figure 1

Naam promovendus: Merel Charlotte Verhoeff

Studie/specialisatie: tandarts-slaapgeneeskunde, tandarts-gnatholoog i.o.

Titel proefschrift: Trembling Thoughts – Oral health, orofacial pain and dysfunction in Parkinson’s disease.

Promotiedatum: 8 december 2022

Promotoren: prof. dr. F. Lobbezoo, prof. dr. H.W. Berendse

Co-promotoren: dr. K.D. van Dijk, dr. M. Koutris

figure 2

Wat was de aanleiding van uw onderzoek?

‘Tijdens mijn eerste masterjaar kreeg ik college van prof. Lobbezoo. Hij vertelde dat er overeenkomsten lijken te zijn in de hersenactiviteit bij mensen met de ziekte van Parkinson (ZvP) in vergelijking met bruxisten. Echter, was er nog geen onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke overeenkomsten… Toen ik na het college vroeg of ik hier een masterscriptie over kon gaan schrijven, was hij gelijk enthousiast! Er bleek al snel dat er weinig tot geen onderzoek was gedaan naar de mondgezondheid an sich, bij mensen met de ZvP. En er is voldoende onderbouwing nodig om grootschalige onderzoeken op te zetten. Dus zijn we stap voor stap begonnen met het in kaart brengen van de mondgezondheid in deze populatie, wat heeft geresulteerd in mijn proefschrift.’

Wat heeft u precies onderzocht?

‘Het doel van dit proefschrift was om de mondgezondheid, in de breedste zin van het woord, bij mensen met de ZvP te onderzoeken. Dat houdt in dat niet alleen de welbekende parodontale gezondheid en cariësactiviteit is bekeken, maar ook op het gebied van orofaciale pijn en dysfunctie een inventarisatie is gemaakt hoe het gesteld is met de mondgezondheid. Wat veel mensen zich niet realiseren, is dat bij de ZvP niet alleen motorische aandoeningen een grote rol spelen, maar dat ook niet-motorische symptomen, zoals pijn, een groot deel van de ziektebelasting in beslag nemen. En waarom zou zich dat niet uiten in het orofaciale gebied? Daarnaast bevat het proefschrift een artikel waarbij de zorgverleners zijn geïnterviewd over hun ervaringen rondom mondzorg bij mensen met de ZvP. Bovendien bevat het proefschrift een protocol voor een klinische studie die, helaas door COVID-19, moest worden uitgesteld.’

Mensen met de ziekte van Parkinson hebben verslechterde mondgezondheid

Wat zijn de belangrijkste resultaten van uw onderzoek?

‘Samengevat zijn de belangrijkste resultaten dat de mondgezondheid bij mensen met de ZvP slechter is dan bij gezonde controles. Daardoor wordt de kwaliteit van leven, die al gecompromitteerd is, negatief beïnvloed. Daarnaast lijken mensen met de ZvP objectief minder speeksel te hebben, maar subjectief klachten van zowel droge mond als van speekselverlies te laten zien. Hoewel dit ons in de tandheelkunde niet per se verbaast, is dit een belangrijke bevinding die in de geneeskunde niet alom bekend is, met als risico het ongewenst voorschrijven van medicatie om speekselverlies te voorkomen. Daarnaast gaven mondzorgverleners aan dat op het gebied van behandeling, organisatie, onderwijs en onderzoek nog vele verbeterslagen gemaakt moeten worden om de mondgezondheid bij deze populatie te verbeteren.’

Afb.
figure 3

Bij de ziekte van Parkinson is de communicatie tussen de zenuwcellen in het dopaminerge systeem verstoord

Wat is er gebeurd in uw onderzoek(en) ten opzichte van uw eerste hypothese?

‘Met dit proefschrift hebben wij de argumentatie rond gekregen dat onze hypothese over een verslechterde mondgezondheid bij mensen met de ZvP, in het breedste zin van het woord, juist is. Hiermee hopen wij vervolgonderzoek in te kunnen gaan zetten, om daadwerkelijke verbeteringen aan te kunnen brengen. Daarbij komt de focus te liggen op een interdisciplinaire samenwerking.’

Met welke uitkomst van uw onderzoek kan een algemene practicus vooral zijn voordeel doen?

‘De uitkomst dat mondgezondheid bij mensen met de ZvP geassocieerd lijkt te zijn met bijvoorbeeld de ernst van de ziekte en medicatiegebruik. Maar wat mijns inziens vooral belangrijk is om te realiseren, is dat deze mensen veel pijn ervaren. En dat, ook al lijkt de mond ondergeschikt aan alle problematiek, het belangrijk is om pijn in de mond te voorkomen, zodat de kwaliteit van leven niet verder verslechtert.’