Samenvatting
De term ‘diastemitis’ gebruik ik wanneer er een diasteem ontstaat in combinatie met onbehandelde c.q. onvoldoende behandelde parodontitis. Hierbij zes voorbeelden van diastemen in combinatie met fors interdentaal botverlies, waarbij na behandeling door middel van flap-curettage (zero-flaps) en zonodig inslijpen, spontane sluiting/vernauwing van het diasteem heeft plaatsgevonden en er tevens sprake is van duidelijke botwinst.
This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Auteur
Coen Kuit werkte van 1970-1976 als wetenschappelijk hoofdmedewerker op de afdeling parodontologie en conserverende tandheelkunde van de Vrije Universiteit van Amsterdam. In 1976 volgde hij zijn vader op in diens algemene praktijk te Arnhem. Met Jan van Hoeve werd in 1987 de praktijk voor parodontologie opgericht. Thans is hij nog steeds part-time actief in de praktijk, die sinds 20 jaar in samenwerking met zoon Haakon tevens verwijspraktijk voor Implantologie en restauratieve tandheelkunde is (PPIA).
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Kuit, C. Diastemitis. Tandartsprakt 44, 42–44 (2023). https://doi.org/10.1007/s12496-023-0236-z
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12496-023-0236-z