arbeids- en de verzekeringsgeneeskunde. Na zijn studies combineerde Peter onderzoek aan de afdeling Arbeids-, Milieu- en Verzekeringsgeneeskunde van de KU Leuven met de functie van adviserend geneesheer bij de Christelijke Mutualiteit, waar hij in 1998 adjunct-geneesheerdirecteur werd. Deze functie oefende hij uit tot 2003, toen hij benoemd werd tot voltijds hoogleraar aan de KU Leuven.

In die functie werd hij de spil van de interuniversitaire opleiding in de verzekeringsgeneeskunde en de medische expertise. Hij hervormde het programma samen met de universiteiten Gent en Antwerpen tot een volwaardige masteropleiding die aansloot bij de wetenschap en de praktijk. De studenten waardeerden hem zeer. Ze stelden niet alleen zijn bedachtzame stijl op prijs, maar vooral de oprechte belangstelling die hij voor ieder van hen betoonde.

Mede door Peters inspanningen erkende de overheid de verzekeringsgeneeskunde in 2006 als een volwaardig medisch specialisme. Het was dan ook logisch dat hij verkozen werd tot voorzitter van de Nederlandstalige kamer van de erkenningscommissie bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. Daarnaast bleef hij, via de band met de Christelijke Mutualiteit, actief op het terrein van de ziekteverzekering, onder meer als voorzitter van de Hoge Commissie van de Genees kundige Raad voor Invaliditeit. Leden van deze commissie herinneren zich Peter als een voorzitter met een uitmuntende dossierkennis en een uitzonderlijke analyse- en synthesecapaciteit, maar ook met humor en mensenkennis. Hij stond mee aan de wieg van de Technisch Medische Raad in de Uitkeringsverzekering, waar hij zich toelegde op de richtlijnontwikkeling in de verzekeringsgeneeskunde.

figure 1

Peter verdiende zijn sporen in het onderzoek naar ‘return to work’: de preventie van langdurige arbeidsongeschiktheid. Zijn proefschrift uit 1999 handelde over ‘De bijdrage van de verzekeringsgeneeskunde tot de professionele reïntegratie na een heelkundige behandeling van de lumbale wervelzuil’. Hieruit bleek zijn persoonlijke overtuiging dat mensen niet uitgesloten mogen worden omwille van ziekte of gebrek, maar juist gesteund moeten worden in hun inspanningen om maatschappelijk een volwaardige positie te behouden. Hij zette anderen aan tot onderzoek op dit terrein en begeleidde hen met grote toewijding bij hun promotieonderzoek.

Peter verwierf internationale erkenning. Hij legde talrijke contacten met buitenlandse onderzoekers en beleidsverantwoordelijken. Hij was schatbewaarder en bestuurslid van de European Union of Medicine in Assurance and Social Security (EUMASS – UEMASS) en leverde een bijdrage aan multidisciplinaire studies van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Zijn bestuurlijke talenten ontplooide hij als hoofd van de afdeling Arbeids-, Milieu- en Verzeke rings geneeskunde en als voorzitter van het departement Maatschappelijke Gezondheids zorg en Eerstelijnszorg van de KU Leuven. Daarnaast was hij bestuurslid en stuwende kracht in de Wetenschappelijke Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde.

Peter Donceel was een geëngageerd onderzoeker en een begenadigd lesgever, maar bovenal een minzaam en grootmoedig mens. Hij kon vertrouwen schenken aan zijn collega’s en zijn medewerkers, en zij konden op hem vertrouwen. Nutteloze conflicten ging hij uit de weg of hij zorgde ervoor dat ze werden bijgelegd. Zijn streven naar consensus betekende niet dat hij toegaf in zaken die volgens hem essentieel waren. Het is die combinatie van mildheid en doorzettingsvermogen die hem tot een unieke persoonlijkheid maakte.

Samen met zijn dierbaren treuren wij om de leegte die hij achterlaat. Zijn voorbeeld is voor ons een stimulans om hetgeen hij heeft aangevat, in dezelfde geest voort te zetten. Ongetwijfeld is dat ook de manier waarop hij zou willen dat hem eer wordt bewezen.